Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 870
Uit Dr. GANNEFVa Studeerkamer.
Maxime du Camp.
feminmtmmtniiiiiiiiiwiiniiiiii iniimi
lllllllllltlllllllMIIIIIIIIIIIIH
imiiinniifmiiHiiiiuiiiiiiiiiiii
itiiiiitmiiiiuiiiiiiiiiiiiiniiiiimiuH
In de laatste nummers van de Nineteenth
Century komen herinneringen aan Byron en
Shelley voor, door eene oude dame, Jane
Clairmont, aan den schrijver William Graham meege
deeld. Hetgeen de oude dame zich van Shelley
en zjjne liefde voor haar herinnert, klopt wel niet
geheel met hetgeen uit andere bronnen omtrent
den dichter bekend is, -maar er is toch veel in
teressants in, onder anderen de volgende anecdote:
»In dien lijd (namelijk toen .Tane, of »Claire",
zooals zij genoemd werd, met Byron de Shelley's
bezocht, in het voorjaar van 181G), huisvestte de
»Kroon" te Marlow, evenals andere herbergen
langs de Theems, een groot aantal Fransche sol
daten, die bij Waterloo krijgsgevangen geworden
waren. In de »Kroon" had men ze in den stal
opgesloten. Byron, de Shelley's en ik gingen hun
een bezoek brengen. Byron en de Shelley's sym
pathiseerden natuurlijk als roode radicalen met
die luidjes en hunne zaak. Byron was een groot
vereerder van Bonaparte, en ofschoon Shelley
dit niet was, haatte hij toch de toenmalige
Engelsche Toryregeering veel meer dan Napoleon.
De meeste der lieden waren grimmig en verbe
ten, en er was geen woord uit hen te krijgen.
Geen wonder; het volk bij ons was innig verbit
terd tegen Frankrijk en in en om Marlow1 waren
er maar al te veel die man of broeder in den
oorlog verloren hadden. De arme Franschen had
den daarom niet veel sympathie gevonden.
Een van hen was een bijzonder knappe, krijgs
haftig er uitziende kerel. Tot hem wendde zich
Byron met de woorden:
»Eh bien, mon brave, est-ce que c'était un
beau combat?"
De ogen van den knaap bliksemden, terwijl
hij met donderende stem uitriep: »Si c'était a
refaire, je Ie referais! Vive l'Kmpereur!"
Met n slag namen zijne kameraden den kreet
in zoo machtig koor over, dat de stal dreunde.
Dit werkte aanstekelijk op ons, en wij beide meis
jes, met Byron en Shelley, riepen uit alle macht:
»Vive l'Empereur!"
Kan men zich iets belachelijkors voorstellen?
Napoleon zat al op St. Helena, en geheel En
geland triomfeerde nog over Waterloo. Marlow,
dat kan ik u verzekeren, maakte vooral geen
De minister von" Méline.
(Triboulet.)
(Het auteursrecht voor den inhoud van deze bladzijde wordt verzekerd volgens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
uitzondering. Daar kwam de waard aanioopen; Het banket, door de internationale pers den heer
zijn anders zoo rooskleurig, joviaal gezicht bleek Jules SimOU aangeboden.
van schrik. Waren wij gewone bezoekers geweest,
hij had ons zeker zonder complimenten de deur (Triboulet.)
uitgezet en wij hadden met de eerstvolgende
postnaar Londen kunnen terugrijden. Maar iedereen
kende Byron en al was hij ook, zooals hij placht
te zeggen, »een offer van slechte tijden en slechte
geruchten", zijn naam was toch nog die van »een
God in het land." De waard bezwoer hem dus:
»0m godswil, edele lord, roep niet dat damned
»vive! Hoorde een van de boeren het, ze sloe
gen me dood."
En nu bracht de man, als 't ware om de schade
weer goed te maken, een »leve Wellington!" uit.
»Houd je stil, verwenschte schurk !" riep Byron
nu, terwijl wij tranen lachten. »Breng dadelijk
vier kroezen bier voor ons, en een voor ieder
van die Franfche heeren. We zullen ze op de
gezondheid van Napoleon ledigen.''
»Het kost mij mijn leven, wanneer ik ze op
Boney laat drinken", zeido de waard, terwijl hij
Byron aanstaarde, alsof deze Mephisto zelf ge
weest was en alsof alle booze geruchten omtrent
de geheimzinnige misdrijven van den dichter reeds
naar Marlow waren overgewaaid.
Nu wierp Byron een goudstuk neer, pakte hem
in zijn stevige armen en dreigde: »Als het bier
niet binnen drie minuten hier is, gooi ik je onder
die tijgers!"
De gevangenen brulden van het lachen en het
eene »vive Ie lord Byron'." volgde op het andere.
Zelis bij de soldaten der grande armee was
Byron's naam bekend. Nu kwam de waard met bier
aangestapt. Het opvlammend enthousiasme der
Fransche soldaten, door de betoovering van
Xapoleon's naam ontvonkt, Byron's tegenwoordig
heid, zijne bovenaardsche schoonheid, zooals hij
daar als een Apollo stond, dit alles was onbe
schrijfelijk. Waard en waiters stonderr er doods
bleek bij. >Vive l'Empereur" roepen was in die
dagen erger, dan een toast op den duivel uit te
brengen. De kroezen werden uitgedeeld, Byron
greep er een, en riep tot Shelley: »Xu bhelley,
leeggedronken!" en toen met donderende stem:
>Vive l'Empereur, mes braves!" er. ledigde den
kroes in n teug.
Het geschreeuw, waarop de soldaten, met de
kroes in de hand. nu antwoordden met >vive l'Em
pereur! vive Ie Lord Biron!" moet wel aarr den
anderen oever een echo gewekt hebbon. Byron
ging daarna met ons weg, met dezelfde rustige,
trotsche uitdrukking om de lippen, die zij bijna
altoos droegen,
»Welk een tooverkracht," zeide hij tot mij, »ligt
in den naam van dien man. He «s one of tlte
madmen nlm hare nut/lemen ni'-dby their
coutagion." Deze opmerking heb ik later in ('ltu<ie
Harold weergevonden.
s>Gij zijteen groot acteur," antwoordde ik.
»,Iarnmer dat ge w'egens uw geboorte niet op
hettooneel kondt gaan. (ie zoudt Kean overtroffen
hebben."
Uniform voor den proctectknist, die »pour .'e
xoi de Prusse" werkt.
De gunstig bekende firma I', van den Bral,
die reeds in Hoorn en Leeuwarden bloeiende
zaken drijft, heeft ook hier ter stede een rlink
confectie-magazijn geopend.
De winkel is tlink en ruim, de etalage smaak
vol; boven vindt men een salon waar men de
nieuw gekochte kleeren kan passen ; verder nog
een groot magazijn en een atelier waarvan de
hoofdleiding is opgedragen aan een bekwaam
coupeur. liet magazijn is gevestigd, Xiouwemlijk
No. 124, hoek Kolksteeg.
De storm van de vorige week heeft te Boulogne
een standbeeld van Napoleon omvergewaaid, dat
een Engelschman een jaar of dertig geleden op
een krijtrots bij de stad had laten oprichten. Het
zag er trouwens al niet florissant meer uit, hot
bek was verroest, het voetstuk lag halt' in puin.
Er zijn verscheiden Napoleons- en
Bourbonsbeelden in Frankrijk, waar het niet schitterender
mee gesteld is. In het Depot des marhros ?? an de
stad Parijs staat nog een manneren Napoleon te
verweeren; in het Louvre in do rommulkamcrs
zijn verscheiden kolossale i,apoleonsl>eelden,ondp.v
anderen een van Paule, uit een dorpje in ('ötc d'Or
afkomstig, en door een oud soldaat, Xoizot besteld.
Men weet hoc de Külnischu het buitenlandsche
bladen kwalijk neemt, wanneer zo oen Duitschen
naam verkeerd vertalen. Onlangs w;1 s het gene
raal 'Handégen" (Blücher, der al te Ilaudegen'');
als revanche kon toen dienen een telegram uit
Parijs, waar volgens den KeuNchen vertaler do
heer Corbillard" in hot midden van den be
grafenisstoet gewandeld bad. Xu heeft op !.">
Februari de Kiihiixt/t-s een telegram uit Londen :
»De buitenlandsche anarchist Martial liourdin is
te Gieenwicli gevaarlijk gewond geworden door
eene ontploffing van dynamiet, die hij uit vrees
voor vervolging, naar Iliil'n// /tlnce wilde brengen.''
De vertaler heeft »a hiding place", een geheime
bergplaats, voor den naam van een buitenplaats
aangezien.
Eene Amerikaansche reclame had een verma
kelijk gevolg. Een toonee.Idirpctour had als reclame
een circulaire doen gereedmaken in den vorm
van een dagvaarding, met allo wettelijke termen,
zegels, rood lint, enz. en die aan alle aanzien
lijke personen te Washington doen zenden. Zij
werden daarin gesommeerd te verschijnen aan
den schouwburg en een plaivtsbiljet voor de
voorstelling te koopen.
Onder de aanzienlijke, personen behoorden
intusschen ook de gezanten, en do Duitsche ge
zant begreep niet terstond wat bedoeld werd.
Met zijne dagvaarding in den zak begaf hij zich
rfaar het departement van huitenlandsche zaken.
en vroeg er op plechtigen toon, hoe het kon zijn
dat een vertegenwoordiger eener vreemde mo
gendheid, gevrijwaard tegen alle arrestatiën voor
schulden, voor den gewonen rechter kon worden
gedaagd voor eeno zaak, waarvan hij niets be
greep. Men had veel moeite om hem, zonder zijn
waardigheid te kwetsen, te doen begrijpen, wat
de oorzaak van de vergissing was.
Ik heb hooren zeggen, dat de uitvinding
deibommen alleen aan allo volkeren van Europa de
vrijheid ontroofd had. De vorsten konden nu
niet meer het bewaken der vestingen aan do
burgers overlaten, omdat deze zich bij de eerste
bom, zouden willen overgeven; zij hadden nu
eeu voorwendsel om geregelde troepen te
onderh.uidtn, waarmede zij later hun onderdanen
onderdrukt hebben. Ik vrees er steeds voor, dat
men een geheim zal ontdekken, om langs nog
korter weg de menschen te doen sterven, goheele
volken en natiën te verdelgen Ik ben nog
niet lang in Europa, maar ik heb verstandige
menschen hooren praten over de verwoestingen,
die de scheikunde aanricht. liet schijnt een
vierde plaag te zijn, die do menschen ruïneert
en hen vernietigt, wel in 't klein, maar voort
durend ; terwijl oorlog, pest en hongersnood hen
in het groot vernietigen, maar met
tusschenpoozen ....
Deze dingen werden door Uhcdi aan L'sbek
geschreven den oden der maand ramazan, 1717;
ze slaan in de Lettres pernane^. Montesi|uieu
heeft zeker niet gedacht, dat bij na twee eeuwen
nog zoo actueel zou zijn..
In de houding van de Engelsche geestelijk
heid tegenover het tooneel is langzamerhand een
groote verandering gekomen. Een groot aantal
der heeren reverends zon zeker nu nog totgcen prijs
een voet in een «speelhuis" zetten. Toch worden ze
in hun veroordooling ervan steeds meer
gereserveert
zijn.
zelt's
zien,
burg
zins
ook
. terwijl vele anderen reeds larg begonnen
in het drama een onschuldig genoegen en
een middel tot verbetering der zeden te
en ook zelf dikwijls genoeg eerr
schouwbezoeken. Irtusschon was bet toch
eenigsverrasserul in de rijen der geestelijkheid nu
verdedigers en vereerders van het ballet te
ontdekken , waarover de lieer reverend Stuart
Ileadlam dezer dagen in de xtooneelbezoekersclub"
eene voordracht hield.
-Sedert vijftien jaren," zeide de spreker, :heb
ik kritieken omtrent choregraphische voorstel
lingen verzameld, en in een van deze is een ballet
beschreven als een hoop vrouwspersonen, even
verstandeloos als een kudde schapen, even ontbloot
van alle gevoel voor welvoeglijkheid als een kooi
vol apen. het welzijn van fatsoenlijke jongelieden
ernstig in govaar brengend." Zulk eer e
overdrevene veroordeeling was hot, waartegen spre
ker protesteerde. Slet balletdanser!, verklaarde
hij, was eene kunst, die, terwijl zij eene veeljarige
studie vorderde om met succes te worden uit
geoefend, ook bij de toeschouwers een zekere
sympathie en intelligente studie onderstelde. De
reverend kwam ook op tegen de bewering, ->als
zouden do Engelsche vrouwen enkel goede en
douudzamc vrouwen en dochters, maar heel slechte
balletdanseressen opleveren." Volgons zijn veel
jarige ervaring konden de meisjes in Hngeland
evengoed dansen als die uit welk ander land ook.
De radicale gemeenteraad van Toulonse heeft
het gebruikelijk subsidie voor bet jaarlijksch
bloernenfopst . dat in Mei gebonden wordt, ditmaal
geschrapt, omdat l'léiiipnco Isaure, in l.'!21, bij
do stichting der Academie en der jonx lloraux er
eonigo ceremoniën aan verbonden hooft, waarin
zij destijds geen kwaad zag, maar die nu do ver
lichte gemeenteraadsleden ergeren. Onder anderen
moeten s van de 10 leden (mainteneurs) der
Academie zich in optocht naar de kerk van *otre
Dame de la Danrode begeven, daar de prijzen afha
len en voor het altaar, waarop deze gewijd zijn,
neerknielen. Een der prijzen, eene zilveren roos.
is zelfs voor eene hymne op de H. Maagd bestemd.
liet subsidie zal nu wel door vrijwillige bij
dragen vervangen worden. Frankrijks voornaamste
dichters, Vit tor Hngo, ('oppée, Bornier, Mistral,
Grandmongin, Stephen Liégeard, hebben prijzen
van de jeux rloraux gekregen.
Do postzegelmanie komt tot zonderlinge
uitersten. Voor twee postzegels van bet eiland
Mauritius uit het jaar is heeft kort geledon
een Lnndenscho lirrna in postzegels niet minder
dan liso jK.]Ul sterling, dat is Sliio gulden be
taald. liet waren een roode stuivers- en een
blauwe twoestuiverspostzoge!. die op de linker
zijde het opschrift Postoftice" dragen. Van deze
postzegels moeten er slechts l l exemplaren in
eheele wereld bestaan; de koningen onder
de
do verzamelaars, zooals het lïritsch Museum,
baron Rothschild, graaf Ferrary, de hertog van
Gailiera. enz. bezitten ze. Voor weinige jaren
nog gold de prijs van 7 "20 gulden voor deze
zeldzaainbeden als vrij hoog. Een Engelsehman,
l'hilipps genaamd, zijn deze twee postzegels, die
zich in do beroemde, onlangs verkochte verza
meling van Lalanne te Bordeaux bevonden, eene
reis van Australiënaar Frankrijk waard geweest.
Hij kocht do verzameling voor 72 ooo fr. Met ! MI. ooi!
werd onlangs de verzameling van den Engelsch
man Daniel ('ooper betaald, die slechts postze
gels uit de jaren lsi;2 tot 1S78 bevatte, echter
zoo goed als compleet. Eene verzameling echter
van drie millioen waarde is die van den
bovengenoemden hertog van Gailiera. De hertog geeft
voor' zijne verzameling jaarlijks i_T>0.i oo francs
uit. In bet jaar iss;i werd zij reeds op l .(ioo.ooo
francs geschat. Hoe postzogelzeldzaamhoden nog
altijd te voorschijn komen, daarvan geeft de
ontdekking van een' Fngelsehen verzamelaar een
voorbeeld. Hij maakte bij eenige rriet jni^t zeld
zame koloniale postzegels de opmerking, dat
daarop de baarbundel van het bei ld van koningin
Victoria iets langer was dan bij de andere. Zeer
moeiolijkc navol'sehiimen, die hij dado'ijk instelde,
leverden dan ook het resultaat, dat op een der
gebruikte platen de graveur dit een weinig
nristeekend had. De zeldzame postzegel was er echter.
De heer Gladstone niet den ballon
in gevaar.
(Moonxhhie.)
lilsadjcs
of stijgt
uitwerpen om
te iien, of men daalt