De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1894 25 februari pagina 6

25 februari 1894 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 870 Uit Dr. GANNEFVa Studeerkamer. Maxime du Camp. feminmtmmtniiiiiiiiiwiiniiiiii iniimi lllllllllltlllllllMIIIIIIIIIIIIH imiiinniifmiiHiiiiuiiiiiiiiiiii itiiiiitmiiiiuiiiiiiiiiiiiiniiiiimiuH In de laatste nummers van de Nineteenth Century komen herinneringen aan Byron en Shelley voor, door eene oude dame, Jane Clairmont, aan den schrijver William Graham meege deeld. Hetgeen de oude dame zich van Shelley en zjjne liefde voor haar herinnert, klopt wel niet geheel met hetgeen uit andere bronnen omtrent den dichter bekend is, -maar er is toch veel in teressants in, onder anderen de volgende anecdote: »In dien lijd (namelijk toen .Tane, of »Claire", zooals zij genoemd werd, met Byron de Shelley's bezocht, in het voorjaar van 181G), huisvestte de »Kroon" te Marlow, evenals andere herbergen langs de Theems, een groot aantal Fransche sol daten, die bij Waterloo krijgsgevangen geworden waren. In de »Kroon" had men ze in den stal opgesloten. Byron, de Shelley's en ik gingen hun een bezoek brengen. Byron en de Shelley's sym pathiseerden natuurlijk als roode radicalen met die luidjes en hunne zaak. Byron was een groot vereerder van Bonaparte, en ofschoon Shelley dit niet was, haatte hij toch de toenmalige Engelsche Toryregeering veel meer dan Napoleon. De meeste der lieden waren grimmig en verbe ten, en er was geen woord uit hen te krijgen. Geen wonder; het volk bij ons was innig verbit terd tegen Frankrijk en in en om Marlow1 waren er maar al te veel die man of broeder in den oorlog verloren hadden. De arme Franschen had den daarom niet veel sympathie gevonden. Een van hen was een bijzonder knappe, krijgs haftig er uitziende kerel. Tot hem wendde zich Byron met de woorden: »Eh bien, mon brave, est-ce que c'était un beau combat?" De ogen van den knaap bliksemden, terwijl hij met donderende stem uitriep: »Si c'était a refaire, je Ie referais! Vive l'Kmpereur!" Met n slag namen zijne kameraden den kreet in zoo machtig koor over, dat de stal dreunde. Dit werkte aanstekelijk op ons, en wij beide meis jes, met Byron en Shelley, riepen uit alle macht: »Vive l'Empereur!" Kan men zich iets belachelijkors voorstellen? Napoleon zat al op St. Helena, en geheel En geland triomfeerde nog over Waterloo. Marlow, dat kan ik u verzekeren, maakte vooral geen De minister von" Méline. (Triboulet.) (Het auteursrecht voor den inhoud van deze bladzijde wordt verzekerd volgens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). uitzondering. Daar kwam de waard aanioopen; Het banket, door de internationale pers den heer zijn anders zoo rooskleurig, joviaal gezicht bleek Jules SimOU aangeboden. van schrik. Waren wij gewone bezoekers geweest, hij had ons zeker zonder complimenten de deur (Triboulet.) uitgezet en wij hadden met de eerstvolgende postnaar Londen kunnen terugrijden. Maar iedereen kende Byron en al was hij ook, zooals hij placht te zeggen, »een offer van slechte tijden en slechte geruchten", zijn naam was toch nog die van »een God in het land." De waard bezwoer hem dus: »0m godswil, edele lord, roep niet dat damned »vive! Hoorde een van de boeren het, ze sloe gen me dood." En nu bracht de man, als 't ware om de schade weer goed te maken, een »leve Wellington!" uit. »Houd je stil, verwenschte schurk !" riep Byron nu, terwijl wij tranen lachten. »Breng dadelijk vier kroezen bier voor ons, en een voor ieder van die Franfche heeren. We zullen ze op de gezondheid van Napoleon ledigen.'' »Het kost mij mijn leven, wanneer ik ze op Boney laat drinken", zeido de waard, terwijl hij Byron aanstaarde, alsof deze Mephisto zelf ge weest was en alsof alle booze geruchten omtrent de geheimzinnige misdrijven van den dichter reeds naar Marlow waren overgewaaid. Nu wierp Byron een goudstuk neer, pakte hem in zijn stevige armen en dreigde: »Als het bier niet binnen drie minuten hier is, gooi ik je onder die tijgers!" De gevangenen brulden van het lachen en het eene »vive Ie lord Byron'." volgde op het andere. Zelis bij de soldaten der grande armee was Byron's naam bekend. Nu kwam de waard met bier aangestapt. Het opvlammend enthousiasme der Fransche soldaten, door de betoovering van Xapoleon's naam ontvonkt, Byron's tegenwoordig heid, zijne bovenaardsche schoonheid, zooals hij daar als een Apollo stond, dit alles was onbe schrijfelijk. Waard en waiters stonderr er doods bleek bij. >Vive l'Empereur" roepen was in die dagen erger, dan een toast op den duivel uit te brengen. De kroezen werden uitgedeeld, Byron greep er een, en riep tot Shelley: »Xu bhelley, leeggedronken!" en toen met donderende stem: >Vive l'Empereur, mes braves!" er. ledigde den kroes in n teug. Het geschreeuw, waarop de soldaten, met de kroes in de hand. nu antwoordden met >vive l'Em pereur! vive Ie Lord Biron!" moet wel aarr den anderen oever een echo gewekt hebbon. Byron ging daarna met ons weg, met dezelfde rustige, trotsche uitdrukking om de lippen, die zij bijna altoos droegen, »Welk een tooverkracht," zeide hij tot mij, »ligt in den naam van dien man. He «s one of tlte madmen nlm hare nut/lemen ni'-dby their coutagion." Deze opmerking heb ik later in ('ltu<ie Harold weergevonden. s>Gij zijteen groot acteur," antwoordde ik. »,Iarnmer dat ge w'egens uw geboorte niet op hettooneel kondt gaan. (ie zoudt Kean overtroffen hebben." Uniform voor den proctectknist, die »pour .'e xoi de Prusse" werkt. De gunstig bekende firma I', van den Bral, die reeds in Hoorn en Leeuwarden bloeiende zaken drijft, heeft ook hier ter stede een rlink confectie-magazijn geopend. De winkel is tlink en ruim, de etalage smaak vol; boven vindt men een salon waar men de nieuw gekochte kleeren kan passen ; verder nog een groot magazijn en een atelier waarvan de hoofdleiding is opgedragen aan een bekwaam coupeur. liet magazijn is gevestigd, Xiouwemlijk No. 124, hoek Kolksteeg. De storm van de vorige week heeft te Boulogne een standbeeld van Napoleon omvergewaaid, dat een Engelschman een jaar of dertig geleden op een krijtrots bij de stad had laten oprichten. Het zag er trouwens al niet florissant meer uit, hot bek was verroest, het voetstuk lag halt' in puin. Er zijn verscheiden Napoleons- en Bourbonsbeelden in Frankrijk, waar het niet schitterender mee gesteld is. In het Depot des marhros ?? an de stad Parijs staat nog een manneren Napoleon te verweeren; in het Louvre in do rommulkamcrs zijn verscheiden kolossale i,apoleonsl>eelden,ondp.v anderen een van Paule, uit een dorpje in ('ötc d'Or afkomstig, en door een oud soldaat, Xoizot besteld. Men weet hoc de Külnischu het buitenlandsche bladen kwalijk neemt, wanneer zo oen Duitschen naam verkeerd vertalen. Onlangs w;1 s het gene raal 'Handégen" (Blücher, der al te Ilaudegen''); als revanche kon toen dienen een telegram uit Parijs, waar volgens den KeuNchen vertaler do heer Corbillard" in hot midden van den be grafenisstoet gewandeld bad. Xu heeft op !."> Februari de Kiihiixt/t-s een telegram uit Londen : »De buitenlandsche anarchist Martial liourdin is te Gieenwicli gevaarlijk gewond geworden door eene ontploffing van dynamiet, die hij uit vrees voor vervolging, naar Iliil'n// /tlnce wilde brengen.'' De vertaler heeft »a hiding place", een geheime bergplaats, voor den naam van een buitenplaats aangezien. Eene Amerikaansche reclame had een verma kelijk gevolg. Een toonee.Idirpctour had als reclame een circulaire doen gereedmaken in den vorm van een dagvaarding, met allo wettelijke termen, zegels, rood lint, enz. en die aan alle aanzien lijke personen te Washington doen zenden. Zij werden daarin gesommeerd te verschijnen aan den schouwburg en een plaivtsbiljet voor de voorstelling te koopen. Onder de aanzienlijke, personen behoorden intusschen ook de gezanten, en do Duitsche ge zant begreep niet terstond wat bedoeld werd. Met zijne dagvaarding in den zak begaf hij zich rfaar het departement van huitenlandsche zaken. en vroeg er op plechtigen toon, hoe het kon zijn dat een vertegenwoordiger eener vreemde mo gendheid, gevrijwaard tegen alle arrestatiën voor schulden, voor den gewonen rechter kon worden gedaagd voor eeno zaak, waarvan hij niets be greep. Men had veel moeite om hem, zonder zijn waardigheid te kwetsen, te doen begrijpen, wat de oorzaak van de vergissing was. Ik heb hooren zeggen, dat de uitvinding deibommen alleen aan allo volkeren van Europa de vrijheid ontroofd had. De vorsten konden nu niet meer het bewaken der vestingen aan do burgers overlaten, omdat deze zich bij de eerste bom, zouden willen overgeven; zij hadden nu eeu voorwendsel om geregelde troepen te onderh.uidtn, waarmede zij later hun onderdanen onderdrukt hebben. Ik vrees er steeds voor, dat men een geheim zal ontdekken, om langs nog korter weg de menschen te doen sterven, goheele volken en natiën te verdelgen Ik ben nog niet lang in Europa, maar ik heb verstandige menschen hooren praten over de verwoestingen, die de scheikunde aanricht. liet schijnt een vierde plaag te zijn, die do menschen ruïneert en hen vernietigt, wel in 't klein, maar voort durend ; terwijl oorlog, pest en hongersnood hen in het groot vernietigen, maar met tusschenpoozen .... Deze dingen werden door Uhcdi aan L'sbek geschreven den oden der maand ramazan, 1717; ze slaan in de Lettres pernane^. Montesi|uieu heeft zeker niet gedacht, dat bij na twee eeuwen nog zoo actueel zou zijn.. In de houding van de Engelsche geestelijk heid tegenover het tooneel is langzamerhand een groote verandering gekomen. Een groot aantal der heeren reverends zon zeker nu nog totgcen prijs een voet in een «speelhuis" zetten. Toch worden ze in hun veroordooling ervan steeds meer gereserveert zijn. zelt's zien, burg zins ook . terwijl vele anderen reeds larg begonnen in het drama een onschuldig genoegen en een middel tot verbetering der zeden te en ook zelf dikwijls genoeg eerr schouwbezoeken. Irtusschon was bet toch eenigsverrasserul in de rijen der geestelijkheid nu verdedigers en vereerders van het ballet te ontdekken , waarover de lieer reverend Stuart Ileadlam dezer dagen in de xtooneelbezoekersclub" eene voordracht hield. -Sedert vijftien jaren," zeide de spreker, :heb ik kritieken omtrent choregraphische voorstel lingen verzameld, en in een van deze is een ballet beschreven als een hoop vrouwspersonen, even verstandeloos als een kudde schapen, even ontbloot van alle gevoel voor welvoeglijkheid als een kooi vol apen. het welzijn van fatsoenlijke jongelieden ernstig in govaar brengend." Zulk eer e overdrevene veroordeeling was hot, waartegen spre ker protesteerde. Slet balletdanser!, verklaarde hij, was eene kunst, die, terwijl zij eene veeljarige studie vorderde om met succes te worden uit geoefend, ook bij de toeschouwers een zekere sympathie en intelligente studie onderstelde. De reverend kwam ook op tegen de bewering, ->als zouden do Engelsche vrouwen enkel goede en douudzamc vrouwen en dochters, maar heel slechte balletdanseressen opleveren." Volgons zijn veel jarige ervaring konden de meisjes in Hngeland evengoed dansen als die uit welk ander land ook. De radicale gemeenteraad van Toulonse heeft het gebruikelijk subsidie voor bet jaarlijksch bloernenfopst . dat in Mei gebonden wordt, ditmaal geschrapt, omdat l'léiiipnco Isaure, in l.'!21, bij do stichting der Academie en der jonx lloraux er eonigo ceremoniën aan verbonden hooft, waarin zij destijds geen kwaad zag, maar die nu do ver lichte gemeenteraadsleden ergeren. Onder anderen moeten s van de 10 leden (mainteneurs) der Academie zich in optocht naar de kerk van *otre Dame de la Danrode begeven, daar de prijzen afha len en voor het altaar, waarop deze gewijd zijn, neerknielen. Een der prijzen, eene zilveren roos. is zelfs voor eene hymne op de H. Maagd bestemd. liet subsidie zal nu wel door vrijwillige bij dragen vervangen worden. Frankrijks voornaamste dichters, Vit tor Hngo, ('oppée, Bornier, Mistral, Grandmongin, Stephen Liégeard, hebben prijzen van de jeux rloraux gekregen. Do postzegelmanie komt tot zonderlinge uitersten. Voor twee postzegels van bet eiland Mauritius uit het jaar is heeft kort geledon een Lnndenscho lirrna in postzegels niet minder dan liso jK.]Ul sterling, dat is Sliio gulden be taald. liet waren een roode stuivers- en een blauwe twoestuiverspostzoge!. die op de linker zijde het opschrift Postoftice" dragen. Van deze postzegels moeten er slechts l l exemplaren in eheele wereld bestaan; de koningen onder de do verzamelaars, zooals het lïritsch Museum, baron Rothschild, graaf Ferrary, de hertog van Gailiera. enz. bezitten ze. Voor weinige jaren nog gold de prijs van 7 "20 gulden voor deze zeldzaainbeden als vrij hoog. Een Engelsehman, l'hilipps genaamd, zijn deze twee postzegels, die zich in do beroemde, onlangs verkochte verza meling van Lalanne te Bordeaux bevonden, eene reis van Australiënaar Frankrijk waard geweest. Hij kocht do verzameling voor 72 ooo fr. Met ! MI. ooi! werd onlangs de verzameling van den Engelsch man Daniel ('ooper betaald, die slechts postze gels uit de jaren lsi;2 tot 1S78 bevatte, echter zoo goed als compleet. Eene verzameling echter van drie millioen waarde is die van den bovengenoemden hertog van Gailiera. De hertog geeft voor' zijne verzameling jaarlijks i_T>0.i oo francs uit. In bet jaar iss;i werd zij reeds op l .(ioo.ooo francs geschat. Hoe postzogelzeldzaamhoden nog altijd te voorschijn komen, daarvan geeft de ontdekking van een' Fngelsehen verzamelaar een voorbeeld. Hij maakte bij eenige rriet jni^t zeld zame koloniale postzegels de opmerking, dat daarop de baarbundel van het bei ld van koningin Victoria iets langer was dan bij de andere. Zeer moeiolijkc navol'sehiimen, die hij dado'ijk instelde, leverden dan ook het resultaat, dat op een der gebruikte platen de graveur dit een weinig nristeekend had. De zeldzame postzegel was er echter. De heer Gladstone niet den ballon in gevaar. (Moonxhhie.) lilsadjcs of stijgt uitwerpen om te iien, of men daalt

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl