De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1894 25 februari pagina 7

25 februari 1894 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 870 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Model en Buitenmodel. Opgedragen aan Generaal Hi;xxi'ti door zijn dankdaar buiteninodel-kader. Snuifles. Uit het rapport van de commissie van Neerbosch zie ik, dat het kasboek van deze weesinrichting »meer dan primitief" was, en dat het met het grootboek nog erger" was gesteld. Ik heb mij daarop afgevraagd: Wat is erger dan meer dan primitief"? Dat zal waarschijnlijk wel het ergste zijn wat op dit gebied te denken is, het a/fcrprimitiefste grootboek dus, ongeveer zoo iets als wat Noach in de ark gehouden heeft. Nu zou ik dat voor een weeshuis met 1100 kinderen, en met een jaarlijksch budget van een paar ton, om in den geest der commissie te spreken, -minder gewenscht" achten, ware het niet, dat er cene commissie van beheer en toezicht bestond, die de verantwoording deiontvangsten en uitgaven telken jare heeft nagezien en goedgekeurd. En daar ik nu lees, dat de commissie van onderzoek, die het zoo lang verbeide rapport heeft uitgebracht, vol strekt niet kon «wijs worden" uit dat grootboek, begrijp ik volstrekt niet waarom zij die commis sie van beheer niet heeft verzocht'haar even te komen voorlichten. De leden van de commissie van onderzoek zoo op eens met hun neus vallen de in een grootboek, nog erger dan meer dan primitief" konden natuurlijkerwijs daarin niet dadelijk thuis komen, maar de verdienstelijke leden der commissie van toezicht, die voorde belangen der weesinrichting en 'der weezen als leeuwen zoo lang reeds hebben gewaakt, zouden hun dadelijk de draad in dien doolhof in handen hebben kunnen geven. Het schijnt dat de commissie van enquête die andere commissie bij deze aangelegenheid geheel vergeten heeft. Misschien wil zij mijn wenk ook nu nog opvolgen. Voor dat ge val deel ik mede dat zij zich te vervoegen heeft bij de Heeren Neen ik geloof bij nader inzien, dat het toch maar beter is, dat ik de namen dier heeren niet noem . . . Mevrouw van 't Lindenhout strafte de meisjes bij voorkeur met verlies van haar of vlechten. Een straf voor weesmeisjes, waar van ik wel eens meer gehoord heb. Dat dit zoo bijzonder te veroordeelen zou zijn. kan ik niet inzien. De meeste straffen zijn alleen paedagogisch, maar deze is bovendien econo misch. Men kan het haar verkoopen, en zoo zou het mij niets verwonderen of'de moeder van de elfhonderd weezen heeft van de gelden, die de slechte meisjes op deze manier opbrachten, een potje gemaakt, om nog weer enkele meis jes meer te kunnen opnemen. Sinds ik gele zen heb, dat van 't Lindenhout geen begroo ting maakte, omdat hij dat in strijd vond met het vertrouwen op den Heer, zoek ik bij alles wat van Neerbosch bekend wordt naar eene godsdienstige verklaring. Maar voor die haarstraf heb ik nog geen bijbelsch motief'kunnen vinden. WantdesnoodeAbsalon werd juist door zijn lange haren gestraft, en de sterke Simson vond in zijn lange haren zijn kracht. Zoodat men hieruit de les zou kunnen putten, laat bij boozen en goeden de haren maar groeien. Ik denk daarom, dat het bij mevr. van t Lin denhout juist de menschlievendheid is. die haar de schaar doet ter hand nemen, om straffend te zegenen. * * Afkenrensifaardifj dunkt de commissie erenzeer, dat de celitt/cnoo/c van den dircrleui MHIIX meisjes en dut niet alleen bij '.rei' en/stnje. orerlrediiiijen i net een stuk ettelijke slci'jri/ oj> den rutj f/eej't." Het bevalt mij, dat de commissie hier het woordje dunkt gebruikt. ]k heb er nu ook eens over narjrdarli/. en nu dunkt mij dat ook; maar toch meer dan dunkt zou ik niet durven zeggen, want ik zou mij heel best, kunnen j vergissen, en dan zou blijken, dat wat, mij afj keurenswaardig dunk/, zeer aanbevelenswaar dig in. .Bij unaefttie.x moet men voorzichtig zijn. en dat is de commissie geweest, daarom prijs ik haar. Zoo doet het mij ook nog plezier, dat, de commissie schrijft: ,Volgens verschil lende getuigen werd onder de meisjes bij het verschijnen van mevr. v-'t L., meer vrees dan sympathie opgewekt; het is de vraag of op den duur zulk eene verhouding voor Neer bosch de ineen/ ije.irensi-lile hoeten kan." Hier is dat, »op den duur'' en --de moest gewenschte",zoo voortreffelijk.want gcwonsoht' is die verhouding zeker, gewenschter dan eenigc andere verhouding kan zij ook nog wel zijn : alleen of' het, de ineexl gewenschte verhouding moet hecten, dat is de vraag. Ik ken er onder mijn vrienden, die iemand als mevrouw van 't Lindenhout geen uur uur langer in Neorbosch zouden wilden dul den ; die het hemel tergend vinden dat zoo 11 j haarknipster, zoon ranselaarster, zoo n vieze dame die tien kinderen in dezelfde tobbe laat at'wasschen en hem niet eens voldoende ver schoont, nog directrice van een weeshuis, nog vïKes'i/wcder mag zijn. Maar ik weel zeker, dat diezelfde mijnheer, als hij lid van de commissie was geweest, en hij had eens Necrbosch met eigen oogen gezien, zich wel tweemaal bedenken zou om anders dan op den duur" de toestanden daar onhoud baar te achten. MmiiiiiiiiiiiiiiiitiiitiiiiiiiiMiimmiiitttiiiiiiiiMHHiiii Uit het Dagboek van den Grand Old Man. *) (Xaar PtuiHt). Mnnndriy. Baskische taal hoogst belang wekkend. Moet een Baskische grammatica en dietionnairc zien te krijgen, en werkelijk studie van het onderwijs maken. Juist iets voor een vacantie! JUnsdni/. Heb het gedaan. Baskisch wordt belangwekkender, hoe verder men erin komt. Lijkt ecnigzins op mengsel van Keltisch en Russisch, met licht bijsmaakje van Plat Hollandsch. Zal mijn woordenlijst mee naar het strand nemen en eenige zinnen proheeren op de visschers. Visschers beweren mij niet te verstaan. Vraag: kunnen het Obstructionisten zijn ? n zoo ja, hoc kan ik het debat sluiten V Helaas, zij sluiten het, door weg te wandelen. Telegram van Harcourt over het. Budget:..De gedachte aan liet delicit be zorgt mij slapelooze nachten.' Wat hij rioodig heeft, is verandering van lucht en bezigheid. Teruggcseiud dat hij naar Biarritz moet ko men en Baskisch moet loeren. Als dat hem niet in slaap maakt, is het geval hopeloos. WoenK/ldij. Waartoe dient het. in de buurt van Spanjo. te zijn, als men geen stierengevecht bijwoont.? Ik heb er een bijgewoond te (Sint Sehastiaan. De autoriteiten daar, heel beleefd, gaven me een plaals eersten rang. Sloop er uil. onder du voorstelling, en wist d^nton'ailoi' ('.oo hceten ze, geloof' ik l Ie bewegen, mij (en poosje zijn plaals te laten innemen. Het Mei oen bootje oefening zou ik, zeker van. oen uitmuntend stiezijn. Nu lukt'- het me niet gemantel over de horens van het hoost, te gooien, terwijl hot op me aanstoot'. Alleen oen tijdige herinnering aan mijn tuktiek mol de koe in I lawavden Park verhoedde dat ik omhoog <ro<melon werd. Do profeet kwam, (oen hij hoorde dat ik het was. lussohenlieide om Ie voorkomen, dal, ik mij aan noudeloos govaar blootstelde'. Idioot van dien profeet, juist nu ik er een heclje, inkwam. Terug naar Biarritz. Moe, maar welgemoed. '"') ZooaN men woel, is de heer (iladstone. toen hij to Biarritz van de parlementaire werk zaamheden uitrustte, terstond aan do studie van hoi l!:b-ki-rh gegaan. Hij heeft (volgens tie ('i.irrix,,i,iiilinee II'ir-~!.-s) ter gelegenheid van een uitstapje naar Saint-.Ieaii l'ie.d de-Port. aan den maire van dat plaatsje verzekerd, dal de grondvormen van hel liaskisch ouder zijn dan die van het Sanskriet. Telegram van Hosebery, wil weten wat hij met den Khedive moet doen. Antwoord ligt voor de hand zend hem hierheen om Baskisch te leeren. Dat zal hem wel nuchter ma k en l Donderdag. Deputatie van Basken komt mij haar opwachting maken. Aangenaam, want het stelt mij in staat de taal met hen te oefenen. Ik sprak een uur tot hen. en legde hun het Home-Kule ontwerp uit. Zij luisterden heel oplettend : ten slotte bemerk ik, dat zij meenen, dat ik het, over landbouw in de Pyreneön gehad heb. Teleurstellend. Vertel hun wat over de Kerkquaestie in Wa les. Een priester onder het volkje zegt mij: ?l)e Basken, aan hun kerk gehecht, hooren niet gaarne over andere." Wonderlijk bij geloof' dat^ nog onder dezen ouden stam heerscht. Toch slaag ik er in, hun een be knopt overzicht Ie geven over hun eigen historie, godsdienst, stelsel van opvoeding, enzoovoorts, hetgeen hen schijnt te ver rassen. } rijdrtrj. Uitstapje naar lioncevaux, waar Iloland viel. J k verbeeld mij een ridder uit den ouden tijd te zijn en tegen de scharen der l'aynims te vecluen. Waarom Paynim '? Dat moet ik eens opzoeken. Of liever ik telegra feer aan Bryee, dat moet hij weten. Ik zie er geen been in. J lij heeft vacantie, hij kan me wat hel pen. De lucht moet, hier toch verkwikkend zijn; die woordspeling zou ik toch in Downing-street niet bedacht hebben. Ik zal een oud harnas leenen, en meer van die dingen, en me daarmee verkleeden . . . . De gendarme van de plaats wil het niet hebben. Deze dwang is onaangenaam. Terug naar lüarritz. ]k verneem dat door mijn ontwerp door de ' rds een streep ge is. 't Doet, er niet toe- Ken mooie avond om te baden. I k baad. Daarna nog wat, Biskiseh. Naar bed. Z'ilrrdfifi. liet gezin zegt. dat ik liet over drijf. Hebben mijn Baskische dictionnaire verstopt. Wat oen tyrannie! Ik mijH toch iets doen vandaag. Ik hoor dat ze te Bilbao nog klingen maken. Ik ga kijken. Aller liefste prefect, beminnelijke senoritas, maar geen zwaarden. Ja toch, een met het ta! brioksmerk van Birmingham er op. Dat | stemt melancholiek, het doet me aan ('hamborlain denken. Terug, on troost l me met een uur of drie Bas.kis.ch, dan [ een hoofdstuk of wat van mijn i-cschifilcnix der runr/orcnx, mijne Tlirnrie rail de y.eeri.ti-lirrinfj.-l en mijn ]\'rnkrn cour tr,jni/ft/trdenit'i'x: dat alles heb ik begonnen sedert ik hier ben. Telegrammen van Kosei berv, Harcourt. Kipon, Spencer, Morley en j de rest ; allen vragen : of het waar is. dat ' ik van plan bon mijn ontslag te nemen. i Waarom niet? Dan kon ik me hier vestigen, ! de achttien dialecten van het Baskisch onder de knie krijgen, en ook dien stier, die mij i er haast onder had. Maar zooals het oude i liedje zegt: «Neem me, wanneer ik er lust in. l heb; maar dat is op 'toogenblik niet!"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl