Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 871
de dankbaarheid van zijn landgenooten en
op eene eereplaats in de politieke geschie
denis van het Vereenigd Koninkrijk.
iiimiiiiiiiumtiiiiHiiiiiiiiuMitiiiiiiiiiniiiiitiNiitiiiiiiNiiiimiiitiiii
SooiaU
Ulllltl linHIltl HlllimiUIIH l lltl III III IWHHtll l lUHUIMHHHIlllHIIIIIIIUlIHWUi
De bevolking van Frankrijk.
De looj» der bevolking in Frankrijk maakt
zoo dikwijls het onderwerp van allerlei be
schouwingen uit, dat wij meenen onzen lezers
geen ondienst te bewijzen, door hen in ken
nis te stellen met de laatste cijfers loopende
over 1892 zooals zij voorkomen in het Jour
nal Officiel van 14 Februari jl.
Uit deze cijfers blijkt reeds dadelijk, dat
het aantal sterfgevallen dat der geboorten
weder overtreft.
Volgens de registers van den burgerlijken
stand werden in alle gemeenten tezamen inge
schreven 290-319 huwelijken , 5772 echtscheidin
gen, 855.847 geboorten en 875.888 sterfgevallen.
Vergeleken bij 1891 valt hier waar te nemen
een vermeerdering der huwelijken met 4801,
der scheidingen met 20 en eene vermindering
cler geboorten met 10530, en der sterfgevallen
met 994.
In 1891 overtrof het aantal sterfgevallen dat
der geboorten met 10505; tengevolge van de
nieuwe dalingen der geboorten en het aan
houdend hooge sterftecijfer, ia het excedent
der sterfgevallen in 1822 gestegen tot het
respectable cijfer van 20,041.
Vanwaar deze inderdaad verontrustende
toestand ?
In hoever het Nieuw- Mal thusianisme daar
aan schuld is, blijkt niet of liever dat rapport
schijnt den invloed daarvan nul te achten, want
het meent de oorzaak alleen te moeten zoeken
in den Krimoorlog en de cholera-epidemie
van 1854/5 en in den oorlog van 1870,1, ten
gevolge _ waarvan natuurlijk in die peri
odes minder menschen zijn geboren die op
't oogenblik huwbaar zouden wezen en het
aantal geboorten zouden kunnen doen stijgen.
Sedert 1885, zegt het rapport, zijn de
huwelójken onophoudelijk gedaald, tot 1 890 toen
ze zeer merkbaar begonnen te stijgen ; de
geboorten zijn verminderd sedert 1883 ; de
sterfte vermeerderde langzaam van 1872 tot
1886 namelijk van 800000 tot 8GOOOO. Sedert
1890 blijft het cijfer op ongeveer 876000.
In 1872 was er nog een geboorten- excedent
van 173000; het daalde gaandeweg tot 108000
in 1881. om van toen af elk jaar met meer
dan 10000 te verminderen en in 1890, het
infl,uenza-jaar, te veranderen in een
sterfleexcedent dat thans, zooals wij boven zagen,
tot ruim 20000 is gestegen.
Gelijk wij reeds zeiden wordt dit verschijnsel
toegeschreven aan den oorlog en de epidemie
van 1854 en 1855, die ook toen een hooger
sterfte- dan geboortecijfer teweeg brachten.
Daar zou dan bijkomen de oorlog van 1870/71,
toen werden ingeschreven :
600000 sterfgevallen meer dan in normale
tijden.
100000 geboorten minder.
120000, of met de twee volgende j aren mede
geleverd, 50000 huwelijken minder.
Het rapport meent te mogen, hopen, dat
deze crisis in den demographischen toestand
van Frankrijk slechts van voorbijgaandeii aard
zal zijn. Inderdaad schijnt de toeneming van
.het aantal huwelijken in 1891 en 1892 hoop
te geven op een aanwas der geboorte : de
gemiddelde geboorte per huwelijk bedroeg in
het laatste tiental jaren 3.09, zoodat bij een
?mllllliiiiitltmiiiililimmiiiilliimiiiiiiiiiiiiiiiillllimiiiiHliiiiiiiiiiiiuuiv
ren in de diepte. Monsieur Anatole gevoelde
opnieuw, hoe zwaar de truffels hem in de
maag lagen. Madelle Adèle rees half op uit
haar liggende houding; de muziek stoorde
haar rust. Hier en daar weerspiegelde het
haardvuur in een paar diepzwarte oogen, die
den kunstenaar aanstaarden, neergelokt, vast
gebonden, meegevoerd naar de diepte, altijd
dieper, naar den afgrond, waar gedempte
klachten zuchtten en doffe dreigingen rom
melden. Allen luisterden met ingehouden
adem; een blok van zwarte vrees lag op
hun borst, zwaar, beklemmend. De linker
hand scheen zich nu te ballen tot een vuist,
een ijzeren greep, nooit meer te ontsluiten ;
de rechter wierp perelende loopjes op, spat
tende droppels, waar vuur aan lekte een
handzwaai door phosphoresceerend water.
Het klonk alsof in den kelder van een huis
een gruwelijke aanslag werd gesmeed en
daar boven dansten de gasten en lachten en
vermaakten zich.
Een zucht, een onderdrukte gil van n
der dames, die zich onwel gevoelde nie
mand lette er op. De kunstenaar werkte nu
met beide handen in de diepste bastonen en
joeg een wervelwind van geluid op een
huivering liep allen over den rug.
En nu zetten de dreigende, rommelende
klanken langzaam op, eerst in gesloten rij,
straks zich losmakend van elkaar, in en over
elkaar rollend, elkaar voorbij willend, naar
boven, altijd naar boven zonder verder
te komen. In woesten wedloop streefden zij
omhoog een wiemelende klomp van kleine,
zwarte gestalten, worstelend in razenden ijver,
in koorstachtige haast naar boven, naar
boven ; dringend en struikelend, grijpend
daar, zich vastbijtend aan wie boven waren ;
elkaar vertredend,naar beneden trekkend, zich
aan elkaar ophijschend met smeeken,
schreeuwen en vloeken en langzaam
o zoo smartelijk langzaam gleden de witte
vingers van den kunstenaar over de toetsen
naar boven.
stijging van het aantal huwelijken met 21000
gedurende 1891 en 1892 in de toekomst een
aanwinst zou mogen worden verwacht van
60000 geboorten.
In hoever deze verwachting zal worden
vervuld, zal men geduldig dienen af te
wachten!
Intusechen staat het met de
trouwlustigheid in Frankrijk werkelijk niet kwaad. In
1892 werden zooals gezegd, 290319 huwelijken
gesloten, een cijfer dat hooger is dan sedert
17 jaar mocht worden geconstateerd, 4861
meer dan in 1891 en 21000 hooger dan in 1890.
De verhouding van het aantal huwelijken
per 1000 inwoners, die in 1890 gedaald was
tot 7 per mille, is in 1892 gestegen tot 7.G per
mille. Dit cijfer is niet lager dan in andere
landen, bij ons bedroeg dit in 1892,7.2 per 1000.
Ongelukkigerwijze vermeerdert met het aan
tal huwelijken ook dat der echtscheidingen,
dat van O 50 per 1000 gezinnen in 1887 steeg
tot 0.77 per mille in 1892- Bij ons te lande
bedroeg dit cijfer 0.46 in 1887 en 0.47 in 1892,
waaruit evenwel niet de conclusie mag worden
getrokken, dat hier de huwelijken gelukkiger
zijn! Trouwens ook bij ons liggen tusschen
1887 en 1892 jaren met scheidingscijfers van
0.55 en 0,56 per 1000 en van 1883 tot 1893
werd in Nederland het
echtscheidings-percentage verdubbeld.
Het aantal geboorten in Frankrijk, sedert
1891 verminderd met 10537, bedroeg in 1892
855847, dat is 223 per 1000 inwoners. In dat
opzicht staat Frankrijk bij andere landen
ten achter. Hetzelfde cijfer bedroeg volgens
Neumann Spallart:
voor Engeland in 1884 33.5
» Duitschland 38.9
België30.5
» Oostenrijk 38.7
Italië39.7
, Nederbnd 34.9
Frankrijk 24.7
Het aantal natuurlijke, of liever niet-wettige
geboorten bedraagt in Frankrijk in 1892 ge
middeld 8,0 per 100- Bij ons bedroeg het in
hetzelfde jaar 3-2 per 100.
Er zijn sommige streken waar het aantal
onechte geboorten zeer groot is, bijv. in het
departement de la Seine 24J4 pCt., in de
Rhóne 13X, in de Somme 13, in de Seine
Inférieure 12-8, in Calvados 12.2, in Nord 1.1.8,
in Bouches du Rhöne 11.7, in Aisne 11.5 en
in la Gironde 11.4 pCt. Men ziet hierin (be
halve voor Calvados) den invloed der grootc
industrieele centra en der groote agglomera
ties van bevolking.
Het gemiddeld algemeen verlies van bevol
king in Frankrijk bedraagt over 1892 Va per
1000. Dit steeg tot 8.2 per 1000 in l'Eitrc
terwijl de sterkste toename van bevolking
plaats had in Morbihan, zijnde 7.8 per 1000.
Van de beteekenis dezer cijfers kan men
zich eenig denkbeeld maken wanneer men
in aanrnerkine dat bij ons te lande, in het
zelfde jaar 1892, de gemiddelde aanwinst der
bevolking door geboorte-excedent over het
geheele Rijk bedroeg 11 per 1000.
SOCTUS.
mmEïiuiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiuiiiiMiiui»
ziek
in de Hoofdstad.
Eene Duitsch-Russisehe alliantie in het
ConcertlttllllllllllMllllllll
» Anatole," fluisterde Mad1'110 Adèle, zoo
bleek als een lijk : »hij speelt de »armoede."
»Die vervloekte truffels!" jammerde Anatole
en kromde zijn lichaam van pijn.
Op eens werd het licht in den salon. Twee
bedienden schoven de portières ter zijde en
brachten lampen en candelabres binnen. In
't zelfde oogenblik sloeg de Ier met al de
kracht van zijn stalen vingers een dissonant
uit het instrument zoo brutaal onmoge
lijk, dat het heele gezelschap opschrok.
»Weg met die lampen!" riep de gastheer.
»O neen !" gilde ML'1|C Adèle, »ik ben bang
in 't donker. Hu, wat een verschrikkelijk
mensen."
»Wie was het? Wie was het?" drongen
allen vragend om den gastheer en nie
mand bemerkte, dat de musicus achter de
bedienden uit de kamer sloop.
»Ik geloof, dat het de duivel was,'' zei
deze, met een poging tot scherts. »Komt,
laten wij naar de opera gaan."
Het gezelschap brak op. Allen gevoelden
zich plotseling vreemd aan de plaats, waar
zij waren. Niemand wilde naar de opera;
allen wilden naar huis en alleen zijn.
Mad1'110 Louison echter liet zich vergezel
len door den journalist en ging met hem
naar de middernachtsmis in de Trinité.
Monsieur Anatole reed weg met mad1'11'-1 Adèle,
maar toen zij langs de Engelsche apotheek
in de rue de la l'aix kwamen, liet hij den
koetsier stil houden en steeg uit. »Ik moet
mij wat laten geven tegen die vervloekte
truffels," zei hij. »Je neemt me niet kwalijk,
hè? maar, zie je, die nm/iek.'' Beiden
hadden een gevoel van verlichting, toen zij
van elkanders gezelschap ontslagen waren.
De truffels hinderden Anatole wel en;, maar
het scheen toch al beter te worden, toen hij
het rijtuig hoorde wegrollen. Eii zoodra Adèle
alleen was, begon het lichtzinnige kind te
schreien.
gebouw! Was dit iets toepasselijk» bij gelegenheid
van de behandeling van het handelstraetaat tus
schen beide landen, die zooveel tongen en pennen
a beweging brengt, of geheel toevallig? Ik weet
het niet.
Ik weet alleen dat ik melding heb te maken
van het optreden van Mej. M. Rode uit Frankfort
(viool) en Mej. M. voii Jakimowski uit St. Pe
tersburg (piano.)
Nu deze concert-uitvoering een politiek tintje
gekregen heeft, moet mijn verslag eigenlijk aldus
luiden :
De geachte spreekster uit Frankfort had tot
onderwerp gekozen; het riool-concert van
Mendelssohn. Een interessant onderwerp dus ! Deze spreek
ster bezit echter nog niet de routine om zich
tegenover een auditorium gemakkelijk uit te druk
ken. Zij wordt spoedig gejaagd en spreekt daardoor
minder duidelijk, ook niet altijd juist. Rust en
zeifbeheersehiug moet zij nog veel meer trachten
te verkrijgen, dan zal zij de toehoorders ook beter
overtuigen van hetgeen zij te zeggen heeft.
Daar zij echter nog zeer jong is, en dit gebrek
met den dag beter wordt, willen wij op de toekomst
hopen, want deze dame kan blijkbaar beter dan
zij thans deed.
De geachte spreekster uit Petersburg had lang
zulk een interessant onderwerp niet te behandelen
(3e klavier-concert van Rubiustein) doch deed dit
op meer zekere en meer aantrekkelijke wijze. Alles
zette zij helder en duidelijk uiteen en zij wist ook
warmte te leggen in hetgeen zij voordroeg.
Deze vergadering werd geleid door den Voor
zitter, den heer Kes, die eene boeiende openings
rede (ouverture: Gwencloline van Chabrier) hield.
(Toejuichingen) en later nog het onderwerp (ouver
ture: Euryanthe von Weber) zeer schoon behandelde.
Voor de uitstekende wijze waarop door den voor
zitter deze vergadering weer werd geleid, zij hem
(ditmaal bij monde van den veiblaggever) een woord
van dank gebracht.
* *
Het leven van den kunstenaar brengt veel liefs,
maar nog meer leeds. Veel liefs wanneer men jong
is en met talent begaafd, want dan lacht alles hem
toe en dan neemt hij de bloemen die hem in den
schoot worden geworpen, op als iets dat van zelf
spreekt. Dat zijn de tijden van het eerste succes,
die van de zonnige kunstcnaarsjeugd.
Doch na het eerste succes komen de eerste te
leurstellingen, na vreugde komt zorg. Men begint
te bespeuren dat het kunstenaar-zijn heel wat, zwaar
der te dragen is dan men eerst waande. Er zijn
er wel voor wie het kunstenaarsleven niets dan
geluk en triomf is, doch dat zijn uitzonderingen,
geen regel.
Heeft men de zorgen en den strijd gekend, heeft
men na een tijdperk van betrekkelijke alleenheer
schappij ondervonden dat jongeren ook een plaats
naast u vragen en langzamerhand een hoog stand
punt weten in te nemen, dan doet het, goed, te
zien dat vele volgelingen u trouw zijn gebleven,
en dat zij daarvan gaarne getuigenis willen alleggen.
Dan neemt gij zulke huldigingen uiet meer aan,
zooals ge ze in de jeugd hebt aangenomen, want
dan voelt ge dat het geen banale hulde is die men
zoo gaarne brengt, aan al wat jong is en iets (ook
wel eens niets) belooft, doch dat men erkent wat
ge deedt is het belang van de kunst m.a.w. dan
oogst ge, wat, ge gezaaid hebt.
Zulke waardeeriiig, die tot grootc dankbaarheid
moet, stemmen, mocht mevr. Anna Collin?obisch
op haar concert, dat 11. /aterdag plaats had, on
dervinden. Jaren lang was zij in ons land eene
gevierde zangeres, ook als zangonderwijzeres heeft
zij hare sporen verdiend.
Den Gen December JS37 te Weeneu geboren,
kreeg zij aldaar hare opleiding. Van mevr. Marchesi
Granmann, ontving zij zangonderwijs en o. a. van
Carl Czerny klavierondcrwijs. Als operazangeres
kwam zij in ons land bij 'het gezelschap van J.
Ed. de Vries, doch spoedig begon zij onderwijs in
onze stad te geven en overal als concertzangeres
op te treden. Hare schooue volle altstem en mu
zikale voordracht zullen zeer velen zich nog her
inneren. In de laatste jaren trad zij zelden meer
op; doch het bleek Zaterdagavond, dat de stem
nog steeds schoon is, en dat deze zangeres nog
ten volle in staat is, haar gehoor te boeien door
muzikale voordracht.
Een twintigtal leerlingen cu oud-leerlingen had
den gaarne de taak op zich genomen, eenige vrou
wenkoren voor te dragen op dit, concert. Óók hare
collega's aan de Muziekschool, de heeren Rüutgen,
Cramer en Bosmar.s werkten mot veel ingenomen
heid mede. Geen wonder, dat het concert groot
succes had niet alleen, doch dat do geschonken
bloemen en kransen hier geheel liet karakter
droegen van waardeering en dankbaarheid.
Het was voor mevr. Collin?Tobisch ongetwijfeld
een hoogst gelukkige avond; dit, zijn van die
schoonc oogcnblikken die veel teleurstelling ver
goeden.
De Ned. Opera heeft Ihans Verdi's A
datengehoore gebracht.
Dit geeft mij aanleiding over deze opvoering een
en ander te zeggen. Xa Pal/ns waren nog gcene
noviteiten opgevoerd.
Xu is Ai'la wel geene noviteit, want reeds vroe
ger heeft mi'n van wijlen do Duitsche Opera te
Rotterdam en do l'ranscho Opera te 's-Gnivcnhagc
Al'ln kunnen hooren, doch in do Xoderlandsche
Opera (mot do vertaling van Mr. 11. Trip) ging
zij thans voor het eerst.
In dit werk bevindt \ ei'ili zich ccnigszins op oen
keerpunt, i lij breekt, hier mot sommige
oud-Jtaliaansclie traditiën (vooral wat, de afgesloten vor
men betreft) doch blijft in andere opzichten toch
aan hot oudere vast houden.
Bij vroegere opvoeringen zijn allerlei bijzonder
heden van Verdi's verblijf in Egypte medegedeeld.
i (Hij was aldaar heengegaan om locale kleur voor
AII/U op te doen), en hoe de onderkoniug hem
l huldigde, die (zoo verhaalde men) hem zelfs toe
gang gaf tot gebouwen en zalen waar geen vreem
deling, zelfs geen mannelijk landgenoot een voet
mag zetten.
j De locale kleur heeft Verdi in hoofdzaak betracht
' in de scène in den tempel van [sis.
.Er zijn veel belangrijke (docli ook wel te lange)
| gedeelten in do/.e opera. Verdi stelt aan solisten en
ensemble tamelijk hooge eisehen. Do bezetting was
echter zoo goed als de Xod. opera die U'oven kon.
De iiecreu Pauwels en relio waren, als steunpilaren
van deze opera, weer even wakker en flink, de
heer Soumier was een goede priester wiens orgaan
in deze partij zeer gelukkig klonk, en de heer
Engelen een bevredigende koning. Wat de dames
betreft vermeld ik met genoegen dat men er terecht
van had afgezien de partij van Aida aan on
voldoende handen toe te vertrouwen. Mevr.
Engelen?Sewing heeft mij zeer voldaan, vooral wat
het vocale betreft. Ik hoop dat deze gelukkig ge
slaagde proef er de directie toe mogen brengen,
partijen die ook in het bereik van mevr. Engelen
Sewiug vallen en die zij tot nu toe niet kreeg
(ik noem o. a. die A'edda in Paljas) aan haar op
te dragen.
Mevr. Van Ophemert?Schweucke is eene zeer
geroutineerde tooneelspeelster, en het is vooral als
zoodanig dat zij mij in de partij van Aninefix vol
deed. Dikwijls ligt deze partij te laag voor hare
stem, doch door haar spel weet zij de aandacht
hiervan af te leiden.
Deze opera is zeer nauwkeurig ingestudeerd. Alles
liep over het geheel vlot, cu in het bizonder moet
ik het orkest gedenken dat met veel zorg en dis
cretie speelde, en (de middelen in aanmerking geno
men) werkelijk veel goeds gaf.
De kapelmeester de heer van der Linden heeft
eer van zijn werk, want aan hem heeft het in de
eerste plaats te danken dat in het muzikale ge
deelte zooveel goeds was op te merken.
Ook het oog krijgt veel aangenaams te zien (ik
gedenk in het bizonder het decoratie'f) en daar
deze opvoering dank zij de zorgvuldige instudeering,
en ook de oordeelkundige bezetting een flinke stap
op de weg der vooruitgang is, maak ik met inge
nomenheid van deze opvoering melding.
Nog heb ik twee jonge vereenigingen te geden
ken die ik deze week voor het eerst hoorde. De
eerste is de Strijkkwartet-vereeniging onder leiding
van den heer II. Hammer (een violist die zich vóór
een paar jaar in onze stad vestigde) met, mede
werking van de heeren Togni, Coster en de Maat
(leden van het orkest van het Concertgebouw), en
de tweede is een orkest-elub onder leiding van den
heer David Koning, die zich ten doel stolt het
uitvoeren van werken voor strijkorkest. Deze laatste
vereeniging is ontstaan uit de orkestvereenigiug
Amjiliioii, die door den dood of ouderdom van dilet
tant-blazers belangrijke hiaten in de bezetting van
die groep begon te krijgen, (het geslacht van di
lettant-blazers sterft langzamerhand uit. Of dit
een geluk of een ongeluk is, waag ik uiet te
beslsssenlj daardoor was het zaak front te maken en
aldus deed men ook. Anipliion werd ter dood ver
oordeeld en uit de asch steeg de Orkestclub omhoog.
Of zij de kwaliteiten van Pheiii.t bezit, moet,
natuurlijk de toekomst, beslissen, doch wel mag
ik zeggen, dat de klank-ontwikkeling (vooral bij
langzame gedeelten) dikwijls zeer bevredigend was,
dat Mej. 15. Bongor mot drie liederen van Sommer
die zij op natuurlijke, muzikale wijze voordroeg
veel succes had, en dat de Heer de Maarétoonde
een degelijk violouoellist te zijn die voel belooft,
doch wicii men alloen-een beter instrument zou
toewonschcn. Ik wensen hem echter geen betere
accompagnatrice loc, want dit deed Mej. Tak op
zeer loffelijke wijze.
Ik hoop dat de directeur David Koning, door
voortdurende en steeds stijgende ambitie van zijne
leden, de Orketsl-cluh kan brengen, waar hij hoopt
dat ze komen zal cu kan.
Het, kwartet Hammer heeft natuurlijk aan veel
strengere eischcn te beantwoorden, ten eerste omdat,
deze vorm van kamermuziek dp allerhoogste
eischen stelt aan de, uitvoerders en iu do tweede
plaats, omdat het kumsienuiirs en geen u il: l linden
zijn.
Het is billijk, dit te relevceren, want ik mag
niet ontkennen, dat deze vereeniging nog niet kon
geven, wat men van zulk eene uitvoering moet
verwachten. ]k voeg er echter bij, dat door toe
vallige omstandigheden reeds verwisselingen in
deze vcreenigiug plaats hadden, hetgeen natuurlijk
niet in het voordeel is, want eerst door lange en
ernstige studie kan een schoon en volkomen sa
menspel verkregen worden.
Er is echter met ernst gestudeerd, dit bleek
reeds en daarom hoop ik dat deze jonge kunste
naars er in zullen slagen datgene te bereiken wat
zij zich voorstellen.
.Ik geef hun tevens iu overweging een volgend
seizoen geen :e« doch een paar soirée's te geven.
Dan zullen zij gelegenheid hebbeu zich nog beter
en ernstiger voor te bereiden.
VAN Mll.T.lGEN.
Hans von Bülow.
In geheel Duitschland is thans Von ISiilow's
overlijden door bijzondere plechtigheden herdacht.
To München, in het Odeon, voerde men zijn
compositie Nirwana uit. maar bet publiek nam
de attentie zeer koel op, en toonde zich in 't
geheel niet sympathiek. Hans von Bülow heeft
vroeger zelf gezegd, dat hij het niemand kwalijk
kon nemen, wanneer hij het stuk niet begreep.
Narziss.
Er is een «Gedenkboek" verschenen, door den
hoer Von Perfall over do L'öjaren dat hij de
Koninklijke Theaters te München geleid heeft,
opgesteld. Daarin staan ook al de
»Sop:initvorstellutigen" opgeteekond. die koning Luelwig II
zich liet geven. Xu is het opmerkelijk, dat altijd
op !» Mei eene opvoering van Brachvogel's
JVa»'si'ss werd bevolen. Tusschen den datum der voor
stelling en de inhoud van hot treurspel moet dus
voor den peinzenden koning een bijzonder ver
band bestaan hebben; welk 't
Pailleron.
Toen oonige jaren geleden, in het Théatre
Kranrais, l'ailleron's L'( Sonris werd opgevoerd
en maar een zeer matig succes bad, kwam
(!oquelin naar Alexandre Dumas fils, en zei: Nu,
cher maitre, wat zegt ge er van ?"
»Een gelukkig man, diel'ailleron," antwoordde
Dumas.
fiolukkig? Iloezoo ?
=Er worden twee stukken tegelijk van hem
opgevoerd, op het tooneel La tiouris en in do
zaal Le monde 011 Von s'ennuie".