De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1894 18 maart pagina 1

18 maart 1894 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

N°, 873 DE AMSTEEDAMMEK A°. 1894WEEKBLAD VOOR NEDEKLAND Dit nummer bevat een bijvoegsel. Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTÜS VAN MAURIK Jr. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Verschijnt eiken Zaterdagavond. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam, Singel bij de Vijzelstraat, 542. Zondag 18 Maart Abonnement per 3 maanden Voor Indiëper jaar f l.50, fr. p. post ? 1.65 ???»B mail n ^-~~ Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.12* Advertentiën van l?5 rebels ?1.10. elke rp^pl inppr . . . .. 0.20 Advertentiën van 1?5 regels ?1.10, elke regel 'meer Reclames per regel 0.40 I N H O U Di VAN VERRE EN VAN NABIJ. SOCIALF AANGELEGENHEDEN: De ontwikkeling de samenleving, I, door Socius. Signalementen ui den Utrechtschen Gemeenteraad, door Jan van 't Sticht. FEUILLETON : De zee, door Henr Storm. Muziek in de hoofdstad, door Van Mil ligen. KUNST EN LETTEREN: InhetRijks museum, VII, door J. V. Leden-tentoonstel ling in den Rotterdamschen Kunstkring, door S Multatuli in Frankrijk. SCHAAKSPEL. VOOR DAMES, door E-e. ALLERLEI. INGEZONDEN. RECLAMES. UIT Dr GANNEFS STUDEERKAMER. PEN- E* POTLOODKRASSEN. ADVERTENTIES. MiiiiiuuiiiiiiwiitiHiiiiiiiiiiiiiifniiiiitttiitiiHitMiiiiiitiiiiiiiiiniMMi Belangrijker dan de discussiën in het En gelsche Parlement, waar de nieuwe premier die de erfenis van den ouden Gladstone zon der beneficie van inventaris heeft aanvaard reeds in moeielijkheden is gekomen, be langrijker dan de debatten in de Fransche Kamer, waar de uiterste linkerzijde opnieuw en zonder eenige kans op succes den strijc tegen de grondwet van 1875 heeft'onderno men, belangrijker dan de vertoogen der Oostenrijksche pers over het doodgeboren kiesrecht-ontwerp van het ministerie-Windischgratz en het even onmogelijke tegen ontwerp van den clericalen leider graaf Hohenwart, waren dezer dagen de besprekingen in den Duitschen Rijksdag over het handels traktaat tusschen Duitschland en Rusland. Niet omdat de discussiën op zich zelf door wetenschappelijkheid of nieuwheid uitmunt ten: het zakelijk debat had reeds plaats gehad bij de eerste lezing en het loven en bieden der partijen geschiedde voornamelijk in de zittingen der commissie van rappor teurs; maar wel omdat de aanneming van dit traktaat een feit is, dat op de geheele Europeesche politiek een overwegenden in vloed kan hebben en dat van het doorzicht, het beleid en de volharding van den Duit schen rijkskanselier een hoogst gunstig ge tuigenis aflegt. ?niHHniimmmniiiiiHuuiimi MiiiMtHjH»rtimmfwifntMr DE ZEE. DOOK HENEI STORM. Plechtig was de zon weggezonken. Forsche banen van goudglans schoten breed uit, wegvloeiend in teere, doorschijnende kleurmengeling langs den hemel, die reusachtig over 't vele water stolpt. De zee lag rustig en voor 't oog beweging loos, als rustend in ongestoorden slaap. Een bijna onmerkbare zwelling kwam lang zaam op, zonder kabbeling, glad oprijzend tot een hooge bolling, dan weer zonk ze weg, afglooiend in breede diepte, neerdeinend met de rustige regelmatigheid van een kalme slaapademhaling. Zacht ruischend glibberde het water langs 't hoog-steile, zwarte pantser, achterblijvend in druk gekolk en gewoel, in grijzen nasleep den weg merkend, dien de zware bootkolos doorliep. In weëe beweging deinde de boot op het kalme hijgen der zee, voortglijdend in het wijde water, als een machteloos protest, opschuimend voor den spitsen boeg van het trillende ijzergevaarte, terzijde geslingerd, wegspringend met haastig gespuit, om dan ritselend heen te gluipen, dicht tegen 't gladde staal. Bleek kwijnde de maan in 't vochtig dampverschiet, spiegelend in de elastische golfrekking, als lichtgeplas op de waterglooiingen. Dwalende gestalten slenterden op het dek, met 't luie gevoel van niets te doen hebben. Sommigen in lauwe conversatie, ongeneigd Het tot stand brengen der triple alliantie door vorst Bismarck is de onvermijdelijke consequentie geweest van diens geheele staat kunde. Meer dan iemand anders was de vorst overtuigd dat hetgeen zijne politiek van bloed en ijzer had gewrocht, de eenheid van het machtige Duitsche rijk, langs een gansch anderen weg moest worden bevestigd. Twin tig jaren lang heeft hij gearbeid aan hetgeen hij die innere Consolidirung des Reiehs noemde. Maar na de aan Frankrijk geslagen wonden die noch vergeven, noch vergeten werden, en bij het weliswaar in naam vredelievende, maar feitelijk eer bedreigende dan conciliante karakter zijner politiek, was de aussere Con solidirung een minstens even dringende eisch. De triple alliantie wij zijn er van over tuigd is inderdaad een vredes-liga ge weest, in zoover zij anderen van een roeke loozen oorlog moest afschrikken; indirect echter heeft zij geleid tot de toenadering tusschen Frankrijk en Rusland, die in de internationale verhoudingen de spanning heeft vermeerderd. Indien die spanning thans aanmerkelijk is verminderd, dan komt daarvan de eer hoofdzakelijk toe aan de verstandige staat kunde van den rijkskanselier Von Caprivi, die door den keizer met kracht en overtui ging is gesteund. Wie zich herinnert, welk een scherpen, om niet te zeggen vijandigen toon de Russische pers nog slechts weinige maanden geleden tegen Duitschland placht aan te slaan, leest met verbazing in die zelfde bladen artikelen over de «glansrijke overwinning" van den heer Von Caprivi, en betuigingen van blijdschap over de verster king der positie van den Duitschen staats man, die voor den «nieuwen koers" een eigen vaarwater heeft gevonden. De ^owosti ver klaart, dat keizer Wilhelm in deze quaestie getoond heeft, een staatsman van den eersten rang te zijn, dat hij de zaak tot in haar onderdeelen blijkbaar zorgvuldig heeft bestu deerd en dat hij zich te rechter tijd met vorst Bismarck heeft verzoend om diens tegen stand te breken. »Geen der ondernemingen van den jongen keizer'1 zegt het blad »is met zoo volledig succes bekroond als deze. De »nieuwe koers", waarmede men zoo vaak den draak heeft gestoken, blijkt thans het middel te zijn tot behoud van den Europeeschen vrede.Duitschland heeft eene leidende plaats ingenomen in de nieuwe economische richting, welke de volken leidt tot het onnMiimiiiilliiiiMiiiiMiiiiiiiiiiiiiMiiiiiMiimiuiiiiiiiiiiiim om voor den korten tijd nauwer kennis te maken. Anderen, met het kennelijk doel om be weging te nemen, voortstappend over de volle lengte van 't schip. Een enkele stond neergebogen over den koekoek der machinekamer, waaruit een warme vetwalm opluwde en staarde met flauwe belangstelling van niet-begrijpen op 't roezige gewiel en smeuig gewentel der zware staalblokken, dansend en rondslinge rend op de maat van een flauw puffend stoomgesis. Roggen staarde strak in den nacht. Zijn diensttijd in de tropen, drie lange jaren, was afgeloopen. Morgen zou hij te Batavia zijn en met de eerste boot naar Holland terugkeeren. Dan zou hij ze weer zien, die lieve, be kende, trouwe gezichten. Zijn moeder, zijn zusters, tal van bekenden. Ja en ook haar. Een vreemd gevoel welde ia hem op, 't was of hij wederom een droom droomde van ang geleden. Hoe hij vertrokken was, met "t smartelijk weten van haar zóó lang niet iveer te zien, haar zelfs niet te mogen schrij ven, omdat hij nog niet formeel verloofd was. Een ontzettend gevoel van heimwee had hem gekweld, toen hij een laatsten glimp van 't vaderland zag in de onduidelijk opdoezelende gebouwen van Scheveningen. Hij haatte )ijna de zee, die hij toch zoo onnoemelijk lieflad, maar die als een onwaardig niets ver zonk in 't schitterend licht van die andere iefde, die onweerstaanbare neiging, die hem lijn roeping deed vergeten. j Maar in 't Zuiden, waar 't onpeilbaar j Blauwe water droomerig kabbelde om hem icen, kwam 't gevoel van berusting in zijn ot weer op, en toen hij weer dienst deed in de zoele wateren der tropen, en hij de weelde genoot van 't zalig droomen onder den Indischen sterrenhemel, voelde hij weer al te i derhouden van vriendschappelijke en vrede lievende betrekkingen met elkander." En een ander blad gaat nog verder, en bespreeki reeds de mogelijkheid eener ontwapening! Het was zeker geen toeval, dat de czar juist dezer dagen, voor het eerst in de der tien jaren zijner regeering, een feest bijwoonde in het hotel der Duitsche ambassade te St. Petersburg gegeven. Alexander III houdt niet van bals en soupers, en de ernstige ziekte, waarvan hij nog slechts onvolkomen is her steld, zou hem daarenboven een zeer aan nemelijk voorwendsel hebben kunnen geven om het door generaal Von Werder gegeven feest niet bij te wonen. Dat hij desniettemin van zijne gewoonte afweek, heeft zeker groote beteekenis. Het is trouwens bekend, dat de czar, evenals keizer Wilhelm, op het tot, stand komen van het Russisch-Duitsche handels traktaat grooten prijs stelde. Wat zal men in Frankrijk tot al deze dingen zeggen? In de beschouwingen der Fransche pers schemert eene stille verzuch ting, een onuitgesproken inea eulpa door. Waarom moest men dan ook den czar, die de Panama-schandalen en nog veel meer had geslikt, opnieuw een bittere pil inge ven in den vorm van de verhooging der Fransche graanrechten, op hetzelfde oogenblik, dat Duitschland zijne poorten voor het Russische graan opende ? Waarom moest men voor den dag komen met die ongeluk kige diplomatieke knoeierijtjes tusschen het Elysée en prinses Waldemar, bij welke een attachémilitaire als buitengewoon zaakge lastigde van president C'arnot allerindiscreetste vragen had gedaan? Waarom moest men door die onthullingen aan de groote klok hangen, dat de luidruchtige geestdrift van Toulon en van Parijs eiken positieven grondslag miste? Zeker, Rusland heeft zich in dat opzicht niets te verwijten. De Fransche vrienden hebben zich warm gemaakt en geholpen om de Russische leening onder dak te brengen. Hebben zij vergeten, daarvoor zwart op wit een tegendienst te vragen, dan is dat hun zaak. Allerminst kan dit verzuim voor Rus land eene reden zijn, om niet gebruik te maken van de gunstige gelegenheid voor het tot stand brengen van betere economische verhoudingen tot Duitschland. Zoo snijdt het mes van twee kanten, en de czar en zijn raadslieden hebben alle reden, om zich met voldoening in de handen te wrijven: op muiiiiiuiiiiniiiiiiiHiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiniiMiiiiiiiiiiiiimtiiiiiiiii goed dat niets hem kon scheiden van de heer lijke, wijde zee, van den zuiveren, frisschen wind, die door zijn lokken speelde, als hij op de brug 't oog liet rondwaren over het on metelijke waterveld, dat in den klaren nacht zoo verrukkelijk murmelde van onbestemde verlangens. Om als getrouwd zeeman te varen, was nooit in hem opgekomen; hij had de kust verlaten met het plan op Java een bestaan te zoeken, maar hij had den moed niet gehad om zelfs maar naar een betrekking om te zien; hij zag al spoedig in, dat hij de zee ;oebehoorde en niets hem van haar kon scheiden. En 't beeld, dat hij zoolang in zich omgeIragen had, dat hem eens als 't heerlijkst deaal had toegeschenen, was zachtjes ver bleekt, achteruitgetreden, verder en verder net de onduidelijke kim ineengesrnolten, en lij had het verloren tot op dezen avond, nu Ie naderende terugkomst het weer opriep uit 't stil verleden. 't Maakte hem onrustig, 't scheen of' een groote strijd hem te wachten stond, of' een onheil hem boven 't hoofd hing. Ongedurig door dat onzekere gevoelstond hij op eii liep, de handen losjes op den rug saamgelegd over 't lange dek. Juist toen hij het middenschip naderde, kwam langs een smerig, vettig trapje een van die ongc- j gelukkigen zich opslepen, die daar beneden j rondwaren tusschen de brullende haarden, in l een kleffige atmospheer van stoom en olie. Wezenloos starend, niet bleekzwarte roetdruppels afbiggelend van 't vermoeide, lustelooze gelaat, waggelde de stoker naar buiten in den frisschen nachtadem. De doorweekte kleeren, grauwzwart van het roet, vet en sintels, kleefden plakkig aan | ''t lichaam, door den bollen wind er aangedrukt. Een oogenblik nog, en dan weer terug in ? die hel van hitte, naar de loeiende vuren, ! de toewijding van Frankrijk kunnen zij blij ven rekenen, en toch is de verhouding tot Duitschland en tot Duitschland's bondgenooten aanmerkelijk verbeterd. Indien, zooals algemeen en waarschijnlijk terecht wordt aangenomen, de czar een bij uitstek vrede lievend man is, heeft hij alle reden om zich over den loop der zaken te verblijden. Naast de politieke beteekenis van het nieuwe handelstraktaat verdient ook de econo mische in het licht te worden gesteld. In het begin van 1892 hadden bijna alle Euro peesche staten, die tot dusver door handels traktaten en douanetarieven waren gebonden, hunne vrijheid teruggekregen, eene vrij heid namelijk, om de bestaande tarieven naar willekeur te verhoogen. Duitschland had tot op dat tijdstip het voorrecht genoten, van tegenover andere staten aanspraak te kunnen maken op het recht om te worden behandeld op den voet der meest begun stigde natie, terwijl het zelf zijn douane rechten naar willekeur kon verhoogen. Het spreekt van zelf, dat die toestand onhoud baar was, vooral nadat Frankrijk in Januari 1891 zijn handelstraktaten had opgezegd en daardoor het recht van behandeling op voet der meestbegunstigde natie vrij wel illusoir was geworden. Van den nieuwen toestand heeft graaf Caprivi op handige wijze partij getrokken. Dat Duitschland, om zich zekere voordeelen te verzekeren, ook enkele offers moest brengen en concessiën moest doen, lag in den aard der zaak. Over het alge meen echter hebben n de Duitsche produ centen u de Duitsche consumenten reden om zich over de nieuwe handelspolitiek te verheugen. ?iimimimimimiiiiiiiiMii mnimiiiiiiiiMiiiiMiiMuitiiiiiiiliiiimmn Socialz De ontwikkeling der samenleving. (De maatschappij der Ouden) Wanneer men de staathuishoudkunde de leer van den maatschappelijken welstand mag noemen en overtuigd is hoezeer ook het zede lijk leven door het stoffelijke wordt beheerscht, dan zal men met ons gevoelen hoe belang wekkend de studie_ moet zijn van de leidende denkbeelden die in den loop der tijden de samenleving der menschen hebben beheerscht. nnaiinuiiMiuttiiiitiiifiitniinuiiuitiHiuiHitinmiiiiHiiniiiirui! die wild brullend hunkeren om nieuwe ladin gen voedsel te verslinden. Veelvraten, die verstikkende gassen uitbraken, als zij tandknersend hun muil opensperren voor meer, meer, nog meer! 't Was voor den zeeofficier geen ongewone verschijning, die spookachtige gedaante uit de onderwereld, maar hij had hem toch met medelijden aangezien. Óók in dienst van den grooten oceaan, óók een leven gewijd aan de oneindige zee ! Verder op, vooruit, stapte hij voorzichtig tusschen de Inlanders door, die op hun mat jes in groepen gezeten, ongeregeld verspreid waren over het dek. Stilzwijgend meestal, kalm hun strootje rookend, zaten ze in 't halfduister, zonder eenig gevoel voor de in drukwekkende watermassa, die onder geheim zinnig flonkerend phosphorlichten, ronddeinde om de boot en in 't oneindig verre weg vloeide in den onzichtbaren horizont. Een rei Inlandsche soldaten, lui-hangend op de railing, in lekkere tevredenheid genieJ i.i i ? tend van t nietsdoen, zongen een droom engen volkszang, drocf-bi ommend n steeds wederkeerend motief. 't Weemoedig neuriën, diepe keelgeluiden, zwol aan en vervloeide; een vreemde, onver klaarbare melodie, maathoudende met den eeuwige rythmus, die bij iederen polsslag der machine, dof bonzend door 't schip sidderde. Hij liep tot op het uiterste punt, en leu nend over den spitsen boeg zag hij beneden zich het plassig flodderen van het water voor 't snijdende staal, dut rusteloos doorploegt in 't eindeloos gewarrel van zwellende deining. Geheel vrij, niets meer vóór zich, het zware staalgebouw achter zich vergetend, scheen het hem, alsof hij alleen was, als een vogel sche rend over de ruime vlakte. En zóó schoot hij voort, recht toe recht aan op het eind doel, Holland, waar achter de duinen hem een paar oogen verwachtten, die, hij voelde

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl