Historisch Archief 1877-1940
l
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 873
weinig bekendheid, Moulijn. Maar juist om veel
aparts, die mij in vroeger werk, teekeningen en
lithografieën, van hem getroffen heeft, en om het
formidabel verschil tusschen zijne impressionis
tische faux-pas van vroeger, die hij bloemstudies
placht te noemen, en dat werk; juist om de re
den dus, dat Moulijn veel voortgang maakte in
weinig tijd, en wij hem zagen ale een schilder,
die in de toekomst iets zou kunnen gaan worden,
wil ik hier zeggen, hoe aanstootelijk ik zijne
schilderij: «Zomer," die hij op deze Expositie
inzond, gevonden heb. Om de kleur, en de
kleurkontrasten niet voornamelijk, maar toch wel
heel veel daarom, en om de van-de-wijs-geraakte
lijnzetting lijkt mij dit werk achter te staan bij het
dan alleen maar leelijke bloemengehaspel, waaraan
hjj zich weleer overgaf. Bij het uitbeelden van
passiën; bij het verzinnelijken van
gedachtenen gevoelsdingen: bij de ideeënkunst, met an
dere woorden, die men symbolisme noemt, is j a,
de vorm derwijze ondergeschikt aan de idee, dat
hij veranderd en verdraaid wordt ter bereiking
van de verzinnelijking der idee, maar dat wordt
tot een op zichzelf schoon Nieuw. Bij de ver
beelding nu van al het valsche dat men zich
denken kan in den storm van den inwendigen
strijd der Natuur in 't midden van den Zomer,
b\j de verbeelding van dat valsche is de voor
waarde, zonder de vervulling waarvan die ver
beelding niet groeien kan tot een kunstwerk in
de symboliek, niet het het weergeven van dat
valsche door een valsche gamma van kleuren, of
een valschen lijnengang, maar het zoeken naar
een in-zich-zelf schoonen nieuwen vorm, die dat
valsche wil voorstellen. En hierin nu is Moulijn
ditmaal niet geslaagd. De indruk, dien men
van »Zomer" krijgt, is niet de indruk van »het
valsche," maar is zelf valsch.
Behalve deze schilderij is er van Moulijn nog
iets veel beters, een afdruk van zijn jongste
lithographie: «Geloof."
Van het verder ingezondene is belangrijk een
tweetal zwartkrijtteekeningen van Edzard Koning,
waarvan de bouw alleen maar wat veel aan Vin
cent van Gogh doet denken, en een hondekop in
pastei van iemand die nog niet veel van zich liet
zien, Sauveur: nobeler en beschaafder dan 't
meerendeel der hier geëxposeerde werken; en
een kleine teekening van Van Daalhoff, «Weemoed",
superieur aan zijne tweede inzonding, »Adoratie",
Van weinig importance is het hier aanwezige
werk van de Bock, en een leeg stuk van A. H.
Koning.
Om rog te noemen: een smoezelige impressie
van Dankmeyer: »St. Nicolaasavond," en een
ultra-leelijke bloemstudie: «Cactus" van denzelf
den ; een paar verfonfaaide teekeningen en een
valsch-naief olieverfportret van Hijner; en twee
modern-symbolistische half-imitaties van Wiggers.
S.
Ik vermeen, dat de in dit artikel besproken
schilderij van Moulijn eigenlijk bedoeld is als
glasschildering. Nog niet sprekend van de omstan
digheid dat men dit niet zien kan aan een in
. een kader gevat beschilderd doek, geloof ik
nochtans, dat ook in glas gebrand, deze
kleur?kombinatie er eene valsche blijven zal.
Dinsdag en Woensdag 20 en 21 Maart zullen
' de HH. C. F. Roos en Co. in "De Brakke Grond"
een rijke verzameling antiek goud en zilverwerk
en porcelein, oud-Sèvres, Weener, Saksisch,
Japansch enz. verkoopen ; voorts aardewerk (Delftsch,
?majolica,Wedgwood),oude meubelen, spinnewielen,
bronzen, garnituren, kristal, snuifdoozen en ook
-eene aanzienlijke collectie schilderijen, waaronder
van Apol, Jan van Essen, Haverman, Huik,
Israëls, E. M. ten Kate, Marie ten Kate,
Klinkenberg, verschillende Koekkoek's, Leickert,
Gerard Muller, Henriëtte Runner, enz.
Bij de heeren Preyer & Cie., lokaal Pictura,
is geëxposeerd een schilderij van Artz, «Moeder
en Kind."
Bij de firma E. J. van Wisselingh & Co.,
Kalverstraat, is gëxposeerd een waterverfteekening
van T. Nieuwenhuis: »Waterlelie'», Goudzeelt."
nUllMIIIIIIIIIHUIIUIIIIIIIIIIIIItlllllllllllllllllllllllMltllllllllllllllllllllllllllllu
Multatuli in Frankrijk.
De Fransche bladen houden zich dezer dagen
met Multatuli bezig. Het Journal des Débats
w\jdt er een heel weinig waardeerend artikel
aan, naar aanleiding van de brieven die Mevr.
Douwes Dekker?Hamminck Schepel heeft uit
gegeven. »0f deze uitgave voor de nagedachtenis
van Multatnli veel nut zal hebben, is de vraag,"
schrijft het blad, »maar het portret van Multatuli,
nu ongeflatteerd, zal er te kostbaarder om zijn
en niemand zal kunnen zeggen dat het niet lijkt."
Den verslaggever treft vooreerst Multatuli's
naief vertrouwen op zijn »genie" ; »hij heeft niet
noodig te leeren of te vernemen ; hij weet, hij
raadt wat hij niet weet. Minister moest hij
worden, en gouverneur-generaal van Indië,
maar ook gewoon generaal." Hij haalt dan
aan: »Ik heb veel respect voor de Pruisen,
maar ik moet zeggen dat de Oostenrijkers het niet
zouden verloren hebben, als ik een jaar of wat
minister van oorlog geweest was." Later zegt
Multatuli, wat Garibaldi in zeker geval zou
gedaan hebben; de inneming van Venetiëzou
voor hem maar het vraagstuk (als het een vraag
stuk is) van de afstand tusschen twee punten
geweest zijn. »Het is immers een rechte lijn,"
had hij gezegd, »Venetiëdaar, ik hier. Er op los.
Overwinnen of sterven!" De verslaggever voegt
er aan toe: »Ce n'est pas plus diffcile que cela.
Generaal Boum had ook dergelijke opvattingen."
Dan Multatuli's schulden, zijn verontwaardiging
dat als men hem geld biedt, men ook wil
dat hij er wat voor schrijven zal of eene lezing
houden. »Wat zijn vrouw en kinderen betreft,
die blijven maar een ander tot last, en als de
ongelukkige die zijn naam draagt, »Tine", eindelijk
in Italiëde gelegenheid heeft gevonden om voor
zich en haar kinderen het brood te verdienen,
wordt Multatuli boos: Tine in een conditie!"
Welk een schande voor zijn bewonderaars. En
op het oogenblik zelf, dat hij tegen al dezen ver
vloekingen slingert, ontvangt hij te Coblenz een
bezoek van mevr. Hamminck Schepel, die hem
geld bracht, (z\j vertelt het zelf met onbewuste
vrijmoedigheid) zijn kamer en zijn armoede deelde,
maar zich gelukkig achtte als hij zeide: niemand
kan mij nu meer van u scheiden/' Men begrijpt
dat zulk een leventje Multatuli's warmste vrien
den verlegen maakte, en zij, altoos nog geld
voor het gezin vragend, tevens aan de gevers
kennis gaven, dat de sommen niet aan Multatuli,
maar aan diens vrouw gegeven zouden worden."
*
* *
Men ziet, hoe weinig de Fransche verslaggever
terwille van 's mans grootheid, zijne kleine ge
breken en belachelijkheden over 't hoofd ziet.
Hij wijdt dan een geheel stuk aan een uitval van
Multatuli over »anticatholicisrne en protestantis
me" en citeert: »het protestantisme is geen zaak
van dogma; echt protestant zijn, is eerbied heb
ben voor goedbetaald fatsoen, voor veilige be
legging, voor banale wijsheid. De eenheid van
het protestantisme, in de veelheid der sekten, is
de eigenbaat." Dan komen Multatuli's avontuur
lijke en financieele plannen ; bet oprichten van
bladen, het systeem om de Bank te Homburg te
doen springen.
Eindelijk zijne afwisselende moedeloosheid ge
durende het schrijven van Vorstenschool, eene
moedeloosheid, die ieder schrijver onder het
scheppen van een grootsch werk wel nu en dan
eens gekend zal hebben, en die men hem toch
waarlijk niet als zonde kan aanrekenen. De ver
slaggever L. B." eindigt: Men heeft in de
familie zelf gezegd, dat hij een zieke, een
neurasthenicus was (dit slaat natuurlijk op het
artikel van dr. Swarth Abrahamsz); deze corres
pondentie zal die meening niet te niet doen.
Toch heeft deze hersenzieke een grooten invloed
uitgeoefen d en oefent dien nog uit: hij heeft
eene school gekweekt, van ontevredenen en
révoltes. Misschien zouden zijn brieven, als men
ze met aandacht las, het beste tegengif zijn
tegen zijn denkbeelden, en zou men meer tegen
den denker op zijn hoede zijn, als men den
mensch beter leerde kennen."
* *
Tegen dit artikel komt Guinaudeau in de
Justice met een rlink artikel, Un révolte, op.
»In de rose Débats kwam dezer dagen een
kort en volledig Ȏreintement" van Multatuli
voor. In een wip wordt zijn vonnis gewezen.
Een tripte sire, ijdel, zedeloos, arm door eigen
schuld. Dat hij een beetje talent had, kan zeker
niet ontkend worden, maar wat gebruikte hij het
slecht! Wat te denken van een man, die gods
lasteringen schrijft als die tiraden over
»protestantisme en anti-catholicisme." Multatuli moet
maar weten waar het op staat, en wordt met hem
afgerekend zooals hij 't verdient.
Maar niet iedereen deelt omtrent hem de mee
ning van de Débats. Indien in Holland, zijn
land, velen een kruisje maken van afschuw bij
het hooren van zijn naam, er zijn er velen, die
hem liefhebben en toejuichen. Hij begint ook
in Frankrijk bekend te worden, vooral bij de
jonge lieden, wier geest zich opent voor alle
denkbeelden, van welk punt van den horizon de
wind ze ook aandraagt.
En men moet er bijvoegen, dat Multatuli's
fiere onafhankelijkheid, de striemende verve waar
mee hij alle huichelarij ontmaskert en geeselt,
zijn bijtende spot, zijn scherpe ironie, hem bij
ons tal van bewonderaars en vrienden verschaft
hebben."
Guinaudeau geeft dan een kort overzicht van
Multatuli's leven en daden, bespreekt de figuren
Droogstoppel en Wauwelaar uit Max Havelaar
en citeert er wat uit. »Multatuli," z^gt hij, »een
mengsel van Voltaire en Heine, rukt aan de
oude afgoden en oude voordeelen."
Hij besluit met de twee bekende stukken uit
de Japansche gesprekken, naar de vertaling van
Cohen (de gebannen anarchist, die ook Emsame
Seelen voor LugnéPoe vertaald heeft), dat over
»den God van Nederland" en »de waarheid is zoo
goedkoop in Nederland, dat men er geen geld
voor geeft. Maar zij die haar leveren hebben
geen buik." Dan eindigt Guinaudeau:
«Multatuli heeft in dien geest en op dien toon
vescheiden deelen geschreven, die genot waren
voor de ongeloovigen en een woedende ergernis
voor de vrome zielen. Daarna stierf hij in
Duitschland, na twintig jaren ballingschap en
ellende. De Débats heeft gelijk, die man is even
verachtelijk als gevaarlijk."
Een oud dichter in Oostenrijk, Ludwig August
Frankl, van wien men in den laatsten tijd weinig
meer hoorde, is deze week te Weenen overleden.
Hij was van Israëlitische geboorte, maar zijn
verdraagzaamheid ging zoo ver, en zijn enthou
siasme was zoo licht ontvlambaar, dat hij de
feesten van tal van Christelijke martelaren en
heiligen tot het onderwerp van gedichten maakte.
Hij maakte groote heldendichten, Christfforo
Colombo (1886), Don Juan de Atistria (1840),
het Habsburgtied (18:!:!) drama's en poëzie van
allerlei aard. Hij beschikte over een rijke,
kleurig-romantische taal. Later werd hij journalist
en op het eind stichter van liefdadige inrichtin
gen, hetgeen hem de verheffing in den adelstand
als «ridder von Hochwart" bezorgde.
Van De Wereldkroniek; geïllustreerd weekblad,
uitgave van de firma Xijgh en van Ditmar te
Rotterdam, is Xo. l verschenen; het bevat ruim
GO illustratiën, onder welke portretten van Jaap
Eden, minister Tak, Uourdin, Bismarck, Mevr.
Patey, Lord Rosebery, prof. van Goudoever,
Hans von Bülow, Michel Solser, prof. lüllroth,
mevr. Albregt?Engelman, enz.
immiiiiiiiiiiiiiMMiMMinuiiiiiiiiiiiiiiiimitminiMiiiiiiiiiiiiiiuiiimiimiiiii
vo
DAMES.
Te St. Petersburg. Vroutoenvereenir/ing.
Ie Berlijn. Havermeel.
Het bal der Duitsche ambassade te St. Peters
burg, de vorige week, werd met een buitenge
woon bezoek vereerd. De Czar, die alleen als
kroonprins eens in het gezantschapshötel geweest
was, en sedert niet meer, had beloofd te zullen
komen, en verscheen met de Czarina.
De Duitsche ambassade, aan het Isaaksplein
tusschen reusachtige gebouwen gelegen, ziet er
zeer bescheiden uit, maar heeft van binnen veel
ruimte en is ouderwetsch mooi ingericht. Voor dit
maal was alles even luisterrijk gemaakt. De voor
poort n illuminatie, de wit marmeren vestibule
een woud van bloeiende camelia's, purperen pluche
portières elkander opvolgend tot aan de salons; op
de trappen een haie van bedienden en jagers, de leu
ningen en pilaren met bloemen omwoeld. Tegen 10
uur kwamen de eerste gasten, om half elf waren er
300 menschen, het hof en de keizerlijke familie;
tegen dit uur was het bezoek van den Czar aan
gekondigd. Generaal von Werder en gravin
Wolkenstein-Trostburg, doyenne van het corps
diplomatique, die de honneurs waarnam, gingen
hem te gemoet; ook de Czarewitch, de groot
vorstin Xenia, de grootvorsten Michael en Wladimir
waren verschenen. De Czar zag heel bleek. Xa
den rondgang door de zalen ging hij in de
werkkamer van den ambassadeur, die tot
speelsalon was ingericht, een partijtje whist maken,
de Czarina nam aan den dans deel.
Zij opende het bal met den ambassadeur.
Haar costuum was geel satijn, waarover een kanten
kleed met goud doorwerkt; garnituur van klimop
en viooltjes; het décolletémet brillanten omzet,
een vierdubbele diamanten rivière om de hals en
een diadeem van brillanten. Zij zag er, ofschoon
zij ziek geweest is, allerliefst uit.
Grootvorstin Wladimir droeg hemelsblauw flu
weel met corsage van zilver brokaat; om den rok
een breede rand van zilverkant. Het corsage ook
omzet met brillanten als hazelnoten; epauletten
van brillanten sterrer, evenals de collier en de
armbanden (ook de Keizerin droeg armbanden)
en een aigrette in het kapsel. Grootvorstin Xenia
was in 't bleekrose, niet gedecolleteerd, een
voudig met een brillanten broche ; zij is de ver
loofde van grootvorst Alexander Michaïlowitsch.
De czar veitrok om l uur, na in een afzon
derlijke kamer te hebben theegedronken; toen
volgde het souper in de ambassade, waaraan de
keizerin en de grootvorsten bleven deelnemen;
eene eeretafel en overigens kleine tafeltjes.
Daarna werd het bal voortgezet; de cotillon,
waarbij men vooral de reusachtige ladingen bloe
men uit Xizza opmerkte, eindigde om 5 uur.
* *
*
Eenige dames hebben liet beheer aanvaard over
een nieuwe afdeeling der Algemeene
Xederlandsche Vrouwenvereeniging, gesticht in 1870, onder
patronaat van wijlen H. M. Koningin Sophie,
later onder bescherming van H. M.
KoninginRegentes Emma.
In aanvulling van de werkzaamheden van de
afdeelingen Aibeid Adelt en TexscMschade, zul
deze nieuwe afdeeling zich uitsluitend bewegen
op artistiek en intellectueel gebied; zij zal bij
eenkomsten organiseeren en een kunstgalerij als
kunstdepót openen. Op die bijeenkomsten zullen :
a. jeugdige muzikale talenten gelegenheid vinden
zich te doen hooren en beoordeelen ; b. kunst
beschouwingen worden gegeven; c. voordrachten
worden gehouden; d. alle onderwerpen zijn te
bepleiten, die de algcmeene vrouwelijke aandacht
niet langer mogen ontgaan.
Het voorloopig bestuur bestaat uit de dames
Sotia, Dre. A. Ciccolini, schrijfster van verschil
lende brochuren over »denatuurlijke diepe adem
haling in hare verhouding tot gezondheid en
zangkunst", voorzitster, Bertha de Feyfer von
Essen, vice voorzitster, lietsy Perk, stichteres der
alg. ned. vr. vereeniging, eere-voorzitster van
Arbeid Adelt, lid van verdiensten der
Valkenburgsche Vereeniging »'t Geuldal'', Ie secretares,
Charlottte de Man Calkoen, 2e secretares, Cateau
Immerzeel, pemiingtiieesteres, Ida von Essen en
Paula Balthasar?Baecker,
liet voorloopig secretariaat is gevestigd «grand
hotel Uellevue", te Arnhem.
* *
*
Het lievelingslied in lierlijn is op 't oogenblik
het Anne-Marielied; het begint aldus:
Anne-Marie, mein Engel, ich verehr' Dich,
Anne-Marie, mein Engel, ich beschwör' Dich,
Anne-Marie, reich' mir Deinen Mund,
Kiisse micli, kiisse inich, kussen ist gesund.
Het is geen eigenlijke «Gassenhatier", men zingt
het in de beste salons aan den Thiergarten; het
is oorspronkelijk uit eene parodie op
Leoncavallo's Bajazzo.
Leoncavallo zelf is zeer gefêtoerd geworden te
Berlijn. De kerzer en keizerin zijn driemaal
in veertien dagen de jletlici gaan hooren.
Op zulke avonden wordt er in de pauze in de
voorkamer van hun loge een uitgebreid warm
souper opgedischt, dat van het paleis gebracht
wordt. De keizerin maakt in die gevallen vol
komen toilet; liet geheele corsage met juweelen
bedekt, en zeer gedecolleteerd; een kam in den
vorm van eene kroon van brillanten achter in
het haar! toch heet het geen galavoorstelling. De
keizerin applaudisseert ook; zij klopt dan met
den waaier op de linkerhand. De componist
werd overal ge'inviteerd en maakte overal een
zeer goeden indruk. Hij is ongeveer veertig jaar,
een :>knappe welvarende bierbrouwerszoon''; met
zwarten snor en een zwarte lok op het voorhoofd
geplakt. Hij spreekt heel goed Fransch, natuurlijk
met Italiaansch accent.
* *
Voor na Paschen zijn te Parijs eenige diners
fle tétes georganiseerd. Men hint niet meer den
kop aan de f'antazie der gasten over, maar zet
op de invitatiekaarten: tête Directoire, tête a la
Trianon, Valois. Ycddo, a la paysanne of iets
dergelijks. De gastvrouw zorgt (bui dat de salon
in denzelfden geest is ingelicht.
*
Mcj. A. C Manden, directrice der Haagsche
Kookschool, zendt ons de volgende modedeeling:
In den laatsten tijd werden op de kookscholen
meer en meer proeven genomen met verschil
lende soorten havermeel.
Prof' dr. .1. W. Gunning te Amsterdam heeft
in zijn laboratorium tal van
havermeelproparaten onderzocht; het resultaat was, dat er weinig
of geen verschil bestond in chemische samen
stelling.
De analyse der onderstaande elf monsters was
de volgende;
No. 1. H. O. Hornby's steam cooked oatmeal.
» 2. Kwakers gerolde witte havermout.
Was geteekend M. No. 16.
» 3. Knorr's havermeel.
» 4. Robinson's pure Scotch oatmeal.
» 5. Hecker's oatmeal.
» G. Thurber's shredded oats.
» 7. Kwakers gerolde witte havermout.
« 8. Schotsch havermeel, geïmporteerd door
H. Giesen.
Was geteekend M. Xo. 17.
» 9. Praeparaat van II. Giesen.
Was geteekend M. No. 10.
» 10. Praeparaat van II. Giesen.
Was geteekend M. No, 18.
» IL IL O. Hornby's steam-cooked haver
mout.
Water. Asch. P-0\ Vet. Eiwit.
No. 1. 10.7(5 1.7!) 1.03 G 0-1 14.Gl
» 2. 9.65 1.7,8 1.?7.40 15.4!)
» 3. 9.33 1.33 G.71 12.Gil
» 4. 978 1.98 l .00 9.G5 11.90
» 5. 9.75 1.82 1.08 6.5 14.9G
» G. 9.97 1.83 1.09 5.95 15.40
» 7. 10.08 1.75 098 G 8 1479
« 8. 8.G3 2.09 1.13 7 7 14.70
» 9. 10.22 2.35 1.12 6.?14 79
» 10. 10.80 1.95 1.04 4.8 14.G1
» 11. 10.34 1.75 0.94 G.6 14.90
pCt, pCt. pCt. pCt. pCt.
Hieruit blijkt dus duidelijk de hooge voedings
waarde van alle soorten van havermeel.
Reden waarom wij opnieuw de aandacht van
het publiek vestigen op dit meel, en met nadruk
wijzen op de wenschelijkheid, dat het algemeen
bekend worde als een krachtige bijdrage om de
volksvoeding te verbeteren.
Natuurlijk geven wij de voorkeur aan die soort,
welke aan gelijke smakelijkheid en zuiverheid de
verdienste paart, van voor den laagsten prijs in
den handel gebracht te worden."
*
De oudste modiste-rekening is waarschijnlijk
die, welke men op eenen steenen plaat in den
tempel van Xippoer in Chaldaea heeft ontcijferd.
Zij betreft 82 kleeden en overkleeden, waarvan
veertien met myrrhe, aloëen cassia geparfu
meerd zijn. De details die bij ieder kleed ge
noemd worden,zijn niet teontcijferen;waarschijnlijk
modewoorden van dien tijd. Naar de vorm van
het schrift en verdere bijzonderheden moet deze
naaisters-rekening or-geveer in het jaar 2800 vóór
onze jaartelling ingeleverd zijn; gequitteerd is
zij niet. E?e.
«numiiiiiiHitiiiiitiiiiimiiitiiiMiiiinitiiiiiiiiMiiiiiiuiHiiitiiiiimitimimiv
LLERLE1
KtAmsterdamsche Boek- en
Steendrukkerij.
Woensdag werden belangstellenden
uitgenoodigd, de nieuwe inrichting te komen bezichtigen
der naamlooze vennootschap Amsterdamsch-; Boek
en Stec,ndrulJxri/j, voorheen Ellerraan, Harms enCo.,
Warmoesstraat 149-151 ; geheel beantwoordende
aan de eischen des tijds, behoort zij tot de beste
in haar soort. Zij bestaat uit twee hoofdgebouwen
met eenige kleine bijgebouwen, op een terrein
groot bijna 11 aren.
De twee bovenste verdiepingen van het voor
gebouw in de Warmoesstraat zijn ingericht voor
ruime, luchtige zetterijen, met uitnemend licht
en voorzien van alle geriefelijkheden. De ge
meenschap met de drukkerij geschiedt door een
ingenieuze stoomlif't, die de vormen opneemt en
ter plaatse brengt.
In de twee onderste verdiepingen van het
voorgebouw zijn de kantoren gevestigd, terwijl
het droge en hooge souterrain, dat onder het
geheele gebouw doorloopt, voor papiermagazijn
is ingericht. Hier bevindt zich ook de inrich
ting voor de centrale verwarming met stoom.
Het achtergebouw wordt in de eerste plaats
ingenomen door de ruime, prachtig verlichte
drukkerij, waarin behalve de handpersen, gelijk
vloers zeventien snelpersen in dienst zijn.
Achter de drukkerij vindt men de machine
kamer, waarin ook de dynamo voor de electrische
verlichting, door een Lava! turbine-motor van
30 pk. bewogen, een plaats vond. Zij doet
onveer 50 lampjes gloeien.
Terzijde van de drukkerij inde nevengebouwen
bevinden zich de vochterij, vouwerij, bronsdruk
kerij, binderij, stereotypeerkamer, droogkarner
enz. Rondom de ruime drukkerij loopt bovendien
nog een galerij, waarop aan de eene zijde de
steendrukhandpersen, en aan de andere zijde de
binderij met de noodige snij-, perforeer-, pons, en
linecrrnachines zijn opgesteld.
In de ruime lokalen die aan alle eischen van
hygiëne en veiligheid voldoen, waarin de grootst
mogelijke reinheid en zindelijkheid heersenen,
werken thans ongeveer '200 zetters, drukkers,
liniëerders, enz. De directie is er inderdaad in
geslaagd, om op het gebied der boek- en
steendrukkerij een modelinrichting in het leven te
roepen. In een klein album vereenigde de firma
een aantal proefjes van hetgeen haar persen en
materiaal kunnen opleveren ; druk- en
smoutwerk in allerlei vorm en kleur, reproductie van
aquarellen in steendruk, kleuronboekdruk, smaak
vol en technisch aan alle eischen voldoende.
Museum.
Wij vestigen de aandacht op het Museum van
voorwerpen ter voorkoming van ongelukken en
ziekten in fabrieken en werkplaatsen, door de
Veroeniging ter bevordering van fabrieks- en
handwerksmijverheid in Nederland, a f d. Amster
dam opgericht.
Het Museum is gevestigd Groeneburgwal Xo. -14,
Amsterdam, liet bestuur heeft de heeren J.
Forster en V. H. II. Saltet tot voorzitter en secretaris.
Het verdient niet alleen de aandacht van alle
fabrikanten, werkgevers, patroons; wie het leven
en do veiligheid van anderen is toevertrouwd,
maar ook van ieder, die in de nieuwe eischen
des tijds belangstelt.