Historisch Archief 1877-1940
No. 873
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
In afwachting van de beslissing in de Steenkamp-quaestie.
OCTOBER ifgi. MAART 1894.
De Hoofdcommissaris zingt:
Vreugdevol, leedvol,
Door onrust geplaagd;
Hangend en hangend
De toekomst gevraagd;
Hemelhoog juichend
Ten doode bedroefd
Zalig alleen is
Burgemeester Vening Meinesz: Hm!
(Naar Goethe. Muziek van Beethoven).
iiniiiiiiimnninniiiiiniiiiiiiimiintnmMiijimiiutimmiHimmuminimmn
De Hoofdcommissaris zingt ??
Zoo ga ik nu de stad verlaten,
Waar 'k heb geleefd zoo langen tijd;
Ik trek nu eenzaam door de straten,
En niemand do_et mij uitgeleid' !...
Geen heeft mijn jas nog stukgereten,
't Zou van de jas ook jammer zijn,
Of kussend m' in de wang gebeten
Van overgroote hartepijn....
(Naar TJhland. Muziek van Cour. Kreutzer).
IIUIMIMtmil
dan van spslen. Maar nu, pas drie jaar aan
't bewind, en voortdurend op den achtergrond,
zoodat het haast leek, alsof ik er in 't geheel
niet was, daar zie ik voor het eerst de kans
schoon zoo, op mijn oude manier als burger
meester, niet van de stad maar van het land,
achter de coulissen eens iets te bedisselen en
?daar geeft die onbehouwen Tak een trap en
gooit me dat schut om, zoodat ik voor't heele
volk niet alleen, maar ook voor de Regentes,
't zij met allen eerbied gezegd, op me derriére
kom te liggen.
Jawel, lach jij maar, zei Gijs, denk je soms,
dat het zoo plezierig is als het gefopte haasje
aan het Hof te moeten verschijnen en niet
eens te weten wat je zeggen moet,_als ze je
vragen, wat je zelf de beste oplossing zoudt
vinden?
Want Brommeijer, daar is in het geheel
geen oplossing. Doodeenvoudig, daar is geen
oplossing, hoe je ook zoekt. Wat zeg jij nu ?
Maar het kan toch zoo niet blijven, ant
woordde ik.
Zoo... denk jij dat ook! Ook jij meent
dat het zoo niet kan blijven. Ik had met
Tobie en met A. C. en met Edaard ook al
eens er over gesproken, of het niet het een
voudigste zou wezen de crisis te laten voort
duren tot Juni 1895, maar die beweerden net
als jij, dat dit niet gaan zou. Ik dacht anders
dat het wel te probeeren zou zijn. Je went
toch aan alles, waarom zou je aan een
crisis ook niet wennen ? En welbeschouwd,
al is het nu ware niet, een crisis
heeftveel voor; ze trekt me zelfs aan., ik houd
van crisissen ; in troebel water kun je vaak
heel aardig visschen. Maar als jij nu en
iedereen meent, dat het toch niet kan, zal
ik er niet verder op aandringen. Alleen wijs
me een uitweg! Je zult antwoorden: uittreding
van Tak. Smidt, Lalv . . ? .
Ja wel, dat 's gemakkelijk gezegd, maar,
vriend: hoe krijg je ze weg? Het publiek
wil juist dat zij blijven en dat ik opstap, en
dan door wie zal je ze vervangen; v. Houten
heeft zich gecompromitteerd, v. d. Kaay dito,
Roëll dito, Levy dito, de Meijier dito, eigen
lijk is er geen een zuiver genoeg om er
mee voor den dag te komen, en zoek je ze
buiten de kamer, dan kom je juist terecht bij
lui, die je op hun post zpudt willen houden.
Daar heb je b.v. Wertheim, geboren om een
verzoenende kieswet in te dienen, je moet
hem halen uit zijn presidentsstoel van
Burgerplicht. Rahusen, je zult hem
mis.schien kunnen krijgen, maar je ontbloot daar
mee Grondwet; Zaaijer zou »el bereid zijn,
als de A7. RMerdamimr zoo'n kracht missen
kon, maar dat is van haar evenmin te vergen
als van de Utrechtsche universiteit, dat die
afstand zal doan van de Lauter ten be
hoeve van een kabinet". Had Levy maar
niet zijn gekke amendement ingediend, hij
zou de aangewezen man zjn om in
Thorbecke's fauteuil te gaan zitten en zijn Kies
recht naar R^chtsbekwaamheid tot algetueene
bevrediging van de geprikkelde gemoederen
in het Staatsblad te doen opne nen. Maar
kom mo eens met hem aan. Hoe kon je toch
zoo dwaas wezen, zei ik een veert'en dagen ge
leden tot hem. om met die drie jaar te
debuteeren, daar me Ie heb je het voor je zelf' wel
voor tien jaar bedorven !
Je zult liet zien, Tak redt het toch niet,
en dan was jij met jou zeggenskracht, met
jou rechtskennis, met j >u beJrevjnheid in
het fonnuleeren van wetsartikelen, de eenige
man die hem vervangen kon. Maar je
weet hoe hij is Brommeijer, hij zette zich in
postuur en zei met een strak, gezicht, als
belastte hij mij regelrecht met een boodschap
aan de Regentes: Ik hoor u «preken, mij
echter voegt het niet u ter wille te zijn.
Haddet gij ook tien portefeuilles mij aan te
bieden, ik zoude weigeren een bezworen grond
wet te schenden, de priester spuwt tegen het
altaar niet!" Gek, ik kan dien Levy nog
altijd maar niet thuis brengen; als ik hem
hoor en zie komt telkens de gedachte bij mij op :
zou hij bij de opgraving van I'omp< niet aan de
delvers ontsnapt zijn, hij is _zoo op en top een
Jt'jiiieiit. Maar..-, laat ik niet afdwalen. Het
is duidelijk, de allereerste soort van staats
lieden krijg ik voor Taks portefeuille toch niet.
En de tweede soort... wat heb je daaraan?
Eigenlijk behoorde de Meijier hem. ie vervan
gen, maar die is zooveel als huiskanelaati van
de familie Laan. en als de Kamer zit, gevoe
len ze te Wormerveer zich ai zóó verlaten,
dat het niet aangaat om hem voor goed naar
deii Vijverberg te halen. Dan zou je als je
toch met iets minder superieur* wilde komen,
ook met Gleichman het kunnen probeeren,
maar dien houd ik liever als Kamer-president.
want bij eventueelo crisissen moet, hij in zijn
kwaliteit door het Hof geraadpleegd worden,
en het is minder om hetgeen hij zegt dan
wel om zijn ougerimpeld gelaat dat een spiegel
van alle deugd verdient te hoeten. waarom ik
hem gaarne voor die gelegenheden bewaar.
Want je begrijpt wel, als door de Re
gentes gevraagd wordt: Mijnheer Gleichman
wat dunkt L'van den toestand, dan _ behoeft
hij zijn gezicht niet eens in den plooi te zet
ten of n woordje te zeggen, om haar te doen
gevoelen, dat die zonder hem onoplosbaar is,
en wanneer H. M. dan nog meer wil weten
en Gleichman begint te spreken, je kunt er
zeker van zijn, dat hij zonder Tak of mij te
noemen een advies geeft, dat, de Regentes in
de goede richting stuurt. Maar wat er ook
i gebeure, de crisis is m. i. niet op te lossen,
of ik moet iemand vinden, die, minder hoekig
en knoesterig dan Tak, een verzoenende kies
wet wil voordragen, en verdedigen ook. Wij
hebben iemand noodig. die heel ver wil gaan.
en toch ook er niet tegen heeft om dicht bij
huis te blijven; een vriendelijker! man en.die
alevel niet over zich laat loopen, een Tak die...
Een willige Tak, zei ik.
Ken willige Tak, ja wel. dat is het; een
die sterk is van buigzaamheid...
Je bedoelt een Tak die het zal uithouden
als stok en als hoepel... een echten
Tifiiliovensrlioi Tak...
Kom, zei Gijs met een soort van
onpleizierigen glimlach, want hij was (inder 't
praten veel gekalmeerd en waarschijnlijk ook
in het besef, dat ik hem wel weer uit de
moeielijkheden nou helpen, kon hij niet recht
boos meer worden jij wilt me herinneren
aan de waterwilgen uit het land mijner vaderen,
maar ik bid je, maak nu geen grapjes : daar
zijn de lijden niet naar. Xoem nu liever jan
man. Mijn man? zuchtte ik; ._. mijn _m:\n_..?
ik weet er waarachtig geen .. . of ja. . misschien
toch... hoe denk je ovci' Laurillard ?
Een juweel van een man. antwoordde, Gijs
maar in die qiiiiliteit nooit aan gedacht'.
nu je hem evenwel noemt, hij heeft iets voor.
heelemaal zonder antecedenten, pas verleden
week in de politiek gekomen.
Ja, zeiik, eu hoe? Dadelijk met liet zwaarste
begonnen! Van meet af zich zoo maar gegooid
in de sociale quaestie en den stoom! .Jawel,
hernam Gijs, maar dar i? hetjuistwat niet in ons
voordeel zal zijn. Xu L-.iurillard precies met
de crisis begonnen is zijn sociaal politieke
studiën te publiceeren. kun je er op aan, dat
hij de portefeuille van Waterstaat. Handel^ en
]S ij verheid ambieert, je behoeft mij niets
van al die, bedekte solieitaües in dagen van
portefeuille-uitdeeling te zeggen, ik ken dat,
geloof me, ik ken dat!! ofschoon een collega
in Loly's plaats zou ik ook kunnen gebruiken.
Wat zeg je !!
Ja, laat ik het je maar volledig bekennen:
ik sta alleen, alleen.... kerel en daar
begon hij op nieuw zenuwachtig te worden
ik heb zeven ministers noodig alle zeven
hebben mij in den steek gelaten... dat deed
me die verdoemde Tak !
Ik wist niet dat de zaken zoo stonden en
werd nu ook een beetje warm.
Dan hale hen de duivel! riep ik uit. Heb
ben ze jou dat geleverd, dat 's gemeen! Zoo
iets noem ik een boevenstreek, en als dat
galgenaas jou, die de stad, het land, de Re
gentes, het Koninginnetje zoo trouw hebt ge
diend, de kroon van je kruin steelt, dan krij
gen ze met mij te doen; ik heet geen Brom
meijer, als ik niet in eigen persoon de deur
van de Hel open trek om die zeven gekken,
die jou in je hemd hebben laten stuan, als
zeven schurken daarin te schoppen. Jij moet
het loodje leggen, en zij dat zal niet.1
Wil je mijn raad weten, jij laat ze staan, je
loopt er uit, morgen den dag, jij bent tegoed
voordat zootje; je komt hier terug en je kunt
op mij en de anderen rekenen.
Daar heb ik ook al over gedacht....
Ja. je komt terug, en vraagje me, watje dan
hier zult uitvoeren, je gaatje weer wijden aan je
liefhebberij-vak, aan de leiding in n hand,
aan de politie. Gijs schudde droevig liet hoofd,
maar toen ik het woord politie uitsprak, kwam
er dat. oude vroolijke schijnsel weer op zijn
vermoeid gelaat, datje ook vroeger kon waar
nemen, als iemand in zijn presentie den naam
van Steenkamp noemde.?Sedert jou vertrek
heeft het met de hoofdcommissarissen niet
recht gewild, v. Doesburgh is heengegaan in
je vriend staat op sprong. Als jij nu die
twee eens verving, dan was dat toch eui
aardige afleiding.
Wij spraken nog eenigen tijd vóór v. Tien
hoven vertrok, en hij liet niet ra telkens
weer te vragen of ik werkelijk dacht, dat
Vening Meinesz hem wel zou willen voordra
gen. < )ok moest hij er Smidt in kennen, zti
'hij. en dat was zoo moeilijk. Maar als drs
iets wil. weet hij in den regel het. gedaan
ie krijgen, zoodat ik wel geloof, al heeft hij
't nog in beraad genomen, «lat we hem
eei>tdaasrs hier zullen zien als opvolger van Steen
kamp en v. Doesburgh. Al l-omt dan niet
dadelijk het land tot rust, hier in de stad
wordt het zeker eindelijk eens veilig, want in
politiezaken heelt hij altijd een Jlair getoond,
zoodat Steenkamp zelfs er een puntje aan
kon zuigen En ik moet zeggen, een beene
meer securiteit voor mijn brandkast zou me
niet onwelkom zijn. v. Tienlioven is voor
't vaderland ook veel waard.?maar't benul
is me toch nader dan de rok.'