De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1894 8 april pagina 3

8 april 1894 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 876 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Ie brengen voor hetgeen zij over die onderwerpen in baar boekje heeft gezegd. Trouwens bespeurde ik aan de opmerkingen van mej. Speet, dat zij en Eldar geestverwanten zijn, zoowel wat betreft de spreekwijze, als de abdomiaale ademhaling. Dit hoofdstuk: Hygiëne der stem, had ik graag uitgebreider behandeld gezien. Dit gedeelte toch werd bijzonder kort behandeld, want de spreekster zeide te vreezen haar gehoor te vervelen. Dit nu betreurde ik, want het laatste zeer uitvoerige hoofd stuk waarin zij vooral kijkjes in hare wachtkamer gaf, vond ik te uitvoerig in verhouding tot de be langrijkheid. Dit moet ook het pijnlijkst voor Mej. Speet geweest zijn, omdat zij toen verplicht was aanhoudend over zichzelf te spreken, en zij zich in het vorige hoofdstuk naar hartelust over hare kunst kon uitspreken. Eene krachtige oi-dersteuning verdient haar denk beeld dat de lagere school de plaats is, waar de kunst van spieken moet geleerd worden. De wijze waarop Mej. Speet zelf spreekt, is wel het schoonste pleidooi voor de wijze waarop zij haar taak als onderwijzeres opvat, en het is vooral die wijze Tan spreken die mij dezen avond geboeid heeft. * * % Ik had in langen tijd geene uitvoering van de zangvereeniging: Musis Sacrum onder leiding van den heer Brandts Buys bijgewoond, daarom ging ik gisteravond het concert bijwonen waarop Fantas van Mendelssohn werd uitgevoerd. Deze vereeniging bezit goede zangkrachten, voor al de sopranen en bassen (waartegen alten en tenoren te klein in aantal, en te zwak van klank waren) klonken zeer goed. Ik heb het eerste deel (het belangrijkste van dit werk) gehoord waarin de dames Lina Wijgers en Cateau Ribbe en de heeren Fr. Phl. en F1. H. vai Duinen als solisten optraden. Mej. Wijgers was blijkbaar nietgedisponeerd, doch ik roem haar duidelijke uitspraak evenals de wijze waarop inej. Ribbe de altsolo zong. Ook de beide heeren hadden zeer goede oogenblikken. Dit werk werd helaas met piano en strijkorkest uitgevoerd. Er is reeds dikwijls de staf gebroken over de ma nier, in kleinere plaatsen van ons land vooral iu gebruik, van orkestpartities de partijen van dn blaasinstrumenten op een klavier te laten spelen. Een krachtig harmonium of orgel zou eeiiigzins de kleur van blaasinstrumenten kunnen weergeven, doch een klavier is daarvoor wel het allerminst geschikt. Ook moet men het afkeuren, dat voor het strijkkwintet een dilettautenorkest was uitgenoodigd. De heeren deden zeer hun best en hen mag men er vooral geen verwijt van maken, doch natuurlijk komt het gemis aan routine in dit genre, vooral bij recitatieven en tempi rubati, sterk uit. Een ervaren dirigent zooals de heer Brandts Buys is, weet natuurlijk alles wel zooveel mogelijk bij elkander te hovden, doch dit is nog verre van eenheid verwijderd en kan alleen door ecu orkest van ervaren musici verkregen worden. Ik hoor deze vereeniging veel liever, wanneer zij alleen met pianobegeleiding uitvoeringen geeft, dan in een groot oratorium met deze bezetting. Men stelle dus uitvoeringen van oratoria uit, tot, men die weer met volledig orkest kan geven, zooals voor een drietal jaren het geval was bij Music Sacrum, toeu Etlilltti van Hoffman werd gegeven, eenc uit voering, waarvan ik zeer goede herinneringen be houden heb. Ik voeg er tevens echter aan. toe, dat de koren van Puidus flink waren ingestudeerd en dat, uitgezonderd een paar ongelukjes, alle koren met zekerheid werden gezongen. H» # Mej. Veltman is eene bekende en zeer gewaardeerde zangonderwijzeres. Eene uitvoering van hare leer lingen, die ik gedeeltelijk bijwoonde, heeft dit weer bevestigd. Sommige leerlingen zijn veel meer ont wikkeld of begaafd dan anderen, doch uit het ge. hoorde krijgt men niettemin een beeld vau het ge halte van het onderwijs. Deze avond heeft weer bevestigd wat ik vroeger omtrent de goede resul taten van Mej. Veltman's zangonderwijs lic b ge meld. v.\>- MILLIGEX Benefiet van Mevrouw C. EngelenSewing. Op Dinsdag 17 April a.s. zal een buitengewone operavoorstelling plaats vinden in den Park schouwburg ter benefice van mevr. EngelenSewing, eerste lyrische en jeugdige dram. zan geres, welke voor deze voorstelling heeft gekozen »Aïda". Door de welwillendheid van den directeur zal deze opera niet meer worden opgevoerd vóór genoemden datum, teneinde de attractie van deze voorstelling to vernoegen. De hoofdrollen zullen vervuld worden door dezelfde solisten, die daarin bij de première optraden. Zonder twijfel zal het Amsterdarnsche publiek door talrijke opkomst op haar eereavond bewijzen, dat het de talentvolle zangeres naar verdienste weet to huldigen. Café-chantant-liedjes. Welk een reusachtige menigte caf -chantantliedjes er te Par s worden verdounen eu gecom poneerd, blijkt d'iaruit, dat er in het j<w l*!IL.' b.v. niet minder dan 10,000 nieuwe liedjes bij vlo Sociétèdes auteurs ter inschrijving werden aan geboden. Vau deze bereiken natuurlijk slechts een klein getal een zekere populariteit, die zich in het groot debiet van do uitgave zonder acconipagnement, a '2~i of .'!0 centimes, uitspreekt. On geëvenaard is natuurlijk het debiet van het I!oulanger-liecl En rer'ii'tnt ik Iu reene; daarvan werden niet minder dan ,')00,ooo exemplaren in de kleine uitgave en ruim OdOO iu do grooto (met piano-accompagnement) verkocht. De piano partituur en de orkestbewcrking samen brachten den componist ruim :}0*000 francs op. Zuik een succes staat intussclien alleen; het dichtst erbij komt dat van Lu pire la Victoire (pon creatie van laulus ter eere van Caniot) het werd in 150,000 exemplaren verspreid, het oude soldatenmarscliHed La, d",gne digtie dan (in een nieuwe bewer king door den komiek Onvrard in de mode ge bracht), in 140.00O exemplaren. De eigenlijke straatliedjes hebben meest minder succes dan de sentimenteelo, prettig zingbare romances, die in alle vrouwenateliers de ronde doen, b. v. Les regrets de Mi g non, dat 150,000, Le premier Ixjuqnet, de liliip, dat 100,000, L'heure du rendtg-vou*, dat 7o,0t)0 exemplaren telde; en men moet bedenken dat er nog drie- of viermaal zooveel exemplaren van een nadruk (of bijna een nadruk) verkocht worden. De nieuwe natu ralistische liederen, zooals van Bonant, Jony, Meusy en hun vrienden hebben lang zooveel succes niet; alleen een van deze, J'ai perdu ma gigolette (het klaaglied van een souteneur) bracht het tot 80,000 exemplaren; de muziek en vooral de orkestbegeleiding was allerliefst en heel origi neel. De componist van die »Gigolette" is wel een gelukkige, want ze heeft hem 10,000 francs opgebracht; maar hoevelen daarentegen krijgen niet meer dan 50 of (10 francs honorarium, of moeten soms zelf alle kostenvan druk en exploi tatie dragen. ttiHintnMtmmmimmtmiimmnimiitmmiiiiiiniitiitiitmiimmitutt Boekversiering voor den Gijsbrecht. Jcjost va» den Vondel Gijsbveclit vau Aemstel I)'orulerdg;in^ van siju stad eu biju uiilliriüschup Treurspel Uitgave Min de Erven hulin, Haarlem, IS'.KS?.M f t inleiding van I,. Simons, looueeldeeuratieouuverpen van 11. P. Jierlage, muziek van Bernnrd Zwecrs, boekversieringen vau A. J. Dei-kinderen. Eerste aflevering. Het begin van een nu reeds veelszins eerbied waardige uitgave. Wanneer het mij werd opgelegd met een enkelen term te bepalen, waarin de groote waarde schuilt van de boekversiering dezer veelbelovende editie, of zij in de eerste plaats oorspronkelijk, dan wel eigenaardig, dan wel zorgvuldig, dan wel rijk, dan wel schoon moet worden genoemd, dan zou ik wenschen te verklaren, dat men alle deze kwaliteiten er veilig in kan roemen, maar dat dit werk bovenal uitblinkt door overtuiging. Het is geen kunst om te behagen, geen bloem rijke virtuositeit, geen vernuftige vinding, geen streelende smaak van schikken, die ons hier een wijle gevangen houdt, maar het is vooral de kracht van een groot en eenvoudig kunstbeginsel, die wij er vruchtbaar in zien: het beginsel dan van de versieringsvormen de geestelijke waarde van deel en geheel in het samenstel te doen uitspre ken naar rechte evenmaat. Vormen! is er n woord welks algemeene zin meer is ontaard? Is niet elke lijn, elk gebaar, elk woord, elk verdrag, elke ritus, in wezen louter de veraan schouwelijking van.iets geestelijks daarachter, is niet in haar oorsprong elke vorm slechts de spontaan geworden idee: het vlottende zelve, tot kristal geschoten V Doch dit overwegende wat moet er een wereld van misverstand in den weg zijn getreden, wat moet er een wangroei geko men zijn in het organisme der vormentaal, wat moet er een slecht verstaan hebben geregeerd aan de eene zijde, en een bederf en spel en on oprechtheid aan don anderen kant, vóór zoozeer datgene wat men de eenheid van vorm en inhoud heeft genoemd, verbroken werd in alles, dat de spreeloaal het woord vorm zelf kon gaan bezigen tot het aanduiden van wat bij uitstek zonder geest, zonder beteekenis, zonder waarde is. * Dat de versieringskunst wanhopig verloopen lag, hebben er velen ingezien, en rnet kennis, vernuft en smaak is alom wel naar verbetering gestreefd. Maar het verlangen naar gezonder en scbooner vormen, moet ijdel blijven, wanneer men niet zeer beseft, dat het groote euvel gelegen is in het aanplakken van buitenissige fraaiheden, en dat alleen een met toewijding en talent tot zijn waarde brengen van grondslag en samenhang, het ver hevene dat teloor ging kan doen wedervinden en laten herbloeien in duurzaamheid van eeuwige afwisseling. liet zelfstandig zoeken naar wetten eener organische vormentaal, zal men in onze dagen, waarin niets van een goede traditie, niets van een direkt overgeërfd voelen, ons ruggesteunt, intussclien moeten paren aan do fundamentecle studie der groote kunst van vroeger tijden. Want daarin ligt het juist: dat het begrip der vormen als sprake van algemeenen zin, niet gekomen is uit het brein van enkele begaafden, maar dat, evenals de woordentaal, liet goede ornament dooi' de intuïtie van onbedorven geslachten geboren werel, en dat al kan elkeen die algemeene taal op zijn beurt dwingen tot eigen en ongekende etïekten, men beginnen moet zich in haar orga nisme weder in te wijden. Dit geldt niet minder dan voor alle architektonische en ornamentale kunsten, voor de kunst der decoratieve bockverzorging. Kr is met de boekversiering gespeeld, geknoeid en gokokketteerd, zoodat zij al zoozeor als eenige kunst van kompositie en samenhang bei'.eden het dragelijke is gedaald. Uerkmderen t elioort tot hen, die dit zeer heb ben ingezien, en met een ingeboren on zuiver begrip is bij daarin parallel gaande met enkele andere nobele zoekers aan het werk getojrou om het betere to doen, in hare arehitektuur de kunst van vroeger bost'ideerende zonder hare eH'ekton te volgen, maar zijne intuïtie aan baar rationalisme sterkond. D;;t is, wat ik gezegd heb de kracht te zijn van dit zijn werk, elo kracht cener vruchtbare overtuiging. Dat daarom in de verblijdende verluchtingen dezer eerste hoog-derïigo inlevering iets absoluut volkonieus voor ons ligt, -?- niet ik zal hot be weren. Tegen den stroom op, maakt n man niet op eens iets in de plaats van \vat heel een bcscliavingswijsheid zou moeten dikteoren. Doch wanneer men overweegt hoe hier gewerkt moest worden, grootendeels met de door ons brutaal kommorcialisme verdorven materialen, als men bedenkt hoe een zoo nooelig eendrachtig samen werken van papiermaker, lettergieter, boekdrukkor, lithograat', ontwerper, zincograaf, enz. al len het beste beoogende, bij den tegenwoordigen stand van zaken feitelijk nog tot het onmogelijke behoort, en als men nagaat hoe ook de teekenaar, voor zich en bijna zonder hou vast een heel nieuw veld van werken begon, dan zal ieder voluit bekennen dat hier een glorieuze aanvang is gemaakt met een werk, zoo goed als niemand onzer het kon verwachten, en zooals door de besten in landen van rijken kuituur nog niet beslist beter geleverd werd. Voor het oogenblik willen wij ons bij dit al gemeene bepalen, om later weder het verschijnen der verdere gedeelten van deze uitgave, met bespreking van bizonderheden te mogen aan kondigen. JAN VETII. In L'année. en imrgef, 1S03, van John GrandCarteret, zijn reproducties opgenomen van een vijftal der platen, door den heer JohanBraakensiek voor het Weekblad geteekend: Frankrijk en Jules Ferry, Deroulède en generaal Dodds, Het keizerlijk bezoek aan Italië, Engeland en Egypte en De verkiezingen voor den Duitschen Rijksdag. De beroemde schilderes Rosa Bonheur is officier van het Legioen van Eer geworden; zij is de eerste vrouw aan wie deze rang in de orde ver leend wordt. Bij de heeren Preyer & Cie., locaal Pictura, is geëxposeerd een schilderij van G. ,J. v. d. Sande Bakhuyzen, «Landschap in Drenthe." nttflIllttimlIlllHIltltlllllllllllllMIlmmlIlllmlHIl iliiirniiiiiininiii Primitieven. IV Na den profctischen Eenling, iu wien al het vol gende t,e voorzien wa«, door zijn prccicus-wijsgeerige veelzijdigheid, komen de twee hoogst po sitieve figuren, de leerlingen van Sint Thomas den dogmaticus, Dante en Gio'to. Ik noem dit drietal het tegenoverstellende aan dat groote andere, Sint Ambrosius, Sint Franciscus en Beato Angelico de hymnologische Drieenheid, en /ie de eersten als in beginsel rythraici, de tweeden als metrici. Zelfs in hun personen maar vooral in hun scholen ver warren zich deze principié'n, maar zoo iemand dan zijn zij de vertegenwoordigers der beide rich tingen. 'Ziet nu de oneindige Eenheid eu Gemeenschap der Kerk: een schilder uit de Me eeuw is iu vol komen overeenstemming in wijsbegeerte en kunst uiting daarvan, met een dichter uit de -lp, de moe der aau wier borst zich nu het kind rust is nog jong als duizend jaar te voren; en: twee in beginsel verschillende richtingen werken, alleen staand of zie-b vermengend zonder wrijving aan een.gezamen lijk dool. De ware kerk is als een klooster vai ; Heiligheid, ongeschokt, door de beroeringen, hoe' geweldig ook, van de tweede tot de zestiende eeuw de Epidemische valscliheid en apathie van de 17e en ISe eeuw hebbeu iets vau het alicrbuitciiste, doch niets van haar innigste kunnen doodeu. Die daar binnen, leven in de bebloeido landen van hun intiem kinderlijke verbeelding of vergeten allengs de lage bezigheid van vroeger waarvan in den be ginne nog vage herinneringen in hen schuilden. Thomas Atiuiuas, Dante eu Giotto zijn het actieve, neerdalende, leercnde ; Sint Thomas en Giolto van nature, en dadelijk iu het abstracte, beginnende, Dante gelukkig door de politiek en liet yereldschactie.ve di« hem dreigen te verslinden l'i heenkomend en rustend in liet dogma. Ambrosius, de hymnen dichtende bisschop. Sint Eranciscus van Assisi en Era Angelioo, zijn het oprijzend con templatieve. Heel hun leven is ecu" jubel tot God, Ambrosius liet, bisschop-zijn verde'elendc in kerkelijk en wcrcldseh regieren, Franciseus die uit het kwade leven terugkeerende waarlijk den kin deren gelijk wordt, en Angelieo, de van Christus geroepen schilder, zijn de zangers van het schoonste //Te deum laudamus"' cl.it ooit werd gezonge'1. Aan den voet van het, kruis staande is ih; plaats van de eersten die van Johamie?, aan de tweeden is de Maria-p'aats. A's ware dogmatici grijpen steeds» Dante en Giotto naar de kern der dingen, naar wat, hun voor ganger de Essentia Rerum noemde. Allegorie in den eigenlijken zin is hun vreemd: zij beelden het dogma in liguur, niet in symbool; zelfs de voor stelling op den kerkmuur te Assisi, waar Sint, Franc,,seus iu grove monnikspij de vrouw genaamd Armoe, die in distelen en doornen gewikkeld is, huwt, is zoo eenvoudig, dat een direkt, verband tusschen Kct, zien en weten mogelijk is. (iiotto's figuur is als zijn marmeren Donitoreu, vierkant zonder vcrbreediiig, als pilaar tusschcn Hemel en aarde; nooit heeft Taddeo d'addi hem zoo goed be grepen a.s toeu hij de spits wegliet. Maar ook bij hem is lyriek, dezelfde die Dante in de parallel Fraucesea di Rimiiii beheersehtc, die hij later heiligilc ui enkele stukken uit de IJ'-atricc-vereering, ze deed Giotto den strijdenden Michaël, de hemel varende J( hannes Ev, uit S;mta C roet; schilderen. l u dien blanken, bijna vrouwelijke strijder, zoo gelijk iu d<- bestrijding vau het. Monster, aau Maria !'gt het heimwee; her, heimwee naar den kus vau d, zeven sterren omaureoolde hoof1, drie lelies iu de itaud di",i;j;eiü! ~ ), die hij seiireieud hooit heengaan, terwijl haar goud eu groen omzoomd klei d ruiH'ht langs de l !emci|'adeii, het heimwee \aii enkele Ai[uiu,il isclic l,\iiiU''U bij deu lleili^e ge>tiid door het : .'lij iicbt iu Mij n'ci|>i'"kcu Thomas'', \au den Redde;', maar o:;k bij deu ij/:ere:i Giolto tot rust gekomen :u deu ouden Johaunes, die l,a jaren aardsc!;o Witheid en v(,or/i;''.nu^ zu.'ii opnieuw baadt j 111 de stralen vau !u ;u die hij in zij u jenu'd zaj1. toeu hielend,.; (,'ni'istu^, nu uloriüccrcudc i:od. Technisch gesproken is (iiotl.o de uit.viiidor van her, //?//, naar ik meen; ook op sommige; zijner altaarstukken heeft, bij op deu gouden onile'rgroi.d kalkwit, ge:bracht en daardoor een verbinding tussebeu fresco eu op-liout-of-doek-scl.ililcringgema'ikl'. j Een herinnering aan zijn herde rsleven, dee'd hem landscliaiisHiihes maken,die voor het meerendeel ver loren Kiuguu en die hij zelden op den muur bracht. Na tuurlijk ziet men mctgroute belangstelling zijn bcesi ten die het, beirin van z:ju loopbaan waren, zooals de l stier in de Michaëlslegeiide die rustig volkomen l gothiek tegen het zwarte hol iu de architekturale 1) Inferno 1. -) Rossetti: Blcssed Damozd. rots het midden vormt tusschen de in extase achter den bisschop optrekkende volksmenigte en de her dei s die nog onbekend met de openbaring vau den Aartsengel zonder goed gevolg op het dier schieten. Het aantal leerlingen van Giotto was groot, maar bestond voornamelijk uit hen die hem zonder te begrijpen navolgden; de manier kon Giotto onderwijzen, de iunige philosophie, de God-kennis die hem deed werken, moest begrepen worden, allen nemen dit over: dat zij bij hun Heiligenschildermgen door bet ineeuloopen Jcr aureolen den achtergrond vormen, maar de hooge beteekeuis die Giotto aan een nimbus hechtte en die alleen karak ter kou geven aau deze wijze vau schilderen ver dween ; het werden zeer technische altaatfabrikantcu. Taddeo Gaddi, Audrea Orcagna, Gerini, Andrea da Milano, waren ouder dezen de besten. De twee eersten zouden 'e samen iu staat geweest zijn Giotto op te volgen, Gaddi bezat de energiek werkende kracht, liet nimmer ophoudende, Orcagna de gevoelende wijsheid, die echter nimmer de juiste overgang, tusscheu het samenbrengen vangedach ten tot conclusie, en voortbrengende kunst vond, zoo vaststaand bij zijn meester. Hij bracht de ab stractie zoo ver, dat hij zonder model werkte, maar miste de vaardigheid hiertoe. Wljshtid cu liefde zullen elkaar ontmoeten iu Thomas a Kempis cu wij zullen ze hier te samen begrijpen, maar beide afzonderlijk ziende in de twee Drietallen, .weten we toch, dat ze slechts zijden zijn van het, oneiniiig-zijdig prisma God, en zoo klein in vergelijking met het Al zijn dezer diugcii, dat voor ons gevoel, geen verschil iu grootheid bestaat, tusschen hen die een, en hen die twee eigenschappen, vertoo en. Iu onzen tijd is het bijna onmogelijk de He ligheid van Sint T omas A<[ meerder te achten dan het kunstenaar-zijn van Dante, en we zijn geneigd den invloed vau het allerhoogste op een kunstwerk als eeu wonder te beschouwen, niet minder dau de verschijning der woiideu van Christus, verge tend als we zijn dat iedere uiting, zelfs het spreken, slechts de tweede instantie is van eeu E-sentiebewegiug, en kunst ^ e derde. Florence. A^DRÉJOLLES. Mijn liartelijkeu dank, don \Veled.gestr. Heer v- d. Hoeven, voor de bevestiging van mijnen regel door. een uitzondering, die mij schier voorkomt gemaakt te zijn door een lyrisch poëet; zulk een nu is een uitzondering op alle regels. u'.iiiuiiliiiiniiiumiiMinmimimiiimiiiiiiiiiiiiMmiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiimiMt Eene teleurstelling. Lang te voren was het boekje van Pastoor Jonckbloet over Multatuli aangekondigd; 't zou onbe kende bijzonderheden brengen eu ook over .Mul tatuli als meiit'cli handelen. Maar 't is op eene teleurstelling uitgeloopcu ; we krijgen zoo weinig nieuws, dat het n!et veel geschaad zou hebben als de schrijver begonnen was niet wat hij ten slotte deed: de werken van Multatuli iu een metalen trommel, (die niet dau bij de hoogste noodzakelijk heid weer geopend zal worden) wegsluite,". J Let nieuwe bestaat, in aftclirift.cn van enkele brieven met betrekking tot de Havelaars/'.aak uit het Archief te, Raugkas lietoeng eu het getuige nis van Raden Toemcnggocng Satoc Angoeu Augoen, den man, die in Havelaars dagen Dhciuang was. Maar nieuw of ten minste belangrijk is hetgeen ?door den Inlaudscheii ambtenaar, meegedeeld werd eigenlijk niet, meer, na hetgeen iu den laatsten tijd over /uid-Bautaiu is uesehreven. Nieuw is het ook niet,, dat, de Max Havelaar een mooi boek is eu dat, eeu Rooinscli Katholiek priester niet met ge noegen in Multatuli's werken bladeren kan. Even min is het, nieuw, Multatuli te zien v ooi gesteld als iemand van wien men zich om zijn bijzonder leven afkeert en wiens werken daarom minder waard geacht worden. Nieuw is ook niet, wat, de schrijver citeert of overneemt vau hen, die Mul tatuli's reputatie''' bespreken en uiting gaven aan de tegenwoordig bij de meerderheid heerschendc opvatting. Wrevel over zijn oordeel verwacht de schrijver bij de ,/Multatuliaiieii'' en de l)a'_;eraadsmauueu ;'' tot, de laatsteu behoor ik niet, eu ik stel het individuecle te hoog om te kinnen gelooven ciat iemand wijs handelt met zich bij welke . . . .aiien dau ook aan te sluiten; maar l och is een gevoel van wrevel ook bij deu niet,-Multatuliaan opaekonieu bij de lezing vau de hooghartige eu liefdelooze beoordeeling vau deu nii'ufi-lt. Maar j ook zulk een beoordccling is niet iets nieuws. Toch is er in het boekje wel iets nieuws te vinden, als we het maar niet zoeken op het, ter rein, waarop het, ons beloofd was. Bijvoorbeeld, (eu ik doe maar grepen ii/i d» f/is, zooais pastoor Jonckbloet dat met een nieuwe toepassing vau die uitdrukking' noemt): Uudei' de grieven, die pastoor Jone.kbloet tegen de /////?-/ heeft, is ouk deze; Multatuli heeft, liet durven wagen als ///,?.- een ontleding van i cu treur spel to geven, eu ideeën zijn toch zoo iets als ,,weldoordachte eu lUep/.iLHige aplionsiiieu". 't Is ook ongehoord, nn er te toeven dau men elooft! Maar ,:.o>> n ontleding van eeu treurspel, daar zit ! ook heeiemaal geen idee in! i Met iu>1 enïHHt;' wordt de m afkeureiuleii zul bedoelde uil-.praak >au Vau Iveymeuien ( K--V. d. d. M. ''.)..) aangehaald: Eu art, il sent, i! ne .pi ge ]>:ts.'; UI' kuusieiiaars dat ook in een leek zullen j afkeuren ': Toen ,MuHatuli voor de 7//'^,vV/,/,v//r ^/,///v/;// j werkte, schreef hem IJusken lluet ,/leeliik.' diu^elie-''. Wie 't 1:01; niet, wist, kan liet, iuVr lezen : l ,,1'we stukkeu zm veel te lang en veel te subjictiei"'. en: Tot, mijn groot, leedwe/.en doen de uit'4'evetv lier .//-'/vA'/./Avv/;' (V,//////// door uiers blij ken, dat, zij iu, i, uwen arbeid ingenomen zijn.'" Do selirij'.er kan nu 7';'eeue hooge gedacht! n 'voeden, vau (M's) dairbbtiUciinjvcrsvaurdigheid ' en besluit, dat, du> Miiliatuli evenmin zou voldaan hebben i als medewerker van eeu der urooto. Pa.roschc bla' den. MeHe'u die bladen gelijke eisclien als liet l laarlem^che 'r De stijl der brieven van Multatuli bezit, ,/hoc! genaamd geen karakter" eii //treft slec'ats door een soort vau slijmige slaperigheid". i A. J. heeft, deu Max Havelaar het schoonste lloiiaudsehe letterkundig werk der eeuw" genoemd; pastoor J. zou dien eeretitel willen toekennen aan de l'< ,i>/fljm,iiv(li.'ii van Alberdiiigk Thijni, om daarna te erkennen dat het. om het verschillend

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl