Historisch Archief 1877-1940
No. 877
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
De opstand in Brazilië.
DE KLEINE FAUST PEIXOTO: >Ziezoo, ingerekend, ingepakt en weggestuurd.... verdwenen. En we kunnen rustig eten."
VALEXTIJN-DA GAMA: »Dat denk je maar!"
ja, je kunt even goed als je tegen je zin op
't spoor zit op een spwrwegongeluk hopen,
dat doet niemand. Verbeeld je dat de Eerste
Kamer de Regeering eens dwong af te treden
om dan een nieuw Kabinet met de minder
heid in plaats van met de meerderheid te
laten regeeren, zoodat ze mij of' Hartsen of'
Heemskerk kwamen uitnoodigen om den boel
te redderen, we zouden immers allemaal be
danken, want je kunt nog wel op crediet
koopen en in zaken speculeeren zonder 't noodige
geld op zak, maar bij 't regeeren moet je om
zoo te zeggen een meerderheid hebben die
zoo reëel is_.als contanten die je in je brand
kast hebt, is dat niet het geval dan kom je
telkens tot schorsing van betaling en ben je
vóór je het weet failliet. Het is waar, ik
ben niet opgeleid in de regeeringskunst. Ik
heb met Hartsen gemeen, dat ik van nature,
door niets anders dan den koophandel gehol
pen, dat frissche inzicht in Staatszaken gekre
gen heb, waarvan de lui zoo versteld staan.
Eigenlijk is er geen beter school voor de po
litiek dan de Beurs en dat zit 'm, geloof
ik, vooral hierin, dat je dagelijks omgaat
met de slimste menschen, die er op do wereld
zijn, en je van der jeugd af moet oefenen om
nog slimmer dan die slimsten te wezen en hun
een vlieg af te vangen. Aardig is het dan
ook om te zien, hoe juist de ware geleerd
heid het met mij eens is; in dezen geheelen
verkiezingsstrijd vinden mijne principes
en idees het meest bijval bij de pro/rsnorc>i:.
Als om strijd schreven zij een verdedi
ging van hetgeen ik wou. In particuliere
correspondenties, waarvan ik inzage heb ge
had, was het telkens, lees Bromrneijer toch
getrouw; vraag het Brommeijer maar, ik
ben het geheel eens met Brommeijer ten
uwent nu eens was 't Fruin, dan weer
d'Aulnis, Spruijt, of de Hartog, of Kuhii
eens zag ik zelfs dat er stond:
Kiesrechtsysteem-Brommeijer" en niemand zal mij
kwalijk kunnen nemen, dat ik dan bij mij
zelf' zeg, hoe is het toch mogelijk, dat je
knapste koppen zooveel hebben moeten leeren,
om eindelijk het zóó ver te brengen, dat zij
in intellect op n lijn komen te staan met
een koopman uit de Bocht, die ze, als hij wil,
nog allemaal n voor n om zijn duim
windt ?
Er moet, dunkt me, aan de academische op
leiding iets ontbreken, en in elk geval is het
verkeer met die hooggeleerden lang niet zoo
opvoedend, als de omgang met kooplui. Dat
zie je onder anderen aan Sprayt. Sprayt be
grijpt even goed als ik. dat hij en ik en
ons gelijken wel kiesrecht moeten hebben en
de mindere man, je koetsier en je palfrenier
niet. Sprayt heeft, geloof ik, niet eens een
koetsier en een palfrenier, maar hij heeft dan
toch een barbier, en hij zou het een helsohe
pnbillijkheid vinden, dat het product dat liern
inzeepte de gelegenheid werd gegeven over
candidaten een opinie uit te spreken tegen
de zijne in. Spruyt is een degelijke kerel,
heeft een extra rijk gemeubileerde boven verdie
ping.en zal nietpermitteeren.datzoo'n individu,
dat zijn baard schraapt, een stembillet in han
den krijgt, om b. v. zijn collega v. Hamel goed
of af' te keuren. In zoo verre valt er op hem
niets te zeggen. Maar zie nu dienzolf'den
Spruyt als politiek man. Toon in '91 de ver
kiezingen werden gehouden en onder de negen
candidaten van Hii>'//rrtil/nlit er vijf werden
voorgesteld, die bij kris en kras zwoeren, dat
de kieswet moest komen, waarmee we nu
opgescheept zitten, hield hij zijn mond, en
eerst nu het veel te laat is. gaat hij te keer
als een dolleman, zoodat je zien kunt, hoe hij
in April l-i!)l pas goed begrepen heeft, dat
het Vaderland in gevaar is !
Natuurlijk beroemt hij er zich niet weinig
op, dat hij het met Hartsen en Brommeijer
eens is, en geeft zich alzoo het nir van een
lijue kop te zijn, maar nu vraag ik tocli: was
het bij al die fijnheid geen idiotenwerk om
zulke lui als Kerdijk, Ilartogh enz. enz. naar
Den Haag te helpen sturen 'J. En daar heli
je nu het verschil tussclien de boekengeleerd
heid en de wetenschap, die je op de Beurs
opdoet. Zoo'n boekenman snapt de dingen
als je ze hom duidelijk maakt ten slottc ook
wel. maar altijd een jaar of wat te laat; hij
heeft niet geleerd op tijd zijn slag te slaan,
zooals wij.
Ik geloof' dat als je zoo iemand toeroept,
dat zijn onderhuis in brand staat, hij eerst
nog een bladzijde of wat zal doorlezen, tot hij
aan een geschikt punt gekomen is om zijn boek
dicht te doen; terwijl wij beurslui, elk oogenblik
klaar zijn om naar bevind van zaken te han
delen. Wij denken altijd vooruit, trachtende
toekomst te doorgronden, en laten ons niet ver
rassen maarzij kijken bij voorkeur achter
uit, tot de gebeurtenissen, die zij onmogelijk
willen maken, hen in den nek grijpen. en
dan is het te laat. Zoo kwam ik hem tegen
verleden Donderdagochtend, en hij'zag er uit
als een oorwurm, die uit een foliant was ge
kropen. ... «Mijnheer Brommeijer riep hij me
toe, wat zegt u er nu wel van I Hier er daar
een winslje, maar over het algemeen een ver
lies, dat we niet weer te boven zullen komen.
Als Plato dit nu eens had moeten beleven !"
Welke Plate bedoel je, vroeg ik, maar hij
antwoordde me niet, hij schudde het hoofd
want juist kwam Charles daar a i miren telen
en o]) hem wijzende vervolgde hij: die is nu
de personificatie van den afval, en met een
soort van afschuw maakte hij rechtsomkeert,
als of hij zeggen wilde: ik praat met dien
kerel niet meer. Zoo zag ik op eens
weer, dat ik met een prnfcxsor had te doen.
Wat een gebrek aan takt, zei ik bij mij
zelvcn. Als je nu nog iets 7.011 willen uit
werken, moest je juist met, Charles spreken
en met niemand anders. Dit is immers nog
de eenige man, waar je land mee bezeilen
kunt. Charles, ofschoon, voor koopman
in de wieg gelegd, is veel te vroeg uit
den handel gegaan en te laat in de boeken
gekomen, om nu tot liet een of het andere
gild te behooren. Voor den handel zou hij te
veel boekeman zijn en voor boekeman is hij
weer te veel koopman gebleven. Hij hoeft
zoo'n tweeslachtige!) aard. Maar toch zitten
er meer bearsfjualiteiten in hem dan in de
meeste zijner collega's, en naast Spruyt ge
plaatst gelijkt hij wel een Mercurius die in de
politiek gestudeerd heeft,terwijl Spruijt datmaar
als een gewoon meiisch heeft gedaan. Want het
is waar, Charles heelt ons leeliik in den steek
gelaten, toen hij zag, dat hij in de minder
heid zou komen ; hij draaide zich met zijn blad
om. hij gaf er de brui van met: zijn hoofd
tegen den muur te loopen voor ons pleizier,
maar daar zat dan toch koopmanschap in.
Als ik een bod op een partij gedaan heb,
en ik merk later, dat ik er een strop aan zou
hebben, houd ik me ook van den domme als
had ik geen woord gezegd. Dat kan ik ten
minste nog waardeeren, daar kan ik respect
voor hebben, daar neem ik desnoods mijn
hoed voor af'. Maar zoo iets doet geen pro
fessor hem na. Die begrijpt daar niets van.
Voor Spruyt hebben ideeën geen handels
waarde, en "ziet hij nu Charles, dan vindt hij
dien zoo diep gezonken, dat hij zich te hoog
acht om hem een vriendelijk woord toe te
spreken. Zoo is het met mij niet. In mijn oog
is (Jharles nog altijd wel een man. om zaken
mee te doen.
En ik wil wel bekennen, dat ik ze heel on
langs met hem gedaan heb ook. Toen hij mij
vertelde, dat zijn blad nu alleen voorstanders
van Tak zou ivanbevelen, heb ik hem in een
ommezientje er toe gekregen om toch niet
heelcmaal ons af te vallen; ik zei tegen hem:
weet wat je doet; Grondwet is nog zoo dood
niet als je denkt; waarom zou je al je oude
vrienden den bons geven, zoodat ze voor
goed je den rug toekeeren ; vergeet niet,
dat er na dezen weer een andere tijd komt...
houd de relaties aan, al is het met n naam,
zet althans n conservatief op 't lijstje. .. neem
b.v. Kielstra onder je negen op... Maar dat
kan ik niet. antwoordde Charles, die is immers
een /ryrwstander en ik heb beloofd dat ik
ondubbelzinnig, rond, alleen rowstanders zou
kiezen.... !Nu. toen hij dat bezwaar noemde
was 't eigenlijk al opgelost. Kom. zei ik, zoo
onnoozei ben jij nu ook niet. Je hebt wel
zoo iets geschreven, maar je weet dat is
nog geen wet. Margarine mag je niet voor
boter verkoopen, daar staat straf op. maar
een candidaat. . . je merkt hem eenvoudig als
'?'wslander en alles is in orde. Dit
herinnerde ik me. en zoo kwam de vraag bij
mij op, juist toen ik Spruyt zich zag omkceren.
zou er met Charles niet nog iets meer zijn te
doen? Zou hij bij de herstemming niet drio
conservatieven kunnen aanbevelen door hen
evenzoo onder de voorstanders in te schrijven V
Dat kiesvolk is toch te dom om het te be
merken. Het is met de candidaten die de groote
hoop slikt, als met de hazen die hij eet. Daar
zijn heihazen, woudhazen, zandhazen, dak
hazen enz. en niet n op de duizend weet,
aan welk soort hij smult. En dan behooren
de hazeneters in den regel nog tot het nctia
publiek!