De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1894 29 april pagina 1

29 april 1894 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

N°. 879 DE AMSTERDAMMER A°. 1894WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Dit nummer bevat een bijvoegsel. Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTUS VAN MAURIK Jr. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Verschijnt eiken Zaterdagavond. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORP, te Amsterdam, Singel bij de Vijzelstraat, 542. Zondag29 April Abonnement per 3 maanden ?1.50, fr. p. post ? 1.65 Voor Indiëper jaar . . . .- mail,, 9. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.12' Advertentiön van 1?5 regels f 1.10, elke regel meer . . . 0.20 Reclames per regel 0.40 IN H O 17 Dt r ' VAN VEERE EN VAN NABIJ. Een wederwoord aan Prof. Van der Vlugt, door Dr. D. C. Njjhoff. SOCIALE AANGELEGENHEDEN: De Meibeweging, door Socius. FEUILLE TON : In memoriam, door Bac. TOONEEL EN MUZIEK: Aanteekeningcn Tooneel, door C. F. v. d. Horst. Muziek in de hoofdstad, door Van Milligen. KUNST EN LETTEREN: Over Puvis de Chavannes, door V. BuitenlandscheBibliographie,, door R. A. H. en F C Jr. _ SCHAAKSPEL.?VOOilDAMES. door E-e. ALLERLEI. RECLAMES. UIT Dr. GANNEF'S STUDEERKAMER. PEN- EN POTLOODKRASSEN. ADVERTENTIËN. iiifiifiiiiMiiiMiiimiiuiiiiiiiiiiiiiiimfiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiitinti De oude bewering »van een bruiloft komt een bruiloft" is te Coburg bewaarheid ge worden, tijdens de feesten ter eere van het huwelijk van den groothertog van HessenDarmstadt met de dochter van den hertog van Saksen-Coburg-Gotha, prinses Victoria Melitta, is de verloving bekend gemaakt van den Russischen troonopvolger, den czarewitch ISTikolaas, met de Hessische prinses Alix. De groothertog van Hessen-Darmstadt en zijne zuster, prinses Alix, zijn van moeders zijde kleinkinderen van koningin Victoria van Engeland, wier zoon Alfred in het vorige jaar den troon van Saksen-Coburg-Gotha besteeg, als opvolger van den kinderloozen hertog Ernst II. Hertog Alfred is gehuwd met eene zuster van den czar, de groot vorstin Maria Alexandrowna. Deze laatste is dus de tante van den czarewitch en van diens verloofde, en moet bij het tot stand komen der verbintenis goede diensten heb ben bewezen. Doch het is niet aan te nemen, dat deze verloving eene verrassing is geweest, aller minst voor den czar, die in de keizerlijke familie geen anderen wil dan den zijnen erkent. De gedachte, dat de verloving van den czarewitch buiten voorkennis of zelfs tegen den zin van den czar zou hebben plaats gehad, moet dus onvoorwaardelijk wor den uitgesloten. Wel mag men aannemen, dat het eenige moeite heeft gekost, de toe stemming van den czar te verkrijgen voor deze verloving, waarover reeds sedert geruimen tijd is gesproken. Nog slechts een paar weken geleden verzekerden de officieuse Russische bladen, dat juist die praatjes de aanleiding waren, die den czarewitch belet ?miiiiiiiiiiimiiuiiniiHiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiimi IIIIIIIMIIIIIIIUMI """"" Minimin muil» iniiini u immuun IN MEMORIAM. Getemdisdeleeuw, die als schrik der woestijnen, Zoo vaak om zijn roof heeft gebruld. En al wie hem zag in de vlakte verschijnen, Met vreezc des doods heeft vervuld. Wij Amsterdammers hebben een voorliefde voor leeuwen. Onze autoriteiten hebben er veel voor over om een leeuw in 't knoopsgat te krijgen, 't zij een Nederlandsehe of een met de zon. Onze spoorweg maatschappijen bekronen er haar verzakkende via ducten mede; ons prachtig monument op den Dam telt vier leeuwenkoppen. Wij hebben een Leeuwen apotheek, een broodfabriek De Leeuw, ecu hotel De Leeuw, een caféDe Roode Leeuw, slijterijen De Oude Leeuw, De Nieuwe Leeuw, De Gouden Leeuw, Het Leeuwtje. Het aantal leeuwen in ons adres boek beslaat eenige pagina's en er zijn zelfs leeuwinnen bij, een heele menagerie. De leeuwen in den circus zijn te Amsterdam eerst recht be roemd geworden. Zelfs namen die eenigszins aan de woestijnbewoner doen denken, Levi b.v. trollen ons zoo dat, de deftige inwoners van Amsterdam ten minste, den drager waardig achten Tak's kies wet-ontwerpen met hun stem in de Kamer te steunen. Slechts nmaal hebben wij't gewaagd ecu leeuw niet dien eerbied toe te dragen, waarop hij aan spraak had: maar voor 't geen den Leeuw van Waterloo is aangedaan hebben wij bitter geboet toen Penning, vol Schadeufreudc na de taptoe kon vragen, hoe 't smaakte als de politie tegen over u, of liever uw rug tegenover de politie is. Doch overigens kunt gij het den leeuwen in Artis ten, de huwelijksplechtigheden te Coburg bij te wonen. Het schijnt dus, dat de bezwaren van den czar tegen het huwelijk van zijn zoon en vermoedelijken opvolger met eene Duitsche prinses geheel zijn weggenomen, en dit zou ongetwijfeld een feit van beteekenis zijn. Het zou eene dwaasheid zijn, de huwelijken tusschen leden van regeerende vorstenhuizen in het algemeen voor de internationale poli tiek van belang te achten. En in dit bijzon dere geval kan er op gewezen worden, dat Duitsch-Russische vorstelijke huwelijken in de eerste helft van deze eeuw eer regel dan uitzondering waren. De gemalin van czar Nikolaas was eene dochtervan den Pruisischen koning Friederich Wilhelm III; maar dit feit had voor Pruisen juist geen aangename gevolgen; immers, czar Nikolaas matigde zich een zekere voogdijschap aan over den naburigen Duitschen staat en liet dit zijn zwager, Friedrich Wilhelm IV, meer dan eens op tamelijk grievende wijze merken. Evenzoo meende czar Alexander II aan zijn huwelijk met eene Hessische prinses en aan het huwelijk van zijn zuster Olga met den koning van Wurtemberg het recht te mogen ontleenen, om zich voortdurend met Duitsche aangelegenheden te bemoeien. Kenmerkend is daarbij de omstandigheid, dat, terwijl Duitsche prinsessen, bij haar huwelijk met een lid der Russische czaren familie, den Grieksch-orthodoxen godsdienst moeten aanne men, Russische grootvorstinnen zich aan zulk een eisch niet onderwerpen ; zoo had koningin Olga te Stuttgart haar eigen kapel en haar eigen geestelijke evenals indertijd onze koningin Anna Paulowna in den Haag. In Duitschland strekte zich de Russische invloed door middel van de Russische prinses zelfs nog verder uit; vorst Gortschakoff was aan koningin Olga als «persoonlijk raadsman" toegevoegd, en men kon indertijd het Wurtembergsche hof beschouwen als een soort van Russischen voorpost. Ook is het van algemeene bekendheid, dat de nauwe familie betrekking tusschen keizer Wilhelm I en czar Alexander II den eersten dikwijls in Russisch vaarwater heeft gedreven. Doch sedert dien tijd is tusschen Duitsch land en Rusland eene gansch andere verhou ding ontstaan. De traditioneele welwillendheid, die niet geheel vrij was van onderdanigheid, paste niet meer aan de regeering van den machtig geworden grooten staat, en van Rus sische zijde deed men niets om de verkoeling tegen te gaan en veel om de vervreemding te vermeerderen. Sedert Gortschakoff den Franschen zijn »Soyez prfts!" had toegeroe pen, legden de familiebetrekkingen tusschen de hoven van St. Petersburg en van Berlijn, om van de andere Duitsche staten niet te spreken, weinig of geen gewicht meer in de llnllllllllllllllmillllllMMMmnillllllUMmimnilHlinHIIIinilllttlllMltHIIIW vragen, over eenige maanden is 't immers weder September en dan is die inrichting weder voor" 10 der Amsterdammers toegankelijk, of wij niet steeds te hunnen opzichte een eerbiedigen afstand weten te bewaren. Dour ons grocje, door onze ridderorde, door ons kadetje, kortom door bijna elke kleine dagelijksclie behoefte worden wc aan den lieren woestijnbewoner herinnerd. Maar geeu leeuw zoo brieschend haalde bij den leeuw, dewelke tot voor korten lijd gevonden werd op liet gevaarlijk puilt, waar de Warmoesstraat eindigt en het Zeedijk-slagveld begint. Dat was de ware leeuw, de echte, leo leonis ///> Leeuw" ! In ons veelbewogen leven hebben v> ij dezen kunst tempel slechts ns bezocht. Maar (lic; ne maal is ons genoeg, om nu we booreu dat hij van 't, aard rijk verdelgd is en van dit tweede Parthcnon zelfs de ruinen verdwenen zijn, hier een droeve traan te storten, een rouwlied den dierbaren doode (e zingen. Ja, de dramatische kunst kwijnt, wél te Amsterdam, dat, zelfs deze schouwburg het, niet kou houden. liet is waar, geen Veltinan stutto als een andere Atlas, met zijn brecde schouderen het wankelend gebouw; geen edele l'otharst werd hier zoo verongelijkt, dat alle gevoelvolle vrouwtjes snikten; zelfs onturak hier een Kilenber^er, die met van verontwaardiging trillende stemme, hut, luide den valscliaard afvroeg of hij zoo zijn duur gezworen eeden kon verbreken. Maar woog liertegen niet ruimschoots op, dut. men hier voor tien cent iu de ttalles zat; dat men voor /.even cent, een glas bier had met, suiker, welke suiker zoo uitnemend geschikt was om de twee zuigelingen lamzoet", te houden; dat, men mocht rook.m tot, de meei'Schuimcn pijp zwart werd als de/r drukletters; dat, de ingénue niet omringd wa> door een schaar schatrijke aanbidders, maar ook toeganke lijk voor hen, die nevens hun hart slee' t.s een glaasje kursau" hadden aan te bieden; dit me». schaal. Czar Alexander leende het oor aan mannen als Ignatieff, Katkoffen Pobjedonoszeff, en hun program luidde: doorvoering der panslavistische idee, terugkeer tot het oudRussisch stelsel, volstrekte heerschappij der orthodoxe kerk. De in het oogloopende toe nadering tot Frankrijk en de trage beant woording der voorkomendheid van den jongen Duitschen keizer, maakten de spanning steeds grooter. Bismarck liet het trotsche woord vallen: »wij loopen niemand achterna!" en de czar hoorde met ontblooten hoofde te Kroonstadt de Marseillaise aan. Wie had onder zulke omstandigheden aan een nieuw Duitsch-Russisch huwelijk kunnen denken? Zeker deed de czar het toen niet; hij verheer lijkte den rijk met dochteren gezegenden vorst van Montenegro als Rusland's eenigen vriend, en de Russen bereidden er zich op voor, in de jonge Montenegrijnsche hunne aanstaande czarina te huldigen. Bedenkt men, hoe kort dit alles geleden is, dan zal men tevens moeten erkennen, dat de verloving van den czarewitch, waardoor deze de zwager zal worden van keizer Wilhelm's eenigen broeder, prins Heinrich van Pruisen, wijst op eene merkbare ontspanning in de politiek. Het is zeker niet overdreven, wanneer men de zeer opmerkelijke verbetering in de be trekkingen tusschen Rusland en Duitschland in de eerste plaats toeschrijft aan de conse quent vredelievende houding van keizer Wilhelm en diens raadsleden. Het eerste op treden van den jongen souverein werd met een verklaarbaar wantrouwen begroet: men hield hem voor onrustig, eigenzinnig en eer zuchtig. De keizer bleek gelukkig veel beter te zijn dan de roep, die hem was voorafge gaan. Het ontslag van vorst Bismarck gaf aanleiding tot nieuwe bezorgdheid: wel had men. te St. Petersburg geen reden tot dank baarheid aan den Beerlijken makelaar," die Rusland op het congres te Berlijn had be roofd van de vruchten van een langen' en b'oedigen strijd, maar er was inderdaad reden om te vreezen voor eene avontuurlijke poli tiek, nu het ongeëvenaard prestige en het in de buitenlandsche staatkunde onbetwist gezag van den eersten rijkskanselier den jongen keizer niet meer ter zijde stonden en in bedwang hielden, maar ook deze vrees is ongegrond gebleken. Graaf Caprivi is met zijn zoogenoemden »nieuwen koers1' kalm en rustig zijns weegs gegaan; hij heeft zich noch aan de spijtige sarkasmen uit Friedrichsruh, noch aan de luidruchtige oppositie der te leurgestelde satellieten van Bismarck ge stoord. Het tot stand komen van het Russisch-Duitsch handelstraktaat was de grootste triomf van deze wijze en vredelievende staat kunde, en de thans afgekondigde eehtverbiutenis drukt daarop het zegel. «nttHiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiimiiïiiiniiiiiiniiiiiiitiiiiiiiiiuiiuiiiniiiliinimiiiiti en dat alles voor die simpele tien cent, betaald aan de juffrouw iu 't, kroegje voor, hier met fatsoen lijke meisjes kennis kon maken. Doch de reeks van genoegens is hiermede nog lang niet opgemaakt. Ten eerste nieuwe reeks was de drank die men vóór kocht, van supérieure kwaliteit; ten tweede maakte niemand onaangename opmerkingen wan neer men in entre-acte of pauze een bokkiukje, zout scharretje of gerookte bot oppeuzelde een bezigheid, men zal het erkennen, aangenamer dan liet aanliooren van slechte muziek; ten derde was men vrij in zijn kritiek, voorzoover die prijzend was, wat, niet, ieder tooneelcriticus kan zeggen. Ook was er gelegenheid studiën te maken in dia lect; want men hoorde hier nog het onverbasterde Iloog-llaarlcmmerdijksch van jull'roü'k kep skik iu u wees snotdolüie, so soet as-ie is", tot het Laag-dcrde uindwarsstraatsch, voor welks idioom nog let terteckens moeten worden gevonden. Want hoc anders dan phonografisch is een zin als deze : ske iiit, ILen met, me haar uit te trekke, of je kompt thuis met een stuif)", door een schoonc aan ha-ir last iaën minnaar ouder 't spel toegevoegd, weer te geven r Kil toch, al deze genoegens zinken in het nie tigste Airwanu bij 't genot van 't spe] zelf. Hetzij gij liobert en Bertram, lialt de Marskramer, De moord in 't gebergte of De noodlottige brief zaagt, altijd stond gij in tweestrijd, wat meer te bewon deren, het aantal bedrijven, dat tot twaalf opklom. en nooit lager dan tot zeven (bij de Twee weezen) daalde: het decoratief gelijk aan dat uit Shakespeare's tijd; de tooneelschikking of de grime. En meen niet, dat het spel onverdienstelijk was. .Meerge noemde ingénue, die in 't dagelijkscii leven echter hei l vaal moederrollen vervulde, 't, geen niet. altijd op de planken verborgen bleef, heeft menige ziel geschokt, menig hart, geroerd, en menig meisje uit 'r. volk aan 't nadenken gebracht. Xooit tcedcrder Met begrijpelijke ingenomenheid schreef dezer dagen het Berliner TageblaU : Het is voor een Duitsch hart bijzonder aangenaam te kunnen constateeren, hoe de radicalen en de conservatieven in Engeland hierin over eenstemmen, dat zij onzen keizer de grootste verdienste toeschrijven voor deze nieuwe Duitsch-Russische alliantie, en daarmede ook voor de steeds vastere verzekering van den vrede. Steeds meer beteekenis verkrijgt ook in de oogen der Engelschen de persoonlijk heid van keizer Wilhelm II, en zijn heldere, voor de buitenlandsche staatkunde voortdu rend scherper wordende blik wordt ook door hen zonder voorbehoud geprezen. Het is interessant te zien, hoe ook in Engeland de glans van vorst Bismarck meer en meer ver bleekt voor de opgaande zon en voor de over tuiging, dat de keizer zijn eigen kanselier wordt, en een goede ook. Dat het Berlijnsche blad hier in 't bijzon der op Engeland wijst, geschiedt natuurlijk in de eerste plaats met het oog op de fami liebetrekkingen, waarin de czarewitch en zijn verloofde tot de Engelsche dynastie staan, maar ook omdat alles wat getuigt voor eene vermindering van het wantrouwen, vroeger herhaaldelijk in Engeland ten opzichte van de bedoelingen der triple alliantie uitgespro ken, in Duitschland uiterst welkom moest zijn. Van een politieken kant bekeken, mag dus de verloving van den czarewitch eene heugelijke gebeurtenis worden genoemd. In dien nu, zooals beweert wordt, het hart van de jongelui bij die gebeurtenis ook een woordje heeft medegesproken (ze kennen elkander sedert langen tijd), dan kan men zeggen, dat in de gegeven omstandigheden alles naar wensch is geschikt. MMmniitHHfMitmiiiiniillllliliiiiiiiifintmiiitnitiMiniitimiiiuui Een wéderwoord aan prof. Van der Een kort antwoord op het schrijven van den heer van der Vlugt (.V. R. C. 23 April 11 B.) ben ik aan hem en aan mij zelven verschuldigd. Aan den schrijver van dat artikel, omdat ik hem mijne ver ontschuldiging moet aanbieden voor de onjuiste plaatsing van het aanhalingsteekeu voor het woord satanisch (Weekblad 15 April jl. Twee Leidsche professoren over Tak) ; hetgeen den indruk geeft, alsof de hoogleeraar dat adjectief bij de //geschen ken in de wieg der ongeboren democratie ' had gebezigd. Dit is het zij hier duidelijk gezegd liet geval met. De hoogleeraar sprak van de ge vaarlijkste" geschenken; doch de gcheele toon, waarop door hem in zijn tweesprong" de wijze werd beschreven, waarop de Tak- partij de demo cratie wilde d'ieu komen, was toch zoo vernietigend voor de zedelijke middelen, door haar aangewend, dat waarlijk de uitdrukking //sanatisch" niet te veel zegde. Vau een pijnlijke zorg, om de Takbeweging te onderscheiden van de oogmerken harcr beste leiders, heb ik niet veel spoor in den vtweesprong" ontdekt, of het moest zijn de lofwaardige MmuiMiiiiiMiiiiiiiiiiHiiiiillliiiiiiitillllluiniiimiiiitiiiiliiiiitiitininimH dan zij heeft ecu vrouw het: //raak dese snoer niet aan, se doet mijn hart verstèvc !" uitgeroepen. Wie heeft meer verpletterend dan zij, den ver krachter, den belager harer onskuldige" eer liet : ongelukkige, ik ben uwé's süster!'' toegcdonderd. En dan de verrader! Lasteraars, kunstbroeders vol jalousie de métier beweerden, dat hij Veltman imiteerde. Wij verklaren hier, dat hij oorspronkelijk was, tot iu de wijze waarop hij bij 't vallen van de gordijn, haastig het pruimpje uit zijn vcrradcrshoed naar binnen wipte. Merk ook op, het, stille spel, bijna niet stil meer door het levendig rollen der oogen, liet sissen met de keel. Op dit gebied zoekt hij nog zijn tegenvoeter! (leen durvc bewe ren, dat hij op het publiek speelde ; de lauwcrier wordt, het genie niet van de groote hoop ge schonken. Hij bleef koud voor de betuigingen van hulde, zoowel als voor 't geschrei der lamzoete zuigelingen. Hoogstens verwaardigde bij zich een neutje," hoffelijk' gcolfreerd te //veraccepteeren" en dan nog muider omdat het een hulde aan 't waar talent dan wel wijl 't zoo goed voor de oorpijn was, welke oorpiju zichtbaar was gemaakt door twee proppen watten. Lach niet om deze oorverspcrringen ; hoeveel tooneelspelers in Am sterdam doen 't hem na, aldus op te treden ? Verbeeld u, Louis Bouwmeester op de planken, ongenaakbaar voor den soufllcur ! De eerste komiek, tevens jonge minnaar, was een komiek, neen, een humorist, ; niet wat hij komiekerig deed was aardig ; dat, was afgezien. Doch zijn optreden na elk bedrijf, in de zaal, wat hij meer deed iu zijn qualiteit van eersten mi-inanr, zie, dat was V;<1 van dien waren humor, welke een lach en een traan beiden ons ontlokken. Als bij daar stond, die halve heer, hen Ie heer tegenover zijn publiek, bleef hij zichzelf gelijk. Met wat aangeboren zwier haalde hij ecu klontje suiker uit de iinkcrvestjeszak om het, bevallig sierlijk de

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl