Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 879
getuigenis aan Pierson, Hink en Kerdijk in 't
voorbijgaan gegeven. Dit neemt echter niet weg,
dat ik den schijn van onbillijkheid wil vermijden
en mijn spijt uitdruk, dat het aanhalingsteeken op
een verkeerde plaats stond.
Ten anderen, zij het mij vergund den. hoogleeraar
te doen opmerken, dat ik niet gezegd heb, dat de
historie ons in de eerste plaats" leert, dat «nooit
ter wereld eenige vooruitgang is tot stand geko
men door volmaakte mannen." Dat zou inderdaad
eene banaliteit geweest zijn; tegenover hem ech
ter, die zoo hoog opgaf in deze politieke crisis
van de zedelijke constellatie, en zijn geloof daarin,
achtte ik die doodeenvoudige les der historie, mis
schien wel wat af koelend, maar toch waar en nuttig.
Doch ik kom tot voornamer zaken. Wie zou het
in zijn hersens krijgen, om de Bataafsche Repu
bliek in haar geheel, of zelfs in hare eerste phase
als een volmaakte openbaring van de democratie
te beschouwen? Het lag in den aard derzaak.dat
ik met het oog op de overwinning der democratie,
de Bataafsche Republiek besprekende, haar groote
deugden, haar lichtzijde op den voorgrond plaatste.
Zij is inderdaad in haar eerste uiting onze kennis,
ja onzen eerbied ten volle waard.
Mijn artikel: De politieke crisis in het licht der
historie, had bepaaldelijk een politiek doel. Al
richtte het zich ook van ter zijde tegen eene
wetenschappelijke theorie die de mijne niet is 1),
het doel, dat ik er mee beoogde, was, met het oog
op de stembus, de democratisciie stemming te
verhoogen. Dwaas ware het geweest, op dat
oogenblik te veel de schaduwzijde der democratie in
het oog te vatten of bij de beschrijving der demo
cratische Bataafsche Republiek hare feilen te breed
uit te meten.
Wie zou het echter ontkennen, dat hare dwaas
heden en feilen groot zijn geweest? Onder die
dwaasheden wordt stellig ook door mij gerekend
dat exclusivisme dat in het kiesreglement voor
komt, ook al werd dit niet in mijn artikel met
ronde woorden gezegd. Doch dit exclusivisme was
geheel iets anders dan het zoo hoog door Van der
Vlugt veroordeelde ostracisme. Dit moest bij de
stembus door beide partijen worden toegepast;
ook al zullen de edelsten dier partijen zich van
harte verheugen, over de aanwezigheid in de Ka
mer van mannen, die noode daarin kunnen gemist
worden, doch die men zelf om de beginsel-quaestie
niet kiezen zou.
Ondertusschen heeft de stembus thans voor goed
gesproken en is de Tak partij in de minderheid
gebleven. Prof. van der Vlagt moge, Taine
citeerende, wel eens goed overwegen, aan welke zijde
het wapen der verdachtmaking" tot het behalen
der overwinning meer is gebruikt, onder de
voorof tegenstanders van Tak. Wat mij aangaat, ik
heb mij ten diepste geërgerd over de wijze waarop
in dezen strijd de conservatief-liberale pers dat
wapen heeft gebezigd. Waar zulke middelen door
zulk eene kracht, als dat blad, werden aangewend,
was het voor mij in de laatste dagen geene vraag
meer, aan welke zijde de overwinning zijn zou.
Met een citaat, ontleend aan een man, hooger
staande dan Gervinus en Taine beiden, eindig ik
dit schrijven, een citaat, dat zeker wel vooreerst
niet zal worden toegepast, maar dat in de
kiesrechtvraag het ideaal van het jonge Nederland,
van alle vooruitstrevenden, moet blijven. Ik be
doel het woord van Stuart Mill in ziju Extension
of the Suffrage 2): No arrangement of the suffrage
can be permaneiitly satisfactoiy, in which auy
person or any class is peremptorily exeluded ; in
which the electoral privilege is not open to all
persons of full age, who desire to obtain it."
DB. D. C. NIJHOFF.
1) Zie mijne rede op het Letterk. Congres te
Arnhem 1893 over: objectiviteit en subjectiviteit
in de historie.
2) Cli. VIII of the Considerations on
representative government.
imiiiiimiiiiiiuiimmiiniiiiiiiiiiiiiiiimiiiniiiiiiiiiiiiiiiiimiii
Sooian a
iiiHliiinnimiiiiiniiiiijiiiHiiuiiiiiiiniiiiiinitiiiiiniiinmii
De Meibeweging.
Wanneer dit nummer onder de oogen onzer
lezers komt, maken vele der georganiseerde
fiiiiiiitiiiiMiiiiiiimiiimiiiiiim
zuigeling zijner dame aan te bieden. Met welk een
nederige belangstelling, het kenmerk der ware
grooten dezer aarde, vroeg hij naar den toestand
van de stuipjes of het spruw.
Wij hebben gelezen van een lYansch
tooneelspeler, die zoo opging in de plaiikenwereld, dat hij,
in een bosch staande zich beklaagde over de slechte
schikking van 't decoratief en op 't tooneel dank
baar uitriep, dat de natuur zoo schoon was en
God alles zoo heerlijk liet groeien. Maar in welke
wereld van edele graven en elegante markiczinneu
leefde deze fantast, met zijn prachtige haarlokken,
zijn br. ede horlogeketting, ziju lichte broek, eii
zijn donkere oogen?
Dan als de tooneelbel klonk, met welk een bui
ging verdween hij. Liet was alsof hij signora
Claribella perzoonlijk"' liet hof maakte, alsof hij op
't zelfde oogenblik zijn : inderdaad, mejuffrouw,
waarlijk, gij zijt zeer bekoorlijk!" zou lispelen zoo
onwedcrstaanbaar, dat de signora niet hoorend naar
het vermaan van den oudeu livcreibcdiendc, zuchtte :
,/nooit sal ik gelooven, alsdat, bij deselve, ecu
adder onder den boezem sknilt !"
Hij hield van kinderen; zij bieren hem trouw
en waren erkentelijk ; van welk publiek kaïi dat
rneer gezegd worden ?
Op het tooneel was hij thuis als iu de zaal ;
wanneer hij voor ziju vader stond, met een rij
zweep in de hand; ver wij tingen moest hoorcn over
zijn lichtzinnig gedrag en grove verteringen, was
hij afschuwwekkend in de wufte driestheid, waar
mede hij, _naar de gebarsten zolderbalken kijkend,
een deuntje floot, had ieder diep medelijden met
den ouden vader van zulk een ontaarden zoon.
Kn wanneer ik uwéhet geld weiger r" vroeg
de oude wanhopend.
Welnu, dan zzal ik zzzeggen, alsdat mijn vader
mijn niet meer geen geld wil geven en de zzzoon
des graven zzziju zpeelschulden onbetaald laat !"
Tegen zoo'n bedreiging was de oude graaf niet
arbeiders hier en elders zich wederom gereed
voor hunne zoogenaamde Meibeweging, de
propaganda voor den achturigen arbeidsdag.
In haren tegenwoordigen vorm- van inter
nationale beweging in alle landen zooveel
mogelijk op denzelfden dag- is die propa
ganda betrekkelijk nieuw. Zij dateert van 1889
toen op de beide Internationale Arbeiders
congressen, van 15 tot 20 Juli te Parijs ge
houden, motie's werden aangenomen waarbij
de wenschelijkheid werd uitgesproken van een
internationale wet, bepalende den arbeidsdag
op hoogstens acht uur, en toen tevens de
Ie Mei 1890 werd aangewezen voor een
gelijktijdige internationale demonstratie ten
gunste van het hier uitgesproken verlangen
Op zichzelf' echter is het streven naar ver
korting van den arbeidstijd als punt op het
program der arbeidersverenigingen geenszins
nieuw; het bekende rijmpje, waarin deze
wensen wordt uitgesproken :
Eight hours to work, eight hours to play,
Eight hours to sleep, eight bob a day,
is zelfs reeds zóó oud, dat men er den oor
sprong niet meer van weet aan te wijzen.
Waarschijnlijk is het overgewaaid uit Aus
traliëwaar het kan zijn ontstaan in den
gulden tijd toen de arbeiders er haast konden
vragen wat zij wilden en acht »bob" of shil
ling per dag dus niet tot de vooreerst onbe
reikbare idealen behoefde gerekend te worden.
In Australië, namelijk te Melbourne, viert men
ook reeds lang den Eight Hours Dan en wel
op den 22en April, die tot een openbare
vacantiedag werd verheven ter herinnering aan
het feit dat de vereenigde arbeiders van Mel
bourne reeds in 1850 den achturigen werkdag
hebben weten te veroveren. De beweging heeft
daar ook overigens geen gering succes gehad :
de wettelijke achturendag bestaat er voor de
mijnwerkers, is aangenomen in verschillende
tramconcessies, voor de werklieden bij open
bare werken en ook voor die in dienst van
de overheid. Voorts werd in 1885 een wet
vastgesteld die den arbeidsdag voor vrouwen
en kinderen bepaalt op 8 uur en beveelt dat
alle winkels des avonds om 7 uur moeten
worden gesloten.
Het traditioneele land ook voor de
Achturenbeweging is echter Engeland, waar de
»drie achten" reeds minstens 50 jaar lang tot
de aspiraties der werklieden behooren. Het
waren de Trades-Unions die door krachtige
organisatie en werkstaking dit doel telkens
meer trachtten te naderen, door eerst voor
den tien- en daarna voor den negen-urigen
werkdag te strijden. Blijkens een onderzoek
der Soeial Science Assoeiation in 1800
bedroegechter toen de werkdag voor het meerendeel
der arbeiders nog CO uur per weck. Spoedig
daarop volgde dan ook een krachtige bewe
ging voor acht uur per dag. Het
TradesUnions-congres van 1871 nam met algemeene
stemmen een motie aan verklarende ->dat de pro
ductieve krachten en de bedrevenheid der
werklieden zulk een. trap van volmaking
»hebben bereikt dat acht uren arbeid per
»dag kan voorzien in al de commerc-ieele,
«nationale en huiselijke behoeften <l<h; be
volking en dat bovendien zulk oen reductie
noodzakelijk is op gronden van sanitairen
en moreelen aard". Ken motie van ongeveer
dezelfde strekking was ook reeds aangeno
men op het congres van 1809 en werd gevolgd
door een bizonder hevige agitatie, van wier
omvang men zich eenig; begrip _kan maken
als men \yeet dat van 1870 tot 1879 het aan tal
werkstakingen niet minder bedroeg dan '2'->~>~2.
Het zal wel overbodig zijn te zeggen, dat
de beweging nog in kracht ging winnen toen
1881 de sociaal-democraten onder Hymlman
optraden als georganiseerde partij en zij met
de overige ideeën vaii Marx ook den acht
urendag op den voorgrond stelden. Tegelijker
tijd werd echter door hen een nieuw element
in de beweging gebracht, namelijk liet verlan
gen dat het doei waarnaar gestreefd werd zou
worden bereikt met behulp van de Staats
macht, d. w. z. door <h wet. Over dit punt
ontbrandde van nu af aan een heftige strijd
tusschen de socialisten en de_ Trades-Unions,
waarvan vooral de oudere leiders van
StaatsasiiitltlimilitiiiiiuimuiiiiiMiiitmmuimiiimtmiiiiiiiiiiHiitiiitiitmimiti
opgewassen. En weder gaf hij den roiié, tienduizend
l'i/cie tlor. Andere geldstukken dan deze en kleinen'
bedragen werden terecht beneden de waardigheid
van dit tooneel geacht.
Meent men dat hier alleen Thalia gediend werd ?
Welk een vergissing ' Nauw was het laatste bedrijf
afgespeeld, het, scherm voor de bedstede die tnoneel
genoemd werd, gezakt, of de banken \verdru aan
kant gezet, door do sujetten in hoogsteiyen per
soon. I Iet publiek ouder den leeftijd of dat niet
/gekleed" was. werd verwijderd. //Gekleed zijn"
betoekcnde geen pet en geen lichte pantalon te
zijnen laste te hebben. Tot in den nacht zweefden
de vlugge voelen langs den gladden dansvloer. !vi
goed gedanst werd er ook: want een orkest van
twee violen, een heele door een vader, een k wan,
door diens oudste spruit bespeeld, mitsgadcis ecu
bas en Zondagavond schele ilein met zijn harmo
nica hielden er de pas in.
Ook de glorie van De f.eeuw is verdaan ?. ver
dwenen de avonden vol kunstgenot.'' liet. Lcu'cr
des lleils heeft de praetisclie maar kunstsclicnncud.'
hand op het <rebouw gelegd, richt er :",/ tempel
in, geeft er ;?/./',/ \vrt.oouiugcn. Heeils zijnde sehooue
schilderijen aan den wand verdwenen. Daarop /:>g
men acte f scène 11. uit De twee wce/.en'', ? i
lenriëtte van haar zuster gescheiden!'" Daar zag m- n
de aandoenlijke geschiedenis van (icnoveva en amleiv
tafercelen, allen hartvcri-cheun'.ml. allen hard ge
kleurd, maar allen beminnelijk naïef. !)c witkwast
zal den gezelligen, warmen, bruinen loon van 't
zaaltje verdrijven en straks zal men op een
le-!rood fond, hH-\vil sclioonc spreuken lezen. Kan er
n geschikter zijn dan deze: Daar is'.reen
u'eihiehtenis van de voorgaande dingen en van de irivol.
gendc dingen die ziju zullen, zal ook geen
gcdaciitenisse zijn bij degene die namaals wezen zullen.
iTred. l : 11).
BAC.
tusschenkomst ten deze niets wilden weten en
bleven volharden in het geloof dat alles moest
komen door de eigen actie der vereenigde
arbeidende klasse. De ruimte ontbreekt ons
om dezen strijd hier uitvoerig te schetsen.
Genoeg zij het daarom te constateeren dat
de socialisten reeds in 1890 hun pleit als ge
wonnen mochten beschouwen toen op het
Trades-Unions-congres te Liverpool een motie
werd aangenomen, verklarende »dat de spoe
digste en beste wijze om te geraken tot verkor
ting van den arbeidsdag voorde werklieden in
het algemeen is langs den weg der wetgeving."
Ter bereiking van dit voor de socialisten
zoo gunstige resultaat hadden verschillende
omstandigheden medegewerkt. In de eerste
plaats zeker wel de machtige invloed van
mannen als Burns en Man n, die tal van nieuwe
vereenigingen stichten en een rustelooze
propasande maakten voor hunne denkbeelden.
Niet minder groot was zeker de invloed,
waaraan de Engelsche Trades - Unionisten
bloot stonden van de zijde van de
buitenlandsche socialisten. Op het internationaale
Trades-Union congres, inNov. 18S8 te Londen
zeer tegen den zin der Unionleiders gehouden,
was de strooming sterk voorde tusschenkomst
der wet en werd dan ook een motie in dien
geest aangenomen met t tegen 2 nationa
listen '). Op de heide Internationale Con
gressen van Parijs in 1889 werd de kwestie
mede behandeld en stemden ook de
Engelsche afgevaardigden vóór den achturendag
gewaarborgd door internationale wetgeving.
Het is geen wonder dat door dit alles ook
de opinie onder de Engelsche arbeiders
meer en meer begon te kenteren. Burns werd
reeds in 1889 in den Londenschen County
Council gekozen op een program dat den
achturendag inhoudt voor alle werklieden in
dienst der gemeente, een voorrecht dat weldra
ook in de werkelijkheid door hen werd ver
kregen. Ook in andere kringen drongen de
zelfde denkbeelden door. Zoo werd in Nov.
1880 door den Council of U ie Loiule)i Liberal
and Radieal Union een resolutie aangenomen
ten gunste van den achturigen werkdag der
regeerings- en gemeente-bedienden en kwam
in hetzelfde jaar niemand minder dan lord
Ilandolph Churchill den stroom in deze rich
ting versterken door zich te verklaren voor
een Aclit-urenwct op den grondslag van Trade
Option -)
Inmiddels was weldra de dag aangebroken
waarop overeenkomstig het Parijsche besluit
voor het eerst de algemeene Mei-demonstratie
zou worden gehouden. Met spanningen angst
werd die dag overal tegemoet gezien, maar
de vrees voor wanordelijkheden werd nergens
bewaarheid en vooral in Londen was de
demonstratie een schitterende getuigenis dat
de volksgeest met het denkbeeld
sympatiseerde: niet, minder dan een l:\cnrt millioen
mensehen toch namen dien dag in llyde Park
aan de betooging deel! De indruk hiervan
j op de publieke opinie was buitengewoon groot:
de opneming van de Acht-ureu-wet in het pro
gram van de Londensche Radicale clubs en
de aanneming van de reeds vroeger medege
deelde motie op het Trades-Union congres te
Liverpool mogen o. a. als resultaten daarvan
worden aangemerkt. Sedert volgden nog ver
schillende blijken van adhaesie van de zijde der
Trades (Jouncils iu de groote steden en van on
derscheidene andere corporaties, zoodat men op
't oogeublik mag zeggen dat de openbare
meening in Engeland voorde zaak gewonnen
is. De praktische vervulling is nog slechts
een kwestie van tijd. De onlangs door ons
uitvoerig besproken invoering van den
achtj urigen werkdag op alle inrichtingen
ressortcerende onder het departement van Oorlog
bewijst dat de llegeering krachtig wil mede
werken. Dat ook het Parlement, althans
het Lagerhuis, daartoe bereid is. mag worden
afgeleid o. a. uil de aanneming van de Acid
uren irrf voor de mij n werkers, die gisteren
plaats had en die niet, weinig zal bijdragen
j om bij de aanstaande Meibeweging het
ge; moed der Engtkdie arbeiders tot zachtheid
en vertrouwen te stemmen.
j Wij zullen later wellicht gelegenheid vin
den eens na te gajiu wat er elders in Europa
i en Amerika in deze richting is geschied. Voor
, het oogenblik kunnen wij voor ons doel met
l hot Engeltche voorbeeld volstaan. Daaruit
j blijkt toch dal, verkorting van den arbeidsdag
j bij de voortschrijdende industrieele ontwikke
ling behoort tot die eisehen van de arbeidende
i klasse welke op den duur onafwijsbaar zijn
; en dat, blijkens de medewerking van de l
egeering, van verschillende vereonigingen en van
particuliere werkgevers, daarvan geen gevaren
| zijnde duchten voor het algemeen belang.
i \Yij meonen daarom dat ook bij ons te
lande de Mcibuweging aanspraak mag maken
j op de sympathie van nllen die hel wél
meenen met de arbeidende klasse. Wat wij in
liet i m m nu-r van l Febr. In dit weekblad'aan
de hand der urbeidMnspecteur.s mededeelden
, aangaande den arbcid.-lijd iu ons vaderland
bewijst dat, hier iu ait, opzicht nog zeer vee!
to doen valt en dat /.''lis de /.DO welgemeende
pogingen van de da;ii'genoemde industrieelen
en van den Amsierdamsdien gemeenteraad
nog verre ten aehlei'slnan bij he(.treet) m
En. verdient de propaganda voor de vorkottiiij,
van den arbeidsdag in Nederland des Ie
meer aanmoediging en steun. Wij weten
wel d a * hel revolutionair element zich ook
i reeds van deze beweging heeft meester
ge: maakt om geheel aii'lrrc, doeleinden na
| te jagen, maar naar onze meening moet dit
juist een spoorslag' te meer zijn om hel
goede in de zaak met dubbele kracht te
be| _ ') Knjioland e:i [lalie. het laatste omdiit
'net ui' anarchistische overwegingen tegen
staatsins.M'hc-nkon;;-! was.
' ~) Met rrmlr 'i^ihtni wordt, bedoeld aan de
| vakveroenieiiigcn vrijheid te laten den
wet1 (dijken achturendag voor zich met
aautencnieu.
vorderen opdat alle reden van rechtmatige
ontevredenheid worden weggenomen. Dat de
arbeiders aan hunne achturen-propaganda het
verlangen vastknoopen om den In Mei tot een
vacantie- of feestdag te maken, behoeft ons
ook volstrekt niet afteschrikken. Waarom zou
ook de Arbeid zijn eigen feestdag niet mogen
hebben ? En wat bezwaar kan er bestaan
om het aantal Zon- en feestdagen per jaar
met n enkelen te vermeerderen ? Voor ons
heeft dit denkbeeld zelfs iets zeer sympathieks.
Wanneer in de heerlijke Meimaand heel de
natuur ontwaakt tot nieuw en lieflijk leven,
begrijpen wij volkomen dat de arbeider die het
geheele jaar lang heeft gezwoegd, ook wel
eens wil opleven en genieten van al hetschoons
dat de lente voor ons heeft tentoongespreid
en dat hij juist dan behoefte gevoelt om met
al zijn lotgenooten op dnnzelfdcn dag het hart
eens uit te storten en eens tot heel de wereld
uit te spreken hoeveel er aan xijn geluk nog
ontbreekt. Dit kan ook zijn nut hebben voor
de andere klassen der maatschappij, want wer
kelijk, een krachtige herinnering aan de vele
tekortkomingen onzer samenleving kan voor
velen die door eigen lotsbedeeling daarvan
niets bespeuren, niet dikwijls en krachtig
genoeg worden herhaald.
Socius.
iMMiiiiiiimmimitiiiiinimiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiuiiiMiiiiuiuii
Aanteekeningen Tooneel.
Honderd jaar is het geleden dat Burke zijn
beroemden lijkzang aanhief van de riddertijden
die voor goed ten einde waren en nog heden ten
dage leeft in de harten van duizenden mannen
en vrouwen het eigen ridderlijk gevoel dat dood
scheen maar niet' gestorven was. Het leeft en
herleeft, zoo dikwijls gezwegen wordt waar spreken
geoorloofd schijnt, zoo dikwijls de edelmoedigheid
het antwoord op de b losheid is, zoo dikwijls de
hand niet wordt uiti estrekt naar de wraak die
liet leven onder haar bereik komt brengen.
liet is een volle toon van dit gevoel, die door
Augicr's Fourchambault heenklinkt en op meer
dan n aangezicht zien wij de stralende glan
zen vallen van de lichtzijden van het leven. Er
ligt over deze heele schepping oen zekere
grootsche eenvoud ; men wordt zoo aangenaam aange
daan door de volkomen afwezigheid van al wat
naar valsche geestdrift zweemt. \Vat is soberder
dan de ontknooping van dit drama! Dichters van
minder allooi herkent men hieraan, dat zij met
een apotheose plegen afscheid to nemen van de
schepselen hunner fantasie. Dit nu is een
verteedering die alleen de sentimentaliteit behagen
kan en welbezien den spot drijft met de waarheid
en den ernst van het geval. Het huwelijk van
Kourchambault en zijn vrouw is een geweldige
vergissing en zal dit blijven tot de dood hen
scheidt. Hot leven van moeder Uernard is an
ders geworden dan zij in haar jonge jaren ge
droomd heeft en als alle gedane zaken, neemt
nok dit geen keer. 7\"een, niet met een alge
meene omhelzing, maar mot een verzoening van
beter gehalte eindigt dit drama en juist de on
uitgesproken noblesse van het slot is een van
zijn beste elementen.
Laat niemand iutusschen meenen, dat hij
Augier's drama dezer dagen in de Arnstelstraat
gezien on gehoord lieeft-, daar hooft niemand
minder dan de vertaler voor gezorgd. Het is mij
niet bekend aan welke onzer universiteiten Dr.
de .long zijn doktorstitel gehaald heeft, maar wel
komt het mij voor dat hij bij meer dan n ge
legenheid de leveranciers van zijn geestelijk uit
zet lichtelijk heeft gecompromitteerd.
Het geval is inderdaad niet onbelangrijk. Hier
hebben wij iemand, die op n na de hoogste
literaire onderscheiding heeft verkregen die het
ofticieclo Nederland in onze dagen beschikbaar
stelt, tot wien ernstige, aangeziene mannen inet
onvertrokken aangezicht, ja plechtig gesproken
hebben: (ia heen en onderwijs alle creaturen...
Helaas, hoe bitter is onze teleurstelling, hoe werdt
ons goed vertrouwen in doorluchtige titels geschokt,
als wij bespeuren dat deze hooggeleerde weinig
Franscli. nog minder llollandsch en allerminst
zichzelven kont.
Dat bet hem tot dusver verborgen bleef, dat >Z/t
haute /innncv" iets anders beteekent dan .groote
//iMiiciern" en ->UH homilie ilc cue i ir" niet hetzelfde
is als -een mnn rttn eer'', om enkele voorbeelden
uit velen te noemen, dat zou misschien nog niet
onvergefelijk wezen. Wel echter dat do heldere
stroom van dit proza onrein en troebel is ge
maakt en bet aroma van bet geheel onder zijn
bewerking duf en muf geworden is.
Ontelbare malen beeft hij in ziju onvermogen
de band gelicht met den tekst en met brutale
voeten zoovele geurige bloemen vertreden, die,
v n'i r alles vroegen met zorg en teeuerheid to
worden aangeraakt. I0n waar hij zich f.an deze
euveidaad niet schuldig maakt, vertaalt bij met
een bekrompen angstvalligboid zeker bewijs
van hetzelfde onvermogen _ die bet ons zonder
veel inspanning mogelijk maakt in onze gedach
ten het origineel letterlijk en op den voet te
volgen.
Hinderlijk is dit in hooge mate bij al die zoo vaak
terugkeerendo conversatie-vormen. Als iemand
opstaat en hem gevraagd wordt? Vnna vtnt!".i
W/HK cjuitter'i"1 dan dunkt het mij onbehagelijk
llollandsch daarvoor in de plaats te stellen :
-Wil u mis rerl'itRti':'' Kn wordt van iemand die
een stormachtige jeugd achter den rug beeft, ver
goelijkend gezegd: H u liien i/itelyues folies a
fmre uiilil/cr,'' dan zou men hetzelfde willen zeg
gen van den man die daarvoor vertaalt: . Hij kw/t
eeiiitje (lir'Hinhc.dr.n Ie doen rerf/eteit''. Kon man
van'de wereld die heengaande tot do vrouw des
huizes zegt: -Ie me ruin ulilii/i- ile miirrock^r a.
ce c!i(trm<int cntretien". kan er nog mee door, maar
wordt een verdwaalde en verdwaasde schoolvos
wanneer hij afscheid neemt met: Ik sis me
ge