De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1894 6 mei pagina 7

6 mei 1894 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 880 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Tak's Solo's. Mgr. BOTTEMANNE (tot de Heeren van Houten m de Savornin Lohman): »Ik geloof heusch, dat hij nog te veel matadors in zijn spel heeft." 1IIMI IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII III IIIIIIMII II III nu l Fokken en Knnst. FRAGMENT UIT EEN TEEUKIB BLIJSPEL IN VER SCHILLENDE TAI'EREELEN. PERSONEN: Spullebazen, tentebasen, muziekanten, wafelbakkers, tooneelspelers, carousselhouders, orgel draaiers en andere artisten, een dokter, een bode. Set tooneel verbeeldt de wachtkamer van Tiet zittingslokaal voor de vaccinatie te Gro ningen, verschillende menleken zitten of staan te wachten. Links een orgeldraaier, met hoogen pofpet op, geschoren nek, groote tabakspruim in den mond, in zijden vest en hemdsmouwen; naast hem een lid der Kon. Ver. Het Ned. 'looneel. Mtchtseen carousselhouder; slappe flambard op, los jacquet aan en witten broek; min of meer gebruind gelaat, een qroote bos haar, zoogenaamde sik, onder aan kin en heel. Bij spreekt fluisterend tegen een tooneelspeler van de Koninklijke Vereeniging. Een groepje acteurs en actrices aan andere ge zelschappen staat midden op het tooneel vertrou welijk te praten met den ondernemer van ten vlooientheater en een poppenkast-man. Op den achtergrond rechts een deur, waarvoor reeds eenige artisten pêle-méle queue maken; men ziet er o.a. een actrice (grande-coquette) van een voornaam theater, den baas pan een levend, f pre kend menschenhoofd, den patroon van fat Theater mécanique, de juffrouw, die met cacatoes en kanaries werkt, de kanonnenkoningin, het levend geraamte, enz. enz. enz. Links, op een bank tegen den muur, zitten naast een beroemd marguévan een voornaam gezelschap, een virtuoos op de hand-hermomonica en de juffrouw, die vuur eet en den buik.dans uitvoert. Veel stemmen spreken dooreen. De orgeldraaier (joviaal tot het lid der Kon. Ver.) Uwes is dus ook arties 'l Heel ver standig van B. en W. om alle artiesten nou reis in de gelegenheid te stellen om met mekandere kennis te make, je komp er anders zoo niet toe, hè? pruim je ook? Wil j'n blaadje beste B.Z.K. van Dobbelman. Niet? Kom sjeneer je niet. O ! heb je nog nooit gepruimd nou dan niet, mijn 'n zorg! maar je hoeft zoo'n groosig y'ies gezicht niet te zetten, ik affronteer je toch aiet, we binnen hier voor de vaksjenaasie toch allemaal gelijk. Zeg je niks? ook goed, maar dat hindert niet, dat je strakkies je poot toch bloot fflot make voor de meester, net asse wij .... De carousselhouder (lezend: tot een ander artiett.) Daar staat het in 't Vaderland, had je 't niet gelezen? Of kan je soms niet lezen? Wacht ik zal 't even "voorlezen. (Rij leent}: De Kou. Vereeniging zul <le leer mis te fironii/yeii meemaken. Na hebben 11. en W. dezer xtail vas/r/exteli/, dat yeeti sptdlebuas n f tentebaas i//, ile. slutl toet/datenwordt, dan na behoorlijk te Groningen r/eciieeineert/ te zijn. B. en W. k' bben deze vaderlijke courzorg ook uitgestrekt tot de artixteu </<;;?'Kou. Verceuigiug. Of de inenting vroeger ui plaats had, duet er iiiats toe. Oroniiiijsche knepokstnf en flroniiujm-he koek zijn onovertrefbaar. Ergo zullen alle leden van het gezel schap eerstdaags de kimstbewerkiny opnieuw ondergaan. Met drie prikjes zijn B. en W. teae/leii. Men ziet, dat de goede stad Kampen niet alleen staat. (?Alle aanwezigen luisteren met aandacht.) De M ar que (op de bank). Ja, met recht 'n Kamper stukje. De juffrouw van den buik-dans: Nou, da' kan 'k nou niet soo segge ik vin da' we nou'res lekkertjes allemaal as mense van n kaliber behandeld worre, ikke seg maar, ge lijke munnike gelijke kappe we binnen toch allemaal artiestevollek onder mekandere; (tot het levend geraamte) wat seit uwee nou ? 't Levend geraamte: Jawohl! mlllllllllllMMIIIIIIMIIII De Bode, (aan de deur rechts, roepend): Nummer U4! Een tooneelspeler, uit (en der hoeken naar voren tredend. Dat ben ik ? D e^ Bode: Uw naam ? De' Tooneelspeler: van Brullen, Ie rol aan.... De Bode: invallend, Ja, uw kwaliteit doet er niet toe ga maar binnen. "2e T A FE n K K r,. Speelt in de inentkamer. Personen: Dr. M a t e r i u s. Verschillende pa tiënten. Do Tooneelspeler, (binnenkomend, met pathos sprekend) : Dokter, vóór dat u de ope ratie begint, een paar woorden alsjeblieft ? Dr. Materius: Wees kort, wat ik u bidden mag, ik moet al uw collega's hij wijst naar de wachtkamer nog helpen. De Tooneelspeler: 't Is bijna niet te gelooven, dat men mij dwingt tot een revaccinatie, ik ben pas drie maanden geleden ingeënt. Dr. Materius: Ja, dat kan onze B. en W. niet schelen, maak uw arm maar bloot. De Tooneelspeler, (langzaam zijn jas uittrekkend): U neemt toch hoop ik geen stof uit de pokjes van uw Patres conscripti? Hun protoplasma zit vol van anti-kunst-bacillen ; ik zou hun droogstoppeligheid kunnen overervcn. Dat nooit! Ik ben artist, dokter ik (hoog dravend, met de gebruikelijke hamlbetoeginqen in de bekende pose; hoofd achterover in den nek, linkerbeen flauw gebogen vooruit, rechterhand op de borst:) Ik-kèvoel mijn superioriteitè- .... ik-k sta-è, boven dat koek-etend molboonendom(met pathos). Al klonk- de stem des magistraten gelijk-ède bazuine des jongsten grrichtès, dsn nog zou ik met Aballino antwoorden: N-necn-è! X-nooit-è! Aballino vreest u niet Abal lino is een mensch-èeven vrij-è, als gij-èhij heeft-èeen wil een wil verstaat-ègij 'i Abal lino, zegt n-neen-è! Kort en goed, dokter, ik doe het niet ik ben nmaal gevaccineerd en dat is welletjes. Dr. Materius: Enfin, zooals u wilt, maar dan mag u hier niet optreden. ... Ik zal uw besluit mededeelen. De tooneelspeler (terzijde,) : Niet optre den, en we spelen en partage; ergo ook geen salaris, altijd als er wat overschiet, hum ! hum! 'k moet toch eten, (zicli tot den dokter wendend nut langzame, gra/stcin:) Waar d'overmacht-i' gebiedt, baat moednoch roekloos streven. ]k buig me, maar-èik zweer-è: Aan mij komt-èeens do wraak! Heul! neem me, doe l*w plicht-è.... (gewoon s/irckend:) In godsnaam, ga je gang, Dokter, maar noem alsjeblieft stof, ilirekt van een jong kalf. De dokter vaccineert hzm. Stem run den bode buiten: Die volgt, No. (!">! Ken actrice, nn-t liet emplooi van grande coi/xi-tte, (komt naar rorcit:) O. mon Dieu! dat ben ik. (Zij w-ordt door den bode bij den dokter gelaten ) De grande coquetto, (met een diepe. buiging, zeer snel sprekend met korte, behaagzieke gebaartjes:) Bonjour, doktertje, bonjour ! u kent me wel, niet waar V Och, lieve, beste dokter Materius, 't is een crime, een horreur, dat wo ons weer moeten laten inenten ; ik ben verbazend boos op B. en W., mais qu'y faire, met de overheid valt niet te railleeren, hémot groote heeren is slecht kersen eten. Vijanden maken Pourquoi ca ? Je moet je in 's hemelsnaam maar laten revaccineeren ; ik ga morgen bij een van de Wet houders déjeuneeren, daar ben ik vaste invitéo, zoodra ik hier in stad kom; verleden jaar heb ik 'n magnifieke boucjuet van hém gehad en van z'n zoon 'n corbeille. Ik kan zulke beleefdheden toch niet met een bepaalde weigering van de vaccinatie reciproceeren (zij maakt haar arm bloot,) doe het snel, doktertje, en heel heel eventjes, zoo'n beetje voor de leus maar, begrijpt u ? Ik heb erg irritabel bloed, verschrikkelijk irritabol, gauw last van inrtamrnatie en zulke boutons pokken vind ik zoo'n vieze, ordinaire naam staan zoo affreus (den dokter sclia'ki toelachend -.) U is zoo'n lieve, goeie, ouwe dokter, u zal me wel 'n beetje genadig behandelen, niet waar?.... (De dokter houdt haar arm ra,'/:) Ondeugende man, je moet me niet zoo in mijn arm knijpen ik ben veel te vleezig om dat niet vreeselijk pijn lijk te vinden, O, foei, je ehatouilleert me pas op, hoor ! (zij geeft hem met de andere band een tikje) ik zal aan je vrouwtje ver tellen, dat je mijn arm zoo caresseerde, guit ! Ai ! ai ! ai! Neen ! dat's perfide, je hebt me heusch echt gevaccineerd foei ! dat had ik niet van je verwacht, ga weg. stoutert! (haastig af.) Dr. Materius (grtnnekand): Adieu, Me vrouw, (luid :) Bode! 't volgend nummer. Bode (roepend:) Nummer 00 ! (Enn oud-ac/itig heertje, met een goedig rond (/??laat, <iaat naar de deur en zegt:) Wil je mij aandienen ? ik ben acteur bij de gecombineerde tooneelisten. Ik speel père-noble. Bode: Niet noodig, ga maar binnen. We maken hier geen complimenten. (De père-noble O'Xit binnen met een diepe buiging.) Do p r e-n o b l e (zijn arm ontblootend) : Ik ben gereed dokter; geef me de drie officiëele prikjes, die door I', en W. zijn voorgeschre ven IK mor niet tegen mijn overheid. IK schetter niet over dwaze Kamperstreken. IK plooi en voeg me zooals een eerzaam en braaf burger betaamt. Gedurende mijn langdurige loop baan aan liet tooneel Ik hel) achttien jaar lang den père-noblo gespeeld heb ik nooit anders gedaan dan ten slotte toegeven; in 't laatste bedrijf heb ik altijd de gelieven vercenigd, vrede gesticht of een verzoening gearrangeerd daarom voel ik ook nu niet meer de kracht in mij om me tegen de lymphe van de Beschreven. Vaderen te verzetten; ik ben niet radikaal, dokter, ik ben niet progressief, niet liberaal zelfs; ik ben ook niet conservatief, ik ben niemendal, dok ter ik ben een père-noble, een ding, ein Etwas, une chosc, waai1 iedereen ten slotte goede vrienden méis. Daarom Dokter (hij steekt hem den arm toe,) ent me in en (met be wogen stem) wcest samen gelukkig, kindoren! O! pardon, dat was door de gewoonte, ik be doelde: volvoer uw werk! ./>'? i,in-i<<,Uc re,-/,- ./?/ ,-;/ Xo. 07, 'Ie !,ii/ iiH,rnii 'l :i'lj',/,' geïelselitij, l;n,nl. ann/if/ ilribln:l''i"l. liii/iieii r,i ',,1,-f //'?';/.? /?ix;i's iii'i i' i/e/i ijnkler. De i n g n u e, (op kinderlijk nu/ere munier, met een snoeptrig mooi gilletje:) O! dokter 't is Mï'rons, u doet me toch niet zeer? zou 't niet onder chloroform kunnen gebeuren? Ik ben zoo verliezend sensitief. Mèmèheeft el tijd verteld, dèt ik. toon ik als kleine Baby werd ingeënt. stijf vrn mezelf ben gevHlen. D r. M a t er i u s : Dat zal nu niet meer zoo gemakkelijk gebeuren, u is toch niot bang voor een prikje, wel V (jtij toont ile t-uccineer naald.) Maak uw arm maar eens bloot, juffrouw! De i n g n n e: Mijn arm ontblooton ? O foei'. --in tegenwoordigheid van n enkelen men neen ! dril moet er eerst lemend bij zijn ... men bobbelt 7.00 gauw . . . mijn reputètie . . . Dr. M a t e r i n s : (glimlachend, irirriVenil.i l'w reputatie is zóó gevestigd, juffrouw, dat I' alles kan doen zonder dat men er over babbelt. Kom, maak uw arm nu bloot asjeblieft? De ing n u e : (met huur rediter roorvingertje <iui> den mond. verlegen heen. en weer draaiend) : Och, dokter! Dr. Materius: Uw arm? 't moet, kom! De Inge n n e : (eensklaps runt besloten.) Xeen! <"'ls 't den heusch moet. den niet op mijn rm, di't sti't zoo leelijk; den liever op mijn kuifje mèr hoog, liefst onder de buiging ven de knie (zij ontbloot haar been), Dr. Materius. Heel goed, da;ir valt het niet gauw in ''t oog! (hij ent de Ingénue in, die een vapeur krijgt, maar spoedig ivecr bijkomt als de \ dokter naar de ivaterkaraf grijpt.) De Bode (roepend) : Die volgt, No. 08 ! Een S p u 11 e b a a s. (directeur van een honden en apentheater, treedt naar voren : hij is buiten gewoon mottig, heeft zwart, plakkerig, vet haar, spuuglokken aan de slapen, ringetjes in de ooren en een zwarten, afhangenden knevel. Zijn kleeding bestaat uit een grijs jacquet met groenen kraag, rooden halsdoek, geel vest, spanbroek en hooge j kaplaarzen: min of meer onduidelijk sprekend \ door een uit zijn mond hangend eind sigaar) : i Present ! Ikkik ben No. 07 (hij gaat 'binnen | en zegt tot Dr. Materius): Awel. menier den doktoor, ikkik geleuf da 'k wel niet neudig zal 'ebben te worden gevaccinierd moar 'k zal seffens mijnen jacquet oit doen, als menier den ! doktoor 't ordiniert; ikkik 'eb, du reste, de vérole ge-'ad. Menier den doktoor kan 't wel l zien, zulle Dr. Materius, (na den man nauwkeurig te \ hebben beschouwd, even nadenkend: Hum, Hum! je hebt ze goed gehad, de pokken. i S p u 11 e b a a s, Da' zou 'k denken, zulle ! do ! zwarte pestpokken. 'k Eb op den dood af geI legen .... moar da' empêcheert niet zulle, da'k | wel 'n revaccinatie wil nemen. ;k Moet al wat j over 'ebben voor m'n affaire. l Dr. Materius: Ja hum ! eigenlijk .. hum ! l maar 't besluit van B. en W. is er eenmaal, l' | is spullebaas, ergo .... ) De S j) u l l e b a a s: Artiest, menierke ! DirecI teur van 't 'onden on oapentheater. ] Dr. Materius: (rentrooid,) juist dat komt hier op 't zelfde neer; we zullen u dus maar inenten. De Spullebaas: S'il vous plait! (zijn ja* uittrekkend en den hemdsmouw opstroo}iend): Ikkik ben nooit niet recalcitrant, zulle, (liy tikt H'cn \ met den rechterroorvinr/er aan den rand van zijn. jlnmbnrd,) resprct pour la municipalité! Al m'n artiesten zijn ter dispositie, als menier den doktoor 't noodig jugeert. (Arrc gevaccineerd te zijn af.) De Bode roepend: No. (i!l! liet levend geraamte, opstaande: Jai wohl, bin icli ! j De Bode (Item binnenlatend: met nrm.n'lering:) Allemachtig, wat 'n kakebeenen huishouwen! l /oor/r/l het lerend geraamte binnen ''s gekomer, \ groet bij zeer beleefd den dokter en ontk!eeilt zich l ]>l'tjtt-eliiig geheel, zoodot hij als vuiler Adam, i>lu< . een zimmlirorkje, mor den medicus s'.aat. ; Hitte, Ilerr Doctor ! Dr. M a t o r i u s, (hem rol reru'ondering bcseltoiiicen'l}: Kolossaal! zulk een magerheid hei) ik nog zelden gezien; 't is phenomeiiaal. hum! hum ! wat is uw vak ? 't. Levend geraamte: Wie beliebt ? ' Dr. Materius: Was sind Sie ? 't Leve n d g e r a a m t e : Kimstler! Ich bin das lebemligc Gerippe ! muss laut Vorschritt vacc.inirt werden, hitte ! D r. M a t e r i u s: (hem met alle annilticht bekij kend): Hum! Hum! Op de armen gaat het niet, «een vl( esc.h genoeg, <j;een spoor van kuiten, zelf-; geen dijen.Hum! Drehen Sie sich 'mal um;bnckeii Sie sir.h ein wenig noch tiefer ! ja, hum! daar zit ten mins'e nog iets we zullen hem dus d;i;ir vaccineeren. '< t Levend geraamte: A her um dottes willen, Ilerr Doctor, dann kann ich spiiter gar '. nicht sitzen. T) r. Materius, (droogjes): Dat went wel. i (Hij raccintd-t.) 't Levend geraamte, (na de operatie opstaan/li'): Schi'insten Dank, Ilerr Dokter, adjé! i Terwijl hij de ihnr uitgaat: Verdammte Geschichte ! '? Dr. M a t, e r i u s, roepend: Bode, laat 't volgend ' nummer binnenkomen Enz. enz. enz. J. v. M.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl