Historisch Archief 1877-1940
No. 880
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Tak's Solo's.
Mgr. BOTTEMANNE (tot de Heeren van Houten m de Savornin Lohman): »Ik geloof heusch, dat hij nog te veel matadors in zijn spel heeft."
1IIMI IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII III IIIIIIMII II III nu l
Fokken en Knnst.
FRAGMENT UIT EEN TEEUKIB BLIJSPEL IN VER
SCHILLENDE TAI'EREELEN.
PERSONEN:
Spullebazen, tentebasen, muziekanten,
wafelbakkers, tooneelspelers, carousselhouders, orgel
draaiers en andere artisten, een dokter, een
bode.
Set tooneel verbeeldt de wachtkamer van
Tiet zittingslokaal voor de vaccinatie te Gro
ningen, verschillende menleken zitten of
staan te wachten. Links een orgeldraaier,
met hoogen pofpet op, geschoren nek, groote
tabakspruim in den mond, in zijden vest en
hemdsmouwen; naast hem een lid der Kon.
Ver. Het Ned. 'looneel. Mtchtseen
carousselhouder; slappe flambard op, los jacquet aan
en witten broek; min of meer gebruind gelaat,
een qroote bos haar, zoogenaamde sik, onder
aan kin en heel. Bij spreekt fluisterend tegen
een tooneelspeler van de Koninklijke Vereeniging.
Een groepje acteurs en actrices aan andere ge
zelschappen staat midden op het tooneel vertrou
welijk te praten met den ondernemer van ten
vlooientheater en een poppenkast-man. Op den
achtergrond rechts een deur, waarvoor reeds
eenige artisten pêle-méle queue maken; men ziet
er o.a. een actrice (grande-coquette) van een
voornaam theater, den baas pan een levend, f pre
kend menschenhoofd, den patroon van fat
Theater mécanique, de juffrouw, die met
cacatoes en kanaries werkt, de
kanonnenkoningin, het levend geraamte, enz. enz. enz.
Links, op een bank tegen den muur, zitten
naast een beroemd marguévan een voornaam
gezelschap, een virtuoos op de
hand-hermomonica en de juffrouw, die vuur eet en den
buik.dans uitvoert. Veel stemmen spreken
dooreen.
De orgeldraaier (joviaal tot het lid der
Kon. Ver.) Uwes is dus ook arties 'l Heel ver
standig van B. en W. om alle artiesten nou reis
in de gelegenheid te stellen om met mekandere
kennis te make, je komp er anders zoo niet toe,
hè? pruim je ook? Wil j'n blaadje beste
B.Z.K. van Dobbelman. Niet? Kom sjeneer je
niet. O ! heb je nog nooit gepruimd nou dan
niet, mijn 'n zorg! maar je hoeft zoo'n groosig
y'ies gezicht niet te zetten, ik affronteer je toch
aiet, we binnen hier voor de vaksjenaasie toch
allemaal gelijk. Zeg je niks? ook goed, maar dat
hindert niet, dat je strakkies je poot toch bloot
fflot make voor de meester, net asse wij ....
De carousselhouder (lezend: tot een ander artiett.)
Daar staat het in 't Vaderland, had je 't niet
gelezen? Of kan je soms niet lezen? Wacht ik
zal 't even "voorlezen. (Rij leent}:
De Kou. Vereeniging zul <le leer mis te fironii/yeii
meemaken. Na hebben 11. en W. dezer xtail vas/r/exteli/,
dat yeeti sptdlebuas n f tentebaas i//, ile. slutl
toet/datenwordt, dan na behoorlijk te Groningen r/eciieeineert/
te zijn. B. en W. k' bben deze vaderlijke courzorg
ook uitgestrekt tot de artixteu </<;;?'Kou. Verceuigiug.
Of de inenting vroeger ui plaats had, duet er iiiats
toe. Oroniiiijsche knepokstnf en flroniiujm-he koek zijn
onovertrefbaar. Ergo zullen alle leden van het gezel
schap eerstdaags de kimstbewerkiny opnieuw ondergaan.
Met drie prikjes zijn B. en W. teae/leii. Men ziet,
dat de goede stad Kampen niet alleen staat.
(?Alle aanwezigen luisteren met aandacht.)
De M ar que (op de bank). Ja, met recht
'n Kamper stukje.
De juffrouw van den buik-dans:
Nou, da' kan 'k nou niet soo segge ik vin
da' we nou'res lekkertjes allemaal as mense van
n kaliber behandeld worre, ikke seg maar, ge
lijke munnike gelijke kappe we binnen toch
allemaal artiestevollek onder mekandere; (tot het
levend geraamte) wat seit uwee nou ?
't Levend geraamte: Jawohl!
mlllllllllllMMIIIIIIMIIII
De Bode, (aan de deur rechts, roepend):
Nummer U4!
Een tooneelspeler, uit (en der hoeken
naar voren tredend. Dat ben ik ?
D e^ Bode: Uw naam ?
De' Tooneelspeler: van Brullen, Ie rol
aan....
De Bode: invallend, Ja, uw kwaliteit doet
er niet toe ga maar binnen.
"2e T A FE n K K r,.
Speelt in de inentkamer.
Personen: Dr. M a t e r i u s. Verschillende pa
tiënten.
Do Tooneelspeler, (binnenkomend, met
pathos sprekend) : Dokter, vóór dat u de ope
ratie begint, een paar woorden alsjeblieft ?
Dr. Materius: Wees kort, wat ik u bidden
mag, ik moet al uw collega's hij wijst naar
de wachtkamer nog helpen.
De Tooneelspeler: 't Is bijna niet te
gelooven, dat men mij dwingt tot een revaccinatie,
ik ben pas drie maanden geleden ingeënt.
Dr. Materius: Ja, dat kan onze B. en W.
niet schelen, maak uw arm maar bloot.
De Tooneelspeler, (langzaam zijn jas
uittrekkend): U neemt toch hoop ik geen stof
uit de pokjes van uw Patres conscripti? Hun
protoplasma zit vol van anti-kunst-bacillen ; ik
zou hun droogstoppeligheid kunnen overervcn. Dat
nooit! Ik ben artist, dokter ik (hoog
dravend, met de gebruikelijke hamlbetoeginqen
in de bekende pose; hoofd achterover in den nek,
linkerbeen flauw gebogen vooruit, rechterhand op
de borst:)
Ik-kèvoel mijn superioriteitè- .... ik-k
sta-è, boven dat koek-etend
molboonendom(met pathos). Al klonk- de stem des magistraten
gelijk-ède bazuine des jongsten grrichtès, dsn
nog zou ik met Aballino antwoorden: N-necn-è!
X-nooit-è! Aballino vreest u niet Abal
lino is een mensch-èeven vrij-è, als gij-èhij
heeft-èeen wil een wil verstaat-ègij 'i Abal
lino, zegt n-neen-è! Kort en goed, dokter, ik
doe het niet ik ben nmaal gevaccineerd en
dat is welletjes.
Dr. Materius: Enfin, zooals u wilt, maar dan
mag u hier niet optreden. ... Ik zal uw besluit
mededeelen.
De tooneelspeler (terzijde,) : Niet optre
den, en we spelen en partage; ergo ook geen salaris,
altijd als er wat overschiet, hum ! hum! 'k moet
toch eten, (zicli tot den dokter wendend nut
langzame, gra/stcin:)
Waar d'overmacht-i' gebiedt, baat
moednoch roekloos streven. ]k buig me, maar-èik
zweer-è: Aan mij komt-èeens do wraak! Heul!
neem me, doe l*w plicht-è.... (gewoon
s/irckend:) In godsnaam, ga je gang, Dokter, maar
noem alsjeblieft stof, ilirekt van een jong kalf.
De dokter vaccineert hzm. Stem run den bode
buiten: Die volgt, No. (!">! Ken actrice, nn-t liet
emplooi van grande coi/xi-tte, (komt naar rorcit:)
O. mon Dieu! dat ben ik. (Zij w-ordt door den
bode bij den dokter gelaten )
De grande coquetto, (met een diepe.
buiging, zeer snel sprekend met korte, behaagzieke
gebaartjes:) Bonjour, doktertje, bonjour ! u kent me
wel, niet waar V Och, lieve, beste dokter Materius,
't is een crime, een horreur, dat wo ons weer
moeten laten inenten ; ik ben verbazend boos op
B. en W., mais qu'y faire, met de overheid valt
niet te railleeren, hémot groote heeren is
slecht kersen eten. Vijanden maken Pourquoi
ca ? Je moet je in 's hemelsnaam maar laten
revaccineeren ; ik ga morgen bij een van de Wet
houders déjeuneeren, daar ben ik vaste invitéo,
zoodra ik hier in stad kom; verleden jaar heb ik
'n magnifieke boucjuet van hém gehad en van z'n
zoon 'n corbeille. Ik kan zulke beleefdheden toch
niet met een bepaalde weigering van de vaccinatie
reciproceeren (zij maakt haar arm bloot,) doe het
snel, doktertje, en heel heel eventjes, zoo'n beetje
voor de leus maar, begrijpt u ? Ik heb erg
irritabel bloed, verschrikkelijk irritabol, gauw last
van inrtamrnatie en zulke boutons pokken
vind ik zoo'n vieze, ordinaire naam staan zoo
affreus (den dokter sclia'ki toelachend -.) U is
zoo'n lieve, goeie, ouwe dokter, u zal me wel 'n
beetje genadig behandelen, niet waar?.... (De
dokter houdt haar arm ra,'/:) Ondeugende man,
je moet me niet zoo in mijn arm knijpen ik
ben veel te vleezig om dat niet vreeselijk pijn
lijk te vinden, O, foei, je ehatouilleert me
pas op, hoor ! (zij geeft hem met de andere
band een tikje) ik zal aan je vrouwtje ver
tellen, dat je mijn arm zoo caresseerde, guit !
Ai ! ai ! ai! Neen ! dat's perfide, je
hebt me heusch echt gevaccineerd foei ! dat had
ik niet van je verwacht, ga weg. stoutert!
(haastig af.)
Dr. Materius (grtnnekand): Adieu, Me
vrouw, (luid :) Bode! 't volgend nummer.
Bode (roepend:) Nummer 00 !
(Enn oud-ac/itig heertje, met een goedig rond
(/??laat, <iaat naar de deur en zegt:) Wil je mij
aandienen ? ik ben acteur bij de gecombineerde
tooneelisten. Ik speel père-noble.
Bode: Niet noodig, ga maar binnen. We
maken hier geen complimenten. (De père-noble
O'Xit binnen met een diepe buiging.)
Do p r e-n o b l e (zijn arm ontblootend) :
Ik ben gereed dokter; geef me de drie officiëele
prikjes, die door I', en W. zijn voorgeschre
ven IK mor niet tegen mijn overheid. IK
schetter niet over dwaze Kamperstreken. IK
plooi en voeg me zooals een eerzaam en braaf
burger betaamt. Gedurende mijn langdurige loop
baan aan liet tooneel Ik hel) achttien jaar lang
den père-noblo gespeeld heb ik nooit anders
gedaan dan ten slotte toegeven; in 't laatste
bedrijf heb ik altijd de gelieven vercenigd,
vrede gesticht of een verzoening gearrangeerd
daarom voel ik ook nu niet meer de kracht in
mij om me tegen de lymphe van de Beschreven.
Vaderen te verzetten; ik ben niet radikaal, dokter,
ik ben niet progressief, niet liberaal zelfs; ik ben
ook niet conservatief, ik ben niemendal, dok
ter ik ben een père-noble, een ding, ein
Etwas, une chosc, waai1 iedereen ten slotte goede
vrienden méis. Daarom Dokter (hij steekt
hem den arm toe,) ent me in en (met be
wogen stem) wcest samen gelukkig, kindoren!
O! pardon, dat was door de gewoonte, ik be
doelde: volvoer uw werk!
./>'? i,in-i<<,Uc re,-/,- ./?/ ,-;/ Xo. 07, 'Ie !,ii/
iiH,rnii 'l :i'lj',/,' geïelselitij, l;n,nl. ann/if/ ilribln:l''i"l.
liii/iieii r,i ',,1,-f //'?';/.? /?ix;i's iii'i i' i/e/i ijnkler.
De i n g n u e, (op kinderlijk nu/ere munier,
met een snoeptrig mooi gilletje:) O! dokter 't is
Mï'rons, u doet me toch niet zeer? zou 't niet
onder chloroform kunnen gebeuren? Ik ben zoo
verliezend sensitief. Mèmèheeft el tijd verteld,
dèt ik. toon ik als kleine Baby werd ingeënt.
stijf vrn mezelf ben gevHlen.
D r. M a t er i u s : Dat zal nu niet meer zoo
gemakkelijk gebeuren, u is toch niot bang voor een
prikje, wel V (jtij toont ile t-uccineer naald.)
Maak uw arm maar eens bloot, juffrouw!
De i n g n n e: Mijn arm ontblooton ? O foei'.
--in tegenwoordigheid van n enkelen men neen !
dril moet er eerst lemend bij zijn ... men bobbelt
7.00 gauw . . . mijn reputètie . . .
Dr. M a t e r i n s : (glimlachend, irirriVenil.i l'w
reputatie is zóó gevestigd, juffrouw, dat I' alles
kan doen zonder dat men er over babbelt.
Kom, maak uw arm nu bloot asjeblieft?
De ing n u e : (met huur rediter roorvingertje
<iui> den mond. verlegen heen. en weer draaiend) :
Och, dokter!
Dr. Materius: Uw arm? 't moet, kom!
De Inge n n e : (eensklaps runt besloten.) Xeen!
<"'ls 't den heusch moet. den niet op mijn rm,
di't sti't zoo leelijk; den liever op mijn kuifje
mèr hoog, liefst onder de buiging ven de knie
(zij ontbloot haar been),
Dr. Materius. Heel goed, da;ir valt het niet
gauw in ''t oog! (hij ent de Ingénue in, die een
vapeur krijgt, maar spoedig ivecr bijkomt als de
\ dokter naar de ivaterkaraf grijpt.)
De Bode (roepend) : Die volgt, No. 08 !
Een S p u 11 e b a a s. (directeur van een honden
en apentheater, treedt naar voren : hij is buiten
gewoon mottig, heeft zwart, plakkerig, vet haar,
spuuglokken aan de slapen, ringetjes in de ooren
en een zwarten, afhangenden knevel. Zijn kleeding
bestaat uit een grijs jacquet met groenen kraag,
rooden halsdoek, geel vest, spanbroek en hooge
j kaplaarzen: min of meer onduidelijk sprekend
\ door een uit zijn mond hangend eind sigaar) :
i Present ! Ikkik ben No. 07 (hij gaat 'binnen
| en zegt tot Dr. Materius): Awel. menier den
doktoor, ikkik geleuf da 'k wel niet neudig zal
'ebben te worden gevaccinierd moar 'k zal
seffens mijnen jacquet oit doen, als menier den
! doktoor 't ordiniert; ikkik 'eb, du reste, de
vérole ge-'ad. Menier den doktoor kan 't wel
l zien, zulle
Dr. Materius, (na den man nauwkeurig te
\ hebben beschouwd, even nadenkend: Hum,
Hum! je hebt ze goed gehad, de pokken.
i S p u 11 e b a a s, Da' zou 'k denken, zulle ! do
! zwarte pestpokken. 'k Eb op den dood af
geI legen .... moar da' empêcheert niet zulle, da'k
| wel 'n revaccinatie wil nemen. ;k Moet al wat
j over 'ebben voor m'n affaire.
l Dr. Materius: Ja hum ! eigenlijk .. hum !
l maar 't besluit van B. en W. is er eenmaal, l'
| is spullebaas, ergo ....
) De S j) u l l e b a a s: Artiest, menierke !
DirecI teur van 't 'onden on oapentheater.
] Dr. Materius: (rentrooid,) juist dat komt
hier op 't zelfde neer; we zullen u dus maar
inenten.
De Spullebaas: S'il vous plait! (zijn ja*
uittrekkend en den hemdsmouw opstroo}iend): Ikkik
ben nooit niet recalcitrant, zulle, (liy tikt H'cn
\ met den rechterroorvinr/er aan den rand van zijn.
jlnmbnrd,) resprct pour la municipalité! Al m'n
artiesten zijn ter dispositie, als menier den doktoor
't noodig jugeert. (Arrc gevaccineerd te zijn af.)
De Bode roepend: No. (i!l!
liet levend geraamte, opstaande:
Jai wohl, bin icli !
j De Bode (Item binnenlatend: met
nrm.n'lering:) Allemachtig, wat 'n kakebeenen
huishouwen!
l /oor/r/l het lerend geraamte binnen ''s gekomer,
\ groet bij zeer beleefd den dokter en ontk!eeilt zich
l ]>l'tjtt-eliiig geheel, zoodot hij als vuiler Adam, i>lu<
. een zimmlirorkje, mor den medicus s'.aat.
; Hitte, Ilerr Doctor !
Dr. M a t o r i u s, (hem rol reru'ondering
bcseltoiiicen'l}: Kolossaal! zulk een magerheid hei)
ik nog zelden gezien; 't is phenomeiiaal. hum!
hum ! wat is uw vak ?
't. Levend geraamte: Wie beliebt ?
' Dr. Materius: Was sind Sie ?
't Leve n d g e r a a m t e : Kimstler! Ich bin
das lebemligc Gerippe ! muss laut Vorschritt
vacc.inirt werden, hitte !
D r. M a t e r i u s: (hem met alle annilticht bekij
kend): Hum! Hum! Op de armen gaat het niet,
«een vl( esc.h genoeg, <j;een spoor van kuiten, zelf-;
geen dijen.Hum! Drehen Sie sich 'mal um;bnckeii
Sie sir.h ein wenig noch tiefer ! ja, hum!
daar zit ten mins'e nog iets we zullen hem
dus d;i;ir vaccineeren.
'< t Levend geraamte: A her um dottes
willen, Ilerr Doctor, dann kann ich spiiter gar
'. nicht sitzen.
T) r. Materius, (droogjes): Dat went wel.
i (Hij raccintd-t.)
't Levend geraamte, (na de operatie
opstaan/li'):
Schi'insten Dank, Ilerr Dokter, adjé! i Terwijl
hij de ihnr uitgaat: Verdammte Geschichte !
'? Dr. M a t, e r i u s, roepend: Bode, laat 't volgend
' nummer binnenkomen
Enz. enz. enz.
J. v. M.