Historisch Archief 1877-1940
F, 881
DE AMSTERDAMMER
A°. 1894
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Dit nummer bevat drie bijvoegsels.
Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTUS VAN MAURIK Jr.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam,
Singel by de Vijzelstraat, 542.
Zondag 13 Mei
Abonnement per 3 maanden .- . . . . f l. 50, fr.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar .
Advertentiën van 1?5 regels ?1.10, elke regel meer .
Reclames per regel
p. post ? 1.65
-i O
mail,, a
. . 0.12*
: : : o.io
I N H O V Di
VAN VERRE EN VAN NABIJ. SOCIALE
AANGELEGENHEDEN: Patrimonium'®Sociaal
Program, door Socius. FEUILLETON : Door
tusschenkomst, uit het Italiaansch van Matilda
Serao. (Slof). Muziek in de hoofdstad, door
Van Milligen. KUNSTEN LETTEREN: Hol
landsche Teekeningen, door V. De Nieuwe
Gids. SCHETSJES : De Gladde. SCHAAK
SPEL. INGEZONDEN. RECLAMES.
UIT Dr. GANNEFS STUDEERKAMER. PEN
EN POTLOODKRASSEN. ADVERTENTIËN.
Bijvoegsel. LETTERKUNDE: Tegen Hein e,
naar Alex. Moskowski. VOO tl DAMES, door
E-e. INGEZONDEN. ALLERLEI.
Bijvoegsel: Bekende Tijdgenooten. XXVII.
Prof. Dr. H. Snellen. Naar het leven geschetst
door Jan Veth.
autiiliiiniiiiiiuiiiiitiiiiiiiiiiiiitimmiiiiiiiiiiiiiiiiiutitmiiimiiwiiitiiiiiw
Eenigen tijd geleden besprak de Figaro de
kansen van het Italiaansche ministerie en
vergeleek toen den heer Crispi bij een man
die uit de vijfde verdieping was gevallen en,
bij de derde verdieding gekomen, nog kon
zeggen: »tot nu toe gaat alles goed."
Klaarblijkelijk verwachtte het blad eene
katastrophe, maar het wordt meer en meer
de vraag, of de heer Crispi door zijn pres
tige en zijn beslist optreden niet zal weten
te vermijden, wat door velen, ook buiten den
Figaro, voor onvermijdelijk werd gehouden.
Men herinnert zich, dat de tegenwoordige
zitting der Italiaansche Kamer is begonnen
onder den indruk van Sonnino's financieel
program en van den eisch om aan het mi
nisterie buitengewone volmachten te
verleenen voor het invoeren van hetgeen zeer vaag
als «administratieve hervormingen" wordt
aangeduid, hervormingen, waarbij niet
slechts de medewerking, maar ook de
con
imraimiuiiHimiiiimiiiwiiiinimHimiiiiiiimiiiiiiiimiMiiiiimimi
?niHHiuiiiiiiiMiiiiiiiniiiiiiniiiiiiiiiiiiHiii immiiiiiiiimiiniiiiiiHuin
Door tussehenkomst.
Uit het Italiaansch
van MATILDA SERAO.
(Slot).
II.
Ik moet bekennen, dat, trots 't vreemde
der gebeurtenissen, ondanks de onzekerheden
van den volgenden dag, in dien nacht
noch wakend doorgebrachte uren, noch met
tranen doorweekte kussens voorkwamen.
Emma was zeker, dat de komedie, die ge
speeld moest worden, niets aan de toekomst
kon veranderen en ook Guido had dezelfde
overtuiging. Zij kenden elkaar te goed en
wisten dat niets, niets hen meer kon ver
eenigen. Emma kwam in haar vroegere
kleedkamer en kreeg den indruk, alsof zij in
een hotel was en Guido viel in slaap, nadat
hij drie bladzijden van Herbert Spencer
gelezen had.
't Is waar, niets kon hen hereenigen. Om
te trouwen hadden zij allerlei dwaasheden
begaan. Guido was Emma nagereisd van
Florence naar Napels en had nacht op nacht
onder haar vensters gestaan. Emma schreef
hem dagelijks een brief van acht zijdjes en
kwam alle nachten op het balkon. Haar
vader had eindelijk, half goedwillig, half
gedwongen, zijn toestemming gegeven, zooals
alle brave Papa's op deze wereld ten slotte
doen. Hij was een goed, vriendelijk man, en had
alleen geaarzeld, omdat hij ongaarne van zijn
dochter scheidde, maar uit vrees, dat zij ziek
zou worden, zei hij eindelijk ja. De jonge
echtgenooten, oprecht gelukkig, hadden elkaar
drie jaar lang aangebeden. Wel kwam er
tróle der vertegenwoordiging ongewenscht
blijkt te worden geacht. Onder deze omstan
digheden heeft de heer Crispi het doorgezet,
dat de beraadslagingen over de verschillende
begrootingen zullen worden ten einde gebracht
eer het financieel programma en de quaestie
der volmachten aan de orde worden gesteld.
Dit is ongetwijfeld eene groote overwinning,
al kan men haar nog geen definitieve noe
men. Maar het ligt voor de hand, dat de
oppositie niet gemakkelijk gewonnen spel
geeft en iedere gelegenheid aangrijpt, om
groote principieele vraagstukken ter sprake
te brengen. Het scherpst en het duidelijkst
werd dit dezer dagen gedaan door een afge
vaardigde der linkerzijde, den heer Barzilai,
die de welbekende stelling toelichtte,
dat Italië's buitenlandsche politiek, met
name de toetreding tot en het blijven in de
alliantie met Duitschland en
Oostenrijk-Hongarije, de voornaamste, zoo niet de eenige
oorzaak was van den hoogstbedroevenden
economischeu toestand, waarin het land ver
keert.
De aanvallen op de buitenlandsche poli
tiek zijn eerst beantwoord door den minis
ter voor dit departement, baron Blanc, en
een dag later door den heer Crispi zelven.
Volgens den heer Barzilai was de
triplealliantie de aanleiding geweest tot den ta
rieven-oorlog met Frankrijk en had de al
liantie-politiek in alle opzichten slechts ne
gatieve resultaten gehad. Het waren volgens
den spreker juist de bondgenooten van Italië,
die den rechtmatigen invloed van de laatst
genoemde mogendheid tegenwerkten, met
name in het Oosten, waar Rusland, Duitsch
land en Oostenrijk geregeld den buit
verdeelen. Waarom, zoo vroeg de spreker ten
slotte, wordt het alliantie-traktaat niet ge
publiceerd?
Deze laatste vraag is reeds vele malen
gedaan en schijnt volkomen gemotiveerd,,
daar het alliantie-traktaat tusschen Duitsch
land en Oostenrijk indertijd in zijn gansenen
omvang is bekend gemaakt. Wanneer men
het Italiaansche traktaat met den sluier der
geheimzinnigheid blijft bedekken (men ver
zekert zelfs, dat in de opvolgende kabinetten
alleen de premiers en de ministers van bui
tenlandsche zaken inzage van dit staatsstuk
?iiiimiHinnmiiniiHiiiifniininiiiiiuimwuiiitmniiniiniiimninTniliiM
nu en dan een kleine twist uit jaloezie voor,
voornamelijk van Emma's kant. Zij had
een trotsch, vurig temperament; zij kon niet
ten halve liefhebben of haten, terwijl Guido
tegenover haar stond met een tint van koelheid,
met het soms ironische glimlachje, gematigde
karakters eigen. Tusschenbeiden kwam 't tot
een heftigen woordenstrijd, maar de vrede
daarna scheen des te schooner.
Op een dag geheel toevallig ont
moette Guido, na een twist met zijn vrouw,
een oude liefde. Sentimenteele herinnerin
gen van vroeger kwamen boven, er wer
den een paar briefjes gewisseld, en een af
spraakje gemaakt. Guido liet zich meer door
een gril, dan door hartstocht meeslepen. Hoe
kwam Emma er iets van te weten ? Door een
onhandigen knecht, een al te ijverige vrien
din, een verloren brief? Dit werd niet bekend,
maar ze kreeg zeker een overtuigend bewijs,
want de ijverzuchtige, gloeiende liefde, die zij
haar man toedroeg, veranderde in koude
minachting. Zij vond geen verontschuldiging
voor hem, zij voelde zich gekwetst, doodelijk
gekrenkt in haar liefde en in haar trots van
gelukkige vrouw. Zij liet haar man bij zicli
komen en met een wonderlijke kalmte, zonder
dat haar stem beefde, deelde zij hem mee,
dat zij van elkaar zouden gaan, zonder schan
daal, zonder twist. Eerst stond hij verstomd.
Toen wilde hij er tegen ingaan, lachen, alles
als scherts opnemen, zijn schuld verkleinen,
maar zijn vrouw antwoordde hem met zulke
kalme, krasse uitdrukkingen, dat hij moest
zwijgen. Zich nog langer te verontschuldigen,
achtte hij bespottelijk. Hij nam alle voor
waarden aan, die zij hem stelde, en liet, haar
heengaan : hij' vond haar een trotsche,
lief'delooze vrouw. Hij zocht afleiding in zaken,
in de politiek, in liefdesavontuurtjes. Hij be
woog zich los en gemakkelijk in de wereld,
toonde zich onverschillig en sceptisch, maar
allén met zijn geweten, voelde hij dat zijn
leven vernietigd, gebroken was.
Twee of driemaal zag hij zijn vrouw terug.
Zij groetten elkaar als verre bekenden. De
een zocht den ander niet. Zij leefde zeer af
hebben gehad) dan zal dit wel zoo zijn om
den zeer teederen aard der betrekkingen
tusschen Oostenrijk en het Vatikaan. De
heer Blanc bepaalde zich bij de beant
woording dezer vraag eerst tot de gewone
algemeenheden: er viel niets te verbergen,
de allianties van Italiëwaren tegen geen
enkele mogendheid gericht; zij hadden een
zuiver defensief karakter; zij legden het land
geen andere verplichting op dan solidariteit
en gemeenschappelijke verdediging bij een
uitdaging of aanval. Maar later gaf hij eene
meer duidelijke vingerwijzing toen hij zeide,
dat de Oostenrijksch Hongaarsche monarchie
tot op het oogenblik van het sluiten der
triple-alliantie de beschermster bij uitne
mendheid van den Heiligen Stoel was ge
weest en sedert had opgehouden dit te zijn.
Het is zeker hoogst opmerkelijk, dat juist
deze woorden, waaruit men kan opmaken,
dat in het tractaat de integriteit van Italië's
grondgebied is gewaarborgd tegen de aan
spraken van den Paus op herstel zijner
wereldlijke macht, in de officieele en
officicieuse verslagen der Kamerzitting zijn weg
gelaten. Dat zij zijn uitgesproken lijdt niet
den minsten twijfel.
Noch de heer Blanc, noch de heer Crispi
kon ontkennen, dat Italiëin de laatste
vijfen-twintig jaren geen gebruik had gemaakt
van de gelegenheid om zijne macht buiten
zijne grenzen uit te breiden. De heer Crispi
sprak zelfs van positieve uitnoodigingen of
voorstellen, in 1878 en in 1882 door Engeland
aan Italiëgedaan ; waarschijnlijk hadden deze
betrekking op Tunis en Egypte. Zooals de
heer Blanc eenigszins
sentimenteel-hoogdravend opmerkte, had Italiëniet zijn voordeel
willen doen met den rouw van Frankrijk.
Intusschen gaven de beide Italiaansche staats
lieden de schuld van deze »belangloosheid"
aan hunne voorgangers. Zijn er in dit op
zicht fouten begaan zoo beweerden zij
dan heeft Italiëdie willens en wetens ge
maakt, en niet onder de pressie van eenige
alliantie. Dat is een schrale troost, vooral
nu het bezit der veelgeroemde »Colonia
Eritrea', van Massowah in het aangrenzend
gebied, zulk een uiterst problematisch voor
recht blijkt te zijn.
Crispi en Blanc trachtten aan te toonen,
HlliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiimiiiiiilniiMimiiiimiiiiiiiiiimiiiiiiiiiillllillii
gezonderd, kwam nooit in schouwburgen of
op feesten, terwijl hij zich hals over kop in
luidruchtige vermaken stortte. In n opzicht
echter kwamen zij overeen: zij bleven aan haar
vader schrijven, alsof er niets gebeurd was, ste
reotype berichten. Guido b.v. schreef: Emma
is heel wel, ik geloof dat ze u al geschreven
heeft, zij laat u hartelijk groeten, omhels haar
tante van haar. En Emma: Guido gaat
't heel goed, hij heeft zooveel te doen, dat
hij mij niet naar de baden zal kunnen ver
gezellen. Zoo hing het geluk van den heer
Giorgianni aan een zijden draad.
Bij het terugzien, na dien laatsten, wreeden
dag van scheiding, waren beide echtgenooten
zeer ontroerd. Om in 't huis van haar man
te komen, om zijn bezwaren uit den weg te
ruimen, om dat vroolijke, ironische gezicht te
verdragen, had Emma haar trots moeten over
winnen. 't Is voor vader, moest zij voort
durend herhalen om zich moed in te spreken.
Maar wat haar gesterkt had, was de hoffe
lijke koelheid van Guido. Hun gesprek was
beleefd geweest, voorkomend, zonder toespe
ling op 't verleden of de toekomst, behalve
een enkele, vluchtige aanraking. Er waren
geen tragische woorden, geen verwijten uit
gesproken ; zij hadden zich als verstandige,
nuchtere menschen gedragen .. . En morgen ?
Morgen hetzelfde: een beetje veinzerij en
veel tegenwoordigheid van geest, kalm zijn,
zich niet verraden, de ongerustheid onder een
glimlach verbergen, een weefsel van beleefde
leugens zeggen en als vader weer naar
't station gebracht was elkander deftig
groeten en weer scheiden, elk zijns weegs
gaan! Van verzoening was voor beiden geen
sprake. Guido zou nooit den eersten stap
doen en Emma kon hem nimmer vergiffenis
schenken.
En zoo was er rust in beider gemoed.
III.
't Middagmaal was afgeloopen. De heer
Giorgianni zag er tevreden en gelukkig uit,
en ook de twee acteurs trachtten te
glimdat een Italiëzonder alliantie zich nog veel
meer uitgaven voor bewapening zou moeten
getroosten. »Als de alliantie ontbonden
werd" zeide Crispi »zouden wij ons
nog sterker moeten wapenen. Dan zouden
wij bedreigd zijn in het Oosten en met Frank
rijk niet in vriendschap kunnen leven. Dan
zou Italië, als het ontwapend was, de prooi
worden van den overwinnaar. Bij herhaling
is Italiëaangevallen, toen het niet ter ver
dediging was toegerust. Wel hielp Frankrijk
in 1859 Italiëom Lombardije te veroveren,
maar die hulp moest het met het verlies der
westelijke Alpen betalen. In 1866, na de
nederlagen bij Lissa en bij Custozza, kon
Italiëde Oostelijke Alpen (Triest en het
Trentino) niet verkrijgen. Het is dus niet
vaderlandslievend, Italiëzwak en ontwapend
te wenschen, waar slechts eene overwinning
het land zijne natuurlijke grenzen zou hebben
gegeven."
Met die toespeling op de natuurlijke gren
zen kwam Crispi geheel in het schuitje der
irredentisten. Mogelijk verwierf hij daar
door in het Italiaansche Parlement eenige
stemmen, manr buiten Italiëvond men deze
uitlatingen van den premier vrij bedenkelijk.
Hij heeft hiervan zeker een voorgevoel ge
had, want hij haastte zich te verklaren, dat
de nationaliteiten-quaestie opgehouden had
eene rol in het leven der volkeren te
spelen, om plaats te maken voor de hu
manitaire vraagstukken. Aan deze klin
kende frase zal men in Oostenrijk en in
Frankrijk niet meer beteekenis hechten
dan zij verdient. Evenmin zal men het in
Frankrijk eene geruststelling vinden, dat
Crispi, zooals hij zelf herinnerde, reeds in
1870 heeft gezegd: »een oorlog met Frank
rijk zou een burgeroorlog wezen," of in
Oostenrijk, wanneer hij met veel pathos op
komt tegen de nogal onbekookte opmerking
van eeu parlementslid, dat de Habsburgsche
monarchie haar ontbinding te gemoet gaat,
en wanneer hij uitroept, dat Italiëmet Oos
tenrijk zijn »burcht in het Oosten" zou ver
liezen. Ook te S t. Petersburg is men in
deugdzame verontwaardiging ojitstoken, om
dat Crispi, na te hebben verzekerd dat
Italiëen Rusland geenerlei tegenstrijdige
belangen hadden, daaraan toevoegde: «Itali
milllllllflIlllllHMIIIIIIIIIIIIIIIIIlllllllllllllllllllllllllllHlIlllllllllllllllllllllllll
lachen, maar alles wat hen den avond tevoren
zoo gemakkelijk geschenen had, was zoo
moeielijk geweest, toen 't op de uitvoering
aankwam. Van 's morgens af, bij den aan
komst van hun vader, die hen in n om
helzing vereenigd had, waren zij genoodzaakt
geweest, elkaar bij den naam te noemen en
met jij en jou aan te spreken. Zij moesten
elkaar hartelijke attenties bewijzen, als jonge,
verliefde echtgenooten. En n woord, een
klank van de stem, een vluchtige herinnering
aan 't verleden deed soms Guido verbleeken,
terwijl Emma bloosde. Een voelbare verlegen
heid hing tusschen hen beiden.
Hoezeer zij ook tot alles bereid waren en
op alle dingen bedacht, hoe gaarne zij hun
persoonlijke gewaarwordingen wilden ver
loochenen, de werkelijkheid kwam ieder oogen
blik tusschenheiden en verstoorde het even
wicht; het was onmogelijk, zij konden hun
gevoel het zwijgen niet opleggen. Daarbij
kwam nog de angst, dat een kleine onvoor
zichtigheid hun loffelijk werk kon verstoren.
Ook was er in hen een vage, maar vast
houdende gedachte, of er uit deze komedie,
die zij samen speelden, niet iets nieuws, iets
onverwachts tusschen hen moest opbloeien.
Op den trap, terwijl Giorgianni voorging,
zag Emma haar man met een wanhopige:!
blik aan, een blik, die zeide:
Hoe zullen wij 't tot van avond vol
houden ?
En zijn oogen antwoordden welsprekend:
Laten wij ons best doen. 't Lot zal
ons helpen.
Zoo ging 't verder, maar de gevaren ver
dubbelden, 't Was of Giorgianni er pleizier
in had, zijn gesprekken vol voetangels en
klemmen te maken. Hij deed naïeve vragen,
die uiterst moeielijk te beantwoorden waren;
die arme, goede vader, die zijn kinderen zoo
liefhad!
Ja, zei hij, terwijl hij zijn kopje neer
zette, ik ben heel blij, dat ik dezen dag bij
jullie heb doorgebracht. Want, zie je, Emma,
brieven zijn heel mooi voor iemand, die ver
is, maar ik houd meer van bezoeken, al