Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 881
heeft in 1854 Kusland bestreden, omdat
dit Europa aanviel." Eindelijk zal men
in Engeland niet zeer gesticht zijn over
Crispi's mededeeling omtrent de in 1878 en
in 1882 gedane, maar «edelmoedig" afgeslagen
aanbiedingen.
Men kan dus zeggen, dat de heeren Crispi
en Blanc, in hun ijver om hunne
buitenlandsche politiek te verdedigen, eene niet
onbelangrijke reeks van indiscretiën hebben
begaan. Maar in het Italiaansche Parlement
scheen men zich daarover niet te bekom
meren. Blanc had succes, Crispi zelfs zeer
veel succes. En dat is voor den premier
voorloopig de hoofdzaak. Want in vergelijking met
de binnenlandsche moeielijkheden,waarme de
Italiëte worstelen heeft, mag men de
quaestie der buitenlandsche politiek, voor
het oogenblik althans, van ondergeschikt
belang achten, te meer omdat de kans
uiterst gering is om daarin voorloopig eenige
?wijziging te brengen.
iiiiiuimiumttiiiiiMitiiiiimiii
iiiimiiiiinimiiMii
Sociale
minimi iiininiMi
Patrimoninm's Sociaal Program.
Het Christelijk Werkliedenverbond Patri
monium hield deze week onder leiding van
zijn bekenden voorzitter, den heer Kater ziin
veertiende jaarvergadering. In meer dan n
opzicht verdient deze bijeenkomst de aandacht
niet alleen omdat Patrimonium een machtige
vereeniging is die meer dan 13000 leden telt,
maar vooral omdat haar congres was belegd tot
vaststelling van een sociaal program en zij hier
door voor het eerst geheel zelfbewust het terrein
betrad der sociale politiek. Bedeesd was deze
eerste schrede zeer zeker niet, getuige de art. 10,
14,15 en 16 van het concept, waarin het zwaarte
punt der beraadslagingen was gelegen. In eerst
genoemd art. vraagt Patrimonium daar
de aan zichzelf overgelaten arbeid in zijn ver
houding tot het met allerlei rechten bekleede
kapitaal onvermijdelijk uit zijn natuurlijke
voegen wordt gedrongen, dat de Overheid
ook aan den arbeid die rechten verzekere,
die voor zijn gedijen onmisbaar zijn. Het ver
staat hieronder, dat van Overheidswege zekere
bepalingen voor het arbeids-contract verplicht
worden gesteld, en wel met name wat aangaat
de pensioneering en voorziening voor tijden
van verminking, of bij ziekte; voorts dat de
gehuwde vrouw en de kinderen onder de
veertien jaar van het contract worden uit
gesloten ; dat een voor elk vak en elke streek
onderscheidene bepaling voor den arbeids
duur als maximum met minimum loon worde
vastgesteld; dat alle gedwongen winkelnering
zij buitengesloten ; dat alle betaling van loon,
terstond na snoof» van den arbeid aanvange,
in Nederlandsche munt en buiten herbergen
geschiede: dat de Zondag buiten elk contract
l\jve, en dat den werkman zijne persoonlijke
vrijheid na afloop van den arbeid volkomen
gewaarborgd blijve."
Aan dit alles wordt dan bij art. 14 nog de
eisch toegevoegd dat »daar slechte woning
het arbeidersgezin lichamelijk en zedelijk
schaadt, al wat niet met eere voor een
mensch bewoonbaar is, van Overheidswege
onbewoonbaar worde verklaard, en fle arbei
ders-woningen van een zeker type van alle
belasting worden vrijgesteld".
MtnaiiuiiiHiiuMiuimiiiiMiiimuimiimiHliiiiniiiiiiiiiuuiiimiiniiiiima
duren ze kort. Je ziet er goed uit, kindlief!
Ja, je bent nog mooier, nog eleganter ge
worden. Is 't niet zoo, Guido?
O, dat zeg ik haar dagelijks, ant
woordde Guido, glimlachend.
En dat schrijft hij ook altijd. Wat dat
betreft, lieve, kan ik je verzekeren, dat jij
in Guido's brieven schering en inslag bent.
Wat een model-man!
O ja, zei Etnma met zachte stem.
Er was een oogenblik van stilte. Xa het
antwoord van zijn vrouw, had Guido 't hoofd
gebogen en scheen de bloemen van het
tapijt te tellen.
Maar papa zat nu eenmaal op zijn praatstoel:
Tante Elisabeth laat je groeten. Zij is
nog altijd 'n beetje sukkelend. Zij houdt
toch zooveel van je, Etnma, je was haar
lieveling, en zij heeft 't altijd over je.
Die lieve tante.
? Ja, dat is ze.... Weet je, wat ze tegen
me zei, even vóór ik vertrok ? .. .. Wat zou
ik blij zijn, als Emma nu een lieven jongen
kreeg ?
Maar thans merkte Giorgianni toch, niet
tegenstaande zijn eenvoud, dat hij een on
voorzichtigheid gezegd had. Hij zag, dat
Emma's gezicht geheel betrok en dat zijn
schoonzoon met zenuwachtige hand zijn
knevel opdraaide.
Je nicht Rosalie is heel gezond, her
nam hij, om 't gesprek een andere wending
te geven. Maar zij heeft heel wat verdriet
gehad, hoor!
? Zoo, en waarom ? Is ze dan niet met
haar Piero getrouwd ? vroeg zijn dochter
eenigszins ironisch.
Ja, ja, zij is met hem getrouwd, zij
hielden veel van elkaar .... En toen, ik weet
niet hoe, ik weet niet waarom.... maar
Fiero had een caprice voor een Napelsche
dame.
Noemt u zoo iets een caprice, papa?
Ja, 't was een vluchtige gril. Men moet
dat niet te zwaar opnemen. Maar Rosalie
trok 't zich erg aan .... er kwamen tranen,
woorden....
Verreweg het belangrijkst zijn echter de
art. 15 en 16 omdat de Bond daarbij ook het
eigendomsrecht betrekt onderde verhoudingen,
waarvan hii de hervorming noodig acht.
Bij art. 15 vraagt Patrimonium naardien
het erfrecht in de verre graden doelloos
kapitaal ophoopt dat het tot minder
graden dan thans beperkt worde, en dat de
aldus vrijkomende kapitalen worden aange
wend om de werklieden voor het aandeel in
het pensioenfonds enz. te ontlasten."
Het is zeker voor hen, die het eigendom
nog altijd beschouwen als een droit divin wei
nig bemoedigend dat een Christelijk
werkliedenverbond een artikel als het boven ge
citeerde aannam zonder eenige discussie.
Meer debat lokte echter art. 16 uit, dat dan
ook, uit een oogpunt van beginsel beschouwd,
zeker het gewichtigste artikel mag worden
genoemd uit het geheele program en dat wij
daarom in zijn geheel hier laten volgen:
Art. 16. Overmits krachtens de natuur
der zaak de beschikking over den bodem
niet aan hetzelfde recht mag onderworpen
worden als de beschikking over roerend goed,
zoo vraagt Patrimonium, dat in de wetge
ving van ons land ten Ie de mogelijkheid
geboren worde, dat door onteigening van den
bodem binnen zekeren kring om elke ge
meente, aan de inwoners bij erfpacht de ge
legenheid geopend worde om een plek voor
woning en een akker ter bebouwing of ook
gelegenheid voor de uitoefening van een an
der bedrijf te vinden; 2e dat voor het
pachtcontract bindende bepalingen worden vastge
steld, die den landbouwer dan eerst tot betalen
verplichten, als er werkelijk winst door hem
behaald is; hem tevens vergoeding toezeggen
voor aangebrachte verbetering in alles wat
land of hoeve betreft; hem, zoo hij anders
geen reden tot klachten geeft, het duurzaam
verblijf op zijne hoeve verzekeren; en bij ver
sterf hem zeker recht van opvolging voor een
zijner zonen waarborgen. Voorts, dat de hoe
veelheid grond, die iemand bezitten mag, be
perkt worde, en voor den eigengeërfden land
bouwer de nadeelige gevolgen van deeling
van zijn goed bij versterf, voorkomen worden;
en eindelijk, dat een Rijkscredietbank en
Rijkshypotheekbank voor den landbouw worden
opgericht.".
De ingrijpende principiëele beteekenis van
dit artikel werd duidelijk in 't licht gesteld
door den heer P. v. Vliet, lid van 't Hoofd
bestuur, die er uitdrukkelijk op wees dat het
op het sociaal program een eigenaardige
plaats inneemt, daar het of een struikelblok
zou zijn of een leuze waarom allen zich zou
den kunnen yereenigen in den strijd tegen
het baalzucJdig conservatisme, den strijd der
democratie tegen den geldzak". Inderdaad ligt
in dit artikel het middel om aan het conser
vatisme een zijner meest hechte grondslagen,
het grootgrondbezit, te ontrukken en is het
de bedoeling om het land, zooals de heer v.
Vliet zich uitdrukte, als een gave Gods roor
den arbeid te bestemmen". Wel wordt hier geen
landnationahsaiie gevraagd en veeleer uit
breiding van het aantal bezitters voorge
staan, maar tegenover de groote eigenaren
komt het vrijwel op hetzelfde neer of men
vraagt hen te onteigenen ten bate der
zoogenaamde gemeenschap dan wel ten bate
der individueele bewoners! Bovendien legde
het Bondsbestuur zonder eenig protest ter ver
gadering de verklaring afdat het lidmaatschap
van den Bond voor Landnationalisatie nie
mand uitsluit van het lidmaatschap van Pa
trimonium. De leden zijn dus vrij in hun
oordeel hoe de bodemkwestie moet worden
iimmii u nu mum minimi imimmmii
- Bah!
Dat zeg ik ook. Rosalie vluchtte naar
haar moeder.
Daaraan deed ze wél.
ISfeen, heel verkeerd zeg ik. Een vrouw
moet haar man nooit verlaten. Enfin, ik met
mijn welsprekendheid, heb haar overgehaald
hem te vergeven, en een streep door dien
misstap te halen.
--? U papa?
Ja, en ik ben trotsch op mijn
tusschenkomst. Want wie in zulke zaken niet een
beetje toegevend is, trekt altijd aan't kortste
eind. Een man dwaalt wel eens, zonder dat
hem dat ernst is.
Dat is een gemakkelijke moraal, viel
Emma hem op scherpen toon in de rede.
't Was die van je moeder, kindlief.
A\7at, dus .. . mama meende ook, dat
men wat door de vingers moest zien? vroeg
Guido met veel belangstelling.
Zeker, zeker. Zij was zoo vol
mededoogen, zoo toegevend. Dat was eerst een
ware vrouw. Die lief' heeft, zei zij altijd,
vergeeft veel.
Allen bleven in gedachten zitten. Eindelijk
hernam Giorgianni,om 't zwijgen te verbreken :
Je moet me die kamer nog laten /ien,
je weet wel, dat nestje van zijde en fluweel.
Ik heb er in 't voorbijgaan maar even een
blik in kunnen slaan.
Goed, antwoordde Guido, laten we met
het salon beginnen.
Prachtig, prachtig, zei Giorgianni, toen
zij er waren. Deze zaal is goed voor groote
recepties. Geef je veel feesten ?
Wij hebben ze gegeven.
Ja, ik begrijp ... de zaken, de politiek
beletten je veel meiischen te zien, maar het
salon is heel mooi. . . En dit zaaltje . . . wat
'n uitgezochte smaak. Heb-jij dat zoo inge
richt, Emma?
Neen, Guido.
Ik maak je mijn compliment. Hij heeft
bepaald gedacht dat dit je lievelingsplekje
zou worden. Hier komen zeker al je aan
bidders je 't hof maken, nietwaar? ... Ben-je
opgelost, maar uitgemaakt is ook voor hen,
dat de bestaande bezitsvorm moet worden
afgekeurd als berustende op de heidensche
begrippen van het Eomeinsche recht". Men be
hoeft niet te vragen hoe vriendelijk deze ver
klaring, ter Bondsvergadering met groote
meerderheid aangenomen, zal worden opge
nomen door de anti revolutionairen rjonkheeren
en baronnen", waarvan er nog kort geleden
een in de Tweede Kamer beweerde dat hij
zijn grondbezit ontleende aan niemand minder
dan Onzen Lieven Heer in hoogst eigen
persoon!
De kloeke schrede door Patrimonium's
werklieden deze week op het gebied der so
ciale hervorming gedaan, zal dan ook onge
twijfeld veel bijdragen om de scheiding tus
schen de «aristocraten" en de »kleine luyden"
in het anti-revolutionaire kamp te voltrekken.
Op politiek gebied is die reeds volkomen en
de thans door Patrimonium genomen beslui
ten zullen de ^bezitters van adellijke titels en
de plutocraten" zooals de heer Kater hen reeds
eenige jaren geleden noemde, nu ook wel op een
eerbiedigen afstand houden, wanneer er sprake
is van hervormingen op maatschappelijk ter
rein. Patrimonium en in dit opzicht komt
ons zijn laatste jaarvergadering nog wel het
merkwaardigst voor is op dit congres eigen
lijk pas een zelfstandige werkliedenvcreenigin g
geworden, waaraan men weet wat men heeft,
die niet langer afwacht wat anderen haar zul
len gelieven te brengen, maar die optreedt met
een eigen program waarop de anderen kun
nen lezen wat zij verlangt. Dezen zelfden ont
wikkelingsgang kunnen wij waarnemen bij
alle arbeidersyereenigingen en hij schijnt wel
even natuurlijk als de groei van een kind
tot een volwassen mensch. Verwonderen
doet ons dit alles dan ook niet want het ligt
in den aard van den strijd tusschen kapita
lisme en arbeid, maar wel trof' het ons dat
de gang dezer ontwikkeling bij Patrimonium
in de laatste jaren zoo snel en zoo conse
quent is geweest en dat er dus van Kater,
zijn merkwaardigen leider, heel wat kracht
van wil en van beginsel moet zijn
uitgefaan om zijn vereeniging tot het
onaf'hanelijke standpunt te voeren dat zij thans
heeft ingenomen. Tot in 1S88 scheen ook
zijn vertrouwen op de »heeren" nog
ongeschokt. Althans toen de stembus van dat
jaar een anti-revolutionair ministerie aan
het bewind had gebracht en verschillende
afgevaardigden ter jaarvergadering van Pa
trimonium eenigszins ongeduldig wenschtcn
te weten wat de nieuwe liegeering voor de
»broeder-e]iristen-iverldiedcn" zou doen, toen
was het de heer Kater die den broeders nog den
raad gaf voorloopig een afwachtende houding
aan te nemen. En zoo deed men dan ook
tot het najaar van 1890. In dien tusschentijd
was echter niets geschied en waren de werk
lieden langzamerhand gaan inzien dat men
hen in 1888 met een kluitje in het riet had
'gestuurd. Ook de heer Kater gevoelde dit
jen hij, die nog in 1888 sprak van de »grootc
'vreugde aan het christemolk" gedaan, hield in
1890, 'dus twee jaar later slechts, bij de ope
ning van Patrimonium's jaarvergadering een
rede waarin hij het ministerie en de afge
vaardigden der anti revolutionaire partij na
genoeg in staat van beschuldiging stelde. Hij
verweet hun dat zij het volk achter de kie
zers als hun houthakkers en imterjmtlern"
gebruikten, zoodat de werklieden geen ver
trouwen meer konden stellen in »de bezit
ters van adellijke titels en plutowatc.n," die
maar dachten nn; sullen onderhandelen bij
U, orcr U, zonder U," en die over
za
iiimiMiiiHiiiiiiiiiimiiiiiiiimiiiiiiiyimiiiiiiiiiiiimmiiTiiiimiiiiiiiiiiniMl
niet jaloersch, Guido?
Ik? Ik ken mijn vrouw.
En jij, Emma?
Ik ken Guido ook te goed.
De twee antwoorden kwamen snel als
bliksemflitsen. Giorgianni was tevreden.
Deze slaapkamer is een wonder, her
nam hij. Wat 'n harmonie in de kleuren ! Al
dat wit en grijs streelt de oogen.
Hij dwaalde door de kamer, alsof hij iets
zocht, dat ontbrak. Eindelijk riep hij zijn
dochter, die op den drempel was blijven staan:
Emma?
Papa?
Waar is 't portret van je moeder? Ik
zie 't nergens.
Emma was zeer verlegen en vond geen
antwoord.
Wij zijn in Brianza geweest, zeide
Guido on vandaar is nog niet al ons goed
terug.
Dat portret had 't eerst van alles moeten
komen. Maar 't doet er niet toe: Emma kan
haar moeder toch niet vergeten. Wat een
vrouw, wat een vrouw'. Jammer, Guido, dat
je haar niet gekend hebt. Op haar sterfbed
liet zo mij beloven, dat ik alles zou opofferen
voor 't geluk van Emma. En toen Emma
legen me zei: Papa, zonder Guido ben ik
voor altijd ongelukkig, dacht ik aan mijn
lieve doode en gaf toe. Jelui waart voor
elkaar geschapen en al ecu jaar lang hadt
je elkander lief. Emma werd bleek en treurig
en jij begon van streek te raken, Guido. Och,
die jeugd, die jeugd! Weetje nog wel, kind,
dat bal van den Engelschen consul, waarje
met Guido heengegaan bent?
Ja, ik herinner 't me, zei ze
werktuigelijk.
Aan je vroolijke, gelukkige gezichten,
aan de manier, waarop je elkaar aankeekt,
begreep iedereen dat jelui verloofd waart en
iedereen noemde mij een gelukkigen vader.
_NTu, dat ben ik ook. Heel gelukkig, voegde
de oude man er aan toe, want jelui houdt
nog altijd even veel van elkaar, hè?
??O ja ... nog altijd, zei Guido.
ken Patrimonium" betreffende ^konkelden'
buiten hen om! In de daarop gevolgde ver
gadering ging het mede zeer warm toe en
het was alleen aan Dr. Kuyper's
tusschenkomst te danken dat niet reeds in die dagen
een breuk ontstond. Deze wist het er toen
echter nog heen te leiden dat men alle kwesties
verder zou laten rusten tot een te houden sociaal
congres, waartoe reeds den vorigen avond b<
sloten was. Men zal zich herinneren dat dit
congres in 1891 inderdaad plaats had onder
leiding van Dr. Kuyper en met medewerking o-a.
van de heeren A. baron v. Dedem en Jhr.
A. F. de Savornin Lohman. Naar het uiter
lijk was de poging om de scheuring te voor
komen gelukt en kon Dr. Kuyper aan het
slot der vergadering van dit congres nog ver
zekeren, dat waar de nood der tijden in andere
dan anti-revolutionaire kringen verwijdering
had doen ontstaan liet bij de
hristen-werklieden was gebleken, dat het Christelijk ver
trouwen niet was weggenomen, waarvoor God
den Heere dank betuigd moet worden."
Wie de politieke gebeurtenissen der laatste
maanden heeft gevolgd weet hoe het op dezen
oogenblik met dit «Christelijk vertrouwen" is
gesteld. Zelfs de schijn daarvan is verdwenen.
Ook de anti-revolutionaire partij staat thans
verdeeld: »de plutocraten" en »de kleine
luijden" zijn ieder huns weegs gegaan. Waar
zooals hier ernstige pogingen om tot een ver
gelijk te komen, zijn mislukt kan zulk een
oplossing niet anders dan toegejuicht worden
als een noodzakelijk zuiveringsproces dat
slechts ten goede kan komen aan de politieke
en maatschappelijke ontwikkeling van ons
volk. Intusschen blijkt ook uit dit stuk ge
schiedenis van Patrimonium weder hoe de
hervormingsdenkbeelden zich ontwikkelen
trots alle mogelijke conservatieve
»overwinningen". Het eenige wat de reactionairen kun
nen bereiken is, die denkbeelden te weren uit
het kleine kringetje van het Binnenhof. Maar
daarmede wordt de stroom zelf niet gestuit.
Integendeel die blijft onophoudelijk wassen
en stroomt te feller naarmate men hem min
der ruimte gunt. Aan wie de schuld als hij
eenmaal de dammen breekt en alles mocht
wegspoelen wat hem heeft durven tegenstaan?
Of het in ons land ooit zoo ver zal komen
valt natuurlijk niet te zeggen, maar waar op
een vergadering van zóó bezadigde mannen
als die van Patrimonium wordt gesproken van
een ,.godvergeten li.uicclijk tussrlien den Mammon
en ome wetgeving', en van Jiilitonisme", ja
waar zelfs in overweging wordt gegeven om
de woorden dat de Overheid bet zwaard draagt
den kimden en niet den goeden tot i-rcezè'
maar uit het bondsprogram te schrappen aan
gezien het soms schijnt of de kwaden ont
zien en de goeden genegeerd worden", daar
bewijst dit wél dat de verbittering zeer, zeer
diep is doorgedrongen in alle kringen der
bevolking. Socius.
MmHiiiHiiiiiiiiiiitiiiiiiMfiiiiiiiiiiiHHniimiiiiiiiHiiiiilttluiiiiimiiiiHiilim
uz i e
in de Hoofdstad.
Wie kout den sterk gebaarden, vriendelijken kop
van Heinze niet? Wanneer men hem zoo op straat
ziet wandelen, is er iets stil-weernoedics in de
uitdrukking van zijn gelaat en oogen, doch niet
miiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
MimtitiiiiiiiuiiiiitiHiiiiiimiHiiiiiiii
Laat ons hopen dat 't altijd zoo moge
blijven, nietwaar Emma ?
Ja papa, laat ons dat hopen.
En deze gesloten kamer, wat is dat ?
Het was de kamer van Guido. Op zijn
beurt wist hij niets te zeggen en Emma redde
de positie.
Dat is de logeerkamer, papa.
Ah! mooi, mooi. Daar zou ik dus
geslapen hebben, als ik een nacht bij jelui
had kunnen blijven, 't Is jammer, maar ik
moet vertrekken.
Ja, dat is erg jammer, voegde zijn
schoonzoon er bij.
Maar 't is niets. Ik zal mijn schade
inhalen door ze te bekijken, nu ik ze niet
bewonen kan.
Maar....
O, ik begrijp wel, dat ze niet op orde
is, maar dat doet er niet toe.
Guido kon niet meer aarzelen, hij opende
moedig de deur.
Xiet kwaad, lang niet kwaad. Heel
aardig, evenals de rest. Ilè, kijk eens, wie
heeft hier 't portret van Emma opgehangen ?
Dat is zeker een lieve attentie van jou,
Guido.... Dank je wel.... maar ik kan.
niet blijven, 't spijt mij zeer.
Zij keerden terug naar het kleine salon;
man en vrouw waren erg verstrooid en als
meneer Giorgianni maar een beetje meer
doorzicht gehad had, zou hij wel iets vreemds
bij hen opgemerkt hebben, maar gelukkig
was de goede papa niet van de slimsten.
i
Jammer, zei hij -- jammei1 van dit
mooie huis.
Wat is jammer ?
Wel, dat je er zoo gauw uit zult moe
ten trekken. Als ze je tot afgevaardigde
kiezen waar ik zeker van ben dan
moet je minstens zes maanden van 't jaar
te Itome wonen, en ik denk toch niet, dat
je Emma alleen te Milaan zult achterlaten.
Je moet er twee huizen op nahouden, dat
zal nog een lastige kwestie zijn. Maar een
ding doet me toch genoegen. Als jelui te
Rome bent, kan ik tenminste ns in de