De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1894 20 mei pagina 5

20 mei 1894 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 882 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. 'haar kind, tegen, die getrouwd is en dien zij in jaren niet heeft gezien. William leeft niet langer met zijn vrouw; hij wil scheiden en met Esther trouwen; hij wil allereerst den jongen zien, die hy niet wist dat bestond. Esther wil hem eerst van zich afhouden, verdrietig dat er weer storing komt in haar leven dat juist zoo rustig begon te worden; maar het eind is dat William zijn zin krjjgt. Dit gedeelte lijkt mij fijner behandeld dan de rest van het boek. Esther heeft voor het eerst William meegenomen om hun jongen te zien, h&ir jongen, op wien zij ?vindt dat die plotseling uit de lucht gevallen ?vader eigenlijk heelemaal geen recht heeft. »She hated him to see the child, and to assert her complete ownership she clasped Jackie to her bosom without a word of explanation, ignoring William's presence, she questioned théchild on matters about which Wil'iam Jcnew nothing.'' ?Dergelijke aardige kleinigheden, die men onthoudt, zijn bij Moore zeer zeldzaam. Gewoonlijk blijft thet verhaal op een zelfde, niet al te hooge hoogte. Maar al is het zelden buitengewoon treffend, het .geheel maakt toch den indruk van w&ar te zijn, geen diepe waarheid, allerminst een verrassende ?openbaring, maar wda> in wat het geeft; eerlijk en eenvoudig verteld, en vng van die voortdurende inspanning om geestige dingen te zeggen, die de .meeste Engelsche romans van tegenwoordig zoo irriteerend maakt. R. A. H. en F. C. Jr. ?De vi ouwen van Goethe en de Fransche smaak. In de Goethevereeniging te Weenen hield de vorige maand de Vicomte Octave de Laplane ?«ene voordracht over den invloed van Goethe «p de letterkunde en kunst in Frankrijk. De spreker erkende ten volle Goethe's beteeJcenis, en zette daarna uiteen om welke reden de Duitsche dichter in Frankrijk geen breederen «n dieperen indruk maakt. Een der voornaamste redenen daarvoor, is Goethe's verhouding tot de Trouw; voor het Fransche gevoel behandelt ?Goethe in zijne gedichten de vrouw niet kiesch genoeg. Hij is nog harder voor haar dan Shakespeare. Het arme Gretchen, zijn bewonderings"waardigste schepping, zeide de Laplane, verplettert bij meedoogenloos in Faust. Dat kunnen de Franschen niet dulden. Voor Faust, die Gret chen van de eene misdaad tot de andere drijft, en haar ten slotte laat zitten, kunnen de Fran schen geen sympathie gevoelen. En inderdaad 'heeft Laplane in eene kleine Fransche stad eene voorstelling van Faust bijgewoond, waarin, aan het eind van het treurspel, op de vroolijkste wijze het huwelijk van Faust met Gretchen gevierd werd. De directeur voerde als verontschuldiging, toen Laplane er over sprak, den smaak en het rechtvaardigheidsgevoel van, het publiek aan. Ondanks deze tegenstelling in het gevoel, hebben de Franschen officieel eene groote vereering voor Goethe ; zij beschouwen hem als cosmopolitisch genie en hebben nog na 1870 eene der mooiste straten van Parijs naar hem genoemd. Rosegger en Heine. Tegen het artikel »Rosegger en zijn voorvaderen" in de Frankfurter is door eenigen die de ver telling Heidi peters Gabriël in bezit hadden, op gekomen. Kosegger zou namelijk onder de gees telijke voorvaderen van zijn dichter niet Heine genoemd hebben. De zaak is. dat er van de be wuste vertelling drie edities zijn, twee afzonderlijk en een in de geïllustreerde Gesammtausgabe van Roseggers werken. In een der eerste nu, de ?octavo-uitgave, die omstreeks 1860 het eerst ge drukt moet zijn, komt het citaat wel voor, en ook in de latere herdrukken ervan, zelfs in die van 1889. In de andere echter, de miniatuuruitgave, is de naam Heine geschrapt; de plaats luidt er: »Mozes en Homerus, Walter von der Vogelweide en Gessner, Goethe en Voss en Stifter, ?en hoe ze verder heeten mogen." enz, Ook in de geïllustreerde uitgave is de naam Heine geschrapt. Eerst later moet Rosegger dus bedacht hebben, hetgeen hij naar Mainz schreef, dat hij »Heine niet genoeg kende." Mevr. Lina Schneider, die voor de bekendheid der Nederlandsche letterkunde in Duitschland reeds zooveel gedaan heei?t, hield de vorige maand in de Literarische Gesellschaft te Keulen eene lezing over de «nieuwste" litteratuur in Neder land. »Aus beiden Lagern" stelde Mevr Schneider de belangrijkste dichters voor, en versierde hare rede met het voordragen van een reeks van ver taalde gedichten. In het eene kamp plaatst zij (volgens den verslaggever) F. van Eeden, Albert Verweij, »Karl DeysseF', Gorter, »Alferino", Van Deventer, Viktor Lescaille, Boeken, Tidemann, »W. Cloos", Jacques Perk en de tijdschriften Van Nu en Straks en De Nieuwe Gida; in het andere Nicolaas Beets, Couperus, Boele van Hensbroek, Antheunis, Fiore Della Neve. »Emanuel Iliul". Pol de Mont, Anton de Roy, Marcellus Emants. enz. Van allen bracht zij gedichten ten gehoore en wees op de nieuwe vertaling van Nathan de Wtjze, door Taco H. de Beer. »De meegedeelde eigen vertalingen van Mevr. Schneider verrasten zelfs het kritisch luisterend oor door de schoonheid van vorm en uitdruk king", zegt het Kölner Togeblatt. »Zeker zal de bekende volmaakte declamatie der voordraagster hiertoe niet weinig bijgedragen hebben.'' Eigen Haard van April bevat: M. \V. Maclaine Pont, De Poorterszoon van Hoorn, (met ill. v. Ch. Rochussen) ; J. A. Loeber Jr., Gesneden en gedreven lederwerk, (met ill.); Edw. B. Koster, Fmains; Jhr. C. C. Th. Six, Het Ztuderzee-vrangstuk; H, t type >,Kortenaer", (met ill); Hans von Bülow (met portret); Ons klein-kaliber geweer (met ill); De Wilhelmina-bron, door dr. E. v. d. Ven, (met ill.); Virginie Loveling, Pianospel; M. Brinkgrevj, De overdracht van het nieuwe Unicers'iteittgebouiv te Utrecht (met ill.); Esjée, »ff$ en zi/j"\ C. van Mevelt, Zonnevonken; Jo de Vries, Op het slot plein te Heidelberg (met ill. van M. C. de Vries); Tyra, Onherstelbaar; Etha Fles, Het venster van Der kinderen, te Utrecht, (met ill.), en voorts de platen: Veldbloemen, naar Hugo Salmson ; Aardappelenschillen, naar A. Neuhuys ; Marmeren buste van H. M. Koningin Wilhelmina, naar Bart van Hovi; Even uitgeioopen, naar E. S. Witkamp, enz. Het presidium der Association artistique et litteraire te Parijs, heeft met algemeene stemmen besloten eene uitnoodiging van Wolfgang Kirchbach, Ernst Eckstein, Paul Lindau en anderen aan te nemen en het volgend congres te Dresden te houden. Het comiténoemt Dresden meer dan eenige andere stad van Duitschland aangewezen voor eene vergadering van de »grande familie intellectuelle". MiiiiiiiiiiiuiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiHiiiHiiiniitiiiiiiiiiniiiiii vo DAMES Mode. Koningin Victoria op reis. Kookcursus. Dezer dagen werd, ondanks de verkoeling tusschen Frankrijk en Italië, te Parijs een japon afgeleverd voor koningin Margherita. De stof was, ook al iets wonderlijks, Vatikaankleurig fluweel. Vatican is een nieuwe kleur, roodachtig lila, dat voor sommige teints beter staat dan de verwante dahlia, heliotrope, Fran^ois Ier en vêque. Van de japon voor de koningin was de rok in drie gegeerde volants gearrangeerd, ieder bezet met spitse punten van guipure, die, naar boven gericht, aan den rand met kralenborduursel omzet waren. Het ronde corsage, van voren open, ter zijde dichtgeknoopt, had een vest van wit moiré, omgeven met breed uitstekende moir revers, en voorzien van een jabot van geplisseerde kant. De rluweelen mouwen, hoog gedoft, waren met drie groote mozaïekknoopen op den schouder geknoopt, van onderen afgesloten met een breede moirémanchet, met kralen geborduurd, en langs den binnennaad met doffen van moiréversierd. Er behoorde een manteltje bij van Vatikaankleurig fluweel met drie gegeerde volants evenals de rok, moirécapuchon, en dikke satijnen ruche aan den hals met satijnen linten. Deze manteltjes concurreeren met de Figaro jakjes; de jonge;e meisjes, vooral die een heel mooie taille hebben, verkiezen de laatste. Er is zoo weinig stof voor noodig, dat men ze heel kostbaar kan nemen; en met de paniers of de japonnen aan n kant op de heup opgenomen, die meer en meer genade vinden, staan ze heel gracieus. De mouwen, die wel driemaal zooveel stof vereischen,maaktmen van zijde, moiré, fluweel, kant, of entre-deux met moiré-lint afgewisseld. De vorm van lange spitse punten is zoowel voor stof als voor kant aangewezen; in de twee of drie laatsle afleveringen van Voor onze Dames (het tijdschrift van Jo van Sloten) ziet men bijna niets anders en in de Fransche tijdschriften even eens. Een aardige [toepassing en zér nieuw, is de volgende: Twee rokken, de een van crépon, donkerrood, blauw of geel, de ander (althans voor zoover hij te zien komt) van een kostbare, gebloemde of gechineerde zijden stof; de bovenste rok is zoowel van onderen als aan de taille op tien of meer plaatsen V-vormig ingeknipt, zoodat daar de gebloemde onderstof doorheen kijkt. Op dezelfde wijs maakt men corsage en mouwen. Het corsage schijnt een blouse van crépon, maar bestaat eigenlijk uit de gebloemde zijden stof, waarover een paar strepen créponstof gehecht zijn, die van de schouders komend, elkaar aan het midden ontmoeten; zoo wel het front als de zijpanden van de gebloemde stof komen te zien. De mouwen worden op dezelfde wijs van strepen crépon gevormd, waaronder zich hoog de gebloemde stoffen welven. De enkele gebloemde stof zou wat schel staan voor onze begrippen; nu als 't ware geheel be dekt door het effen kleed, komt zij veel beter tot haar recht. Het arrangement heeft nog dit voor, dat, als men de gebloemde stof van neteldoek, percale, batist of iets anders dat gewasschen kan worden neemt, het een zeer bruik bare zomerjapon vormt, en voor liet overtrek kan men de eene of andere stille geverfde stof nemen, waar niet genoeg meer aan is om een geheelen japon van te maken. Voor die onderstof heeft men een heel rijke keus. gedrukt katoen, linnen en satinette met prachtige gekleurde patronen, satijnstrepen, bloemenranden; wil men zooiets niet nemen, dan kunnen hier ook failles, liberty-silks, surahs, foulards jardinière, pongees gebruikt worden. Men weet dat koningin Victoria, zooals trou wens meer vorstinnen en andere aanzienlijke dames, en zelfs eenige bijzonder kieskeurige liollandsche vrouwen, op reis haar eigen bed mee neemt. Maar er komt heel wat meer kijken, wanneer Hare Majesteit voor eenigen tijd in Frankrijk of Italiëhaar »luchtbad" gaat nemen. De hertogin van Balmoral, zooals zij zich op bet vasteland noemt, om de fooien, zegt de booze wereld, stapt niet onopgemerkt aan het Terniinua-Hótel te ('alais ai'; de kade voor het hotel ligt vol met tallooze kisten, gemerkt V. I! , vol linnengoed, meubels, servies, ingemaakte vruch ten, boeken, l'ibelots, keukengereedschap, allerlei. Acht schimmels en een zwarte ezel met hun bediening trekken do aandacht; een enorm per soneel volgt, waarvan niet als de voornaamste beschouwd worden de eere-dames (b.v. Lady Churchill en de bon. miss Phibbs), maar miss Reynolds en de lieer Thomson. Miss Reynolds is de eerste kamervrouw, tevens house keeper, Thomson is een Schot met prachtige kuiten, de opvolger van den betreurden John lïrown. Op dezen volgen in de gunst van Hare Majesteit de dikke koetsier Sand en de magere lakei Anderson. Zij spreken geen woord Fransch; wel de kok Feitham, want deze heeft drie Fransche chefs onder zich, met een heele bende koksjongens. Een ander gedeelte van het gevolg vormen vier bronskleurige Indiërs, in lange costumen van licht cachemire, rose, reseda, oranje, en groote tul banden, /ij behooren tot de lijfgarde van de koningin, het zijn Sikhs van Lahore, onderdanen van wijlen Dhuleep-Sing. Deze volbloed Hindoes drinken wel wiskey-grog, maar voor niets ter wereld zouden zij een der schotels uit de hotelkeuken aanraken; zij mogen alleen eten wat zij zelf eigenhandig klaargemaakt hebben. Z'j heb ben dus voor onderweg, in een nummer van de Times gerold, wat rijst en een schapenkop meegebracht, wat kip, wat curry, gepimenteerde sandwiches, enz. Voor hen alleen behooren dan ook tot de bagage drie wagons en twee bagage wagens; zij voeren toch een complete keuken en een eigen abattoir mee. Als Hare Majesteit te Aix-les-Bains komt, waar zij de drie laatste jaren vertoefde, is alles in hare villa, behoorend bij het hotel Bernascon, voor hare behoeften ingericht; maar ook te Flo rence zal men het haar wel naar den zin maken. Al spoedig zijn de acht schimnïels, de rijtuigen en het personeel in blauw en goud, ingekwar tierd ; miss Reynolds zelf zal het breede koperen ledikant met hooge stijlen laten opmaken; in haar kamer hangen, voor een groot vuur, de lakens van lersch linnen uit te wasemen. Twee kamermeisjes zijn met een curieus werk bezig; het duurt lederen ochtend en avond wel een uur. Waar bij gewone matrassen de knoopjes of kwastjes zijn, zijn hier kleine touwtjes, die men kan losmaken en aanhalen, zoodat de matras, van wol of paardehaar, geheel van lucht door trokken wordt. Er zijn er meer dan honderd; iederen morgen worden ze losgemaakt, iederen avond dichtgeknoopt. * * * Als de trein aankomt, is er niemand op het perron dan de commissaris van politie, twee de tectives en de stationschef. Sir Henry Ponsonby, particulier secretaris, stapt het eerst uit; hij kijkt rond of de kust veilig is, en wenkt dat de konink lijke bezoekster zich naar buiten kan wagen. De twee wagens ter zijde gaan dan open, eenige In dische bedienden komen te voorschijn,de een draagt een klein roodfluweelen trapje, een ander een knoestigen dikken stok; zij wachten geknield dat de koningin uitstapt. Zij leunt op den arm van Abdul, en stapt uit, terwijl tegelijk het geheele andere personeel is uitgestapt en twee rijen vormt, zoodat de koningin, door niemand gezien, de wachtkamer binnentreedt. In de wachtkamer zijn vreemden, sir Ilenry Ponsonby spreekt er zoovelen mogelijk aan, terwijl de koningin, haar stok trachtend te verbergen, haastig de wachtkamer doorgaat, rechts en links groetend. De koningin draagt een zwart wollen japon, een hoed van zwart stroo mot dikke zwarte voile, opgeslagen, en een zwart jacquet, met wit gevoerd; zij is klein en verschrompeld, met een dik hoofd. Achter haar wandelt een groote grove kleurige vrouw, prinses Beatrice, en een klein bleek ten ger mannetje, de prins van Battenberg. Hij beeft zijn vrouw de heele reis niet gesproken, want de koningin wil hare dochter altoos bij zich hebben en de hofetiquette duldt niet, dat hij, die niet van koninklijken bloede is, in den coupévan zijn schoonmoeder een zitplaats zou krijgen. Te Middelburg wordt gedurende eenige weken een kookcursus voor dames gegeven door Mevr. do wed. Wilderink-Jansen, onder-directrice van de Ilaagsche kook- en huishoudschool. Er wordt met zeer veel belangstelling gebruik van gemaakt; de Middelburysche Courant wijdt er een lang feuilleton aan, met citaten uit Hen»ann und Dorotliea ; men spreekt er te Middelburg over, of niet een vaste kookcursus, ook voor het volk, daar te vestigen zou zijn. De voordracht van Mevr. Wilderink, die als aangenaam en bevatte lijk geroemd wordt, draagt zeker bij tot het succes dat de cursus heeft. Uit het oude kookboek : Schoenlapper: Maak een gewoon appelmoes met een greepje zout, van oen droog soort van appe len, roert er door gestampte beschuit op de gis, twee eieren, wit en geel geklopt, wat kaneel, wat geraspte citroenschü, een stuk boter ter grootte van een ei, suiker naar den smaak, het sap van een citroen. Doe het in de taartepan, die besmeerd en met beschuit bestrooid is, wat gestampte be schuit er over heen, onder en boven vuur. E?e. uuiiniiiiiiiiiHiiMiiHiniiiiiiiiMnniitniiMMMiiiiiiiiiHiiniiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiu oïna&zonb&n. ijiiHiniiiiiiuiniiiiiiiitiiiiiniMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiitiiiiiiHmtm 17 Mei '91. Amsterdam. Als bijvorgM',1 van il? J?/x/n-i/i/a/u/i'i' van den Kin Mei 1MH moet uw politieke plaat, een soort auto-da-IV- te y.ieu geven op de politieke strek king hel) ik niets te zeggen, maar wel op de waar lijk belachelijke wijze waarop hi' r weer liet woord //auto-da-fó' wordt gebezigd, liet moet een ver branding voorstellen. Vergeef me dat ik 't zeg, maar u schijnt in dergelijke zaken zeer slecht op de hoogte te zijn. >ta mij toe dat ik u op het volgende wijze, genomen uit de ,/ Apologie des Christendom*" van Devivier. Hij schrijft aldus : .,\\at de slecht onderwezen personen liet meest doet huiveren, zijn ile anto-da-fé's. Gewoonlijk worden deze als afgrijselijke tooneelen voorgesteld. Kondoin een out/.aglijkeu brandstapel, welke op gericht is om een seheele schaar van slaehtoü'ers in de vlammen te doen omkomen, ziet men een dweepzieke menigte en vooral de onverbiddelijke rechters der Inquisitie, die sainengcstroomd zijn om met een \\ rcede vreugde dat schouwspel te genieten, hetwelk men slechts ouder wilde volkeren mogelijk zou achten. De waarheid is echter, dat een auto-da-léniet bestond in verbranden noch ter dood brengen, maar daarin dat personen, die gebleken waren onschul dig te zijn, werden vrij r/espro/ceit, en dat de schul digen, die berouw hadden getoond, met de Kerk verzoend werden. Want evenals de priesters bij het toe dienen van het H. Sacrament der Biecht, schonk ook deze rechtbank kwijtschelding aan dege nen, die berouw hadden. Alleen de ketters, die hardnekkig in hun ketterij volhardden, en zij wier misdaden gedeeltelijk tegen het burgerlijk recht waren, werden aan den wereldlijkea rechter over geleverd. Na deze vrijspraak was de auto-da-f geëindigd, eu verlieten de kerkelijke rechters de plaats. Zoo b.v. zouden er, naar het beweren van Llorente, bij de auto-da-fcs, weikeu den 12den Februari, Isten Mei en lOden December 1486 ge houden werden, 700, 900 en 750 slachtoffers ge weest zijn. De waarheid echter is, dat er toen geen enkel slaclitoffir was; liet waren alleen be schuldigden, maar van die allen werd geen enkele ter dood gebracht." Ook de afleiding van het woord geeft teu dui delijkste de beteekenis aan want auto-da-f beteekent niets anders dau : acto fidci =r voor af gelegde trouw. Wellicht zou u mij kunnen tegen werpen Het woord heeft in dien zin, waarin wij het verstaan, recht van bestaan gekregen door het algemeen gebruik". Aangenomen zelfs dat u er de boven weerlegde beteekenis niet aan hecht meen ik toch dat een dwaling, die, zoo dikwerf zij herhaald wordt, ook telkens de Katholieke Kerk een lastering toewerpt, allerminst reelit van bestaan mag hebben en overal, als een der meest weer legde dwalingen, moet geweerd worden, in plaats van door valsche en scheeve voorstellingen ze te verspreiden. Ik verwacht dat u dit stukje een plaatsje in uw blad zult waardig keuren, op dat velen door liet lezen daarvan, eindelijk eens hun waarlijk dwaze vooroordeelen" en huune begrip pen omtrent auto-da-fé's mogen afleggen. Onder dankzegging voor de verleende ruimte heb ik de eer mij te noemen, Uw d v. D. AUG. KTJIXDERS. [Wij wenscheii met den inzender over de ge schiedenis en de beteekenis der auto-da-fe's niet in discussie te treden, ofschoon wij het met hem hierover evenmin eens zijn als over zijne vertaling van het acltix jldei, dat niets anders kan beteekencn dan //daad des geloofs." liet zal den meesten on zer lezers wel volkomen duidelijk zijn geweest, dat wij liet woord hebben gebezigd in den overbekenden, gebruikclijken zin. RED.] miiuimiiuuiiiumaiui 40 eenti par regaL SiEXQUISE COLLECTIE en 011 MeubelsloffeD. VOS & LE GEÏND, Kalverstraat. Magazijn KEI/ERSHOF", Niemvendijk 19;:. Zijden stoffen. Giootste sorteering zwarte en gekleurde, effen, gewerkte en gedamasseerde Zijde, Satijn en Surah. De nieuwste des sins en kleuren steeds voorhanden. SCHADE & O L DE X KOT T. Hoofd-Bepöt VAN Dr. JAEGER's m. Norm. folartMen K. F. DEUSGHLEBENGER. Atntt. Kalverttr. l f f Eenig specialiteit in dei* artikelen in geheel Nederlanc. A. J. NUSS, firma C. L. C. YOSRl'IL, Pcguliersbreestraat 30-32, AMSTERDAM. TELEPHOON 557. Ruime Sorteering VELD-EZELS, SCHILDSRKISTÏH voor Olie- en Waterverf. PARASOLS, SCHILDERDOEK, in alle breedten en qualiteiten. SCHILDEESTOELTJES, EX35.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl