Historisch Archief 1877-1940
No. 882
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
'haar kind, tegen, die getrouwd is en dien zij
in jaren niet heeft gezien. William leeft niet
langer met zijn vrouw; hij wil scheiden en
met Esther trouwen; hij wil allereerst den
jongen zien, die hy niet wist dat bestond. Esther
wil hem eerst van zich afhouden, verdrietig dat
er weer storing komt in haar leven dat juist zoo
rustig begon te worden; maar het eind is dat
William zijn zin krjjgt. Dit gedeelte lijkt mij
fijner behandeld dan de rest van het boek.
Esther heeft voor het eerst William meegenomen
om hun jongen te zien, h&ir jongen, op wien zij
?vindt dat die plotseling uit de lucht gevallen
?vader eigenlijk heelemaal geen recht heeft. »She
hated him to see the child, and to assert her
complete ownership she clasped Jackie to her
bosom without a word of explanation, ignoring
William's presence, she questioned théchild on
matters about which Wil'iam Jcnew nothing.''
?Dergelijke aardige kleinigheden, die men onthoudt,
zijn bij Moore zeer zeldzaam. Gewoonlijk blijft
thet verhaal op een zelfde, niet al te hooge hoogte.
Maar al is het zelden buitengewoon treffend, het
.geheel maakt toch den indruk van w&ar te zijn,
geen diepe waarheid, allerminst een verrassende
?openbaring, maar wda> in wat het geeft; eerlijk
en eenvoudig verteld, en vng van die voortdurende
inspanning om geestige dingen te zeggen, die de
.meeste Engelsche romans van tegenwoordig zoo
irriteerend maakt.
R. A. H. en F. C. Jr.
?De vi ouwen van Goethe en de Fransche
smaak.
In de Goethevereeniging te Weenen hield de
vorige maand de Vicomte Octave de Laplane
?«ene voordracht over den invloed van Goethe
«p de letterkunde en kunst in Frankrijk.
De spreker erkende ten volle Goethe's
beteeJcenis, en zette daarna uiteen om welke reden
de Duitsche dichter in Frankrijk geen breederen
«n dieperen indruk maakt. Een der voornaamste
redenen daarvoor, is Goethe's verhouding tot de
Trouw; voor het Fransche gevoel behandelt
?Goethe in zijne gedichten de vrouw niet kiesch
genoeg. Hij is nog harder voor haar dan
Shakespeare. Het arme Gretchen, zijn
bewonderings"waardigste schepping, zeide de Laplane, verplettert
bij meedoogenloos in Faust. Dat kunnen de
Franschen niet dulden. Voor Faust, die Gret
chen van de eene misdaad tot de andere drijft,
en haar ten slotte laat zitten, kunnen de Fran
schen geen sympathie gevoelen. En inderdaad
'heeft Laplane in eene kleine Fransche stad eene
voorstelling van Faust bijgewoond, waarin, aan
het eind van het treurspel, op de vroolijkste wijze
het huwelijk van Faust met Gretchen gevierd
werd. De directeur voerde als verontschuldiging,
toen Laplane er over sprak, den smaak en het
rechtvaardigheidsgevoel van, het publiek aan.
Ondanks deze tegenstelling in het gevoel, hebben
de Franschen officieel eene groote vereering
voor Goethe ; zij beschouwen hem als
cosmopolitisch genie en hebben nog na 1870 eene der
mooiste straten van Parijs naar hem genoemd.
Rosegger en Heine.
Tegen het artikel »Rosegger en zijn voorvaderen"
in de Frankfurter is door eenigen die de ver
telling Heidi peters Gabriël in bezit hadden, op
gekomen. Kosegger zou namelijk onder de gees
telijke voorvaderen van zijn dichter niet Heine
genoemd hebben. De zaak is. dat er van de be
wuste vertelling drie edities zijn, twee afzonderlijk
en een in de geïllustreerde Gesammtausgabe van
Roseggers werken. In een der eerste nu, de
?octavo-uitgave, die omstreeks 1860 het eerst ge
drukt moet zijn, komt het citaat wel voor, en
ook in de latere herdrukken ervan, zelfs in die
van 1889. In de andere echter, de
miniatuuruitgave, is de naam Heine geschrapt; de plaats
luidt er: »Mozes en Homerus, Walter von der
Vogelweide en Gessner, Goethe en Voss en Stifter,
?en hoe ze verder heeten mogen." enz, Ook in de
geïllustreerde uitgave is de naam Heine geschrapt.
Eerst later moet Rosegger dus bedacht hebben,
hetgeen hij naar Mainz schreef, dat hij »Heine
niet genoeg kende."
Mevr. Lina Schneider, die voor de bekendheid
der Nederlandsche letterkunde in Duitschland
reeds zooveel gedaan heei?t, hield de vorige maand
in de Literarische Gesellschaft te Keulen eene
lezing over de «nieuwste" litteratuur in Neder
land. »Aus beiden Lagern" stelde Mevr Schneider
de belangrijkste dichters voor, en versierde hare
rede met het voordragen van een reeks van ver
taalde gedichten. In het eene kamp plaatst zij
(volgens den verslaggever) F. van Eeden,
Albert Verweij, »Karl DeysseF', Gorter,
»Alferino", Van Deventer, Viktor Lescaille, Boeken,
Tidemann, »W. Cloos", Jacques Perk en de
tijdschriften Van Nu en Straks en De Nieuwe
Gida; in het andere Nicolaas Beets, Couperus,
Boele van Hensbroek, Antheunis, Fiore Della
Neve. »Emanuel Iliul". Pol de Mont, Anton
de Roy, Marcellus Emants. enz. Van allen
bracht zij gedichten ten gehoore en wees op de
nieuwe vertaling van Nathan de Wtjze, door
Taco H. de Beer.
»De meegedeelde eigen vertalingen van Mevr.
Schneider verrasten zelfs het kritisch luisterend
oor door de schoonheid van vorm en uitdruk
king", zegt het Kölner Togeblatt. »Zeker zal de
bekende volmaakte declamatie der voordraagster
hiertoe niet weinig bijgedragen hebben.''
Eigen Haard van April bevat: M. \V. Maclaine
Pont, De Poorterszoon van Hoorn, (met ill. v. Ch.
Rochussen) ; J. A. Loeber Jr., Gesneden en gedreven
lederwerk, (met ill.); Edw. B. Koster, Fmains;
Jhr. C. C. Th. Six, Het Ztuderzee-vrangstuk; H, t
type >,Kortenaer", (met ill); Hans von Bülow
(met portret); Ons klein-kaliber geweer (met ill);
De Wilhelmina-bron, door dr. E. v. d. Ven, (met
ill.); Virginie Loveling, Pianospel; M. Brinkgrevj,
De overdracht van het nieuwe Unicers'iteittgebouiv
te Utrecht (met ill.); Esjée, »ff$ en zi/j"\ C. van
Mevelt, Zonnevonken; Jo de Vries, Op het slot
plein te Heidelberg (met ill. van M. C. de Vries);
Tyra, Onherstelbaar; Etha Fles, Het venster van Der
kinderen, te Utrecht, (met ill.), en voorts de platen:
Veldbloemen, naar Hugo Salmson ;
Aardappelenschillen, naar A. Neuhuys ; Marmeren buste van
H. M. Koningin Wilhelmina, naar Bart van
Hovi; Even uitgeioopen, naar E. S. Witkamp, enz.
Het presidium der Association artistique et
litteraire te Parijs, heeft met algemeene stemmen
besloten eene uitnoodiging van Wolfgang
Kirchbach, Ernst Eckstein, Paul Lindau en anderen
aan te nemen en het volgend congres te Dresden
te houden. Het comiténoemt Dresden meer dan
eenige andere stad van Duitschland aangewezen
voor eene vergadering van de »grande familie
intellectuelle".
MiiiiiiiiiiiuiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiHiiiHiiiniitiiiiiiiiiniiiiii
vo
DAMES
Mode. Koningin Victoria op reis.
Kookcursus.
Dezer dagen werd, ondanks de verkoeling
tusschen Frankrijk en Italië, te Parijs een japon
afgeleverd voor koningin Margherita. De stof
was, ook al iets wonderlijks, Vatikaankleurig
fluweel. Vatican is een nieuwe kleur, roodachtig
lila, dat voor sommige teints beter staat dan de
verwante dahlia, heliotrope, Fran^ois Ier en
vêque. Van de japon voor de koningin was de
rok in drie gegeerde volants gearrangeerd, ieder
bezet met spitse punten van guipure, die, naar
boven gericht, aan den rand met kralenborduursel
omzet waren. Het ronde corsage, van voren open,
ter zijde dichtgeknoopt, had een vest van wit
moiré, omgeven met breed uitstekende moir
revers, en voorzien van een jabot van geplisseerde
kant. De rluweelen mouwen, hoog gedoft, waren
met drie groote mozaïekknoopen op den schouder
geknoopt, van onderen afgesloten met een breede
moirémanchet, met kralen geborduurd, en langs
den binnennaad met doffen van moiréversierd.
Er behoorde een manteltje bij van Vatikaankleurig
fluweel met drie gegeerde volants evenals de rok,
moirécapuchon, en dikke satijnen ruche aan den
hals met satijnen linten.
Deze manteltjes concurreeren met de Figaro
jakjes; de jonge;e meisjes, vooral die een heel
mooie taille hebben, verkiezen de laatste. Er is
zoo weinig stof voor noodig, dat men ze heel
kostbaar kan nemen; en met de paniers of de
japonnen aan n kant op de heup opgenomen,
die meer en meer genade vinden, staan ze heel
gracieus. De mouwen, die wel driemaal zooveel
stof vereischen,maaktmen van zijde, moiré, fluweel,
kant, of entre-deux met moiré-lint afgewisseld.
De vorm van lange spitse punten is zoowel
voor stof als voor kant aangewezen; in de twee
of drie laatsle afleveringen van Voor onze Dames
(het tijdschrift van Jo van Sloten) ziet men bijna
niets anders en in de Fransche tijdschriften even
eens. Een aardige [toepassing en zér nieuw,
is de volgende: Twee rokken, de een van
crépon, donkerrood, blauw of geel, de ander
(althans voor zoover hij te zien komt) van een
kostbare, gebloemde of gechineerde zijden stof;
de bovenste rok is zoowel van onderen als aan
de taille op tien of meer plaatsen V-vormig
ingeknipt, zoodat daar de gebloemde onderstof
doorheen kijkt. Op dezelfde wijs maakt men
corsage en mouwen. Het corsage schijnt een
blouse van crépon, maar bestaat eigenlijk uit de
gebloemde zijden stof, waarover een paar strepen
créponstof gehecht zijn, die van de schouders
komend, elkaar aan het midden ontmoeten; zoo
wel het front als de zijpanden van de gebloemde
stof komen te zien. De mouwen worden op
dezelfde wijs van strepen crépon gevormd,
waaronder zich hoog de gebloemde stoffen welven.
De enkele gebloemde stof zou wat schel staan
voor onze begrippen; nu als 't ware geheel be
dekt door het effen kleed, komt zij veel beter
tot haar recht. Het arrangement heeft nog dit
voor, dat, als men de gebloemde stof van
neteldoek, percale, batist of iets anders dat
gewasschen kan worden neemt, het een zeer bruik
bare zomerjapon vormt, en voor liet overtrek kan
men de eene of andere stille geverfde stof nemen,
waar niet genoeg meer aan is om een geheelen
japon van te maken. Voor die onderstof heeft
men een heel rijke keus. gedrukt katoen, linnen
en satinette met prachtige gekleurde patronen,
satijnstrepen, bloemenranden; wil men zooiets niet
nemen, dan kunnen hier ook failles, liberty-silks,
surahs, foulards jardinière, pongees gebruikt
worden.
Men weet dat koningin Victoria, zooals trou
wens meer vorstinnen en andere aanzienlijke
dames, en zelfs eenige bijzonder kieskeurige
liollandsche vrouwen, op reis haar eigen bed mee
neemt. Maar er komt heel wat meer kijken,
wanneer Hare Majesteit voor eenigen tijd in
Frankrijk of Italiëhaar »luchtbad" gaat nemen.
De hertogin van Balmoral, zooals zij zich op bet
vasteland noemt, om de fooien, zegt de booze
wereld, stapt niet onopgemerkt aan het
Terniinua-Hótel te ('alais ai'; de kade voor het hotel
ligt vol met tallooze kisten, gemerkt V. I! , vol
linnengoed, meubels, servies, ingemaakte vruch
ten, boeken, l'ibelots, keukengereedschap, allerlei.
Acht schimmels en een zwarte ezel met hun
bediening trekken do aandacht; een enorm per
soneel volgt, waarvan niet als de voornaamste
beschouwd worden de eere-dames (b.v. Lady
Churchill en de bon. miss Phibbs), maar miss
Reynolds en de lieer Thomson. Miss Reynolds
is de eerste kamervrouw, tevens house keeper,
Thomson is een Schot met prachtige kuiten, de
opvolger van den betreurden John lïrown. Op
dezen volgen in de gunst van Hare Majesteit de
dikke koetsier Sand en de magere lakei Anderson.
Zij spreken geen woord Fransch; wel de kok
Feitham, want deze heeft drie Fransche chefs
onder zich, met een heele bende koksjongens.
Een ander gedeelte van het gevolg vormen vier
bronskleurige Indiërs, in lange costumen van licht
cachemire, rose, reseda, oranje, en groote tul
banden, /ij behooren tot de lijfgarde van de
koningin, het zijn Sikhs van Lahore, onderdanen
van wijlen Dhuleep-Sing. Deze volbloed Hindoes
drinken wel wiskey-grog, maar voor niets ter
wereld zouden zij een der schotels uit de
hotelkeuken aanraken; zij mogen alleen eten wat zij
zelf eigenhandig klaargemaakt hebben. Z'j heb
ben dus voor onderweg, in een nummer van
de Times gerold, wat rijst en een schapenkop
meegebracht, wat kip, wat curry, gepimenteerde
sandwiches, enz. Voor hen alleen behooren dan
ook tot de bagage drie wagons en twee bagage
wagens; zij voeren toch een complete keuken
en een eigen abattoir mee.
Als Hare Majesteit te Aix-les-Bains komt,
waar zij de drie laatste jaren vertoefde, is alles
in hare villa, behoorend bij het hotel Bernascon,
voor hare behoeften ingericht; maar ook te Flo
rence zal men het haar wel naar den zin maken.
Al spoedig zijn de acht schimnïels, de rijtuigen
en het personeel in blauw en goud, ingekwar
tierd ; miss Reynolds zelf zal het breede koperen
ledikant met hooge stijlen laten opmaken; in haar
kamer hangen, voor een groot vuur, de lakens
van lersch linnen uit te wasemen.
Twee kamermeisjes zijn met een curieus werk
bezig; het duurt lederen ochtend en avond wel
een uur. Waar bij gewone matrassen de knoopjes
of kwastjes zijn, zijn hier kleine touwtjes, die
men kan losmaken en aanhalen, zoodat de matras,
van wol of paardehaar, geheel van lucht door
trokken wordt. Er zijn er meer dan honderd;
iederen morgen worden ze losgemaakt, iederen
avond dichtgeknoopt.
* *
*
Als de trein aankomt, is er niemand op het
perron dan de commissaris van politie, twee de
tectives en de stationschef. Sir Henry Ponsonby,
particulier secretaris, stapt het eerst uit; hij kijkt
rond of de kust veilig is, en wenkt dat de konink
lijke bezoekster zich naar buiten kan wagen. De
twee wagens ter zijde gaan dan open, eenige In
dische bedienden komen te voorschijn,de een draagt
een klein roodfluweelen trapje, een ander een
knoestigen dikken stok; zij wachten geknield dat
de koningin uitstapt. Zij leunt op den arm van
Abdul, en stapt uit, terwijl tegelijk het geheele
andere personeel is uitgestapt en twee rijen vormt,
zoodat de koningin, door niemand gezien, de
wachtkamer binnentreedt. In de wachtkamer zijn
vreemden, sir Ilenry Ponsonby spreekt er
zoovelen mogelijk aan, terwijl de koningin, haar stok
trachtend te verbergen, haastig de wachtkamer
doorgaat, rechts en links groetend. De koningin
draagt een zwart wollen japon, een hoed van
zwart stroo mot dikke zwarte voile, opgeslagen,
en een zwart jacquet, met wit gevoerd; zij is
klein en verschrompeld, met een dik hoofd.
Achter haar wandelt een groote grove kleurige
vrouw, prinses Beatrice, en een klein bleek ten
ger mannetje, de prins van Battenberg. Hij beeft
zijn vrouw de heele reis niet gesproken, want de
koningin wil hare dochter altoos bij zich hebben
en de hofetiquette duldt niet, dat hij, die niet
van koninklijken bloede is, in den coupévan
zijn schoonmoeder een zitplaats zou krijgen.
Te Middelburg wordt gedurende eenige weken
een kookcursus voor dames gegeven door Mevr.
do wed. Wilderink-Jansen, onder-directrice van
de Ilaagsche kook- en huishoudschool. Er wordt
met zeer veel belangstelling gebruik van gemaakt;
de Middelburysche Courant wijdt er een lang
feuilleton aan, met citaten uit Hen»ann und
Dorotliea ; men spreekt er te Middelburg over,
of niet een vaste kookcursus, ook voor het volk,
daar te vestigen zou zijn. De voordracht van
Mevr. Wilderink, die als aangenaam en bevatte
lijk geroemd wordt, draagt zeker bij tot het
succes dat de cursus heeft.
Uit het oude kookboek :
Schoenlapper: Maak een gewoon appelmoes met
een greepje zout, van oen droog soort van appe
len, roert er door gestampte beschuit op de gis,
twee eieren, wit en geel geklopt, wat kaneel, wat
geraspte citroenschü, een stuk boter ter grootte
van een ei, suiker naar den smaak, het sap van
een citroen. Doe het in de taartepan, die besmeerd
en met beschuit bestrooid is, wat gestampte be
schuit er over heen, onder en boven vuur.
E?e.
uuiiniiiiiiiiiHiiMiiHiniiiiiiiiMnniitniiMMMiiiiiiiiiHiiniiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiu
oïna&zonb&n.
ijiiHiniiiiiiuiniiiiiiiitiiiiiniMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiitiiiiiiHmtm
17 Mei '91. Amsterdam.
Als bijvorgM',1 van il? J?/x/n-i/i/a/u/i'i' van den
Kin Mei 1MH moet uw politieke plaat, een soort
auto-da-IV- te y.ieu geven op de politieke strek
king hel) ik niets te zeggen, maar wel op de waar
lijk belachelijke wijze waarop hi' r weer liet woord
//auto-da-fó' wordt gebezigd, liet moet een ver
branding voorstellen. Vergeef me dat ik 't zeg,
maar u schijnt in dergelijke zaken zeer slecht op
de hoogte te zijn. >ta mij toe dat ik u op het
volgende wijze, genomen uit de ,/ Apologie des
Christendom*" van Devivier. Hij schrijft aldus :
.,\\at de slecht onderwezen personen liet meest
doet huiveren, zijn ile anto-da-fé's. Gewoonlijk
worden deze als afgrijselijke tooneelen voorgesteld.
Kondoin een out/.aglijkeu brandstapel, welke op
gericht is om een seheele schaar van slaehtoü'ers in
de vlammen te doen omkomen, ziet men een
dweepzieke menigte en vooral de onverbiddelijke rechters
der Inquisitie, die sainengcstroomd zijn om met
een \\ rcede vreugde dat schouwspel te genieten,
hetwelk men slechts ouder wilde volkeren mogelijk
zou achten.
De waarheid is echter, dat een auto-da-léniet
bestond in verbranden noch ter dood brengen, maar
daarin dat personen, die gebleken waren onschul
dig te zijn, werden vrij r/espro/ceit, en dat de schul
digen, die berouw hadden getoond, met de Kerk
verzoend werden. Want evenals de priesters bij
het toe dienen van het H. Sacrament der Biecht,
schonk ook deze rechtbank kwijtschelding aan dege
nen, die berouw hadden. Alleen de ketters, die
hardnekkig in hun ketterij volhardden, en zij wier
misdaden gedeeltelijk tegen het burgerlijk recht
waren, werden aan den wereldlijkea rechter over
geleverd. Na deze vrijspraak was de auto-da-f
geëindigd, eu verlieten de kerkelijke rechters de
plaats.
Zoo b.v. zouden er, naar het beweren van
Llorente, bij de auto-da-fcs, weikeu den 12den
Februari, Isten Mei en lOden December 1486 ge
houden werden, 700, 900 en 750 slachtoffers ge
weest zijn. De waarheid echter is, dat er toen
geen enkel slaclitoffir was; liet waren alleen be
schuldigden, maar van die allen werd geen enkele
ter dood gebracht."
Ook de afleiding van het woord geeft teu dui
delijkste de beteekenis aan want auto-da-f
beteekent niets anders dau : acto fidci =r voor af
gelegde trouw. Wellicht zou u mij kunnen tegen
werpen Het woord heeft in dien zin, waarin wij
het verstaan, recht van bestaan gekregen door het
algemeen gebruik". Aangenomen zelfs dat u er
de boven weerlegde beteekenis niet aan hecht
meen ik toch dat een dwaling, die, zoo dikwerf zij
herhaald wordt, ook telkens de Katholieke Kerk
een lastering toewerpt, allerminst reelit van bestaan
mag hebben en overal, als een der meest weer
legde dwalingen, moet geweerd worden, in plaats
van door valsche en scheeve voorstellingen ze te
verspreiden. Ik verwacht dat u dit stukje een
plaatsje in uw blad zult waardig keuren, op dat
velen door liet lezen daarvan, eindelijk eens hun
waarlijk dwaze vooroordeelen" en huune begrip
pen omtrent auto-da-fé's mogen afleggen. Onder
dankzegging voor de verleende ruimte heb ik de
eer mij te noemen,
Uw d v. D.
AUG. KTJIXDERS.
[Wij wenscheii met den inzender over de ge
schiedenis en de beteekenis der auto-da-fe's niet
in discussie te treden, ofschoon wij het met hem
hierover evenmin eens zijn als over zijne vertaling
van het acltix jldei, dat niets anders kan beteekencn
dan //daad des geloofs." liet zal den meesten on
zer lezers wel volkomen duidelijk zijn geweest, dat
wij liet woord hebben gebezigd in den
overbekenden, gebruikclijken zin. RED.]
miiuimiiuuiiiumaiui
40 eenti par regaL
SiEXQUISE COLLECTIE
en 011 MeubelsloffeD.
VOS & LE GEÏND, Kalverstraat.
Magazijn KEI/ERSHOF", Niemvendijk 19;:.
Zijden stoffen. Giootste sorteering zwarte
en gekleurde, effen, gewerkte en gedamasseerde
Zijde, Satijn en Surah. De nieuwste des
sins en kleuren steeds voorhanden.
SCHADE & O L DE X KOT T.
Hoofd-Bepöt
VAN
Dr. JAEGER's m. Norm.
folartMen
K. F.
DEUSGHLEBENGER.
Atntt. Kalverttr. l f f
Eenig specialiteit in dei*
artikelen in geheel Nederlanc.
A. J. NUSS,
firma C. L. C. YOSRl'IL,
Pcguliersbreestraat 30-32,
AMSTERDAM.
TELEPHOON 557.
Ruime Sorteering
VELD-EZELS,
SCHILDSRKISTÏH
voor Olie- en Waterverf.
PARASOLS,
SCHILDERDOEK,
in alle breedten en qualiteiten.
SCHILDEESTOELTJES,
EX35.