Historisch Archief 1877-1940
No. 882
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
te
De eerste verrassing voor den nieuwen premier.
Minister Roe 11 CM de Haarlemsche stedemaaydj: »Zoo, is dat nu hetzelfde busje waar ik uitgekropen ben?'1
SnniQes.
Het schijnt waar te zijn dat de Keizer van
Duitschland onze Regentes zal komen be
zoeken in Juni te Amsterdam. Twee
voordeelen tegelijk. H. M. zal dan toch dit jaar,
zij 't niet een gewoon, een buitengewoon be
zoek aan haar hoofdstad brengen, en den heer
Steenkamp wordt opnieuw de gelegenheid
geopend zich als commandant bij een taptoe lau
weren te vergaren. Nu ik nog altijd in de
onderstelling leef, dat de heer Steenkamp met
Juni zijn betrekking als politie-hoofdman zal
neerleggen, doet het mij genoegen, dat hij aan
zijn loopbaan als rustbewaarder zulk een
schitterend slot zal kunnen geven. Want ik
heb al meer gedacht, of het niet hard was,
van een ambt, met zoo veel eere bekleed, te
moeten afstand doen, zonder dat het publiek
zou kunnen zeggen: nu ja, maar hij heeft er
dan ook uitgehaald wat er in zat! Heeft
Steenkamp twee taptoes achter den rug, dan
kan er, dunkt me, geen sprake van zijn, dat
hij is heengegaan vóór het zijn tijd was.
Te Delft, zoo schreef het Vaderland giste
ren, zal het er op uitloopen, voor de eerste
rnaal na 10 April, dat Takkianen en
anti-Takkianen de handen ineenslaan voor een zelfden
liberalen candidaat het denkbeeld van
samenwerking tusschen de liberalen die aan
Tak's zijde staan en de andere behoeft niet
langer een utopie te heeten."
Zoo is het: in mr, Boers is de fusie volbracht;
mr. Boers is de vleeschgeworden fusie. De
A. Rotterdamsche en het Vaderland kozen hem
eendrachtig tot hun candidaat. Nu kan het
mij natuurlijk weinig schelen, welke argu
menten het Vaderland bezigt, om te bewijzen
dat mr. Boers eigenlijk een Takkiaan is; welke
i de AT. Rotterdamsche gebruikt, om aan te
toonen dat hij in den grond een anti-Takkiaan
is; want ik weet, dat hij een heel fatsoenlijk
liberaal is, en hij kan dus niet anders dan
allebei. Takkiaan en anti Takkiaan, tegelijk
zijn. Wat mij echter veel meer interesseert is
te zien, dat de V. Rolt. en het Vaderland het
samen eens zijn. en dus ook dat deze beide.zuiver
liberaal zijn. Maar onzuiver kan ook een
liberaal niet wezen, want dan was hij geen
liberaal.
Na de verkiezingen is de gevel der bureaux
van het Handelsblad aan de Pijpenmarkt door
een hooge en dichte schutting aan de oogen
der belangstellenden onttrokken- Zou de re
dactie haar droefheid over het vruchtelooze
van hare laatste volte-faee voor de onbe
scheiden oogen va_n het publiek willen ver
bergen ? Of is zij in dit duistere hoekje aan
het verpoppen ? In het laatste geval ben ik
benieuwd wat er voor den dag komen zal.
't Kan een vlinder zijn. maar ook een mei
kever: de studiën over den rupstoestand
hebben hieromtrent geen voldoende zekerheid
gegeven.
In de Fransche bladen, gelijk in een
bulletin van de Unarlenwhe, Courant hier ter
stede, werd gezegd dat Van Houten de ope
ningsrede heeft gehouden in de vereen igde
zitting der St.-Gen. De meeste
binnenlandsche bladen noemden Roöll als den
voorI
lezer van dat staatsstuk. Misschien, dat men
te Haarlem en elders de dupe geworden
is van de overweging, dat iemand die
iets weet, het ook zeggen moet, en men
in een kabinet, evenmin als in een vergade
ring, aan een ander de leiding moet over
laten, wanneer er een bekwaam president aan
tafel zit. ^t Kan echter ook zijn dat de Haar L Ct.
en de Fransche bladen niet zoo zeer dupe,
als wel critici waren, die alleen door het ver
wisselen van een naam, zoo fijn mogelijk, het
kabinet herinneren wilden aan de kwaal van
het vorig Ministerie, waarin de heer van
Tienhoven de rol van Roëll vervulde en
men weet met welk een treurig gevolg !
Mr. Boers, de Delftsche candidaat is een
olijkert. Eerst zoo laat komen zijn kiezers
te weten, wat hij eigenlijk wil, dat liet te
laat is, om hem door een ander te vervangen.
Tegen deze methode is niets intebrengen.
Vooral niet in onzen tijd. 't Wordt hoe lan
ger hoe meer gewoonte den candidaten aller
lei onbescheiden vragen te doen ; van de
zelfstandigheid blijft zoo goed als niets over,
de kiezers willen niemand afvaardigen, die
een eigen meening heeft?zoodat alle aardig
heid van het in de Kamer zitten er af gaat.
Zal er dus nog een beetje vrijheid voor een
volksvertegenwoordiger overschieten.dan is het
hem geraden zich stil te houden, tot zeer kort
vóór de stemming. Dan moeten de kiezers
wel den schijn aannemen van met hun can
didaten het eens te zijn. Hel eenige wat wij
niet op de methode, maar op de toepassing
daarvan door den lieer Boers hebben aan
te merken, is dat hij nog te vroeg heeft
uitgepakt. Waarom niet gezwegen tot den
avond vóór de stemming?
Had Mr, Boers zijn ijver om zich toch nog
te uiten een weinig beteugeld, hij zou Ger
ritsen geen recht gegeven hebben te schrij
ven : -De politieke richting toch van iemand
die de candidaat van alle liberalen wenseht
te zijn is, na al het gebeurde van de laatste
twee maanden, zóó onbestemd, dat ik waarlijk
niet zou weten op welke gronden de
eandidaluur door mij zou kunnen worden aan
bevolen."
Boers had dus zijn redevoering te Delft of
nog liever elders moeten houden, op
denzelf| den avond, waarop de heer Gerritsen hem
stond aantebevelen als Takkiaan.
Nu heeft hij zich eenvoudig benadeeld.
Maar aldoende leert men en bij een
volgende gelegenheid zal hij zich allicht
naar mijn advies gedragen. Opmerkelijk,
dat de knapste man toch altoos nog iets
leeren moet, en meer dan opmerkelijk, dat ik
van zoo'n knappen man nog de leermeester
mag zijn.
De Franschen zullen dit jaar zeker bij
duizenden te Scheveningen komen. Want
de Fiijnro vertelt hun niet alleen, dat er geen
mooier strand is dan dat van Scheveningen,
maar ook dat de le.ndancea /'raiti^fnes zich
daar meer en meer openbaren, dank zij den
heer Legrand (den Franschen zaakgelastigde
te 's liage) en Mevr. Legrand, van welke H. M.
de Koningin-Regentes erg veel houdt. Ook het
verder personeel der legatie schijnt zich te dezen
opzichte verdienstelijk te maken: gesignaleerd
worden door den Fiyaro de heer Labouret,
raad van legatie, benevens Mevrouw Labou
ret en Juffrouw Labouret, die aan het
strand op de vriendschappelijkste wijze met
de Haagsche aristocratie verkeeren. Zoo
hebben de aandeelhouders van het Kurhaus
alle reden, om de Fransche diplomaten in
eere te houden.
Alleen zou de keuze van den nieuwen
directeur, den Duitscher Goldbeck, aanleiding
lot bedenkingen kunnen geven. Maar de
/?/'/'"'o weet daar ook al raad op : >M.
Goldbeek, oud-consul van Engeland te Frankfort,
is een echt gentleman, dus un i'ini I'arisiat.']