Historisch Archief 1877-1940
Ho. 883
DE AMSTEiRDAM'MER, WEEKBLAD VOOR ^EDERLA-NJ).
tweede uitvoering in dit-seizoen. Getrouw aan
.de dikwijls.door:hern;uitgesproken meening, dat een
klein koor, 'mits uit goede elementen bestaande
meer indruk kan maken :dan een zeer talrijk koor,
.waaraan -minder strenge -muzikale eisenen zijn
gesteld, heeft ide heer Van Milligen zijne keur
bende van dilettanten tot een klein aantal ruim
dertig beperkt. Ofschoon enkele goede krach
ten ditmaal ontbraken, maakte het koor door
.zuiverheid en fraaie voordracht een zeer
aangenamen indruk. J?satm .23 v,an Schubert werd met
wijding ten gehoore gebracht; de nieuwere
Fransche school, waarmede de directeur zeer vertrouwd
is, was uitnemend vertegenwoordigd door een in
teressant -werk van Vincent d'Ir.dy (Sur la Met)
en een juweeltje van César Franck (Soleïl). Na
,de.pauze werden drie a cappella koren van Brahms
en een Ave Maria van denzelfden componist uit
gevoerd ; ook deze werken werden op intelligente
wjgze vertolkt.
Drie solisten verleenden by deze uitvoering
hunne medewerking. In de eerste plaats noemen
w,ümej. A. G., de zeer verdienstelijke pianiste,
die zich by deze uitvoering en bij de vorige op
zoo uitstekende wijze van de begeleiding der koor
nummers kweet. De jeugdige kunstenares liet zich
hooren in drie werken van Chopin (Prélude Des dur,
JTantaisie Impromptu, Polonaise As dur); zij be
schikt over eene benijdenswaardige techniek, maar
hare opvatting van Chopin scheen ons niet vrij,
niet elegant toe. Ongetwijfeld zal dejonge dame, die
reeds herhaaldelijk blijken gaf van degelijke stu
die en van muzikalen zin, deze kleine tekort
koming spoedig weten goed te maken.
Mejuffrouw Vlieger vervulde met succes de
kleine sopraan-solo in het werk van d'Indy en
trad na de pauze op met de Scène de la Folie
uit den Hamlet van Ambroise Thomas. De keuze
van dit nummer kwam ons niet zeer gelukkig
voor: de uit den aard der zaak reeds eenigszins
onsamenhangende muziek dezer waanzins-scène
kan de orkestbegeleiding en de tooneelomgeving
niet missen. Intusschen toonde mej. Vlieger te
beschikken over een omvangrijk en krachtig
geluid, en veel aanleg te bezitten voor
coloratuur, ofschoon in dit laatste opzicht voor haar
nog wel wat te leeren valt.
De jeugdige violist J. Jacobs bezit reeds een
merkwaardig meesterschap op zijn instrument.
Hij bracht een Rondo Capiieoioso van Saint-Saens,
eene Romance van Svendsen en Charakteristische
Tanzweisen van Kes ten gehoore. Was de uit
voering ook niet geheel vlekkeloos?van hoeveel
rijpe artisten kan men dit getuigen ? de toon
was zoo fraai en de voordracht getuigde van
zooveel goeden smaak en zelfstandige ontwikke
ling, dat men van de toekomst van dezen jongen
man de beste verwachtingen kan hebben.
* *
Het concert van den heer Van Milligen zou in
de Caeciha met het bekende zwarte handje zijn
aangeteekend, als een dat in 't geheel geen com
positie van Nederlandsche toondichters bevatte.
Dat echter de heer Van Milligen een warm hart
voor onze Nederlandsche toonkunst heeft en op
intelligente wijze tot haren bloei medewerkt,
heeft hij getoond door de uitgave van het werk,
waarvan wij den titel boven afschreven. Het be
vat een zestigtal mannenkoren, ten deele
oudNederlandsche liederen, ten deele nieuwe
eompositiën van Nederlandsche kunstenaars op teksten
van Nederlandsche dichters. Een echt nationale
bundel dus, die door den Groningschen uitgever
Wolters met de bekende zorg in een keurig ge
waad is gestoken.
In deze verzameling boezemen ons allereerst
de oude compositiën belang in. In het
bijeenzoeken en bewerken daarvan steekt heel wat
meer arbeid en moeite, dan de oningewijden
zouden vermoeden. »Naar eenvoud van harmoni
satie, in het karakter van den stijl van dien
ty'd, heb ik gestreefd" zegt de heer van Milligem
in zijn voorbericht. Het komt ons voor, dat hij
aan dezen eisch, dien hij zich zelf stelde, op
gelukkige wyze heeft voldaan: de pittige sober
heid der oude voysen is in de bewerking met
veel piëteit bewaard.
Naast de 35 vaderlandsche liederen, minnelie
deren, geuzeliederen enz. bevat de bundel 26
nieuwe compositiën van S. de Lange, A. W. A.
Heyblom, Frans Coenen, Richard Hol, Hugo
Nolthenius, C. H. Coster, J. H. L. Kijken, l'h.
Loots, Leon. C. Bouman, L. A. van etterode,
M. J. Bouman, Frans Coenen, Bernard Zweers,
G. A. Heinze, J. Worp en S. van Milligen. Ook
deze verzameling bevat veel schoons. Het zal
voor de leiders van mannenkoren een genot zijn,
uit zoo groote verscheidenheid eene keuze te
doen, met de wetenschap, dat hun programma's
daardoor niet slechts »elck wat wils", maar tevens
allen wat goeds kunnen geven.
De heer Van Milligen is op de dezer dagen
gehouden vergadering der Nederlandsche
Toonkunstenaars- Vereeniging benoemd tot
correspondeerend lid voor de provincie Noord-Holland ;
in die hoedanigheid is hem het organiseeren op
gedragen van uitvoeringen, door genoemde Ver
eeniging in de hoofdstad en de provincie te geven.
Terwijl wij ons verheugen over deze erkenning
van zijne verdiensten, spreken wij tevens de hoop
uit, dat de Nederlandsche
Toonkunstenaars-Vtreeniging het voorbeeld zal geven van een dankbaar
gebruik van Neerlands zangen voor Neerlands
mannen. Aan de leiding van den kundigen
bewerker en verzamelaar dezer zangen zullen
zulke uitvoeringen zeker eene eigenaardige be
langrijkheid ontleenen.
E. D. PJJZEL.
Geen vooruitgang.
Het Serliner Tageblatt neemt met genoegen
een artikel uit de Stralsunder Zeituny over,
waaruit blijkt, hoe honderd jaar geleden, de re
deneeringen en argumenten der censuur precies
dezelfde waren als tegenwoordig. Het gold Die
J3«M&er,tooneelspel van den «regimentsdokter
Friedrich Schiller". Het stuk was ingestudeerd, de
advertentiën waren geplaatst, de biljetten aan de
hoeken der straten aangeplakt, de toegangskaarten
voor een groot deel verkocht. Maar de voor
stelling had niet plaats. Op het laatste
oogenblik liet plotseling de Zweedsche
GouverneurGeneraal, graaf von Hesselstein, de voorstelling
afkommandeeren, de tooneelaffiches afscheuren
en den schouwburg voor dien .avond sluiten, alles
wegens den gevaarleken en verderfelyken inhoud
van het stuk van Schiller.
Dit verbod gold te Stralaund gedurende eene
reeks van jaren, totdat het publiek stormachtig
om het stuk vroeg en in het theater kabaal
maakte. Toen richtte de magistraat van Stralsund
het 'was op 15 April 1704, dus nu juist honderd
jaar geleden?een schrijven aan den
GouverneurGeneraal graaf Ruuth, van den volgenden inhoud:
»De onstuimige wyze .waarop den vorigen Vrijdag
?door eenige .personen in het parterre van den
schouwburg van de acteurs geëischt is gewor
den, -dat een volgende maal door hen Die
I{(iuber zou woeden vertoond, geeft ons aanleiding,
aan uwe Excellentie in onderdanigheid de vol
gende beschouwing ter genadige overweging aan
ite bieden. Keeds sedert verscheidene jaren
woriden de stukken, welke de .directie op .het
tooneel denkt te brengen, door iemand uit ons
midden aan censuur onderworpen, eene in
richting, welke men in eene goed geordende
stad, naar wij hopen, niet gaarne zou missen.
Zij wordt thans des te noodzakelijker, nu min
achting voor de religie en geringschatting van
goede moreele gezindheid den heerschenden toon
vormen en zich tot op iedere menschenklasse
uitbreiden, en de voor het tooneel schrijvende
dichters zich niet zelden verstouten aan de han
delende personen redeneeringen in den mond te
leggen, waarin ongebonden vrijheidsliefde, ruwheid
van zeden en verachting van alle goede orde als
prijzenswaardigste eigenschappen geroemd worden.
Tot deze tooneelstukken behoort zeer zeker ook
het stuk bekend onder den naam van Die Rauber.
Wanneer in dat stuk eene vereeniging van jonge
lieden wordt voorgesteld, die goed en edel meenen
te handelen en werkelijk ook nu en dan edel en
grootmoedig handelen, maar daarbij zich tot
redding van hunne gezellen en verder tot
bereiking van hun doel veroorloven eene
stad in brand te steken en in de asch te
leggen, andere menschen om het leven te bren
gen en zelfmoord te begaan, en wanneer zulk
een gezelschap in zulk een voordeelig licht wordt
voorgesteld, dat het den bijval der toeschouwers
moet verkrygen, moet dan niet de daarvan te
verwachten indruk als hoogst nadeelig en ge
vaarlijk bestempeld worden ? Onder de toe
schouwers zijn lieden van allerlei soort, lieden
zonder opvoeding, lieden zonder vaste principes.
Deze nemen uit zulk eene voorstelling juist enkele
handelingen, enkele uitingen over. De levendige
actie der tooneelspelers prent hun juist deze
diep in, en de tijd kan komen, dat zij mach
tigen aandrang gevoelen, juist ook zoo te
doen, de tijd kan komen, waarop de lang
gekoesterde gedachten tot daden overgaan. Men
weet het immers uit de dagbladen, hoe juist
het stuk Die liüuber eene groep jonge knapen te
Leipzig er toe gebracht heeft van hun ouders weg te
loopen om eene rooverbende op te richten; zeer
terecht is daarom dit stuk in de meeste en
grootste steden van Duitschland sinds lang ver
boden en wanneer het nog op eenige plaatsen
geduld wordt, betuigen de bladen daarover hunne
verwondering en mishagen. Om de zelfde reden
heeft ook zijne doorluchtigheid de vorst von
Hessenstein ten tijde van zijn gouvernement alhier,
de opvoering van het stuk, ofschoon de aankon
digingen reeds aangeplakt en verspreid waren, ver
boden. Naar dit voorbeeld hebben wij ons gericht,
maar niet minder uit eigen overtuiging omtrent
het nadeelige van dit schouwspel, en zoowel in
den zomer van het afgeloopen jaar als bij eene
herhaalde aanvraag in den vorigen winter de
opvoering ervan afgeraden en verboden."
Ten slotte vraagt de magistraat de gouverneur
generaals goedkeuring op zijn besluit, welke de
gouverneur dan ook vol waardeering verleent.
Opmerkelyk is het, hoe opvatting en argumenten
van de censuur geheel dezeltde zijn gebleven als
voor honderd jnren. Beweegt zich dan de aarde
niet ? Ja, maar om hare as en in eene ellips.
Antoine.
In Juni zal Antoine een reeks van
gastvoorstellingen te Berlijn geven; thans is hij met veel
succes te Constantinopel werkzaam en gaat daarna
naar Boecharest. Het is voor het eerst sedert
1878 dat een Fransche troep van beteekenis te
Berlijn optreedt; men weet dat Sarah Bernhardt
op hare lange kunstreizen nooit in Duitschland
heeft willen optreden.
Een stuk van stukken.
In het Central-Theater te Berlijn heeft de
acteur Emil Thomas zich voor zijn gastspel een
curieus stuk laten samenstellen, »der Traum des
Aktioniirs". Het gegeven is, dat een aandeelhou
der in eene bierbrouwerij in plaats van zijne be
noeming tot directeur van deze, zijne aanstelling
als theater-directeur thuis krijgt. Hij slaapt in,
en droomt zichzelf in negen blijspelrollen, die
liij dan achtereenvolgens speelt. De tooneelen
waren zoo gekozen, dat ernst met kiucht afwis
selde, en alle uit bekende stukken genomen, liet
publiek vermaakt er zich goed mede, maar de
kritiek kan deze handelwijs, »uit negen organische
lichamen stukken vleesch te scheuren'', niet goed
keuren.
Olga Nethersole.
Te Londen maakt eene jonge tooneelspeelstcr,
Olga Nethersole, veel opgang. Men ziet in haar
de actrice der toekomst; zij speelt sedert eenige
weken de hoofdrol in The Trai^grestor van Gattie,
een overigens onbeduidend stuk, maar waarin zij
eene zeer belangrijke rol heeft.
Humperdinck.
Van eene opera van Humperdinck, genaamd
Ilfinsel und O-retel, worden tegenwoordig te Frank
fort kindervoorstellingen gegeven, die zooveel pu
bliek trekken, dat men telkens menschen moet
wegzenden. Als slot der voorstelling gaat het bal
let Die Puppenfee.
Hauptmann.
Het droomgedicht Hannele, van Gerhard Haupt
mann, is te New-York opgevoerd met succes. Er
was wel wat reclame voor gemaakt. De vereeni
ging voor kinderbescherming bad .geprotesteerd,
omdat de hoofdpersoon te jong was, en eene andere
commissie, omdat zij het stuk als godslasterlijk
beschouwde.
mummtnitmmmmnitumuiumnmim
In Pnlchri.
De heer Staats Forbes te London verplicht
ons in den laatsten tijd zeer door het in Hol
land ter expozitie afstaan van onderscheiden
mooie zaken uit zijn rijke verzameling. Pas be
wonderden wij op een tentoonstelling in Utrecht
een aantal van zijn Hollandsche
waterverfteekeningcn, en terwijl is in den Haag de expositie
van de heeren van AVisselingh en Co. (die nog
tot 31 Mei openblijft) eveneens opgeluisterd door
een zestal uitgelezen specimens van de voor
name kunst die hij in bezit heeft.
Voor ons van het grootste belang is zijn De
Koster van Jozef Israëls. In jaren had ik het
schilderij niet gezien, en de kleine figuren er
van waren in mijn herinnering tot levensgroote
geworden. Men kent de kompositie. De rustig
en burgerlijk gewichtig pennende koster zit dicht
onder het raam geschoven, met den gouwenaar
schuins in den mond, en intiem-prim tegenover
hem met goedig welgevallen den man aanziend,
de vrouw aan het breiwerk, ? en op de tafel
een van binnenkamer-zilverlicht glanzend stil
leven, rommelig gezet, maar van g-, est zoo rustig
en tevreèals alles in de adem van dit ordelijke
vertrek en van zelfs daarbuiten, waar men over
en door de witte gordijntjes heen het lichte dorp
heeft er midden uit het aardige kerkje opstekend.
Mij spreekt dit kostelijke schilderij zoo in even
wicht aan, alsof het geschilderd was door een
volmaakte Oude Hollander, maar door een dan
met fijner snaren en rijker gemoed, dan de
petitsmaitres hadden.
De akker van Mauve is een even belangrijke
Mauve als de Koster een voorname Israëls is.
Van de verdere bijdrage van den heer Forbes
blinken twee kleine Corots uit, waaronder er
vooral n vol van een magnifiek teeder
zomerwemelen.
De Ilousseau van den Londenschen verzamelaar,
hoe eerbiedwaardig het werk van Millots makker
ook altoos zij, schijnt mij niet zóó machtig als
het klaardonkere bosclilandschap van den mees
ter dat de tirma Wisselingh er bij laat zien.
Een ander Engelsch verzamelaar gaf voor deze
tentoonstelling een schilderij van Thijs Maris,
dat den verfijnden een zeldzame genieting be
reidt. Die blanke verheven viouw, die
eftengesluierde princes is n adem van trotsche ver
rukking, n schuchterheid van liet zuiverste,
n licht van de allernobelste
sehoonheidshoogheid. liet schilderij schijnt uit denzelfden tijd
als die exkieze aquarel De Wande ing, die de
firma Wisselingh reeds meer liet zien. Doch
geheel recent en daarom nog niet zóó bestorven
en zóó mooi als de Honchran/l die aan dr.
Titsingh behoort, is het landschap dat als motief
hierin toch zeer veel denken doet. Zooals die
drie werken van Thijs Maris daar bij elkaar
hangen, geven zij een nobel beeld van zijn
hoogste verlangens, en wij mogen hiervoor dank
baar zijn.
Een pittig en puissant gezicht op Schiedam van
Jacob Maris komt een publieke verzameling in
ons land verrijken. Het Dordtsch Museum dat
van den Haagsehen meester niet anders dan een
figuurschilderijtje bezat, heeft er een goede aan
winst aan, ofschoon wij het breed gedragen visioen
van Dordrecht zelf, dat hier mede geëxposeerd
is, er toch liever voor verzekerd zagen.
Er is verder van de Hollanders nog heel wat
goeds. Twee schilderijtjes van Karsen geven
volop den teederen diepgang van zijn somber ge
voel. Een massaal geschilderde herinnering aan
honden van Witsen laat hem in zijn kracht zien.
De gezwollen zee van Mesdag is misschien het
beste wat mij van dezen bekend is, en de Moeder
en Kind van Neuhuys is een waar tableau de
musée.
Er is voorts nog een mooi idylletje van Corot
en een heel simpel heuveltje met een molen er
op van dien zuiveren lyricus, een schilderij, dat
den kooper er van eer aandoet. Er is een ge
weldig stuk gulzig schilderen vau Courbet. Er
is cm kleine krasse Vollon die een weinig je
naar Daubigny aardt, maar meer uit de kwast
geloopen, schoon dit niet zoozeer als zijn
met zwiepende kwast en zwalpende verf ge
schilderde visscher. Er is van Daubigny zelf
uit zijn laatste periode een zeer belangrijk
straklijnig, sober gekleurd werk van barschen
en toch naïoven ernst. Er is een meer geëxpo
seerd landschap van den ouden Michel dat ik
graag blijf zien. Er is een magistrale Don
Quichot van Daumier, een pochade van schier
titanische kracht. Er is een schets van Delacroix
die men misschien binnenskamers moet hebben
om er beter de pracht van te vatten. Er is een
frisch, gaaf en uiterst bekoorlijk staaltje van
Liebermann's spiritueelcn kant. Er
iseen.longkindt en een landschapdroom van l'eppercorn
waar ik veel van houd en prachtige bronzen van
Meunier en heel mooie etsen van Bauer, en
kostelijk Oostersch aardewerk. En er is nog heel
wat meer, maar als er niets was dan wat ik
noemde, zou het immers al een kollektie zijn,
zooals geen modern museum ten onzent te kijken
geeft. J. V.
De Vereeniging tot bevordering van Vreemde
lingenverkeer voor Utrecht en Omstreken zal
van '20 Augustus a. s. tot l October d. a. v.
in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen
aldaar, een Tentoonstelling van Oude Schilder
kunst houden, welke zal bestaan uit eene
afdeeling schilderijen van Oud-IIollandsche mees
ters, bijeengebracht uit particuliere kabinetten en
eene afdeeling schilderyen van Oud-Utrechtsche
.meesters, verzameld uit particuliere kabinetten
binnen- en buitenslands en .waar dit voor,,de
volledigheid noodig blijkt, aangevuld uit ver
schillende musea.
Zeer belangrijke toezeggingen, zoowel .uit ons
land als uit het /buitenland, zy'n der commissie
reeds gedaan, zoodat het succes dezer .tentoon
stelling is verzekerd. De commisste tot regeling
der tentoonstelling is als volgt samengesteld:
Eere-Voorzitter: A. baron Schimmelpenninck
van der Oye en Nijenbeek Commissaris der
Koningin in de.Provincie Utrecht; Bureau te
Utrecht: A. J. Nijland, President; Prof. Dr. Jhr.
B. H. C. K. van .der Wijek, VicerPresident;
Dr. G. J. Hofs, Ie Secretaris; H. N. J. van
Eelde, 2e Secretaris; W. C. -A. Baron van
Vredenburch, Penningmeester; W. E. .L. K. Andrau.
Correspondeerende leden in het binnenland:
Dr. A. Bredius, te 's Gravenhage, Directeur van
het Mauritshuis; A. van Everdingen, te Utrecht,
Directeur van het Museum »Kunstliefde"; Deken
J, J. Graaf te Ouderkerk a/d Amstel, Directeur
van het Bisschoppelijk Museum te Haarlem;
P. Haverkorn van Rijsewijck, te Rotterdam, Di
recteur van het Museum Boymans; Dr. C. Hof
stede de Groot, te 's Gravenhage, Onder-Directeur
van het Mauritshuis: J. Hooft Graafland te
Utrecht, J. F. A. Lindsen te Utrecht, Conser
vator van het Aarfc.bisschoppelyk Museum ; E. W.
Moes te Amsterdam, Assistent-Bibliothecaris .der
Universiteit; Mr. S. Muller Fzn., te Utrecht,
Rijks- en Gemeente-Archivaris; F. D. O. Obreen
te Amsterdam, Hoof d-Directeur van het
R\jksmuseum; Prof. Dr. Jhr. J. Six te Amsterdam,
Hoogleeraar aan de Rijks-Academie van Beel
dende Kunsten; Prof. Dr. H. Snellen te Utrecht ;
Voorzitter van het Genootschap »Kunstliefde";
C. P. J. Verhoesen te Utrecht; F. J. A. M'.
Wierdels te Amsterdam.
Brugman.
De II.II. Frederik Muller & Cie. te Amsterdam
brengen 29 Mei eene buitengewone verzameling
onder den hamer. In den ouderdom van !)5 jaar
is hier do bekende plaatdrukker J. F. Brugman
overleden, die al wat tot voor eenige jaren aan
kunstplaatdruk hier gedaan werd, heeft geleverd.
In 1884 is er eene tentoonstelling gehouden van
dit alles; de heer Brugman had namelijk van
iedere plaat een afdruk avant la lettre op fraai
papier behouden, en deze verzameling zal nu
worden verkocht. Het zijn dus alle uitgezochte
proefdrukken, door den besten deskundige uit
gekozen, avant la lettre of preuves d'artiste;
slechts 122 nummers, maar die zeker betwist
zullen worden en nog 20 kleine collecties, ieder een
koop vormend.
Hermann Baisch.
Te Itarlsruho is de landschapschilder prof.
Ilermann Baisch overleden. Een groot aantal zijner
schilderijen hebben Hollandsche landschappen,
stads- en duingezichten tot onderwerp.
Ferrari.
Professor Luigi Ferrari, een beroemd
Italiaansch beeldhouwer, van wien de ('ertosa te Ve
netiëeen kolossaal grafmonument »de Opstan
ding" heeft, Verona eene >Caritas" en de Brera
te Milaan een Laokoön, is te Venetiëgestorven.
itÏHÜM
mitimiiniiiiiiiiiiiiiiMiiMaiiiiiiiiiimiiin
imiiiiiiMUHiiiiiinmii
De genesis van den Lourdes-roman.
Mondelinge onthullingen, schriftelijke
mede deelingen
van
. K Zul.A.
(Wagner, J/iv.s'A1/'^//^
(Slot).
II.
Ziehier nu nog een verzameling uittreksels
uit aan mij gerichte, onuitgegeven brieven van
Emile Zola.
Médan, 20 Juli '0:>. \....Te pars en voyage
a la fin du rnois, et je ne rentrerai a Paris que
dans les premiers jours d'octobre. ,le vais en
Bretagne. Le plan de Lourdes est a peu pres
arrêté. Il ne reste plus qu'a l'écrire. Co qui
m'a retardéun peu, c'est que je n'ai pas voulu
me risquer, sans savoir ce que seront K/>n,e et
Paris; et il m'a fallu trouver les lignes
principales des trois volumes, avant de me mettre
sérieusement au premier, 'fout cela est lucidé,
et je suis content. J'ai la, sur la planche, quatre
anmïes d'un nouveau grand travail qui m' int
ressera."
DLS altijd nog dezelfde Zola der Amoureuse
Comcdie- en dor Genese?trilogie van 185;)
(il, 1) die in l'Oeuvre onder de trekken van zijn
ideëelcn dubbelganger Pierre Sancloz
gekarakterizeerd wordt als Depris des besognes géantes".
Médan, il September 'ï>:>. ...... Je n'ai pas
quitte Médan de la saison. Au moment de partir
pour la Ijretngne ma femme s'est trouvée tres
souffrantc, et nous avons préférérester chez
nous. Les six semaines que je viens de passer
ici, m'ont permis d'établir complétement Ie plan
de Lourdes. J'en suis tres content, je tiens Ie
sujet Ie plus admirable qu'on puisse voir. Dés
les premiers jours d'octobre, lorsque je serai
rentréa Paris, je me mettrai a crire. . ."
Parijs, 30 October '!>3. »....,Te travailla déja,
depuis quelque temps a, la première partie. J'ai
commencéLourdes Ie o octobre, et j'ai
actuellement trois chapitres crits sur vingt-cinq. Si aucun
obstacle ne se présente, je compte crire Ie ro
man en sept mois environ. Il m'est impossible
de dire encore si je suis content, car Ie roman
est trop ample, les personnages sont trop
nombreux, pour que je me prononce avant d'avoir
derriére moi un certain chemin parcouru. Mais
je travaille de grand coeur, et en somme j'ai