Historisch Archief 1877-1940
No. '884
DE AMSTERDA MMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
geloof ik <dat de gevolgen van het buitenechtelijke
moederschap, ook al- bestaat er een toevlucht als
de Mutualité, 1103 ernstig genoeg bleven om het
meisje van onberaden dingen af te schrikken.
Alle angsten en, zorgen blijven haast dezelfde
alleen zullen ze niet tot wanhoop worden op
geroerd. En dat kan toch zeker geen bezwaar
zijn, want «wanhoop is toch een wel wat al te zware
straf, vooral voor een feit, dat men op zich zelf
hooit als een mMaad zal kunnen beschouwen en
waarvan de misdadige gevolgen, die er vaak uit
voortvloeien in den regel grootendeels behoorden
te komen voor rekening van den trouweloozen
man, die zich aan de verantwoordelijkheid zijner
daden onttrekt.
Zou het ten slotte gewaagd zijn te veronder
stellen dat de door den heer V. gevreesde ver
klapping der zeden eenig tegenwicht zal vinden
juist in het lidmaatschap der Mutualité? Ons
wil het voorkomen, dat dit inderdaad mag worden
gehoopt en dat het vrouwelijk eergevoel tegenover
de medeleden voor elk lid een zekere spoorslag zal
zijn om de positie van membre honoraire niet
al te lichtvaardig te verwisselen met de positie
van membre .participant.
In het bovenstaande moge ook Verax een ant
woord vinden op het stuk door hem ingezonden.
Deze inzender schijnt het beter te vinden »om
de berouwvolle gevallene te helpen oprichten en
te trachten haar voor verder struikelen te be
hoeden". Wij geven er den voorkeur aan te
zorgen, dat de menschen zooveel mogelyk voor
berouw gespaard blijven. Berouw over buiten
echtelijk moederschap is nog wel te dragen. Be
rouw over een kindermoord moet zwaar drukken,
zoo niet verpletteren.
Socius.
imMIUIHIIUIIHIIIIHHIIIIIIIIIIIIIMUIIIMMM
u z e
in de Hoofdstad.
Ons kunstleven is dezen winter zeer geanimeerd
geweest. Wat concerten betreft, heeft onze stad
reeds een standpunt ingenomen, dat de aandacht
moet trekken ook van het bui'enland.
Wanneer een saisoeu ten einde spoedt, is het
aangenaam bij een algemeen overzicht dit te kun
nen eonstateeren.
Na ieder concert neemt men zijne indrukken
ook van de onderdeelen mede, doch bij een terug
blik dringt zich het algeraeene gehalte op den
voorgrond en dan mag men met dankbaarheid
zeggen : Deze winter bracht ons zeer vee! goeds
en schoons ; de kritikus kan eonstateeren : de taak
die ik vervullen moest, was mij over het algemeen
geen last, doch een genot.
Waar ik van genot i-preek, is natuurlijk bedoeld
de belangrijke uitvoeringen die werkelijk zeer tal
rijk waren, want dat er ook weer heel wat
middelmatigs is geboden, valt niet te ontkennen, doch
dat is verdrongen door het vele goede en daarvoor
mag een tevreden en dankbaar woord niet ont
breken.
Dat er weken waren waarin het muzikaal genot
overstelpend dreigde te worden mag niet verzwe
gen worden, doch ieder weet dat, zoodra men weder
ouder de bekoring van iets goeds komt en de uit
voerders de gave bezitten u te boeien, men onder
dat vele niet gebukt gaat.
Wij kunnen dus met vertrouwen het aanstaande
concertsaisoen te gemoet gaan en ons (na het
Muziekfeest te Utrecht bezocht te hebben, dat bij
zondere aantrekkelijkheid verkrijgt door de eerste
uitvoering hier te lande van Les BéatitaJex van
den grooten meester César ranck) door de
zomerrust voorbereiden tot een nieuwe wintercampagne.
Terloops stip ik even aan dat de meening
die hier meestal wordt uitgesproken dat Cé-ar
Eranck eerst na zijn dood is gewaardeerd, niet
geheel juist is. Hij was de laatste jaren van zijn
leven een beroemd mau en al wat eene nieuwere
richting was toegedaan in Frankrijk zag in hem
reeds lang: de Fransche meester.
Zijne werken werden te Parijs reeds vaak ten
Sehoore gebracht; zelfs in de eoneertzaal van het
onservatoire (dit gebouw dat aau zijn geest zoo
vijandig was) werd zijne Kymjtlionie voor een ultra
conservatief publiek ten gehoore gebracht. (Dit
werk was aaa dat publiek dan ook niet besteed.)
Alleen Lamoureux wilde nooit iets van Franck
ten gehoore brengen, en hieraan is het dan ook
toe te schrijvei , dat bij ons te lande de namen
van zijn meestbegaafde leerlingen eerder tot ons
zijn doorgedrongen dan die van hem dien zij be
slist als hun hoofd erkenden.
In zooverre heeft men echter gelijk, dat de vij
andschap tegen hem van de conservatieve musici
eerst na zijn dood eenigszins is verminderd.
Die vijandschap toch moet wel sterk geweest
zijn, dat de directeur van het Conservatoire,
Ambroise Thomas, geweigerd heeft het Conservatoire
officieel te vertegenwoordigen of te doen vertegen
woordigen bij zijne begrafenis; zooiets toeli was
tegenover iemand, die zooveel jaren zich met hart
en ziel aan de belangen van het onderwijs op het
Conservatoire heeft gewijd, onvergeefelijk.
De eenvoud van Frauck was oorzaak dat hij zich
nooit op den voorgrond drong; doch dit belette
niet dat zijn naam in Frankrijk reeds tot de be
roemde behoorden, ook tijdens zijn leren.
Dat het echter niet vlug gegaan is, blijkt uit de
geschiedenis. Reeds voor ruim 10 jaar heeft Liszt
in een brief aan den uitgever Escudier te Parijs
gewezen op zijne groote begaafdheid, in welken
brief hij met kracht er op aandringt Franck, dooi
de uitgave zijner werken, meer algemeen bekend te
maken.
Hij is misschien de eenige Fransehe componist
die zich in de gewijde muziek van wereldsche
^Anklange" heeft weten vrij te houden, want bij Fran
sehe kerkmuziek komt bijna altijd een groote dosis
operastijl en wereldziu om het hoekje kijken, (/^oo
klinkt het althans voor Germaansche ooreu). Franck
nu, die Bach bewonderde eu grondig kende, heeft
die klip vermeden. Dat hij Bach niet trachtte te
imiteeren is voor ieder die Franck's persoonlijk
heid kent zeer natuurlijk, want hij was //iemand"
en dus dragen zijne werken den stempel van zijne
persoonlijkheid.
Doch ik sprak van het Amsterdamsche muziek
leven en dus houde men mij deze afdwaling teu
goede.
Ik heb het concertleven in onze sfad genoemd
en wellicht zal deze of geue vragen : Wat dunkt
u van ons operawezen? In deze veelbewogen tijd
van ingezonden stukken en elkander voortdurend
tegensprekende berichten over de operakwestie is
die vraag toch ur ent.
Dat reorganisatie dringend noodig is, valt niet
tegen te spreken, en wanneer het gelukt betere
toestanden voor ons operawezen in het leven te
roepen, zal het bericht van eene nieuwe onder
neming een heuchelijk bericht zijn, doch eerst
moeten wij afwachten wat wellicht binnenkort zal
blijken.
Met de steeds stijgende eischen, in verband met
het hooge standpunt waarop ons concertwezen
staat, werd het handhaven van verouderde toestanden
hoe langer hoe moeilijker. De conclusie, waartoe
ik in een aitikel in een vakblad (1) ben gekomen :
eene goede opera of anders liever^/<w/z opera, schijnt
mij de eenige mogelijke oplossing in het belaag
van onze kunst.
De kritiek moet iedere jonge stichting de ge
legenheid geven zich te ontwikkelen, doch wanneer
die ontwikkeling steeds uitblijft, dan is daarmede
het voortbestaan veroordeeld.
Doch laten wij'ons nog niet te lang bezighouden
met dingen die nog geen feiten zijn en waarop
wij later uitvoeriger kunnen terugkeeren, doch
liever een en ander mededeelen naar aanleiding
van de laatste uitvoering in dit seizoen van het
klein koor a Cappella van Ant. Averkamp.
Het is niet om uitvoerig over dit koor te spreken
dat ik van deze uitvoering gewaag, -want reeds
meermalen was ik daartoe in de gelegenheid, doch
in de eerste plaats weusch ik de uitvoering van
een nieuw werk te gedenken nl. Rey van
Burgsaeten uit VondeVs Gijsbreght van Atanxtel voor Koor
van A. Diepenbrock.
Het is, voor zoover mij bekend is, voor het
eerst dat de naam van dezen componist op een
programma in onze stad prijkt; doch reeds eenigeu
tijd is zijn naam bekend door de van ernst en
grondig nadenken getuigende opstellen in de
Nieuwe Gids : Melodie en Geduchte. De
middeneeuwsche kerkelijke kunst trekt sterk aan ; reeds
meermalen heeft hij zijne groote bewondering voor
de groote oude meesters van ons land en van
Italiëuitgesproken.
Als componist kende ik hem nog niet, en dus
kan ik alleen mijn eersten, wellicht oppervlakkigen,
indruk mededeelen.
Ik heb mij eenigzins verwonderd dat de heer
Diepenbrock deze Rty heeft aangedurfd, want mij
is het altijd voorgekomen dat : Waar werd op
rechter troti dun tutssc/ieit man en cntttic (en hetgeen
er verder volgt) een gedicht is zoo volkomen van
vorm en uitdrukking, dat de opgave die uitdruk
king door tonen te willen verhoogeu mij hachelijk
toeschijnt.
Uit deze muziek kreeg ik den indruk dat de
componist niet geheel heeft kunnen verbergen hoe
hij met zich zelf en dit gedi ht heeft geworsteld.
Treffend vond ik vaak liet slot van ieder cou
plet, treffend vond ik vele schoone détails, doch
als geheel ontving ik den indruk van iets
tweeslachtigs en iets : als of de moderne geest slechts met
de grootste krachtsinspanning op ileu achtergrond
was gehouden.
Doch ik mag ook niet verzwijgen dat het koor,
dat zich ii) de twee koren no. (J vooral zoo
voortreffelijk hield, nog niet genoeg in dat werk
doorgedrongen scheen om de tallooze
moeiclijkheden die zich voordoen met zooveel gemak te
overwinnen (lat alle aandacht aan de voordracht
kon gewijd worden. Ik dring daarom sterk op
een herhaling aan van dit werk oiu te kunnen be
slissen of niet de eerste indruk later bevestigd
wordt.
Het koor hield zich echter beter dan de solo
stemmen, want het zesde couplet klonk geforceerd,
en ook in dit gedeelte zijn de woorden: tyjammert
wel wat heel dikwijls herhaald. (Dit g< deelte is
voor de stemmen niet heel practiscli geschreven.)
Ik heb bij de bespreking van dit werk er na
druk opgelegd, dat ik mijn eerste indruk nader
bevestigd wil zien, want deze componist en
acst.beticus is niet //Ie premier venu" en het, zou
oueerlijk zijn uit een eersten indruk den componist
dadelijk te taxeercn.
Later hoop ik dus meer van hem te kannen
melden.
Zooals ik reeds zeide waren de koortjes Ina^rtick
eii Hints umi Crete voortreffelijk gezongen. Die
spauden als uitvoering de kroon.
Drie solisten, Mevr. J. Bessie van Lier (alt) en
de Heeren F. H. van Duinen (bas) en llenry Tibbe
(piano) luisterden den avond op door voordrachten.
Ieder van de solisten trad tweemaal op eu daar
door werd het programma wel wat ve l uitgebreid
doch een te kort programma behoort uu eenmaal
tot de zeldzame vogels.
De zangeres bezit eene schoone stem, doch zal,
wanneer zij door meer optreden minder bevangen
is, nog meer hare goede eigenschappen kunnen
tooiien. De lieer van Duinen heeft in twee liede
ren van Soumier (vooral daar waar hij dramatisch
kon zingen) weer bewezen, iii welk genre zijne
gelukkige stemmidilelen het schoonste- tot hun
recht komen, en de Heer Ti-bbe deed zich weer
kennen als een pianist die het tot zeer hooge ont
wikkeling op zijn instrument heeft, gebracht. De
Hictliaae van Scarlalti en de Soi-lrn/e en Bulhnle
van Chopin noem ik als de schoonst uitgevoerde
nummers ook wat voordracht betreft.
Het koor vau den heer Averkamp heeft door
langdurige studie weten te verkrijgen dat de uit
voerders zich n gevoelen met elkander. Dat, de
verhoudingen het eene jaar gunstiger zijn dau hef;
andere, ligt aan toevallige omstandigheden en
daarom hoop ik dat het den heer Averkamp een
volgend saizoen zal gelukken, een enkele partij die
nu wat te zwak bezet is. tegenover de andere, weer
geheel in overeenstemming met het geheel te
brengen.
VAX MlLLIGliX.
(1) Weekblad voor Muziek 26 Mei.
Tooreel en Opera.
De sprookjes-opera Biinsel und Gretel van
Humperdinck gaat geheel Duitschland door. Zij
is nu nouveautéte Mannheim en te Carlsruhe;
zij is ook door de Koninklijke Opera te Berlijn
ter opvoering aangenomen.
In de Opera te Berlijn wordt thans Wagner's
N'tbelung w-cyclus opgevoerd; daarna komt een
opera van Ferdinand Hummel, Awgla, tekst van
Delmar. Het Lessing-Theater heeft de sluiting
van het seizoen onbepaald uitgesteld, om het
succes van Madame Hans-gêne niet af te breken.
Het gezelschap van het Kesidenz-Theater zal in
October, wanneer Antoine er met het Théatre
Libre tien Fransehe voorstellingen komt geven,
eene kunstreis naar Amsterdam maken.
Ia de Opera te Berlijn is plotseling een ster
opgegaan: Frl. Kraintz, die plotseling de rolvan
Mignon opnemend, een ongehoord succes als
zangeres en vooral als actrice behaalde.
Te Breinen heeft het »Theater der Modernen"
l (i voorstellingen gegeven, werken van Ibsen,
Halbe, Hauptmann, Sudermann, enz., en als
nouveautés: Barones» liutli van Misch en De
macht der duisternis van Tolstoï.
De Hof-Opera te Weenen eindigt het seizoen
met Der Küss van Smetana, en zal het heropenen
met Cornet Schut van Smareglia. Het denkt deze
opera schitterend te monteeren. De hoofdrol zal
Van Dijck zingen. Een nieuwe opera van Sma
reglia, in drie acten, Ixtriunitche Uochzeït, tekst
van Illika, zal te Dresden worden opgevoerd; het
eerste bedrijf is reeds in druk verschenen.
De 1000ste voorstelling van de Mignon van
Ambroise Thomas te Parijs is met "2 gala-voor
stellingen in de Opéra-Comique gevierd.
Behalve de Mignon, bevatte de voorstelling nog
fragmenten uit de opera's Raymond, Le Konge
d'nne mtit rl\'té, Hamlet en Payché. De heer en
mevrouw Carnot ontvingen den componist in
hunne loge.
In het Théatre de la Monnaie te Brussel is
Maandagavond een zonderling stuk opgevoerd,
getiteld: UEscrime a travers les agen.
Het toont in verschillende tableaux eene reeks
van gevechten in historische omlijsting, liet eerste
tafereel laat een godsoordeel ten tijd der
Mcrovingische koningen zien; het tweede een gevecht
met het groote slagzwaard; het derde het histo
risch tweegevecht tusschen Ridder Jacques de
Lalaing en den Schot Thomas Guéop bet markt
plein te Brugge, in tegenwoordigheid van Hertog
Philips van Bourgondië. Met nog een half dozijn
tweegevechten werd de voorstelling ten einde ge
bracht, die door het uitgelezen publiek met
veel bijval gevolgd werd.
De keizer van Duitschland dirigeerde bij zijn
bezoek aan graaf (iörtz een door hem gecompo
neerd lied.
De tekst is vangraafl'h. Kuierburg te Weenen.
Hij begeleidde den keizer op diens reizen in
liet Xoorden waar hij voor hem eenige
noordsche balladen dichtte, van welke de keizer eon:
Sang an Aei/ir beeft gecomponeerd.
In Schlitz zong de keizer bet lied en werd hij
begeleid door graaf Giirtz. De kapelmeester Kluh
die daar vertoefde met zijn muziekcorps stelde
voor dit lied te instrumenteeren, hetgeen ge
schiedde.
Toen de kapel dit later uitvoerde dirigeerde
de keizer zelf. Het lied begint met de woorden;
O Aegir, Herr der Fluthen,
Dem \ix und Xeck sich beugt.
Kene passage voor tenor : So wahr Dein
flammend Auge den Ansturm noch so wild, worden
bijzonder gereleveerd. Aan het slot gaat de com
ponist in xuiver militairen stijl over en eindigt
met eene trompetfanfare.
Aegir in de Xoorsche mythologie de God van
de Oceaan was de zoon van den reus Korniütr,
hij heet ook Illèr, en woonde te lllesey (thans
Lassoë, in Kattegat), Zijne gade was Rau, aan
wie de verdronkenen toebehoorden. Beide hadden
dochters, die evenals de moeder, noodlottig
voor de schepelingen waren.
Een Panama comedie.
In den Cercle des Escholiers te Parijs is een
nituw blijspel in ilrie bedrijven van Brieux, den
schrijver van Btunchette, opgevoerd, en met veel
succes bekroond, dat het Panamaschandaal tot
o ulervverp heeft en toch door eigene psycholo
gische waarde uitmunt. Men zou het kunnen
noemen: hoe men chéquard wordt. De fabrikant
Rémoussin is een braaf man, met goede bedoe
lingen, maar komt er toe, zoodra hij zich in de
politiek begeeft, de eene zwakheid en
oiieerlijk'hoid na de andere te begaan. In do laatste acte
beeft hij berouw, bekent alles, tracht alles weer
goed te maken, en wordt nu eerst door iedereen
een misdadiger en oen domkop genoemd.
Willem de Haan.
Volgons de D'iriHstadtrr Xeitung heeft de
hofkapelrnppster aldaar, onze landgenoot Willem de
liaan, zijn verzoek om ontslag ingetrokken.
llMMIMIIimillllllllMIMIMIMMIMIMIIIllllmi
Te Nijmegen is togen Juni een tentoonstelling
voorbereid van N'eil«rl;indscho. en Belgische
schilder- en beeldhouwkunst, waarvoor een groot
aantal personen medewerking hebben toegezegd.
De oorspronkelijke bedoeling van deze expositie
was een invitatie-tontoonstelling te maken, en op
dat idee en do aanvankelijke lijst van (legeinvi
teerden, die niot kwaad scheen, was het dat
zoovclon vau deze do uitnoodiging voorloopig
aannamen. Maar zooals hot geval nu is geloopen,
om niet te zeggen rcrloopen, staat de zaak heel
anders. De commissie is er steeds meer in het
wilde met inviteeren op los getrokken, en zij
mag nu van een invitatie- of zelfs van een keuze
tentoonstelling blijven spreken, het heeft er niets
van dat aan hare expositie iets der deugden
van een gecomponeerde verzameling zal eigen
zijn. De bedotling van een invitatie-tentoon
stelling is natuurlijk het onstichtelijfce, karakterloos
uit elkaar hangende van een uittoevalligeinzendin
gen saamgebrachte verzamelirg te vermijden. Met
het doen der uitnoodigingen wordt eenig kader ge
trokken. Maar dat heeft men hier al heel won
derlijk gedaan. Op niet minder dan
honderdvijf-en-twintig personen wordt nu als inzenders
gerekend. En er is zoo weinig houding in die
namenlijst, dat men zonder er iets van aard aan
te veranderen er nog wel even zooveel bij zou
kunnen voegen. Van zeker twintig onder deze
uitverkorenen heb ik zelfs den naam nooit'ver
nomen, en van tweemaal zooveel onder hen weet
ik zeker dat zij de gewone exposities met prullen
plegen te barricadeeren. Bovendien zou ik vast een
tiental zeer goede Nederlandsche artisten k mnen
noemen, die zelfs geen uitnoodiging ontvingen. Zoo
gaat het, wanneer een goed idee in verkeerde aarde
belandt, en niets dan welmeenendheid in de plaats
wordt gevonden van waar men vastheid van inzicht
zou behooren aan te treffen. De Xijmeegsche Com
missie had de klok wel eensgehoord,
maarwistjammer genoeg van den klepel blijkbaar te weinig af,
om hem zelf te kunnen luiden. Hiervan zal nu
een expositie komen, waar natuurlijk heel wel
goede dingen kunnen verzeilen, maar die* als
geheel geenerlei cachet kan dragen. En van hen,
die aanvankelijk medewerking toezeiden, omdat
zij geloofden bier met een tentoonstelling van
wezenlijk karakter te doen te hebben, zullen er
zich nu zeker ook genoopt zien hun werken
thuis te houden. V.
De laatste nummers van beiden: l'Art en l'Art
moderne brengen aankondigingen vol lof van
Zilckens Peintres Hollandais modernen, verle
vendigd met uitstekende proeven der illustratie
van dit bij Schalekamp verschijnende min of meer
populaire vervolgwerk. Bijna zouden we ons bij het
lezen dezer tot het Fransehe en Belgische publiek
gerichte aanprijzingen beschaamd gevoelen, niet
ook hier over de latere afleveringen van het werk
van den landgenoot iets gezegd te hebben. Bijna...
ware niet eigenlijk de schrijver zelf er de oorzaak
var.. Op de aan Israöls gewijde eerste aflevering
dezer uitgave namelijk zijn door ons te dezer
plaatse indertijd onomwonden aanmerkingen ge
maakt, die in een bij de latere afleveringen
gevoegde inleiding door den schrijver zelf als
billijk worden erkend met een bescheidenheid,
een gratie en een hoffelijkheid, die bij ons te
lar.de waarlijk ongekend zijn, en welke bij iemand,
die in zulke zaken niet tegen alles in dwars kan
blijven, verdere kritiek wel ontwapenen moo^t.
Y.
De dagbladen hebben van de zaak reeds melding
gemaakt: er is weer geschrijf in de Parijsche
kranten over bet herstellen van de oude schilde
rijen in het Louvrc. De wakkere Arscne Alexandre
opende in de Kcluir het vuur en ArdréHallays
ging er in de Dib'itn op door met te zeggen, dat
ditmaal de Kmmaüsgangers van Rembrandt door
opknappen gansch bedorven werden. Natuurlijk
werd van andere zijde het vandalisme glad ontkend,
en de zaak zal or voorloopig wel \veor mee in de
doos zijn. Ivurieus is in deze een artikel,
geteekend Thiebault Gisson. Hierin wordt de be
wering van Alexamlre totaal geloochend, het
schilderij zou absoluut gaaf zijn, en zelfs veel
bescheidener vernist dan men dat elders doet,
enz. Maar, komt er dan achteraan, wol waar is
het. dat er op het herstellen in het Louvre slecht
toezicht is, on dat de leden van de commissie voor
die zaken hot zelf over de voorkomende kwesties
oneens plegen te zijn, en dat er eens ernstig beraad
dient gehouden te worden hoe in do kwesties eigen
lijk gehandeld moet worden. Dit ignobelo procéd
is bekend. Kon ongeïnteresseerd man vestigt royaal
do aandacht op een ergerlijk misbruik, zijn be
weringen worden dan weerlegd, en daarop volgen
in eenigszins anderen toon gewichtige adviezen,
dio, volkomen het uitvloeisel zijn van dos andoren
optreden. O)) die manier schuift men den
zuiverwillendon van de baan, maar althans
Alexandre zal zich op dio manier den mond
niet laten snoeren. Men kan er zeker van zijn
hem op xiju tijd weer op do bres te zien voor
deze rechtvaardige zaak. Want al kunnen wij bet
speciale geval mot de Emmaüsgangers niet
beoordoelen, dat er met het schoonmaken van oude
schilderijen jaarlijks, on niet alleen in het Louvre,
veel gruwelijks bedreven wordt blijft oen feit van
do meest onweerlegbare en bedroevende waarheid.
Do aflov. VI?VII van Van Nu en Straks
bevat: Buitentekst-plaat van Jan Vetli;
Ornamentaties van (i. W. Dyssolhof, Ilichard
Baseleer, llenry van de Velde, Theo van Rijsselberge
on George Lemir.ens; Sfniunfche rei* dooi' Albert
Verweij; HerJei:iitg d^r Vlaamsclte }ioëz'./> en Verzen
door I'rospcr van Langendoiick; Ken morgin en
Ve kunst in de rrije gemeenschap door Gust.
Vermeylcn.
De 1111. Krederik Muller &, ('ie. zullen inliet
Hotel de Harmonie te Maarssen Dinsdag 5 Juni
eon collectie schilderijen en teckeningen veilen,
afkomstig van den huizo Bolenstiju te Maarssen.
Onder do schilderijen vinden wij o. a. de namen
Bosboom. Schotel, Loickert, B. C. Koekkoek,
llaanen, onder de teekeningcn Jozef Israöls, W.
Roelofs, J. van Goyen.
Do Maatschappij Arti et Amicitiae opent Za
terdag - Juni eene tentoonstelling van
teekcningen, vervaardigd door loden der Maatschappij.
l!ij do firma E. J. van Wisselingh & ('o..
Kalverstraat, is geëxposeerd een schilderij van Ter
Moulen. -xle Kar."