De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1894 10 juni pagina 6

10 juni 1894 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 885 Uit Dr. GrANNEF's Studeerkamer. (Bet auteursrecht voor den inhoud van deze lladzijde wordt verzekerd volgens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). César Frank. De componist van Les Bèatitudes. Het reservoir van den Nijl. De Engelsche, Fransche en Italiaansche in genieurs, naar Caïro afgevaardigd om onderzoe kingen te doen omtrent een waterreservoir voor den Xijl, en de daaromtrent voorgestelde plan nen, verklaarden zich het meest voor een afdamming bij Assoean. Zij konden intusschen niet tot overeenstemming komen, door den tegenstand van den Franschen gedelegeerde, op grond van het onder water zetten van den tempel van Philae, Emanuel Lasker. De overwinnaar in het laatste internationale schaaktournooi. dat hierbij onvermijdelijk is. De anderen meenen, dat met een kosten van 200,000 pond ook deze kon gespaard worden, door een dijk aan te leg gen; terwijl ieder van de andere plannen twee millioen pond dirurder zou zijn. De tempel zou dan onaangeroerd blijven; terwijl het overbrengen van de ruïnen naar eene andere plaats toch altoos gevaarlijk en onzeker is. De telephoonjuffrouw. De ziekte van eene jonge telephoonjutt'rouw houdt Frankforter geneeskundigen sedert langen lijd bezig. Het 21jarige meisje, dat vroeger vol komen gezond was, werd in liet vorig jaar op Bg de behandeling van de begroo ting in het Engelsche Parlement. (Judy.) niet kunnen Lof d KOM j i ixi Zou springen i ' Sir WJM.ÜM HAIK 01 -KT : >:Ik hoop van niet. Maar de zoldering zou wel eens kunnen omlaag komen." het centraalbureau, terwyl zij dienst had, door eene beroerte getroft'en, die haar de geheele rechterzijde verlamde. De patiënte heeft lateiopgegeven, dat het ongeluk gebeurde, terwijl een abonnéhet nieuwe spiltoestel in beweging zette. Terwijl zij beaig was, hem in verbinding te stellen, en de ongeduldige abonnéten tweeden male de spil omdraaide, moet de telephoniste met een slecht geïsoleerde plek van den verbin dingsdraad in aanraking zijn gekomen. In dit oogenblik ging de stroom door haar lichaam. De patiënte is intusschen met electriciteit, massage en zoutbaden behandehlgeworden; de ziekteverschijn selen toonen echter een buitengewone volharding. Uit de verlamming van den rechter arm hebben zich trilbewegingen ontwikkeld, die volgens graphische opteekeningen, vijfmaal in de seconde gemaakt worden; zoodat per uur 18,000 en per dag 432,000 trillingen voorkomen. In haar verstand heeft het arme meisje niet geleden; de profes soren in de kliniek maken intusschen opmerkzaam op het voortdurend inspannende voor zenuwen lichaam en geest van den telefoondienst; zij achten in dit geval den staat aansprakelijk voor schadevergoeding aan het meisje, maar wijzen er tevens op, dat de dienst voor vrouwen in 't algemeen te uitputtend is. Gelukkig land. Aan de Wiener Montagrevue wordt gemeld, dat in de dorpen Egyhazgelle en l'ered bij Pressburg, de postkantoren opgeheven zijn, omdat er in verscheidene weken in geen van beide»! een brief was aangekomen of afgegeven. Zonderlinge schipbreukelingen. Te Sydney kwam deze week het schip de Aldinga terug van eene rondvaart door den Ar chipel, en bracht het bericht mee dat zij op een der koraalriffen van de Salomor. «groep het wrak van den onlangs daar gestranden schoener Borougli -BeHehad gevonden. Dit was niets bijzonders, maar grappig was hetgeeen men in het wrak vond. Door de Aldiwja was er een boot heengestuurd en de matrozen hoorden tot hun ver bazing in het wrak een groot rumoer. De levenmakers waren drie dikke varkens en een bond ; de hond was tot een skelet vermagerd en zwak, hij scheen het heel slecht gehad te hebben, van :> Februari, don datum der schipbreuk, tot 28 Maart, den datum der ontdekking. Ken vijfde dier was er nog bij geweest, men vond namelijk den schedel van een aap ; het lichaam was waar schijnlijk door den hond en door de zeemeeuwen afgeknaagd. Later had de hond zich zeker met vogels weten te voeden, want men vond hem ge heel met veeren bedekt. Wat de varkens be treft, zij hadden de tonnen met aardappels ge vonden, en waren zoo goed als vetgemest Toevallig ook was bij het stranden van. het schip een der waterreservoirs zóó gelukkig op zijde gevallen, dat de gevangen viervoeters er gemakkelijk uit drinken konden. Het einde is helaas minder vermakelijk; de arme hond viel een dag of wat later van het dok van de Aldinga over boord regelrecht in den muil van een alligator; de varkens hadden nog prozaïscher einde; zij werden door de matrozen der Aldinga geslacht en gezouten. De scheiding der hoogste waardigheden. (Lustige Bldtter) De oude prakticus: Hoe kan daar ooit con de trom heeft en de ander den troinmelstok l" oede muziek van komen, als de een Erlkönig omgekeerd. (Seri'ische ballade.) Wie rijdt er zoo laat door nacht en wind '/ Het is een vader met zijn kind ; Zij rijden zoo vlug, trots don zwaren last. Zij rijden zich beiden zoo tamelijk vast. De vader houdt in het oude gedicht Den zoon in zijn armen : dat droog nogal licht : Uier wordt oen heel andere kunst gewaagd : Uier is het de zoon, die zijn vader draagt. Mijn vader, hoe beeft ge van angst en verdriet? Ziet, zoontje, ge 't hot' van Cassatie niet ''. Het hof van Cassatie, met zijn besluit, Jaagt nüj, uw Milun, het land nog uit. O vader, waarom u daaraan gestoord 'i Hier geldt slechts mijn eigen despotemvoord : Ik maak een ukaze, gansch naar uw zin. Gij zijt eenmaal hier. nu. ge blijft er in. De rechters veeleer, die het hebben gewaagd, U, vader, te krenken, die worden verjaagd : Ik breng ze tot zwijgen met kracht en klem. Ze hebben, van heden gerekend, geen stem. Mijn zoon, mijn zoon, en hoort ge dan niet, De stem van het volk, die zoo duidlijk gebiedt '', Hoort ge al die protesten, van verr' eu nabij? Wees rustig, blijf rustig, papaatje, bij mij. »Wilt, mooie Milan, ge niets verstaan 'i Ge zult en moet in den vreemde gaan ! Ge kent nog zoo menig edel spel, Dat speelt ge aan het Seinestrand nog wel.1' Mijn zoon, nu heli je het /elf toch gehoord, Ik moet hier vandaan, uit dit gastvrij oord ! Dat hindert niet, vader; 't is ijdel gerucht, Ik heb nog soldaten, die schieten geducht! Om de Servische kroon. (l'Ik.) Ai.i'xANiu .1:) : Zeg, Sascha, zullen wo erom Maar spreek, Alexander, klinkt ginds niet fataal De landsi'onstitutic in duidlijke taal 't l' staat ze in den weg. zoo als mij; zie maar hier ! Maar vader, dat is maar een stukje papier ! »Ik haat u, meer dan ge kunt gissen misschien, Losbandige dikbuik, ik kan u niet zien !'' Mijn zoon, nu wordt het gevaarlijk voor mij, Zij stooft u een leelijko kool nog erbij ! Een dubbel bezette troon. (Ulk.) Zou de Servische kroon dio bezetting uithouden V (icon nood, spreekt de kleine, word, vader, niet bleek ! l'as op maar. nu komt mijn vernuftigste streek l Die landscoustitutie verdelg ik terstond, Wij trappen dat voiljc papier in den grond ! Zij nemen een aanloop, en rijden gezwind ; De vader heet Milan, en Alex het kind, liereiken hun hof, en daar zitten ze in staat, Zoolang men hen stilletjes zitten laat. Julius Pruttelman Brommeijer. Meinesz ri.jtlt ze op de stang, Ik moot zeegen hij durft ze aan 't. Is wel waar, de Raad is niet meer wat hij geweest is; ^'t soort van leden is veel verminderd, maar je hebt, er toch nog enkele gezeten lui onder, die geen hoogen hoed behoe ven op te zetten, om op de Beurs krediet te hebben. Ik begreep er niets van, toen ik Donderdag den een na den ander zag komen, ofschoon ik wist dat er Kaad zou zijn. Kerst A l (es.dan Muller, toen Van TNierop, daarop II. S. van Loiniep, die meer van het Duinwater werk maakt zooals W. W. van liet onderwijs, en weldra ook l'iet van Keghen, die net zoo min als de, anderen heel vi'oolijk keek. Wat scheelt er aan, vroeg' ik. heeft Sjoerd j ui l ie _ weer naar huis gestuurd, was hij niet gediend van juilie gezelschap en kom je nu uit verlegenheid, om de verveling teontloopen, ons hier wat ophou den, want dat zie ik wel aan je gezicht., zaken doe je van daag toch nier. je hebt dun kt, me op zijn ' best den tijd gehad om met mekaar te bidden ..... -Daar is niet geboden'' ant woordde v. Eeghen een beetje geraakt, want hij kan er volstrekt niet tegen, dat je hem tutoyeert, ofschoon 't, een eer voor hem moet zijn, dat, ik dat doe, als een zitting verdaagd^ wordt, is het gebed van den vorigen dag o t' van de vorige week nog van kracht; dit blijft veertien dagen, des noods drie weken lang geldig en het. werkt door lot, dat de voorzitter 'met hamerslag officieel de ver»adering voor gesloten heei't verklaard.'' Na de/e uit de hoogte gegeven les ging hij heen, met een air, alsof' hij zeggen wou:_ wat, gaan mij je praatjes aan. Jsu reken ik hem dat niét "zoo zwaar toe. want alle harten bij je eigen, je maakt, ook wel een beetje een mal tiguur. als je als edelachtbare en voornaam koopman uit hel l'rinsenhof wordt wegge

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl