De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1894 17 juni pagina 5

17 juni 1894 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 886 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. ruiters, equipages en wandelaars langs het be wonderend publiek, staande en op stoelen gezeten defileert. Tegen half zes komt gewoonlgk de prinses van Wales; Woensdag J.l. in een victoria met twee donkere schimmels; costuum zwarte zijde met crème, hoed van zwart met crème bloemen en mauve lint. Naast haar zat prinses Victoria (reebruin, hoedje van goud draad met rose en groen), over haar prinses Maud (ronde hoed met gebogen rand en rose rozen). Het rijtuig wordt door bereden politie agenten voorafgegaan ; maar een veel schitterender figuur dan de hoflivreien maken de equipages van andere dames. De hertogin van Devonshire rijdt zelf haar span bruinen ; haar livreien zijn bruin en geel haar toilet versierd met koren bloemen. De mooiste livreien zijn die van graaf Cadogan, ivoor wit; het mooiste tuig dat van gravin Spencer, geheel met zilver beslagen op haar gitzwarte paarden; het schitterendste toilet was misschien dat van de barones de Brienen, ?van gouden en purperen sequins op zwart satijn «n kant; de mooiste paarden die van barones Henry de Worms. In de costumes was optimisme en pessimisme :gelijk verdeeld. Men zag er licht citroengele zyde met wit gegarneerd, of het bleekste rose en paars, zelfs wit, alsof het Augustus was; maar ook in menigte dikke fluweelen mantels, capes met bont, boa's, costumes met chinchilla geboord; en ofschoon de groote groepen rhododendrons in vollen bloemenrijkdom straalden, wenschte menig een zich op de tochtige hoeken geluk met de voorzorgsmaatregelen. * * Een aardig overzicht van de mode in de laatste halve eeuw kon men krijgen door de reeks por tretten van Koningin Victoria en de optochten, recepties en plechtigheden waaraan zij heeft deel genomen, die onlangs in de New Gallery was tentoongesteld. Op de portretten van haar elfde, dertiende en ?veertiende jaar draagt de kleine prinses Victoria ?wit, met een rose of blauwe sjerp om de schou ders, en dit kinderlijk costuum vindt men ook nog als de koningin haar eersten staatsraad houdt, van 1837, in Kensington Palace. Zij is daar een aardig jeugdig figuurtje, in luchtig neteldoek, met lange ruime mouwen en een geplooid schou dermanteltje over het lage corsage. De koningin, ?eenjaar later, vertoont heel wat anders. De een voud is dan verdwenen, en komt in de eerste vijftig jaren niet terug. Uit 1839 is er een (zeer fcekend) portret van de koningin als amazone; dit lykt nu curieus met het lange open vest, den geplooiden Byron-kraag die ver van den hals openvalt, met een blauw zijden doek als das, «n een hoogen vilten hoed, waarover een lange sluier afhangt. In 1840 is het huwelijk; de bruidsmeisjes hebben lange doorschijnende mouwen aan hun witte jur ken, en een kransje rozen op het haar. Bij de receptie van Louis-Philippe op Windsor ziet men ronde rokken met volants, en ofschoon de crino line nog niet verschijnt, de breedte is er. De eenmaal aangenomen volants schijnen te blijven; in 1855 ziet men ze nog, te Parijs, waar de koningin eene revue op het Champ de Mars bij woont en een bezoek brengt aan het graf van Napoleon. De kleuren van eenige regenbogen zijn vertegenwoordigd, en de koningin, ofschoon niet de bontste van de dames, draagt een rose ?chale op een rok van bladgroene zijde vol strooken, «en bonnet paysanne met een geplooiden bavolet en op ieder oor een grooten bouquet. In 1858, bij het huwelijk van de kroonprinses, ziet men de dubbele rokken, de lage kanten berthes, ?en het haar in lange doffen laag op de ooren neerhangend, met zware bloemkransen er boven. Bg het volgend trouwfeest, in 1862, zijn we midden in de crinolines en de bruidsjuffers dragen wijde ronde rokken van gespikkeld neteldoek, met mauve lint om den zoom; lange mauve linten en bloemen dalen van de kruin van het hoofd, en strikken met lange einden vallen over de klok?vormige mouwen. In n jaar, met het huwelijk van den Prins van Wales reeds, zijn alle kapsels veranderd, naar het voorbeeld door Keizerin Eugénie gegeven; de doffen zijn weg en het voorhoofd komt bloot; de koningin is nauwelijks te herkennen zonder de krullen of doffen, die men gewoon was haar gelaat te zien omlijsten. De latere veranderingen zijn steeds minder in 't oog vallend; de koningin doet minder snel aan de wisselende mode mede, en hare omgeving «iiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiimiiiiiiin iiiiiiiiiiiiiiiiii Scfiaaêspzl. 5de Jaargang. 17 Juni 1894. Redacteur RUD. J. LOMAN te Londen. Adres: Myra Lodge, Deronda Road, Herne Hill, Londen S. E. «iini minimin iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiu i minjin in Van A. Corrias, Sardinië. (»Nuova Rivista d. scacchi"). No. 244. Mat in drie zetten. a b c d e t' g h Wit: K d8, D bl, L a5, P d4 en e5 = 5. .Zwart: K fé; d5 = 2. voegt zich daarnaar. stereotiep gebleven. De laatste jaren is alles Een boek over Les femmes musulmanes is door een van deze, »Fatma Alié" Hanoum, geschreven, en bevat belangwekkende mededeelingen over de vrouw in den harem, haar socialen, materieelen en zielstoestand. De vorm is ouderwetsch; Fatma geeft samenspraken tusschen een Europeesche en haar zelve, en nu en dan mengt zich eene der bezoeksters of dienstboden van den harem in het gesprek. De Europeesche verwondert zich over de prach tige kleeding en de talenten der slavinnen. Ja, zegt Fatma, men laat ze onderwijzen naar haren aanleg, en ge zult in het Westen weinig kamermeisjes vinden, die u Chopin voorspelen, of het »air des Bijoux" voorzingen. Het verschil met Europa ligt vooral daarin, dat wy voor onze dienstmeisjes aan de ouders eene som als schade loosstelling geven. Maar in Europa betaalt men de meisjes zelve loon. Hier ook ; behalve voeding, kleeding en zeer kostbare versiering, die haar eigendom blijft, ontvangen zij geschen ken in geld, die tegenwoordig bijna overal naar een vast tarief gaan. Verlangt zij andere lek kernijen, andere kleederen dan die de meesteres haar geeft, dan koopt zij ze voor dat geld ; be valt het haar in huis niet meer, dan kan zij verlangen weer verkocht te worden, en men moet daaraan toegeven. De slavin blijft niet haar heele leven dienst baar. Na negen jaren moet men haar volgens den Chéry de vrijheid geven; het gebruik in de meeste families heeft dit tot zeven jaren terug gebracht. Daarenboven is een der gewone wijzen van dank te betuigen voor een geluk, van boeten doen voor verzuimde vasten of een andere pekelzonde, het vrijlaten van eene slavin ; slavinnen die een kind hebben bediend, worden vrijgelaten, als het kind 4 jaar en 4 maanden is, en voor 't eerst naar school gaat. Meestal geeft de meester dan aan de slavin een bruidschat mee, en trouwt zij. Maar als haar man haar mishandelt moet haar vroegere meester, die haar voogd is, voor haar opkomen; hij betaalt ook het schoolgeld voor hare kinderen ; als zij haar man met reden verlaat moet hij haar weer opnemen en een anderen man voor haar zoeken. Maar ook: sterft zij rijk en kinderloos, dan krijgt hij een deel van de erfenis. Eene tegenwerping is natuurlijk de scheiding van hare ouders ; maar in de dorpen van Circassiëvoedt men de meisjes voor den harem op, en stelt haar als hoogste toekomst voor, de vrouw van een pacha te worden ; dan kan zij haar ouders ondersteunen. Van de mooiste en talentvolste van hare tantes en nichten komen naar het dorp de wel daden en de verhalen van het weelderige luie leven, zonder zorg, ia de paleizen aan den Bosporus, in de jasmijnentuinen, of glijdend over de vijvers in vergulde kaïken, een leven, het is waar, ook zonder ambitie, maar dat voelen de meesten niet. Oude slavinnen vragen meestal als gunst, in het huis van haren meester te mogen blijven; nooit komt het voor, dat zij, oud of jong, eenigen tijd aan den harem gewend, verlangen naar de berookte hutten van haar ruwe ouders terug te keeren. * * * Koude pastei a la Romaine. Voor dezen schotel voor lunch of souper is velerlei noodig, in kleine hoeveelheden: l ons vermicelli, ons feuilleté, '/- pond biefstuk, 2 ons gekookte maca roni, een klein gekookt uitje, 2 ons geraspte parmezaan, een hard gekookt ei, een theelepeltje vol gehakte peterselie, peper en zout naar den smaak, een kopje jus, een half ons boter om den vorm te smeren. Men kiest een gladden blikken vorm, smelt de boter en smeert hem er stevig mee in ; breekt dan de vermicelli in kleine stukjes, en schudt die rondom in den vorm, zoodat hij er geheel mee bedekt is. Dan rolt men het feuilletéheel dun en voert er den vorm mee; voorzichtig, zoodat men de vermicelli niet schudt of afstoot. De biefstuk wordt fijngesneden, evenzoo de ui, de macaroni en het ei ; dat gemengd met de kaas, peterselie, peper, zout en jus, wordt licht in den gevoerden vorm geplaatst. De randen van het deeg worden vochtig gemaakt, gesloten met een dun laagje feuilleté, dit stevig aan de randen bevestigd, even met water besprenkeld en met vermicelli bestrooid. Dan maakt men een klein gaatje bovenin, en ACHTTIENDE MATCHPARTIJ. d4 opening. Wit. W. Steinitz. l d4 do 2 et c6 3 P c3 P f6 4 L g-5 L e7 5 P f3 0-0 6 e3 P I)d7 7 T cl c5 schijnt Steinitz bij nader inzien niet te be vallen. In de gesloten partij is 't doorschieten j van den c-pion in de meeste gevallen af te keuren. l 7 c6 ! 8 L d3 del: 9 L el: P d5 10 L e7: D c7: 11 e4 P 11 12 g-3 P g6 13 0-0 T d8 14 D c2 1)5 15 L b3 L b7 16 D e3! «6 Om c5 voor te bereiden. 17 P e2 T ac8 18 T fdl T e8 e5 ging natuurlijk niet wegens dc5: en T d8 : f. Om dit schaak uit den weg te gaan speelt Zwart zijn toren naar e8. Zwart. E. Lasker. 19 P el c5 20 dc5: P c5: 21 L c2 T c7 22 f3 T ec8 23 L bl 23 P d3 dan P d3: 24 L du:, T cl: 25 T cl:, T cl: 26 D cl:, P eü27 D e3, D du enz. 23 P e5 24 b3 Deze zet is noodig om de manoeuvre P c4 25 b3!, P a3 en afruil van den gewichtiger! looper tegen paard te voorkomen. 21 n 25 T c2 f5 26 efö: ef'5: 27 D f2 D f4 was minder goed. Bijv. 27 D f4, ga 28 U f5: (28 D anders dan P f 3: f en wint.) T f8 29 D h3, P f3: f 30 P f3:, T f3: dreigende D e3 f enz. 27 g6 28 P fl P cd7 29 P d5 D d Zwart wil terecht den sterkeu looper ongaarne prijsgeven. bakt de pastei ongeveer een uur in een matig heeten oven; tot de bovenkorst licht bruin en bros is. Haar uit den vorm te laten glijden is nog een werk van voorzichtigheid; men dient haar koud op, versierd met peterselie. * * De velocipède maakt steeds vorderingen. Op aandringen van haar moeder, de prinses. van "Wales, zijn nu ook de prinsessen Maud en Vic toria begonnen, zich te oefenen. Zij rijden voorloopig nog op driewielers, maar zullen zeker wel spoedig tot de bicyclette overgaan. E-e. Geen Hollandsche jongens meer in Holland? Arme mijnheer de Vos, wat beklaag ik u, dat gij in uw »caoutchouc-tijd" geen hollandsche jongens meer ontdekken kunt; ik heb mede lijden met u en.... daarom wil ik u troosten met de verzekering, dat dit heerlijke ras waar achtig nog lang niet is uitgestorven. Wat spijt 't mij, dat gij niet eenige jaren vroeger aan uw grief lucht gaaft, dan had ik u kunnen verzoeken, een zomerachtermiddag bij ons door te brengen, maar, liefst ongezien door mijn vijf jongens, zij zou den zich allicht iet of wat gedwongen gevoeld hebben in tegenwoordigheid van zoo'n vreemden meneer. Ik zou u hebben verzocht, achter 't gordijn van de logeerkamer, die op den tuin uitziet, hun »kattekwaad" gade te slaan, en tien tegen n mijnheer ! gij waart dien eig?n avond met een verlicht ge moed huiswaarts gekeerd, de overtuiging met u medenemend, dat een Hollandsche jongen nog niet, als een merkwaardig exemplaar van een uit gestorven ras, tot de historische zeldzaamheden mag gerekend worden. Nu zijn er al ^groote heeren" ondermijn vijftal, maar toch als u ook nu nog eens in den vacantietijd wilt komen, dan zult u zien dat eigenlijk allen nog maar »groote en minder groote kinde ren" zijn, en roerde ik dan n oude kwajongensstreek van ze aan, beginnende met: »weet jullie nog, jongens toen".... dan zoudt u zulk een reeks van zelf-volbrachte waaghalzerijen hooren, dat u waarlijk uw bewering, voorkomende in uw feuilleton in de Amsterdammer van 10 Juni zoudt intrekken. Gij zoudt dan bv. hooren, dat zij volstrekt niet hopeloos waren, toen mama geen toestemming gaf tot het bijwonen der vulling van een luchtballon te Scheveningen. Och neen, want toen de jongens voor 't middageten van bo ven werden geroepen, kwam een van hen met een opgetogen vollemaansgezicht naar beneden, met den uitroep: »o Ma, wat is die ballon mooi op gegaan, we hebben hem heerlijk gezien!"?Hé! zei Ma, ik dacht jullie rustig aan je huiswerk. Wel neen, ma, dat doen we aanstonds, van middag hebben we op 't dak te paard gezeten en gewacht tot de ballon opsteeg, we hebben hem heerlijk gezien !" U zoudt dan hooren dat Ma niet eens een »echt" boos gezicht kon zetten ! Mijn jongens »fietsen" nu ook, doch ze zitten niet zooals de uwen, volgens uw klacht, »met gebogen rug en ingedrongen borstkas" neen, heusch niet, u moest hem eens zien, dien aap van veertien jaar hoe kranig recht hij zit en... van ingebogen borstkas kan toch zeker geen sprake zijn bij een jongen voor wien nooit een confectie-pak te vinden was, omdat zijn borst zoo breed is, als die van een volwassen goed-gebouwd man en... ik verzeker u, hij is de eenige niet. Diezelfde jongen foot-ballt evenals zijn broers, en ik zou u niet aanraden een boks-partijtje met dat jongentje aan te nemen, er bestond groote kans dat u 't verloor, de kracht zijner armen zou allicht u tot andere conclusies brendan die, welke u tot nu toe ten opzichte van de Ilollandsche jeugd gemaakt hebt. Maar datzelfde jongetje, mijnheer, dacht op 't oogenblik dat er brand in onze buurt was, 't eerst aan zijn »sijs', wiens kooi hij in een ommezien gereed maakte, om 't beest zoo noodig overal zonder eenig letsel te kunnen meevoeren. En als u er bij waart geweest, toen ze uit een venster zijn geklommen, wel niet > om vogelnestjes 30 T <-(12 T cl! 31 P e3 31 D d4 ging niet we gens T dl: 32 T dl:, D do: 33 D d5 , L d5: 34 T d5:, T cl en wint. 31 T dl: 32 P dt: 1) e6 33 K fl T e5 31 D e3 Een zet eerder zou op dezen zet gevolgd zijn T el en op 34 T d7: volgt dan P f3: f, van daar de zet K 11. 34 35 T d5: P c3 K 12 3S P e2 3!) 40 P 41 P 42 L P dt g2! cÖf c2 T d5 D (15: D «6 K g7 1) (10 D f6 P c6 K gg 1) e5 44 K c3: 45 L bl 46 P d4 47 48 49 50 51 P (15: L (13 L c2 fl 53 L gl: 51 hl 55 L e6 56 L do: 57 P 13 58 P go 59 60 (11 cl c3 t el f P 1)1 P eó K f7 P do f L d5: K e7 K (16 P d7 P 5>ü' L 1)7 P da K d5: L c8 h5 L f5 K c» K (15 D b2 dan 43 P dl, D a2: 44 D c3, P de5 (K f7 45 P g5 f, K gS 40 D e3 enz ) 45 ft P g4 f 46 K e2, K f7 47 P ga f. K g8 (K e8 43 h3, P h6 49 D Ii8 f en wint) 48 h3, P h6 i'J D f(j on wint. Of 44?P ceó dan 45 D c7 en wint. 43 P gfi D c3: t remise. Dat Steinitz, met 't zwaard van Damocle ? bo ven 't hoofd en na al do aanvankelijke teleurstel lingen en vermoeienissen in dezen zwaren strijd, nog achtereenvolgens twee zulke lange en in gewikkelde partrien als de 17de en 18de zoo on geëvenaard mooi en cor rect speelt, is een bewijs dat 't met zrjn geestelij ken en physischen toestaid nog niet zoo heel slecht gesteld kan zijn. uit te halen", (ja, mijnheer, ddt vinden de tegen woordige Hollandsche jongens gemeen, evenals de meikevermarteling en den vogel op de kruk) maar om een spreeuwenjong dat hard schreeuwde om dat 't uit onze goot niet naar zijn nest kon komen, heel voorzichtig in dat nest te leggen, zou u, evenals ik, angstig dien tour d'adresse (van 't goede soort) gevolgd hebben; ja, misschien hadt u jedaan wat ik naliet, ze die waaghalzerij, die wandeling op een smalle, geheel met klimop begroeide goot, langs een tien Meter hoogen muur, verbieden, 't Was geen kleinigheid, dat vooroverbuigen om in het nest het spreeuwenjong te kun nen neerleggen en eindelijk, het ergste ...'t omkeeren, om later door 't zelfde venster wér naar binnen te komen; ook daartoe behoorde dat, wat volgens mijn bescheiden meening den hollandschen jongen juist kenmerkt: moed en zelfver trouwen, ze toonden beiden maar oribetvust. En wanneer u den inventaris opmaakte van de zakken mijner drie jongste zoons, respec tievelijk veertien, dertien en elf jaar? Eilieve, ik geloof dat u, bij de eerste inspectie al zoo overtuigd waart, dat er nog Hollandsche jongens zijn, dat u van verdere ontdekkings reizen in vreemde jongenszakken vrijwillig zoudt afzien; wel zoudt u er geen musschenknip in vinden, evenmin als stukken lood aan een touw, want, ook die dingen zijn volgens den tegenwoordigen hollandschen jongen «ge meen" maar, doosjes amorces. een zakpistooltje van drie stuiver, eindjes grift, onmogelijke potloodjes een gehavende porte-monnaie, waarin zeer hete rogene bestanddeelen maar zeker weinig geld, een zuiger om steenen uit te trekken of een eindje caoutchoucpijp om water te doen neerda len op de plaats waar de guiten dit wenschen, erg seldzame (?) postzegels enz., en bent u dan nog niet overtuigd, och kom dan in de vacantie eens bij mij en zie eens hoe mijn jongen van 17 jaar, gelukkig dat hij den strengen huisregel der Cadettenschool voor een wijl mag vergeten, met den jongsten bengel op zijn rug, in alle ernst, bijgestaan door No. 4 het »echte" kanon laat afgaan, zóó dat mijn ooren tuiten; ik zou u uitnoodigen om mee te gaan naar den Vijver in 'tbosch, waar Xo. 3 met de twee jongsten en Mama, het stoombootje of het zeilscheepje laat varen, even gelukkig als de jongere broers wan neer het scheepje zoo »leuk" zeilt of 'tbootje zoo goed gaat Misschien zou ik u weer verzoe ken ons onopgemerkt te volgen, want de »groote" zou zich mogelijk schamen, maar toondet u even veel belangstelling als mama, dan zou hij zeker zijn ijver door uw tegenwoordigheid niet laten verflauwen en u zou ik dan vragen: »mijnheer, gelooft u nu nog dat er geen Ilollandsche jon gens meer zijn?" Ik ben van uw antwoord verzekerd en zeg u ten slotte : waarlijk, mijn jongens zijn de eenige niet! Den Haag. S. B. liiiiiiiminniiimiill ............ ..... Millliii>i»i»iiiiiliM|liiiiiiMi|iniiiiinii|iii 40 cents per regel. Complete Eetkamers, PRIMA EIGEN FABRIKAAT. YOS & LE GRAND, Kalverstraat. Magazijn KEIZERSHOF", Niemveiidjjk 196. Zijden stoffen. Grootste sorteering zwarte en gekleurde, effen, gewerkte en gedamasseerde Zijde, Satijn en Surah. De nieuwste des sins en kleuren steeds voorhanden. SCHADE & OLDENKOTT. Hoofd-Depöt VAN Dr. JAEGER's Orig. Norm. Wolartikeleu K. F. DEUSCHLEBENGER. Amtt. Kalverrtr. tJSf. Eenig specialiteit in dei* artikelen in geheel Nederland. SCHOTSCHE PARTIJ. Uit den C.ff. (Siegergruppe). ?Wit. Lohmann, Umuiden. l e4 e5 2 l» f3 P c6 3 «14 e<14: 4 P «14 L (5 5 L e3 D f6 6 c3 P gel 7 L e2! L dt: Messemaker spoelde op den wedstrijd te Gouda 1889 tegen Jhr. v. Foreest 7- da. l 8 cdt: (15 9 eó 1) g6 10 L h5 Zooals uit 't vervolg blijkt, verliest ffit met deze» zet een gewichtig tempo. Beter was 10 P c3, D g'2: 11 L f3 enz. 10 I) g'21 11 L f3 D g6 12 P c3 Zie vorige opmerking. 12 P biJ Een gewaagde manoeu vre. Voor 't beste hou den wij L eG. Bijv. L e6 13 D b3!, 0-0-0 14 T cl (14 P a5 dan P f5 15 P CD, b6 16 D a4, bc5: 17 D e6: D d3 en de aan val gaat op Zwart over) f6 15 P a4, fe5: 16 P c5 Zwart. Faure, Amersfoort. (16 de5: dan d4 en/n-int) b6 en wij zien niet in hoe Wit verlies kan ont gaan. Op 13 L h5 volgt D g2 14 K d2 (14 T fl dan L h3 enz.) Pf5 enz. en op 13 P e2 volgt fa en event. D f7. 't Oflïr van den pion was daar om niet geheel correct. 13 D at f P ec6 11 P as: P da: 15 L do: L d7 16 D 1)3 T b8 17 f3! P n5 18 I) c3 D 1>6 19 T gl T g-8 20 L el g(> 21 d5 Wit behandelt den aan val voortreffelijk. 21 D a6 22 e6! feö: 23 L có! D cl 21 1) e3 D 1>5 25 dc6: L c8 L cG dan evenals in den tekst 26 D g5, T g7 27 D e5, T g8 28 D 16 enz. 26 I) g5 T gl 27 I) e5 Zwart geeft op.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl