Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOK NEDERLAND.
No. 886
Uit Dr. QANNEF's Studeerkamer.
(Het auteursrecht voor den inhoud van deze lladzijde wordt verzekerd vólqens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Torst Ferdinand van Bnlgarjje.
?nmiimimiMHiiiiiniiiiMMiNmiiuMmiimiimtiiiiiiiimiMiiiMiMiimmiiMi
nifiiiiiiiiiiiimmiiuiiuiiiiiMiiimiiiiiummimniiiMiiiiiMiMiiMniiiimnuii
De Congo-negers op de Antwerpsche
tentoonstelling.
De Congo-negers te Antwerpen vindt men het
minst in het dorp dat voor hen ingericht is;
meest legeren zij in het fort in de buurt, vooral
als er geen zon is. Hun Europeesche aanvoerders,
vooral kapitein Legat, geven zich de grootste
moeite om ze voor kouvatten te bewaren; maar
de zwarten gevoelen er het gevaar niet van en
letten niet op tocht of koude, ofschoon deze toch
voor hen bijzonder gevaarlijk zijn. Het onvoor
zichtigst zijn de vrouwen; zij loopen zoo goed
als naakt, terwijl zij sluipend en traag haar
huiselijk werk doen. De haar gegeven gordels
hebben zij tot een bosje gebonden en weggeborgen,
als souvenir; aantrekken doen zij deze
>kleedingstukken" niet. Met bijzondere nieuwsgierigheid
bekyken zij de opgetooide blanke dames; zij
kunnen niet begrijpen waarom deze zoo gebiedend
wandelen en zich zoo vrij gedragen, terwijl zij
zelf nog in den toestand zijn, waarvan een
Fransch schrijver zeide: »Het eerste lastdier
was de vrouw." Een negerin, de vijfde vrouw
van de hoofdman der Baroko's, wiegt haar jongste
kind, terwijl de mannen elkaar tot tijdverdrijf
het haar afknippen. Op de plaats van hun
kazerne gaat het levendig toe, zoo dikwijls
het weer toelaat, de »zwarte broeders",
zooals men ze in Belgiënoemt, naar buiten te
laten; levendig maar vreedzaam, want kapitein
Legat houdt strenge discipline. Vechtpartijen
komen niet voor, ofschoon de luidjes tot ver
schillende stammen behooren, en het
Jandsgebruik dan voor het minst een kloppartij vereischt.
Door 4 sterfgevallen is het getal nu op 140 ge
komen ; daarvan zijn 27 soldaten en GO vrouwen
en kinderen. Zij zitten het liefst in de open
lucht, rondom een vuur, waarop zij het hun ver
strekt soldatenbrood roosteren. Sommige stammen
zijn vreeselijk getatoeëerd; alleen de
Zapposoppo's, smeden van Kissai, die hun gewoon werk voort
zetten, hebben zich niet mismaakt. De Baroko's
z\jn van voorhoofd tot kuiten met ruwe figuren
overtrokken, in de ooren dragen zij ringen van
koperdraad. De Banggala's hebben het vel van
hun voorhoofd tot een soort hanekam
bijeengeIrokken; op de slapen hebben zij een palmblad;
hun tanden zijn, als bij menscheneters meer voor
komt, spits afgevyld. De Baloio's en Mongo's
Bij de Derhy-wedrennen.
(Punch.
Mr. PUXCH: sï\eenit u vandaag eens vacantie.
My Lord ?" B. -uw)
Lord ROSEHKEY: »Vacantie ! Ik werk hier zoo
hard als ik kan in 't belang van de partij ! Ik
hoop dat Harcourt te Westminster op de zaken
past! !"
De rede van den heer Dupuy.
(Triboitlel.)
Me revoila prégident du i Le minichtère que j'ai
Conseil. l l'honneur de présenter devant
vous.. ..
Et vous savez combien il
a tédur a former, ce mi
nichtère ....
Est abcholument Ie im'me
que Ie minichtère préchédent.
Voila che que j'avais fi
vous dire... que la chéance
continue !
zijn trotsch op kunstige zweren, en de Zongo's
hebben hun tanden in tweeën gezaagd. De Mon
go's dragen nog, ter herinnering aan liet juk der
Arabieren, een halve maan op de slapen Onder
de kinderen bevinden zich eenige van den
gevreesden, nu uit den weg geruimden, bloedigen
heerscher van Katanga, Msiri; eigenlijk
/anzibarieten en Mahomedanen van stam. Zij spreken
Kisoeaheli en maken den kapitein Becker, die
het oostelijk deel van den tegenwoordigen
Congostaat grondig heeft doorzocht, in hunne taal
duidelijk, dat zij geen schuld hebben aan de
vechtpartijen, die zooals men weet, twee jaren
geleden de heerschappij der blanken in
OostAftïka bedreigden. De mannen zijn over 't geheel,
tot zelfs de zwijgende Mongo's, zeer opgewekt;
men heeft natuurlijk diegenen gekozen, die zicli
reeds aan den omgang met Europeanen gewend
hadden. Zij vangen brokstukken op van de ver
schillende talen, die hier gesproken worden,
enhebben er pret in daarvan een soort van koopmans -sabir
te maken. Een prachtige kerel uit Banggala-land,
die als oen heer in een Europeesch complet rond
loopt, heeft gedurende eenige dagen, die hij in de
ziekenzaal doorbracht,van l tot 100 leeren tellenen
schrijven; en nu oefent hij zich steeds in het
schrijven ; do anderen probeeren het hem na te
doen, en als ze een potlood in handen, van een
i bezoeker zien, vragen ze er om. Er is een
ne| gorspreekwoord : >AYie papier en inkt bezit is
een rijk man." Een tienjarige bengel uit
Zappozoppo, liet land dat Wissmann, Wolft' en von
Franrois ontdekt hebben, toont zich zeer opge
wekt. De lieden hebben wonderlijke begrippen
van hetgeen zij in een Europeesche stad zien.
De huizen schijnen hun al te groot, onbewoon
baar ; een vigelante noemen zij »eene boot met
een beest er voor," want iiet paard is hun on
bekend. Dat de zwarten goed behandeld worden,
spreekt van zelf. 's Morgens krijgen zij
Amerikaansch vleesch met boonen,'s middags Holland
sche kaas met brood en thee ; 's avonds
schapenEepublikeinsche aspiranten voor het presidentschap der
vereenigde Staten.
(Judge.)
MAT KIM.KV en RKKM :
Oud-president IL\uj;ibu:
.:Jc hebt al twee happen
: Dr is geen klokhuis '.
teliad. geef cns ten minste het klokhuis!"
Stephan Stamboeloff,
ex-premier van Bulgarije.
vleesch, aardappels en gestoofde spinazie: daarbij
krijgt ieder daags een kommiesbrood. Visch eten
ze heel graag, maar liever versche kabeljauw
dan stokvisch, schol of' bokking.
Te Parijs, zoonls in alle hoofdsteden, hebben
in den laatsten tijd de bierhuizen met sombere
decoratie in Gotischon of Duitschen Renaissance
stijl zich vermenigvuldigd. Het caféItiche aan
den boulevard, maakt hierop een mooie uitzon
dering; de nieuwe directie heeft de plafonds
laten decoreeren door Doucet en Dubufe, het
beeldhouwwerk aan Bartholomé, Charpentier en
llaffaelli toevertrouwd, en aan den buitenkant
een reeks van paneelen van heldcrgekleurd
mozaïek laten aanbrengen, naar teekeningen van
i'orain.
Een lief land.
(l-'orain in den l'igaro.)
Als veteraan der democratie, kom ik Zijn
Excellentie den minister nederig verzoeken....
In een Duitsch blad deelt een dtechnungsrat"
eenigo staaltjes uit opstellen bij een onlangs ge
houden examen mee. Onder de onderwerpen ter
keuze behoorde ook »Mohamod en de Arabieren'r
dit had velen aangelokt en men las o. a.: Mohamed
bezocht in zijn jeugd de handelsschool te Mekka.
In zijn vrijen tijd dacht hij dan over het stichten
van een godsdienst na." Dit was van een die
voor den handel was opgeleid, een ander had,
met meer levenswijsheid, aan het vrouwelijk
element gedacht: Mohamed trouwde een rijke
weduwe en had dientengevolge tijd om over de
verschillende godsdiensten na te deken". Xog
meer philosooi' was nog een ander, die schreef:
Mohamed verbood aan zijn Arabieren
varkensvleesch te eten; als schadeloosstelling stond hij
hun do veelwijverij toe, die echter het volk ook
niet voel zegen aanbracht."
Snniijes.
De liberale partij zul en moet weer tot een
fusie komen, maar hue? De beide groepen