De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1894 24 juni pagina 6

24 juni 1894 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEEBLAD VOOR NEDERLAND. No. 887 Uit Dr. GrAJSTNEF's Studeerkamer. (Het auteursrecht voor den inhoud van deze bladzijde wordt verzekerd volgens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 134). Baron Giovanni Mïcotera. «hiiuiiuiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniinii iiiiiiiiiiiiiiiitiiimi (SUivdw. De Fransche bladen maken zich telkens vroolyk over de ijdelheid van den acteur Coquelin. Onlangs heeft hij doen melden, dat hij te München eene gastvoorstelling zou gaan geven, maar dat geen der andere steden van Duitschland, behalve dit Duitsch Athene de eer zou hebben hem te zien optreden. Nu schrijft in den Gauhis de chroniqueur »Brioche" een artikel over »Het Duitsch-Coquelinesk incident''. Brioche is naar mynheer Coquelin gegaan, den acteur »dien Europa ons benijdt", en heeft hem gevraagd of het waar was, wat de bladen beweren, dat hij een Hournée triomphale" door Duitschland zou ondernemen. »De Meester", vertelt Brioche, »ontving ons in zijn studeerkamer. Rondom hem verrezen bergen van kaarten en plattegronden. Hier stak hij een speld in, daar plantte hij een vlaggetje. »Weet ge, wat dat voor een kaart is ?" vroeg hij ons; »dat is de kaart van Duitschland." »Het is dan toch werkelijk waar?" »Zoo waar als mogelijk. Lang gsnoeg heeft men van de revanche gesproken, zonder van woorden tot daden over te gaan. ... Ik zelf neem ze nu op me, de revanche, en ik sta er u borg voor, het zal niet lang duren." »Zulk een plan is zeker een grootsche ziel waard. En mag men eenige bijzonderheden weten?" De gevierde komiek staat met het ernstigste gezicht ter wereld op, en zijn wijsvinger gaat aan 't wandelen over de kaart. »Zie hem," zegt hij, »hier zijn de punten, waar ik ze slaan zal. Vooreerst te München. Ik val het argelooze Beieren binnen, zóó dat ik het terstond van Pruisen en de andere bondsstaten afsnijd. Dat is overigens het oorspronkelijke plan van Napoleon III, uit het jaar 1870, dat ik weer opneem, alleen met byvoeging van wetenschap en genie. Nadat ik de Beieren te München verpletterd heb, laat ik mij door dit eerste succes niet verder ophouden. Evenals Napoleon I in Italiëen gedu rende den veldtocht in Frankrijk, sla ik den vijand telkens afzonderlijk. Ik wend mij met ver snelde marschen naar Leipzig; dat neem ik in drie bedryven in. Van daar vlieg ik sneller dan de faam, naar Mainz, maar ik spaar er de his torische gedenkteekenen. Hierop neem ik mijn vaart naar Frankfort, dat mij zijn poorten opent. Eindelijk, na een bliksemsnellen tocht, houd ik mijn intrede te Berly'n. Daar beirek ik de winterkwartieren. Mij dunkt overigens, dat ik dat wel verdiend heb. O mijn zoon, het is een groote troost, wanneer men, zooals ik, de vriend van een groot man geweest is, ten slotte tot zich zelf te zeggen, dat men diens dierbaarste wenschen heeft verwezenlijkt. Als Duitschland veroverd zal zijn, als ik te Berlijn ben, zal ik het gevoel hebben, dat Gambetta zelf daar als overwinnaar vertoeft. Maar stel al de vrienden die ik in Frankrijk achterlaat, gerust; ik zal zorgen, na de overwinning even bescheiden te blijven, als ik het tot dusverre geweest ben. Bij mij heeft men geen dictatuur te vreezen. Ik zal nog maar n streven hebben." »En welk streven?" »Tot mijn ploeg en mijn ossen terug te keeren, zooals Cincinnatus eertijds." Met deze woorden verlaten wij den beroem den menschenverbeelder, maar raden hem nog even aan, den ploeg niet vóór de ossen te spannen." Stierengevechten in Spanje. Zooals de Madridsche bladen berichten, heb ben in het speelsaizoen van het jaar 1893, 2GO stierengevechten plaats gehad, waaraan de be kende toreros deelnamen, en 320 waaraan de jongere espada-novices medewerkten. In Portu gal vonden 18 en in Frankrijk 1!> gevechten, alzoo in 't geheel 017 stierenslachtingen, plaats. De meeste gevechten telt Madrid, namelijk '25, dan volgen Valencia met 13, Sevilla met 10, Valladolid met 7. In 't geheel vielen in deze gevechten 1578 stieren, daarvan stierven er 2l> zonder den laatsten espadastoot gekregen te heb ben. Van de beroemde toreros-werkte Querrita het vaakst en met het meeste succes, hij nam aan niet minder dan 78 »corridas" deel; na hem kwam Mazzantini met 5(> gevechten. Welke som men deze gevechten verslinden, kan men hieruit nagaan, dat Querrita voor zijn 78 voorstellingen 234.0(10 pesetas aan zijne helpers betaalde. Een lief land. (Forain in den I<igaro). En toch was ze zoo mooi, tijdens het keizerrijk! Een welgesteld ongetrouwd heer te Weenen, die vroeger tot den spoorwegdienst behoord heeft. overleed dezer dagen, en liet een testament ach ter, waaraan het volgende ontleend is: De erfge namen moeten twee .derden van het jaar besteden aan reizen op de Oostenrijksche spoorweglijnen, om studiën te maken over het spoorwegverkeer, den dienst, het leven van het personeel in ver schillende categorieën, en vooral over de aanwe zigheid of mogelijkheid van veiligheidsmaatrege len voor hot bedienend personeel. Om de drie jaren moeten de opgedane ervaringen in den vorm van voorstellen aan de spoorwegbesturen, zon der naam van den inzender en zonder aanspraak op vergoeding worden overgelegd. De erfgenamen, drie neven van den spoorwegman, hebben de zeer aanzienlijke nalatenschap onder de bedoelde voor waarden aanvaard, en zullen zich binnenkort ieder afzonderlijk op reis begeven. Tegenbezoek(f/ft.) Een moeilijkheid bij de invoering van het vrouwenkiesrecht. (Fun.) Indachtig aan de vriendelijke ontvangst, welke de gewezen kanselier /.eist in Kameroen aan de Dahomey-dames heeft bereid, hebben de Dahomev-amazonen uit het lierlijnsche Panopticum den heer Leist op een gezellig koffie-uurtje uitgenoodigd. KlïSDSTRTCJx " / Hoe kan zij stemmen, als de mode haar zoo breed maakt, en de hokjes zoo smal zijn ? Het Hamletvraagstuk voor de rechtbank. Dr. Hermann Türck te Jena, bekend door zijne commentaren op Hamlet, heeft een werkje doen verschijnen: De overeenstemming tusschen di Hamletrerklaringen van Kuno Fisclier en Hermann TürcJi. In de inleiding heet het: »/ijne Excellentie de geheiinraad professor Kuno Fischer schreef mij in 1S88: »Ik heb uw geschrift Hamlet ein Genie ondanks mijn dringende bezigheden, terstond ge lezen, met de grootste belangstelling, en omtrent eenige der gewichtigste punten met besliste in stemming. L hebt van het wezen van het genie een verklaring gegeven, die, naar mij dunkt, op eenige grondtrekken in het karakter van Hamlet van toepassing is en ze opheldert. Ik zal uw be langrijken ideeönrijkgeschrift herhaaldelijk lezen." Twee jaar later, bij gelegenheid van het overreiken van hot geschrift: Het pliysiologisch probleem in de Hamlet-trayedie, deelde zijn Excellentie Kuno Fischer mij mede, dat hij mijn Hamletgesehriften zou meenemen op een vacantiereis, om zich er zorgvuldig mee bezig te houden. Nu onlangs heeft zijne Excellentie Kuno Fischer in No.-Is, -lüen;")! van de Heilage zur Allgemeiiieii ZeitmKj te München een reeks van artikelen ge geven onder den titel: Kin neues Werk bei' Ham let und das Hamlet-Probiem; het behandelde de kritiek over het bock van Lüning en daarna een verklaring van de llamlet-tragedie enhet llamletprobleem, die volkomen met mijn oplossing over eenkomt. Om mij nu tegenover deze artikelen, zoowel als tegenover het aangekondigde boek van Fischer Das Hamkt-Problem het recht van pri oriteit te verzekeren, zet ik de overeenstemming tusschen Kuno Fischer 's verklaring en de mijne uiteen, door de overeenkomende plaatsen uit beide werken te laten afdrukken, en met de noodzake lijkste ophelderingen te voorzien." Op deze verklaringen is door Kuno Fischer in het M (indiener blad terstond geantwoord met een verklaring om do opgaven van professor Türck te bestrijden. Thans heeft Hermann Türck, naar men uit .fena bericht, bij do rechtbank te München een aan klacht wegens beloediging tegen dr. Kano Fischer ingediend. Te veel Studenten. Over het to groot aantal studenten klagen tegenwoordig de P.-irijsche professoren. Kr st.udeoron nu aan de Iniversiteit te Parijs 11!H l stu denten waaronder l:>ns buitenlanders; dit jaar is het getal llC.ii meer dan hot vorigo. liet ge volg van dezen toeloop is dat do nieuw gebouwde lokalen reeds weder te klein dreigen te worden. Dames-studenten, meest hehoorende tot do genees kundige faculteit, telt Parijs er .'!!.'!, waarvan 172 buitenliindschi1. In tegenstelling hiermede wordt uit Italiëge meld: Vijf kleine Itnliaansche Fnivorsitoiti'ii zullen wegens gebrek "an bezoekers worden opgeheven. Het zij n Catania, Messina, Parma, Modena en Sassari. De Frnnkf'urter acht dit een voorbeeld ter navolging voor andere landen die aan geloerdenproletariaat lijden. Vier schutters en een hert. De Deutaclie /.eitunq te Weenen vertelt het volgende: In een wildpark in de buurt van Payerbach had een jachtpartij plaats, door den eigenaar ter eere van de op zijn buiten vertosvende gasten georganiseerd. -Men ging om 5 uur des morgens, zonder rangorde, zonder houtvester of drijvers, op weg. Het moest een geheel ongegeneerde Engelsche jachtpartij zijn. Plotseling springt een hert op en neemt zijne richting naar de dichtst nabijzijnde beek. Vlak na elkaar knallen drie schoten en tegelijk komen de drie schutters, een graaf, oen Hongaarsch edelman en een aartshertog, uit het struikgewas; men zoekt naar het wild, ieder van de drie schutters wil het doodelijk gewond hebben; het kan daarom slechts weinige schreden ver gevlucht zijn. Men zoekt en zoekt, maar ver geefs ; eindelijk ontdekt een der heeren in het dichte riet het doode hert. Het heeft den kogel aan de linkerzijde, een stellig doodelijk schot, maar slechts n schot, en het wild is dood enkoud. De beide heeren treden achteruit en geven zonder bezwaar toe, dat de aartshertog het eerste en beste schot gelost heeft. De gastheer wenscht den aartshertog geluk. Kr wordt nog veel geveld, maar het raadselachtige hert, driemalen getroffen en maar nmaal gewond, blijft het voornaamste geval van den das;. Lang nadat do gasten het slot verlaten hebben, geeft de jachtopzichter aan zijn meester de verklaring. liet hert was den vorigen avond door den hout vester geschoten, maar daar het een bijzonder groot dier was, liet hij liet liggen om het den vol genden dag te transporteeren ; intussdicn hadden de groote heeren het geannexeerd en de houtvestei was zoo wijs te zwijgen. Een tevreden gemoed." (Punch.) Touclitlone (Sir WH.I.IAM ll.incc/i. i; n: -Een jtovei schepseltje, maar van mij." As you lilx 'd. V. 4.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl