Historisch Archief 1877-1940
No. 888
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Julius Pruttelinan Brommeijer.
Wat een warwin
kel, of beter gezegd:
wat een beestenboel!
Je zoudt er
uitloopen! Daar hebben
ze nu weer den pre
sident der Fransche
Republiek ver
moord, 't Is om van
te ijzen, 't Spreekt
van zelf, zóó kan het
niet blijven. Maar
wat moet er aan ge
daan worden ? dat
is de vraag.
Zoo zei ik ver
leden Maandag bij
mij zelf en
herinner-de me juist, dat
Quack zijn af
scheidsrede als pro
fessor zou gaan hou
den. Ik diende daar
wel bij tegenwoordig
te zijn: als ik mij
niet vertoonde zou hij het mij zeker kwalijk
nemen. Hij had mij bovendien in het geheim
genomen en mij medegedeeld, hoe zijn werk
zaamheden nu te druk waren geworden, om
het professoraat te blijven waarnemen. Het
zal er dan werkelijk toe komen, dat hij een op
voedingsgesticht voor verwaarloosde kinderen
gaat openen, zooals hij al voornemens was
toen hij uit de redactie van de Gids ging.
De lauweren -van Haesje Claes. laten hem
maar geen rust.
Zoo ben ik dan in de Aula aangeland
en ik wil het eerlijk bekennen ik
heb me daar langer dan een uur zitten
te ergeren. Natuurlijk je hebt zooals ieder
een je hoofd vol van de Lyonsche geschiede
nis en denkt dus van een welsprekend man
als Quack daar iets tpepasselijks
overtehooen en wat krijg je.... een aanprijzing,
compleet een verheerlijking van dien
socialistischen en anarchistischen boel; aanhitsingea
en opruiingen alsof je een redevoering van
Domela Nieuwenhuis las! Zoo gauw hij mij
in het oog kreeg, ik zat nog al vooraan en
middenin, en kon dus niet zonder veel kabaal
?er uit komen, bemerkte ik duidelijk, dat hij er
pleizier in had mij aan te kijken en eenige
aparte hatelijkheden te debiteeren aan mijn
adres. Enkele keeren wees hij met de vinger
?op me, alsof hij al die anderen wilde toeroe
pen: daar 'zit zoo'n vent. »Zij meenen", hij
dorst natuurlijk niet te zeggen: hij meent,
maar ik voelde hem daarom wel! Zij mee
nen de sociale vraag nog te kunnen oplossen
door soep-uitdeeliugen, en voelen nog niet
den electrieken schok, die dwingt tot liet
vestigen van een nieuwe broederschap onder
de menschen. Op 't oogenblik aarzelen overal
?de meer bezittende klassen. Zij willen blijven
zitten; zij versmaden de toenadering. Doch
zij moeten oppassen. Zij konden de leiding
wel eens verliezen."
Wat bedoelde hij nu met den electrieken
schok, waardoor ik zou gevoelen, dat je geen
kaartjes voor de soepuitdeelihg moet geven,
maar een nieuwe broederschap vestigen ? Wat
voor broederschap V
Zoo iets als de broederschap der notarissen?
Die lui eten mekaar op van neringziekte.
'Of zooals de Remonstrantsche broederschap?
.Als Lutheraan houd ik meer van een kerkge
nootschap dan van een broederschap. Maar
met wie zou ik dan zop'n broederschap aan
gaan? Met Altes en zijn koren dragers? met
Steenkamp en zijn dienders? met Domela en
zijn socialen ? met Krausse en zijn gezel
schap? met de Zandstraal en de
Nieuwstraat, den Duivelshoek en Uijlenburg?
Wat verlangt Quack dan toch van me, dacht
ik. Een electrische schok, al was 't een formeele
bliksemstraal, waarmede hij mij wilde bewer
ken om in zoo'n soort van broederschap te
treden, laat staan diepte vestigen, hij zou er
mij niet toe krijgen. Tot aulk een
familiariteit leen ik me niet. Daarvan kan hij mij ge
rust een voorbeeld geven, zonder dat ik hem
zal naiipen. Laat hij zijn gang gaan! Hij wil
blijven zitten, Hij versmaadde de toenadering,
Hij moet oppassen. Hij kon de leiding wel
<?ens verliezen", ik hoor 't hern nog zeggen.
Wat een banale bangmakerij van iemand die
in de Bocht woont, Brommeijer heer, aan 't
Hof komt, en die als 't hem lustte wel een
gouden eelservies zich zou kunnen aan
schaffen om H. M. een dineetje voor te
zetten, zooals ik op 't Loo niet gehad heb.
Maar wat ik daar zei, was nog maar een be
gin. Je moest hem verder hooren. Vrij
heid beteekent niets zonder de schatten van
natuur en geest. De vrijheid is zooveel als een
belofte die je den werkman geet'l, op een goed
leventje. Dat wil hij hebben, dat vraagt hij
met aandrang", en zoo beweerde Quack ver
der, nu hij dat vraagt, moet je het hem ook
zien te verschaffen. Maar wat doen jullie
rijken?... jullie weten tegenover zijn aandrang
op lotsverbetering niets anders te stellen dan
politie en kanonnen.'' En daar zag hij mij
niet zijn slappe pogen weer zoo yalsch aan,
als had ik zelf indertijd de politie gecom
mandeerd en met vuurwapenen een opstand
helpen dempen. En alsof dat, nog niet genoeg
was, prees hij allerlei dingen aan, die de te
genwoordige maatschappij onderstboyen zullen
keeren, om te eindigen met een uittartende
frase: Men kan alles met de bajonnetten
doen, behalve er op gaan zitten.'' Hij scheen
niet te weten, dat nog nooit iemand dat ge
probeerd had en iedereen tevreden zich betoond
heeft met er naast te gaan zitten.
Nu, zoo heette het, we moesten dan tot een
nieuwe broederschap komen, en dan moet het
recht op arbeid" worden erkend. Verbeeld je,
zei Quack, en dat scheen hij al heel ellendig
te vinden, hij noemde het onzinnig": ..de ar
beider moet het verlof vragen om te mogen
?werken; hij is gereed, hij wil niets liever dan
De Kabinetsformatie in Augustus 1891.
De KOXIXGIX-REGENTES : Is nu het Kabinet gereed, en heeft U mij mededeeling gedaan van al wat op de formatie betrekking heeft 'f
Mr. VAN TIESHOVEX: Zeker, Uwe Majesteit .... van alles wat ter zake dienende is."
werken voor vrouw en kinderen; maar de
conjunctuur der tijden wacht op verbetering
van winst; het kapitaal der individuen trekt
zich terug; voor den arbeid is alles nu ge
doemd tot stilstand. De arbeid moet afwach
ten de toestemming der bezitters. En die
bezitters denken onder de heerschappij van
het vrije verkeer allereerst om het bezit. De
hoogste economische waarde, de arbeid, wordt
aldus periodiek tot waardeloosheid veroor
deeld. Toevallige omstandigheden beslissen
soms of er weder gewerkt kan worden.
»De gemeenschap moet hier (dunkt mij) orde
op stellen. Onder een of anderen vorm moet
de kern van wat men nu eenmaal noemt het
»recht op arbeid" worden erkend. Recht op
arbeid als noodzakelijke consequentie van
plicht tot arbeid."
Ik heb hem eens aangekeken en hij zag er
toch niet onverstandiger uit dan gewoonlijk;
en hij maakte ook geen grapje, 't was hem
vollen ernst. Quack staat tegenwoordig op
dit standpunt: als je iemand ziet die geen
werk heeft, maar die werken wil, moet je
hem werk geven. Tot dusverre was het alleen
nog maar dat je die geen eten heeft en toch
eten wil, eten moet geven opdat hij niet
krimpeere van den honger, maar nu wordt het:
dat je hem bovendien nog werk zult verschaf
fen. Ik als bezitter, als geldjager, zooals hij
mij vroeger al eens heeft uitgescholden,
mag niet wachten om mijn kapitaal in
ondernemingen te steken, totdat ik op
eenige rente kan rekenen, neen, zoodra Jan
Rap en zijn maat werk noodig heeft moet
ik en moeten alle oppassende spaarzame bur
gers ons geld disponibel stellen om dat volk,
dat er maar op los trouwt en waarvan er
altijd zes meer zijn in een dozijn dan noodig
is, aan bezigheid te helpen. En zoo is het
dan nog maar voorloopig om to beginnen ;
weldra wordt het heel anders. Wat wij als
de mannen van de groote vermogens thans
zelf doen, zal de Staat eens gaan verrich
ten; de Staat zal aan de productie zekere
leidinggeven." Wij bezitters of beschikkers van
groot kapitaalsvermogen. die aan niets anders
denken dan aan '-baatzucht" verbeeld je
zoo spreekt nu een oud-secretaris van de .Ncd.
Bank, een Commissaris van de
Handotinaatschappij zullen ons stel over C-MH eeuw
moeten gaan beschouwen als eril'ijke rei/l/n/i
.1to'.s- van ons vermogen, erllijke beambten van
de maatschappij. Het hebben van eigendom
zou dan gelijk staan met hel volvoeren va a
een functie. Thans volvoeren kapitalisten die
functie geheel en al voor hun eigen voordeel.
en het werk van allen gelijkt op een soort
van samenzwering tegen allen. .Later zal een
geest van broederschap moeten heerschen:
rust en tevredenheid zullen weder komen."
Men zou nu zeggen, dat iemand, die in
onzen rumoerigen tijd van een professonvlcn
stoel zooveel gevaarlijken onzin heeft uit
gebraakt, en dat voor een gehoor grooten
deels bestaande uit jongelui, die nog op
zijn best weten wat een brandkast is, meer
dan tevreden kon zijn. Maar Quack was
dat alles behalve. Natuurlijk kwam _ er
een kleine tirade aan 't adres van dien
jeugdigen moordenaar van Carnot in voor; de
maatschappij eischt vergelding voor den
moord op den srnetteloozen ambtenaar der
Fransche Republiek" maar wat was uu
eigenlijk het doel van de hccle redeneering,
als je dat raaskallen ten minste nog
redeneereu durft noemen ?
Indien men aldus de komst van het Rijk
der Gemeenschap wilde bevorderen, zou men
besl.fuid zijn tegen de anarchie. Tegen de
anarchie onder al haar vormen. Want let
wel," zeide spr.. ,dat de anarchie, waarvoor
thans de maatschappij beeft, omdat zij bom
men werpt, voor een deel de afgrijselijke en
grijnzende carjcatuur is der denkbeelden van
het individualisme, lïeide richtingen verkon
digen, dat het individu de maat aller dingen is."
Met andere woorden : verloden Maandag
heeft Prof. Quack in de Aula in mijn pre
sentie staan betoogen, dat de anarchisten en
de kapitalisten lui zijn van eenerlei slag, en
dat de anarchist geen bommen zou gooien, als
hij maar kapitalist was en een bom duiten
had. Op denzelfden onvergetelijke!! dag
heeftProf. Quack durven vertellen, dat onze oude
maatschappij op t omvallen staat, aangezien
er zooveel lui zijn die ..mier-arm van de
hand in den tand leven ' en, opdat ons alle
gerustheid zou ontbreken, onmiddelijk daarop
er aan toegevoegd: dat het redmiddel van
ons kapitalisten van politie en soldaten, slechts
van betrekkelijk korten duur kan zijn. '
Na dat alles genoten te hebben was ik te
zeer ontstemd om hem te gaan begroeten.
Ik hel) hem niet weer gezien en ik verlang
hem ook niet weer te zien. Aan alles komt
! een end en zoo ook aan mijn geduld. Alleen
heb ik Charles even gesproken, nadat ik zijn
verslag- in het l/i!ii'/'-/3ln'<v/ had gelezen. Ik
merk daar, zei ik, dat je al die radikale
soeia! listische nonsens van onzen Quack hebt
gequaliiiceerd als een ...liep gevoelde,
welspre1 kende rede,' en datje ze zelfs ..boeiend hebt
ge noem d.
: Charles haalde zijn schouders op alsof
hij zeggen wilde: je weel. wie Quack is en
i daar hij toch niet hèok'nuial zwijgen kon, ant
woordde hij: ze was mooi maar hij had
haar in < '>ntxtn/tti<t moeten houden! In '
'onftfiui/ift? Neen, hij had haar in 't geheel niet
moeien houden, 't is een schande dat iemand
van on/.en Mand ons zon slaat te beschuldi
gen en te belasteren. En jij als redacteur
van et 11 kapitalistisch blad had je plicht
behooron te doen en hem moeten uillucht.eii
voor het. publiek, gelijk hij dat verdiend
heeft. Heb je ooit een zoogenaamd fatsoenlijk
man opruiender hooren spreken dan die kerel,
die jou en mij een handje gt-cft en
ondortussehen eonspireert niet al dat gehoede, dat
! ons wel zou willen opknoupen ? Waarom heb
je nu al die brutale aantijgingen op ons
bezitters stilletjes aan je lezers overgobriefd,
zonder een woordje (e zeggen ; je bent
an; dors toch niet zoo on je mondje gevallen.
? .Ie had behooren te protesreeren. zooals je
; in je leven nog niet geprotesteerd hebt.
\ Als er in het Weekblad een plaat
voor;' komt, waaruit je alleen met heel veel kwaden
i wil wat venijn kunt zuigen. d;ui zit je dien
braven Hraakensiek al iu de haren en maakt
oen leven als een oordeel. En hier staat nu
(tod beler't een professor de jeugd te vergif
tigen met socialistische dwalingen en de
po1 liiie en het leger, de bajonnetten. de kanonnen
zelfs vau hun prestige te berooven en je
ver1 roert geen vin. Voor een doode walvisch zou
i je je kunnen opwinden e u als ze de Bocht
uitphinderen, mij op straat zetten, mijn vrouw
en dochter .... ja, want daar komt het op
die manier eenmaal toe geef je geen. azem!
Bah, je bent tegenwoordig geen kuip voor je
neus waard !
Charles kreeg een kleur tot over zijn ooren,
en toen ik hem goed aankeek, zag ik dat zijn
oogen neiging vertoonden vochtig te worden.
Dat trof me. Kom, zei ik, neem me niet kwa
lijk, ik gevoel het, ik maakte mij daar wat al
te warm. Die Satansche Quack met zijn zoete
zieke praatjes heeft mij van de wijs gebracht.
Ik weet wel, je hebt zeker geen tijd gehad.
Je zult nog wel eens uit je oude tuighuis wat
halen om hen te bombardeeren: steek hem
maar eens aan je bajonnet, zoodat hij proef
ondervindelijk te weten komt of hij er wel
op zitten kan ... Je hebt zeker nog wel wat
inkt op je bureau met het noodige vergif er
in... Spaar hem niet hoor!
Charles lachte eens en was weer geheel de
oude.
Ik ben nu maar nieuwsgierig hoe hij Quack
in Van Dag tot Dag te lijf zal gaan. Want
dat moei ik zeggen, als hij 't op iemand voor
zien heeft, laat hij dien niet dood op het slag
veld liggen, dan na hem tweemaal te hebben
onthoofd.
INGEZONDEN.
Ik bezit /'l li u in. - en ik woon op de
Jodenbreestraat aan den zonkantin mijn
eigendommetje, dat ongeveer op bovenstaand bedrag
is getaxeerd : ik betaal:
Vermogensbelasting.
Grondbelasting-.
Straatbelasting.
Vergurmingsbelasting-. omdat ik een
caféhoud.
Bedrijfsbelasting.
Precariobelasting voor 't zonnezeiltje.
Inkomstenbelasting.
Personeele belasting.
Hondenbelasting wam ik heb een klein
puokhondje.
Om nu eens uitterusten en me re verpoozeii
van 'i betalen, ga ik tusschenbeiden met,
mijn Haartje iiaar de komedie. We zitten
parterre voor ~~> cent, zonder vertering: nu
hoor ik, dat we voortaan ."» p( 't. komedie-be
lasting krijgen en mr. Treub zegt. dat de
?bezoekers die moeten betalen. Zou dat niet
een vergissing wezen? Als je voor je pleizier
reis uit bent nog betalen.
Wat 'n akeligheid, ik ben 'n geslagen man
maar ik mor nooit ik weet ons Gemeente
bestuur meent het goed met de kunst en
daarom roep ik blijmoedig: Leve het ge
meentebestuur !
Hoogachtend,
UEd. dienaar.
Br, AM M i: r.i E CEXT.