Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 890
zonden stukken en was mede oorzaak dat
Sotius ook persoonlijk vereerd werd met enkele
zeer gewaardeerde brieven van belangstellende
lezeressen, die ons nadere inlichting vroegen
of wel enkele bezwaren tegen onze denk
beelden in het midden'brachten. Een harer
had zelfs de groote vriendelijkheid ons een
exemplaar toe te zenden van de statuten en
van alle jaarverslagen der Mulualitó, waarvoor
wij haar onzen beleefden dank betuigen. Deze
bescheiden stellen ons in staat het doel der
merkwaardige vereenigingeenigzins uitvoeriger
na te gaan, in de hoop daarbij tevens enkele
bezwaren op te heffen die bij sommigen zijn
gerezen.
Die hoop koesteren wij niet ten aanzien
van den heer ds. H. Pierson, directeur der
Heidring-gestichten, die in zijn Maandblad
'Getuigen en Redden" een artikel schreef,
waarin hij ons beschuldigt van grove onwe
tendheid, de 'Mutualitérangschikt onder de
«Fransche dwaasheden" en dat overigens een
.zóó hooge mate van zelfgenoegzaamheid ver
raadt dat debat daartegen ons weinig vrucht
baar en niet zeer aanlokkelijk voorkomt.
Sedert geruimen tijd trouwens is het eenige
wat wij in het optreden van de woordvoerders
der zich noemende Christelijke moraal en
Christelijke philanthrppie nog bewonderen de
driestheid die hen blijft ken merken, niettegen
staande de eeuwenlange praktijk hunner be
ginselen alles behalve bevredigende uitkom
sten heeft opgeleverd en feiten als voorge
vallen met de dominés Thijm en Barger en
den »weesvader" Van 't Lindenhout nog pas
onlangs opnieuw hebben bewezen dat een
Christelijke opvoeding ook al volstrekt geen
waarborg is tegen ondeugden en tekortko
mingen van allerlei aard. In plaats van
hierdoor bewogen te worden tot het aan
slaan van een minder hoogen toon, blijven
deze heeren hunne beginselen nog maar
steeds aanprijzen als de eenig ware en
bestempelen zij de humanitaire aspiratiën
van anderen eenvoudig als »Fransche dwaas
heid". Een nadere uiteenzetting van het doel
der Mutualitézal bewijzen hoezeer dit ver wij t,
althans ten aanzien van deze instelling,
waaraan tal van eminente Fransche burgers
en burgeressen hunne beste krachten wijden,
ten eenenmale onverdiend is en zal tevens
doen zien, welke fundamenteele verschillen er
bestaan tusschen deze inrichting en die te
Zetten, Amsterdam en Leiden.
De genoemde »Fransche dwaasheid" dan is
een stichting, die eerst in het jaar 1892 tot
stand kwam onder patronage van mevrouw
Carnot en met medewerking van mannen als
de senator Jules Simon, het kamerlid Burdeau,
de minister Raynal, den graaf de Mun, de
bekende dr. Bertillon en vele andere aanzien
lijke, geenszins dwaze personen.
Het oorspronkelijk doel der Mutualitéwas
vrij bescheiden. In de Statuten van 1892 vin
den wij het omschreven als volgt: De Mu
iualitéHaternelle stelt zich ten doel aan de
deelneemsters, na hare bevalling, een toelage
te verzekeren, voldoende om haar in staat te
stellen zich gedurende vier weken van arbeid
te onthouden en om zich zelve en haar kind
te kunnen verzorgen, zooals dat in de eerste
weken na de geboorte noodig is."
Al spoedig echter breidde de werkkring der
vereeniging zich aanmerkelijk uit. Reeds
dadalijk werden in de Ie jaarvergadering de
statuten zoodanig ingericht, dat de vereeniging
ook werd opengesteld voor ongehuwde moeders.
Daartoe werden verschillende bepalingen op
genomen volgens welke arbeiders en employ/'s
van heide sekses als eerelid kunnen worden
aangenomen voor n in plaats van voor twintig
UHIIIUUMIUIIUIIUII
uimmmiimiiiiitimmiiHi
was.. Nog een paar stappen en ik was vrij!
Als ik doorliep tot de eerste ondiepe poel
aan den voet van den vooruitstekenden
linkerpunt van den paardenhoef, kon ik er door
waden, op. zijde afslaan van den krater en
het land in komen. Zonder een seconde te
aarzselen, liep ik met vluggen tred voorbij
de helm. waar Gunga Dass de kraaien ge
vangen had, in de richting van het gladde,
witte zand, dat ik in. de verte zag.
Doch de eerste voetstap dien ik deed van
het helmgras af, bewees me hoe alle hoop
om te ontkomen te vergeefs was, want
zoodra ik mijn, voet nederzette, voelde ik den
grond trekken, zuigen onder mij. Een
oogenblik,. .. en, mijn been was tot aan de knie
verdwenen,. Het was mij in het bleeke maan
licht alsof de geheele zandige oppervlakte
schudde van duivelachtige pret over mjjn
teleurstelling. Ik worstelde, tot het zweet
mij uitbrak van inspanning, om vrij te komen,
ging toen eenige schreden terug eii viel uit
geput voorover in de helm.
Het eenige middel om te vluchten was
door drijfzand afgesloten.
Ik weet niet hoe lang ik daar gelegen
heb; ik werd eindelijk wakker door een boos
aardig gegrinnik van Gunga Dass aan mijn
oor. Ik zou je raden, Beschermer van de
Armen (de schavuit sprak Engelsch) naar
huis terug te keeren. 't Is niet gezond hier
zoo te blijven liggen. Bovendien, als de boot
terugkeert, word je stellig en zeker doodge
schoten.
Hij boog zich over mij heen in het flauwe
licht van den dageraad, steeds grinnikend
en in zichzelf lachend. Met moeite hield ik
mij in,, om den kerel niet bij deii nek te
nemen en op het drijfzand te smijten, ik
stond op en volgde hem met loomen tred
naar het plateau aaji den voet der zand
heuvels.
Op eens viel mij in en ik sprak ter
zelfder tijd de vraag uit: Gunga Dass,
waarvoor dient die boot als ik toch nergens
francs per jaar en waardoor voorts elk eere
lid van deze categorie in de gelegenheid
wordt gesteld om van vandaag op morgen
deelhebbend lid te worden, welke kwaliteit dan
aanspraak geeft op alle zorgen, die de
vereeniging aan het moederschap wijdt. Deze
wijziging werd met algemeene stemmen aan
genomen, na een hartelijke redevoering van
den heer Jules Simon, die er op wees hoe nuttig
de Mutualitéook zou kunnen werken ter
verzachting van het bittere lot der onge
huwde aanstaande moeders, waarvan er ge
middeld niet minder dan 700 in Parijs
rondloopen, zonder te weten waar zij het hoofd
zullen nederleggen. Het was vooral op deze
zijde van den werkkring der Mutualité, dat
wij in ons vorig artikel de aandacht vestig
den, met het gevolg dat wij ons de berisping
van ds. Pierson op den hals haalden, als zou
den wij zoodoende medewerken om het eer
gevoel der vrouw te verslappen en tot een
vooroordeel te bestempelen. Wij komen hierop
later terug, maar wenschen toch reeds te dezer
plaatse de vraag te stellen of het vrouwelijk
eergevoel niet heel wat beter wordt gewaar
borgd, wanneer aan de ongehuwde aanstaande
moeder een recht op hulp wordt gegeven, dan
wanneer zij die hulp moet vragen van een
philanthropie, die bij al watzij doetnooit moede
wordt hare cliënten toe te (luisteren, dat ze
diep gezonken wezens zijn, eene opvatting die
toch zeker niet bijdraagt tot verhooging van
het gevoel van eer en eigen vyaarde ? !
Maar keeren wij voorloopig nog tot onze
Mutualitézelve terug. Zooals wij dan zagen
bestaat de vereeniging uit Membres honoraires
die 20 fr. per jaar betalen, en Membres part
icipants, die 50 centimes per maand bijdragen:
bovendien heeft men nog Membres honoraires
perpétucls, door een storting in ns van .'500
fr. en Membres bienfaiteurs, die 1000 fr. be
talen. Behalve uit deze inkomsten wordt het
fonds der vereeniging gevormd uit giften en
legaten en uit subsidies van staat, provincie,
gemeente en vakvereenigingen. Reeds mocht
de MntuaUti' zich verheugen in een bijdrage
groot 1000 fr.. haar verleend door den
Algemeenen Raad der Seine en van 2000 fr. van
den gemeenteraad van Parijs.
Om recht op uitkeering te hebben moet men
minstens negen maanden ingeschreven zijn
geweest en drie kwartalen hebben betaald.
Het membre honoraire dat wil overgaan tot
membre participant moet mede negen maan
den zijn ingeschreven en minstens (j fr. hebben
bijgedragen. Voor haar die aan deze voor
waarden niet voldoen bestaat er bovendien
nog een fonds de secours extra- statutaire, be
stemd om die moeders op te nemen die door
onwetendheid of verzuim zich niet vroeg ge
noeg hebben laten inschrijven om recht op
uitkeering te hebben.
Door zijne verplichtingen ten aanzien van
het fonds trouw na te komen krijgt men
onmiddellijk na het intreden van het moeder
schap gedurende vier weken recht op een
uitkeering van 18 fr. per week, die tot 20 fr.
wordt vermeerderd voor de moeder die haar
kind zelve zoogt. Aan de uitkeering ia de
uitdrukkelijke voorwaarde verbonden, dat de
vrouw zich gedurende die 4 weken van allen
arbeid onthoudt, terwijl de termijn van uit
keering tot O weken kan worden ve_rlengd
wanneer de geneesheeren der inrichting dit
noodig achten.
Oorspronkelijk was de werkzaamheid der
Mutualitétot het verstrekken van dezen
geldelijken steun beperkt, maar weldra breidde
zij hare zorgen ook uit tot vóór de bevalling
en tot langer dan 4 of C weken daarna.
Zoo werd den 20n Juni 1802 in de Rue des
er uit kan komen? ? Ik herinner me dat
ik, zelfs onder al mijn ellende en wanhoop,
gedacht had hoe jammer het was zooveel
kruit te verspillen ter bescherming van een
kust, die geen verdediging noodig had.
Gunga Dass begon opnieuw te grinniken
en antwoordde :
Ze gebruiken die boot alleen over dag.
Om reden dat er een weg is. Ik hoop dat
wij nog heel lang het genoegen zullen heb
ben je bij ons te houden, 't Zal je hier wel
bevallen, als je er een jaar of wat geweest
bent en lang genoeg gebraden kraaien ge
geten hebt.
Hulpeloos, versuft, strompelde ik naar het
vunzige gat, dat mijn woonplaats wezen mocht
en viel in slaap. Eeii paar uur later werd ik
wakker door een doordringenden schreeuw
het schrille, hooge geluid van een paard dat
beangst is. Zij, die dat geluid eenmaal ge
hoord hebben, vergeten het nooit. Met moeite
kroop ik het gat uit. Toen ik in de open
lucht kwam, zag ik Pornic, mijn arme oude
Pornic, dood op het zand liggen. Hoe zij
hem dood gemaakt hadden, begrijp ik niet.
Gunga Dass gaf te kennen dat
paardenvlcesch beter smaakte dan kraaienvleesch
en gemeenschap van goederen thans regel
begon te worden. We zijn republiek Mister
Jubes, en je hebt recht op een groot stuk.
Als je wilt, krijg je nog een bedankje toe.
Zal ik het voorstellen?
Ja, wel vormden wij een republiek ! Een
republiek van wilde dieren, geketend, op den
bodem eener kuil, om te eten, te vechten
en te slapen tot wij stierven! Ik maakte
geen enkele tegenwerping, maar bleef zitten
kijken naar het akelige tooneel voor mij. In
minder tijd dan ik noodig heb om het neer
te schrijven, was Pornic in stukken gesne
den, hadden de mannen en vrouwen zich
vau de brokken meester gemaakt eu zetten'
zij zich tot het bereiden van den maaltijd.
Gunga Dass zorgde voor het mijne. Een
onweerstaanbare aandrang maakte zich
opBons Enfants een inrichting geopend, waar
de leden gratis geneeskundige hulp en consult
kunnen ontvangen, benevens geneesmiddelen
tegen verminderden prijs. Aan deze inrich
ting is een kliniek verbonden voor
vrouwenziekten, waar de leden mede gratis worden
behandeld, doch zelf voor voeding moeten
zorgen. Voorts assisteeren de geneesheeren
der vereeniging bij de bevalling tegen een
zeer matig honorarium.
Om behoeftige vrouwen ook vóór de beval
ling te steunen, trad de vereeniging in over
leg met de Sociétéde l'AUaitement maternel
et des Refuyes-Ouvroirs pour les Femmes
enceintes, met het gunstig gevolg, dat voor de
leden der Mutualitégratis een aantal plaatsen
werden beschikbaar gesteld in het asyl der
Avenue du Maine.
Nu bleef er nog slechts < ver de zorgen der
vereeniging ook nog uit te strekken tot de
kraamvrouwen, die bizondcre zorg en rust be»
hoeven, om weer geheel op kracht te komen.
Voor deze wist het bestuur voor slechts 75
centimes per dag toegang te verkrijgen tot het
Asile National du Vésinet en tot het Asilc
municipal de Fontenaij-aux-lloses^, in welke
laatste instelling het bestuur zelfs hoop heeft
kostelooze verpleging te verkrijgen voor de
leden der vereeniging.
Eindelijk heeft de Mutualüf ook een Service
des layettes, die zoo noodig de luiermand voor
ziet, en ten slotte tracht zij nog betrekkingen
op te sporen voor de leden, die na hare be
valling niet in haar vorigen dienst kunnen
terugkomen.
Indien de middelen dit veroorloven zal de
vereeniging in de toekomst hare zorgen ook
gaan wijden aan de kinderen gedurende (
maanden of langer na de geboorte.
En dat alles kan men krijgen tegen een
bijdrage van 50 centimes of' n kwartje per
maand. Wat men er dus overigens ook op te
zeggen moge hebben, duur is deze «Fransche
dwaasheid" zeer zeker niet!
Dadelijk bij de oprichting traden dan ook
reeds 1500 personen toe en op het einde van
IS'J.'Ï, dus nog geen 2 jaar later, bedroeg al
leen het aantal participe erende leden reeds
815, waarvan er 243 uitkeering ontvingen.
(Wordi rmolyd).
SorrüS.
Praatjes uit Rusland over Rusland.
M. de Redacteur!
Verschillende omstandigheden brachten mij er
toe een tijd lang het stilzwijgen te bewaren; een
bezoek mij eenigen tijd geleden gebracht door
een Ilollandschen heer en dame, die voor hun
plezier (V ?) in Rusland reisden, geeft mij aan
leiding de pen weer eens op te nemen.
Ik zat op mijn kantoor, druk te werken, toen
een zekere heer Jansen met zijn vrouw werden
aangediend. Ze hadden een aanbevelingsbrief van
een mijner -beste vrienden. De kennis was dus
spoedig gemaakt.
Wij hebben, zei o. a. mijn bezoeker, uwe
brieven in 't Weekblad gelezen en daar wij
ook veel met de werken van Leon Tolstoi opheb
ben, wilden wij u vragen, ge ons niet eens een
kijkje in tiwe boeren- en jodenwereld kan laten
nemen, voor we dit land verlaten. We waren
twee dagen in Riga, drie in Petersburg en twee
in Moseou en als u heden een paar uur voor
ons wilt opofferen, zullen we u zeer dank
baar zijn.
Ik keek mijn bezoeker opmerkzamer aan en
liiiiiiimiiiiniliiiiimirmmiiiiHmifiiiniiHiHiHiiriimtiiiiMnimHMfiiiiiiiH
nieuw van mij meester om tegen de
zandwanden op te vliegen tot ik uitgeput was;
ik moest het met alle macht tegengaan.
Gunga Dass was onuitputtelijk in familiare
aardigheden tot ik hem eindelijk toesnauwde
dat, als hij het durfde wagen nog n woord
te zeggen, ik hem op staanden voet
verworgen zou. Dit deed hem zwijgen, maar ook
dat zwijgen werd mij aldra onuitstaanbaar
en ik verzocht hem te praten.
Je zult hier blijven leven tot je sterft,
zooals de andere Saliib, zei hij met de
grootste onverschilligheid, terwijl hij, al kna
gende aau eeii been, mij nauwlettend aan
keek.
Welke andere Sabib, schobbejak? Spreek,
dadelijk, houd niet op om leugens te ver
zinnen.
Hij ligt daar ginds, antwoordde Gunga
Dass, naar een opening in den heuvel wij
zend, een stuk of' vier holen van ons af.
Ga het zelf maar onderzoeken. Hij is in
het gut gestorven, net als jij zult sterven
en net al* ik zal sterven en al die mannen
en vrouwen eu het eene kind ook.
i Om 's hemels wil: vertel me alles van
i hem wat je weet! Wie was het? \\'ainieer
; is hij hier gekomen? Wanneer is hij ge
storven ?
Deze smeekende uitroep getuigde van zwak
heid van mijn kant. Gunga Dass maakte
er dadelijk gebruik van: hij grijnsde en ant
woordde:
-?- Neen, dat doe ik niet of je moet mij
iets geven.
Toen bedacht ik waar ik was en ik gaf
[ den kerel een slag tusschen zijn oogen, die
: hem een oogenblik bedwelmde. Hij liet zich
dadelijk van het bergje, waarop hij zat, naar
beneden glijden, huilde, gaf mij allerlei mooie
namen, wilde mijn voeten kussen en bracht
j mij naar het hol, dat hij mij gewezen had.
Ik weet niets van dien lieer. Uw God
kan het getuigen dat ik niets weet. Hij
verlangde even hard als u om weg te
ko't idee kwam bij mij op, dat de heer Jansen,
thuis gekomen, waarschijnlijk een boek over
Rusland zou gaan schrijven. Dat is nu eenmaal
de mode en de duur van zijn bezoek was daar
geheel op berekend, volgens moderne begrippen
namelijk.
Ik verklaarde mij gaarne bereid aan hunne
bede te voldoen en na haastig iets gebruikt te
hebben, togen we op 't pad.
Van af 't balcon mijner woning wees ik het
echtpaar akker en hooiland en vertelde hun
dat ik daar zoo wat een paar honderd bunders
onder den ploeg had.
En bewerkt u dat alles met eigen volk, en
hoeveel knechten zijn daar wel toe noodig V
Pardon, vroeger had ik ongeveer twaalf man
in ''t werk, doch nu heb ik het land verhuurd
en de pachter werkt met zoogenaamde
halfkörners, dat zijn een soort knechten, die met
eigen paarden en werktuigen arbeiden, geen
salaris ontvangen, doch in plaats van geld, de
helft van den oogst verdienen. Die manier van
werken is goedkooper, nu de graanprijzen zoo
laag zijn.
Dat zal een heele meneer zijn, die zulk een
landgoed in pj(bht heeft'!
O neen, 'r-is een dood eenvoudig joodje. O !
daar had ik mij verpraat.
Wat zegt u, een Israëliet ? Mogen die dan
in Rusland land pachten, ik dacht, Ik meende
gehoord te hebben, dat de keizer
Och, beste meneer Jansen, spreek dat woord
niet zoo luide uit. men kan nooit weten. Ja,
u hebt gelijk, Joden mogen hier geen land in
pacht hebben, doch in deze streken zijn j oodsche
pachters in menigte. Ze betalen beter, vervullen
nauwgezetter de hun gestelde conditiën en hunne
eenvoudige leefwijze schenkt hun meer vertrouwen
dan anderen.
Kn is dat voor den landheer niet gevaarlijk V
De wetgever verbood wel 't verpachten aan
Israëlieten, maar hij vergat straf op 't niet na
komen van dat verbod te stellen, zoodat in 't
ergste geval 't contract verbroken moet worden.
Daar hebt u ons melk-pachtershuis. Die pach
ter is ook een jood. Melk mag hij in pacht
hebben en bovendien men is wel verplicht, aan
een Hebreër de melk af te staan, omdat de eenige
afnemers van dat artikel de joden uit het naburige
stadje zijn, welke volgens hunne begrippen geen
melk of boter van christenen koopen mogen.
Ook de steenoven, de teer en
terpentijubranderij zijn in handen van Israëlietische pachters,
daar zij alleen kennis en energie bezitten om
dergelijke instellingen te doen rendeeren.
Al voortloopende gingen we door den tuin,
waarvan de oogst ook aan een Israëliet verkocht
was en kwamen daar ook achtereenvolgens de
drie joodsche wakers tegen, die de appelen tegen
roofgierige handen beschermen moesten.
Wat is dat voor een groot gebouw, aan den
oever der rivier ? vroeg mevrouw Jansen.
Dat is onze herberg, ook al verpacht.
Toch niet aan een Hebreër, viel de heer
Jansen mij in de rede, dat is hier stellig niet
geoorloofd V
Neen, dat mag wel niet, maar toch zijn alle
kroegen in dit gouvernement in handen vin,
joden, die dan een christen, als stroopop achter.
de toonbank hebbon staan, op wiens naam tevens
bet patent genomen wordt. Mag ik u verzoeken
op onze gierpont te stappen om naar de over
zijde te varen ? Die gierpont, 't is vervelend
aanhoudend 't zelfde te zeggen, is ook al ver-.
pacht aan een jood. Geen christen kan zulke
hooge pachten betalen en weet zoo goed met
zijn volkje om te springen, hier te geven om
daar te nemen.
Onder het overvaren wees ik het echtpaar het
stadje aan den overkant. Dat gewitte, steenen ge
bouw aan uw rechterhand is een
roomsch-katho
liimniiiiiiiiimnn»mminiimiitiiinniiimiiMiirmi»iiimitiMTMinmmnil
men en hij is uit de boot doodgeschoten,
hoewel wij allemaal ons best gedaan hebben
hem er van terug te houden. Hier is hij
getroffen.
Gunga Dass legde zijn hand op zijn inge
vallen maag en boog naar den grond.
Nu, en wat toen? Ga voort!
En toea en toen, ["w Edelheid, hebben
wij hem naar zijn huisje gebracht en hem
wat drinken gegeven en natte doeken op de
wond gelegd, en hij bleef rustig in zijn huisje
liggen en is gestorven."
?--In hoeveel tijd? Hoe lang duurde liet?
Ongeveer een half uur nadat hij gewond
werd. Ik roep Vishnu tot getuige," riep de
doodelijk beangste man, »dat ik alles voor
hem gedaan heb. Alles wat mogelijk was, heb
ik gedaan!
Hij wierp zich op den grond en omvatte
mijn knieën. Maar ik vertrouwde Gunga
Dass' vrk'ndeljjkhedeii niet en schopte hem
van mij ai'.
Ik wed dat je hem alles, wat hij bij zich
had, af genomen hebt! Maar daar kan ik in
een oogenblik achter komen. Hoe lang is de
Sahib hier geweest?
Bijna anderhalf jaar. Ik geloof dat hij op
liet laatst krankzinnig was. Maar hoor naar
mijn eed, Beschermer der Armen! Wil Uw
Edelheid mij hooren zweren, dat ik nooit
een steek vau hetgeen hem toebehoord heeft,
aangeraakt heb? "Wat gaat Uw Edelheid
doen ?
Ik had Gunga Dass bij zijn middel
gegegrcpcii en hem omhoog geheschen tegen
over het ledige hol. Terwijl ik dit deed, dacht
ik aan het nameloos lijden van mijn
ongelukkigen lotgenoot, die achttien maanden.
bij deze rampzalige meiischen had doorge
bracht, cu aan hetgeen er in den armen
kerel moest zijn omgegaan toen hij. dooi' een
kogel in de maag 'getroffen, als een rat iu
den val zijn einde had voelen naderen.
(Slut volyt).