Historisch Archief 1877-1940
Ho. 890
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
lieke kerk, gebouwd van het geld door grond
eigenaars en boeren tezamen gebracht, nadat de
vroegere houten kerk in tien jaar tijds vier maal
afgebrand was, tegelijkertijd met't geheele stadje.
't Dak en de muren konden wel eens
nageiien worden, merkte als echte Hollander
de heer Jansen op.
Zeker, maar u schijnt niet te weten, dal
het in Rusland verboden is om roomsche kerken
van buiten te restaureeren.
Wil de keiaer, ik meen de czaar....
Och, meneer Jansen, wees toch voorzichtig
er zyn hier zooveel menschen. Ja, de meneer
die u bedoelt, wil dat alle kerken van die gezindte
langzamerhand in puin zullen vallen en verbeeldt
zich waarschijnlijk dat te gelijkertijd met hun
tempels, ook hun godsdienst van de aarde
verdwqnen zal.
Daar verder links, ziet u twee kleine koepels.
dat zyn grieksch orthodoxe kerkjes, leelijke hou
ten, dingen. De Russen schijnen er geen geld voor
o»er te hebben en loeren maar op een gunstige
gelegenheid om de Roomschen hun bedehuis al
te nemen en voor zich in te richten, doch missen
tot dusverre den moed tot die rooverij.
Een schok .?en we kunnen den steilen oever
bestijgen. De straat is niet geplaveid, doch breed
en zindelijk, nu 't in zoo'n langen tijd niet regende.
Hier wonen uitsluitend Israëlieten, wat verderop
ook christenen, alle landbouwers.
Wees voorzichtig, mevrouw, want de straat
is vol met karren, de boeren uit den omtrek
komen heden inkoopen doen, omdat morgen met
den sabbath alle winkels gesloten zijn.
Pas op, wijfje, roept verschrikt meneer Jansen,
zijn. vrouw terzijde trekkend, omdat zij bijna door
een paar vechtende koeien omver gerend wordt.
Wat zijn hier veel van die beesten, is hier vee
markt V
Neen, die dieren behooren aan de inwoners
en loopen den geheelen dag en vaak 's nachts
op straat.
Ach! die arme beesten, ze krijgen zoo
natuurlijk hoegenaamd geen voedsel !
Die uitroep, lieve mevrouw, doet uw hart
eer aan, maar let eens op hoe rond en glanzend
al die koeien zijn, dat is niet van't hongerlijd-n.
U ziet dat aan elke kar een net met hooi bun
gelt, dat neemt de marktbezoeker voor zijn paard
mede, maar de koeien zijn er drommels vlug bij
om die bundels te inspecteeren en mesten zich
vet ten koste van de paarden. Laten we even
dezen winkel binnentreden, 't is hier vol en 't ruikt
alles behalve naar rozenoiie, dat komt voorna
melijk door dat vat met pekelharing. Ziet u
hoe die lange boer een haring uit 't zout neemt
en, zonder afspoelen of schoonmaken, oppeuzelt
met een stuk zwart brood, dat hij op 't bloote
lijf tusschen hemd en gordel bewaard hadt 'l
Waarom tikt die andere boer den winkelier
op de vingers en wat vertelt hij toch; hij schijnt
wel dronken of kwaad te zijn V
Dat is zoo hun aard, ze vliegen op als
buskruit, maar 't is comedie; hij wil niet dat
de winkelier met zijn handen aan de weegschaal
komt, nu zijn graan gewogen wordt.
Wel, dat is slim van dien man, de boeren
schijnen toch zoo dom niet te zijn. En kijk eens
hoe ver die koopman achteruit loopt en wat een
beteuterd gezicht hij trekt ?
Jawel, dat is ook al comedie, meneer, want
u hebt niet gezien, en de boer evenmin, hoe de
winkelier, het touw loslatende, tevens met zijn
voet heel behendig een gewicht onder de schaal
geschopt heeft, zoodat de boer per' slot van
rekening toch wel eenige ponden te weinig be
taald zal krijgen.
Middelerwijl verliet de boer den winkel en,
mij ziende, voegde hij mij triomphantelijk toe:
die Solman wou me daar eens mooi beetnemen,
maar ik heb toch den hoogstcn prijs voor mijn
gerst gemaakt, twee kopeck meer dan u voor de
uwe, meneer!
Wij gingen verder. Een paar kroegen voorbij.
Kijk, riep ik, daar is de pope van de grieksche
kerk. Ziet u dien zwaaienden man met zijn lange
jas en wijde mouwen wel V
Wat! Is dat een geestelijke, die man is
smoordronken. Ik meen eens in 't weekblad te
hebben gelezen, dat men in Rusland nooit een
dronken pope op straat zag? 't Was, geloof ik,
in een kritiek over dat stuk, Ahasverus, van
meneer Heijermans.
Ja, ik herinner het mij, maar die criticus
is zeker nooit verder dan Potersburg of Moscou
geweest, hier op 't platte land kunt u al die hei
lige heeren, maar al te dikwijls in zulk een toe
stand zien scharrelen.
Dat is machtig fijn om te zien, niet waar,
meneer, klonk 't dwars over de straat.
Ik schrok, 't was de stem van den drogist uit
ons stadje. Met dien man had ik eens drie uur
lang in een bolderwagen gehotst en al dien tijd
had hij mij over 't oude testament onderhouden,
zoodat ik niet meer wist of mijn hoofdpijn door
't stooten van de ellendige postkar of door zijn
onophoudelijk praten veroorzaakt was.
Dat is lijn meneer, zoo'n priester, zoo'n
Baaiskind, loopt beschonken langs de straat. Als
onze rabbi zoo iets deed, zouden we hem
steenigen, zoo waarachtig als ik nuchter ben. Wil u
ook wat koopen, vervolgde hij in n adem, mijne
gasten tersluiks opnemende.
Ik beduidde hen, dat die man een der
godsdienstigste joden uit liet stadje was, het ambt
van apotheker waarnam en medicijnen verkocht
en recepten klaar maakte, ofschoon dat laatste
bij de -wet verboden was.
Mevrouw vroeg hem of hij ook eau de Co
logne verkocht. Haar ilacon was in 't valies leeg
geloopen.
Wij togen, op zijn bevestigend antwoord, naar
zijn winkeltje, waar ons uit tal van pakjes, doozen
en rlesschen een gemengde geur van chemicaliën
en gedroogde kruiden tegemoet kwam.
(Slot volgt).
u z i e .k.
Muzikale Kritieken.
A. M. Eldar. Spreken en zingen in verband ge
bracht met de Nederlamhche taal 1). Derde, omge
werkte en veelvermeerderde druk.
Wanneer men tegenwoordig over de
toonvoortbrenging van een zang-solist, of wel over een w;-rk
handelende over zangkunst schrijft, kan men er
bijna zeker van ziju in polemiek met ecu of andere
zangspecialitcit te komen, die gaat betoogen dat
juist het omgekeerde waar is van hetgeen de schrij
ver zegt. Het eerste stukje handelt dan meest over
denkbeelden, doch het antwoord van den aange
vallene lokt tot een meer personeel antwoord uit,
waarbij op geestige wijze partij wordt getrokken
vau een of twee volzinnen waarop men meent
iemand te kunnen vatten, en ziet! de kwestie is
op den achtergrond gedrongen en de beide kam
pioenen amuseeren het publiek door elkander
weigemikte pikanterieën te zeggen. Dat is niet alleen
de geschiedenis vau zang-kwesties, doch van alle
mogelijke wetenschappelijke of artistieke kwesties
ter wereld.
Het spreekt van zelf dat, zulke schermutselingen
de verzoening van tegenstrijdige denkbeelden tegen
houden, want in zulke gevallen wil men het goede
dat in de theorie van andersdenkenden is opge
sloten, in het geheel niet meer zien.
Op het gebied van den zang zijn er allerlei
kwesties. Wij hebbeu ten eerste do kwestie of de
abdominale ademhaling bij de vrouw natuurlijk is
of alleen door aauleeren kan verkregen worden,
wij hebben de kwestie hoeveel resristers de vrouwe
lijke stem heeft (Het, is een zonderling verschijnsel
dat het organisme van de vrouw tot, de meeste
kwesties aanleiding geeft. Ik vind hierin iets
tegennatnurlijks'. Men zal toch niet, willen beweren dat
men de vrouw meer registers toeschrijft omdat
zij meer noten op haar zang heeft h en last not
least of meu wel vau registers mag spreken.
Ik heb vroeger reeds gemeld, dat evenals wij
vroeger de Hoekschen en Kabeljauwschen, Kcezen
en Oranjemanneu hadden, wij nu de stern-register
en keelkop-(strottenhoofd) adepten rijk zijn.
Voor hen die noj niet, mochten weten wat, dit,
zeggen wil, zij verklaard dat het, verschil hierin
bestaat, dat velen de breuk erkennen die op ver
schillende hoogten van de stem is waar te nemen
en dat anderen het bestaan van die registers een
onding achten en dat er alleen sprake kan ziju van
gestelde en ongestelde keelkop of (om zuiverder
Nederlandsen te spreken) van los of vaststaand
strottenhoofd.
Ik heb bij eene vroegere gelegenheid reeds als
mijne mecning te kennen gegeven, dat, men mede kan
gaan met de bewering dat, het woord register on
juist gekozen is en dat, de kwalilicat.ie borst- en
kop- (hoofd, doch bij het zangonderwijs schijnt, men
nu eenmaal de germanismen als iets onontbcerlijks
te beschouwen) register onjuist is, dat er wel ver
schillende manieren zijn de stem te vormen, doch
dat de tegenstanders dichter bij elkander staan dan
zijzelf meenen.
ik wil echter niet op dit onderwerp doorgaan.
Wie zijne of hare theorie als een alleenzaligma
kend geloof beschouwt, bezit r/e waarheid nog niet,
doch er is niettemin veel goeds in die overtuiging,
want zouder dat zou men de meeniugen niet zoo
scherp tegenover elkaar stellen en zou men wellicht
minder aandacht aan dit zoo gewichtig onderwijs
schenken.
Bij ons te lande is de belangstelling heel wat
toegenomen in het zangonderwijs in de laatste
jaren. Die ontwikkeling heb ik natuurlijk met,
groote ingenomenheid gadegeslagen en uit, den aard
mijner betrekking heb ik heel wat leerliuu'eu ge
hoord die naar verschillende systemen gevormd
waren.
Hierop wilde ik eigenlijk neerkomen en wel om
het volgende te zeggen; ledere methode dunkt mij
goed die goede leerlingen vormt, doch iedere methode
deugt niet, die zich niet, weet te schikken naar de
behoeften van iedereu leerling in het bijzonder.
V\ at voor den een past is voor den ander niet, te
gebruiken en hoe paradox liet ook klinkc moge,
de beste paedagoog is m. i. hij, die er geen vaste
methode op nahoudt, d. w. 't., die niet alle leer
lingen naar een vast model vormt.
Ik heb ook leerlingen gehoord van eene dame die
het, bestaan vau registers verwerpt.eii/.ij toonde voor
treffelijke leerlingen te kunnen vormen; ik heb
vele leerlingen gehoord, vau onderwijzers en onder
wijzeressen die het tegendeel beweerden en /.ij
kunnen eveneens op uitstekende leerlingen wijzen,
Met, 'beide systemen is dus iets goeds te bereiken.
Men behoort dus elkanders onderwijs wat meer
te respecteeren.
Doch de variant: .Virain/.// 'i.-^if <lf. ir,/,!,-//?-/,?,/,/,,
><''/ i',i zij i/i'1 a,/s rnli/i',1, is vooral op zaï'sp
-cialitciteu sterk van toepassing.
l.);>oh men zon meenen dat dit .".lies aan liet
adres van mej. Kldar is gericht, \vier boekje ik
thans aankondig. Dit is volstrekt niet, het
ireval, want deze dame heeft niet, naar een svst.eem
geleerd doeli is zei;' aan het onderzoeken gedaan.
/ij heeft al wat op liet meilied van zang en
sprei.kktuist o.a. de physioUuie van het irekiid, de
piiouetick, de hygièiic van de si,cm en d'1 ademhaling
is verschenen, met groote zorg mei. alleen
ncsUtleerd, doch er over nairodueiit en i* uit ai die
vaak tegenstrijdige ge^elinfieii tot ecu
ze'i'sian.dii;heeft zij in haar boekje neergelegd. De tweede
uitgave die veel belangrijker dan de eerste was,
is thans gevolgd dooi' een derde druk, die weer
aan inhoud hoeft u'ewonneii. !)e s[)reekocfenii!U'C!i
dijn met, nieuwe voorbeelden verrijkt en de nieuwe
rvariugen door l'.ldar opgedaan sinds dien tij;!, wor
den er in vermeld.
Oük zijn in deze uitgave vermeld de resultaten
van de proeven die een Amenkaausch arts l'rof.
t'reneh door photographischc opnamen van den stand
van de stembanden op het oogeublik van
toonvormiug heeft verkreiren.
De waarde van die reproducties is iii twijfel
getrokken. Het is zeker dat er bezwaren zijn tegen
te opperen, behalve het vallea van schaduw door
Eldar zelf vermeld, doch in ieder geval is het
interessant momenten van dea stempleetstand te
aanschouwen, die, al verklaren zij niet alles, dan
toch zeker wel iets duidelijk maken.
Van de nieuwe methode van Sefferi wordt even
eens melding gemaakt, voornamelijk wat betreft
het hoofdstuk ovf r ademhaling, dat dan ook voor
treffelijk is door de gedetailleerde wijze waarop de
ademhalingsoefeningen zijn voorgeschreven.
Op het puut vau ademhaling is Eldar's opinie
min of meer gewijzigd; ik wijs o. a. op het ge
deelte waar sprake is vau de eenige goede adem
haling: die van het middenrif. Dit gedeelte acht
ik thans juister en beter uitgedrukt.
Doch voor ik besluit, wil ik vooral met nadruk
de aandacht nog.eens vestigen op de
spreekoefeningen, die zeer uitvoerig en buitengewoon degelijk
behandeld zijn.
Wie die hoofdstukken gelexen heeft zal tot de
conclusie komen, dat wanneer aan de jeugd goed
spreken werd geleerd, het z ngonderwijs heel wat
minder bezwaren zou opleveren en heel wat
persouen die uit deii aard hunner betrekking veel in
grootere lokalen moeten spreken, zouden dan min
der aan keelongfsteldiieden lijden.
Wanneer men beter begreep dat het, harde
mondgehemelte een voortreffelijk klankbord is dat aan
de klanken veel meer draagkracht en kern geeft,
terwijl de meestea de klanken achter in de keel
tegen het zachte gehemelte laten klinken, welk
gehemelte den toon meer smoort dan wel
terugkaatst, terwijl hetgeen teruggekaatst wordt nood
zakelijk in den mond opgesloten blijft, zouden de
mecsteu heel wat beter en duidelijker spreken.
Hieruit, zal men tevens begrijpen hoeveel meer
inspanning eene verkeerde wijze van spreken vor
dert om zich verstaanbaar te maken, terwijl het,
uitstouten van de klanken door de keel aan dit
orgaan eeue inspanning oplegt die voor de meeste
kelen te forseh blijkt. Met, de tong en de lippen
en niet, met de keel moeten de letters gevormd
worden, /ij alleen zijn instaat ze zouder inspanning
klank eu juistheid te verleenen. Het, spreken met
de keel is even schadelijk als het uitstootcn van
de tonen met, de keel.
Euiar heeft haar taak zeer ruim opgevat. Dit
doe ook de belangstellende lezer. Hij die alreeds
studie gemaakt heeft, keure niet, goed of af, al
naarmate het, systeem volgens hetwelk hij onder
wezen is, doch hij zoeke er uit wat hem van uut
kan zijn, en dan geloof ik dat ieder heel wat
vinden zal dat hem nuttig is. Bovendien is het
boekje zoo bevattelijk geschreven, dat /ij, die nog
niets geleerd hebben, er eveneens veel uit zullen
leeren.
/oo'ang aan ons lager onderwijs de laak niet
wordt, opgedragen, de, kinderen behoorlijk en juist,
te leeren spreken (dat, waarlijk toch de genesis
van alle onderwijs moet zijn, evengoed als lezen
en schnjveu) kan men werken zooals die van EiJar
niet, genoeg aanbevelen. Theorieën en systemen
houden maar al te vaak de vorderingen tegen en
daarom besluit, ik met de woorden die Eldar van
Ca r l Maria vou Webcr in ecu ander geschrift
aanhaalt:
Der Weg zum /iele ist breit umi maiinig.
faeh gestaltet, wir haben alle Pla'z da ra u f, er ist
auch steil, wohl nns, wenu wir nns alle die [lande
bieten: Freude, iViedc und gedeihen der hohcn
Knust seien der Erfolg! so rulV ic'i im Xainen
aller, es mit ihr redlich meiucnden Künstler ans."
VAN Miu.iGEN.
') Uigave van 1). Mus te Tiel.
Kleinigheden over Tooneelzaken.
De oude hoor Sarcey doet in zijn wekclijkscho
thoaterkroniek in de Te.-nin een goed woord
voor.... gij raadt het niet in zessen: bet melo
drama ! In het -tbeütre de k lïópub!ii|uü" woonde
hij een opvoering bij van Ie l'acte do familie1',
historisch drama in vijf bedrijven of zes taiereelen
van Paul Koucher on Klie l.ertliet, in zijn soort
maar middelmatig. liet is oen groote zaal die
van dezen, schouwburg, en het was er snikheet,
maar vol. Hellovillo ' maakt eveneens goede kas
sen, on l'Ainbigu" heeft mot die melodrama's
een uitstekenden winter. Xa dit te hebben mede
gedeeld, zegt. Sarcey :
Het kan mij hinderen dat niet meer jongelui
zich op dit genre toeleggen, en er hot procéd
en den stijl van verjongon, want die zijn
onderwotsch geworden on uit do modo gemaakt. Maar
misschien zijn hot du directies, die geon ver
trouwen hebben in do jongelui. Dat do d Enr.erv's
in den dop er niet zouden zijn. wil er bij mij
niet in; zij moeten allen wol een drie vier stuk
ken in don zak bobben, on niets liever verlangen
dan ze er uit te halen ; maar de eerste vraag
dio een directie doet aan een onbekend schrijver
dio een nieuw stuk komt brengen, is : Zitten er
bouderdvijftig voorstellingen in 'i V.n wanneer
haar dat niet kan worden toegezegd, durft zij do
zaak niet aan.
Maai' wie kan instaan voor hondordvijftiy voor
stellingen'/ D'Knnery zelf zon hot uiot hebbon
gedurfd. De (lire-deur moot aldus reiienoeron:
Dit of dut lijkt mij niet kwaad; waarom zou
ik hot nii-;. probeeron Y 'nisschiou gehikt het bij
zonder; bij tooncohvorken kunt gij nooit weten.
H',.'t is altijd idssen ; kruis of munt; gelukt hot.
bruvo dan; is hot mis, welnu: oun. twee, drie
oen iViidur; hot oude répertoire, stopt wanneer do
gaten to groot worden!"
Dit svsi.'om moot goed ziju, want do beer
l.euumuier past bot toe in bet Theütru do la
zelfde zaal waar zoove»! anderen zich hebben
gi'mineord; Marx in Cluny doet niet anders, en
hij hoida.'m'i'. er zich niet over. Ik >pro.ek nu over
de goedkoope schouwburgen; maar weldra zal
liet liüjK'i'M, d;it :ilïo directies hun prijzen laag
moeten steiler..''
Wij laten papa Sarcev los. liij eanseore rustig
verder. Maar nalaten kunnen wij niet. de op
merking te maken, dat hij nu wel de liuancieele
waarde van hot melo-drama heeft aangetoond ;
waar blijft echter het betoog op artistieke gronden'.'
Antigone-Op voering.
Kene uitnoodiging tot het bijwonen ecner Ver
gadering (Anierican-lli'itcl, Zaterdag 1-1 Juli,
's avonds <S uur), betreffende een
Antigone-opvoering, is door eene commissie onder presidium van
dr. H. C. Muller verzonden aan de h.h. dr. F. L.
Abresch, Amsterdam; Peter Benoit, Antwerpen;
S. J. Bouberg Wilson en Taco H. de Beer,
Amsterdam; prof. dr. A. Boltz, Darmstadt; Frans
Coenen, Amsterdam; prof. dr. W. Christ, M
nchen; dr. Ch. M. van Deventer, Amsterdam; dr. W.
Doorenbos, 's Hage; dr. A. Diepenbrock, 's Bosch;
mr. H. A. Elias, Arnhem; prof. dr. A. H. G. P.
van den Es, Amsterdam ; H. Gelderman, Oldenzaal;
J. Gévaert, Brussel; Jules N. de Gijselaar, Amster
dam; Ch. Heyderaann en W. Heydemann,
Londen; W. Kes en mr. J. Kalft'Jr.,'Amster
dam; Z. Exc. Karatheodory, Brussel; Daniel
de Lange, Leon van Lier en mr. W. F. van
Leeuwen, Amsterdam; prof. dr. J. van Leeu
wen, Leiden; H. van Leeuwen, Arnhem; Z. Exc.
P. C. van Lennep, Athene; mr. M. G. L. van
Loghem, W. A. G. van der Mandere, S. van Mil'
ligen, Hugo Muller, Karel Muller, M. B. Mendes
da Costa, prof. dr. S. A. Xaber, prof. dr. A.
Pierson, mr. E. ]ST. Rahusen, mr. J. A. Sillem en W.
Stumptf, Amsterdam; Alma Tadama, Londen;
W. M. Terwogt jr. en jhr. mr. C. J. den Tex,
Amsterdam; mr. G. van Tienhoven, 's Hage; mr.
G. van Tienhoven jr., Amsterdam; mr. H. Trip,
'sllage; A. C. van Heemskerck Veeckens, dr.
C. J. Vinkesteijn, A. C. Wertheim en mr. H. K.
Westendorp, Amsterdam; en dr. W. G. van de
Weerd, Schiedam.
Wanneer al de uitgenoodigden met ijver hunne
krachten inspannen, kan de bedoelde
Antigoneopvoering zeker een grootsche gebeurtenis worden.
Muzikaal tafelgenot.
Miss Mary Allen heeft als huwelijksgeschenk
iets heel merkwaardigs gekregen, een muzikaal
tafelsemes. Ieder bord speelt, zoodra het op tafel
gezet wordt, een vroolijke melodie. De soepborden
spelen een marsch, en dan de platte borden drie
verschillende stukken, 12 aan l~> hetzelfde. De
dessertbordjes enz. brengen steeds vroolijker melo
dieën, in overeenstemming met den toon aan
tafel. Het lastige is, dat ais de 12 borden niet
inet n ruk op tafel gezet worden, ze eeu beetje
iu de maat verschillend zijn, hetgeen zeker het
effect verhoogt, maar de gasten wel razend kan
maken.
Sigrid Arnoldson.
De zangeres Sigrid Arnoldson, die in
WindsorPalace op een grooto aak-voorstelling gezongen
had, werd daarna door Koningin Victoria ontboden
en ontving van haar het koninklijk naamcijfer
met de kroon in diamanten en robijnen, een heel
bijzondere onderscheiding.
IIIIMIIIlllllllllfl
ETTEREN
Buitenlandscke BibliograpMe.
llippolyte Verly, Le Sac. Roman d'unc lülc
moi te..
De voorrede begint, niet zonder zekere
wijdsehe innigheid, aldus: --Assis sur les ruïnes, dans
réehevi'lement des liorres, des vonees, des
volubilis, des herbes folies, j ai jv/v ce !trre:'.
?Ia, dat kan je begrijpen! Zoo'n boek als dit
révoort" men niet! Dat is dichterlijke overdrij
ving. Het is samengesteld, eerstens uit een hoe
veelheid zeer eerbied waardige archueologische
wetenschap, die overigens beter voor andere
dingen ware gebruikt en verder uit talrijke
herinneringen aan roman-feuilletons, oneindig
veel malen gebruikte en totaal versleten clicbé's
uit de ronmnt'abrieken der Ohnct's, Malot's, of
1,'ichebonrg en zulke menschen. Stukje voor stukje
is 't samengelegxl als een leelijke iuo/,aïek en de
schrijver heeft zich vervolgen* op een afstand
teruggetrokken, een oog dicht gedaan en gezien
\tiat 't zoo goed was".
En 't is ook zeer merkwaardig, dit boek, rnaar
alleen als rcrschijnxd. Tot nog toe leefde ik in
den naïeven waan, dat enkel in Duitschland
Kbersen, KeksteiiH en Dahns loofden; zulke kin
derlijk romanesk» professoronziidon, die de we
reld aankijken, als een sentimenteel burgermeisje.
zonder daarbij iets van hun geleorde pedanterie
te verliezen. Maar het blijkt nu dar, er in
Kranrijk ook dergelijke meusclinn zijn: Ilippolyte
Verly is er zoo een, precies een Krunsclio Dahn '
"je komt toch iemand als bij tot 't schrijven
van zoo'n boek'/ Vit ijdelheid, gold/ncht. . . . ?
misschien wel, maar 't doet zoo plechtig, do
schrijver neemt 't mot al zijn verklarende no
ten zoo schrikkelijk au sórioux. Kn bovendien,
zulk non man is tocii niet (Ie eerste- il e beste.
Hij kont Latijn, net als Kelcstein, hij maakt
uitgebreide arehaeoiogische studiën oi> (ie plaats
o~ onheus" zelve, bij dot-t moeite die aan te
uilen pur dos fouiilos mëtho.iii|tios, et de
rechercher dans les auteurs eotitemporains. tels
o, Saint ,!ërëmo, Saiv.t l'rospor. Auimien
Mareoliin etc. les rouseiiruoüMits sur les moeurs, le
hab:tndos, los costnmos, ios armes roiiiains,
guulois et barbarus, indispeusahlos puur uonner a.
mie roconstitntion des hommes et dos ehoscs de
co tenips ia roulnur ot la vio''. Als dat nu alle
maal goed klaar is. gaat hij op do puinboopen
zitten (van Bavai nl., eon stadje in 'tnoorden vau
frankrijk, dal door do Vandalen werd- verwoest)
on begint te rever'.... Ku dan komt vau al
dio moeite zoo'n bock . . . ! 't Is diep droevig en.
't blijkt dat puinhoopon niet inspireerend werken.
In de al moer genoemde voorrede komt iets
voor van een vision atnvitjue1' (raar ding !) waar
door Verh vermocht bij te wonen .1 'ulï'royable tra
gedie, ([iii a anëanti cotte ville populouse, riche
et vaste" en dio bovendien tengevolge had 't af
grijselijk feit van te doen «ett'acer son nom des
cartos et des itinéraires romains".
Verbecl j e l Van de Baedekers van toen moest