De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1894 29 juli pagina 3

29 juli 1894 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

He. 892 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. schrikken, omdat alleen een arrangement te veroprdeelen is, dat voor een of ander instrument ?wat kleur, karakter en uitvoering ongeschikt blijkt. De zetting van den heer Verheijen doet zffn smaak en kennis m. i. eer aan en daarom vestig ik de aandacht van alle goede organisten op deze uitgave. Ook de registratie is met veel zorg be handeld en laat tevens aan den organist zooveel vrjjheid als in verband met de registers van de verschillende orgels noodig is. Ik geloof alleen, dat men met het gebruik van de mixturen in de 4e variatie voorgeschreven, voorzichtig moet zijn, doch dit is ook de eenige opmerking, die ik omtrent de registratie zou wenschen te maken. Het komt mij voor, dat die zeer gelukkig is getroffen. Vijf Uud Hollandsche Liederen voor Mannen koor (soli en koor) met klavierbegeleiding inge richt door Richard Hol (4). Het zijn vijf Geuzenliederen die door den er varen en begaafden componist op brillante en sprekende wyze zijn gearrangeerd. (1. Hooit alle gaer hoe dat men klaer. 2. Siet Cliristenmenschen (genomen naar het zoetvloeiende minneliedje: O Angenietj', zie mijn bundel: Neerlands zangen) 3. Merck, toch hoe tterck (het zoo bekend geworden liergen-Op-Zoom.} 4. Wilt heden nu treden voor God den Heere en 5. Wilhelmus. De componist heeft de liederen aldus ingericht dat zij als een gtheel kunnen 'worden uitgevoerd. (De drie laatste liederen moeten na elkander ge zongen worden). De ligging voor koor is zeer gelukkig getroffen, zooals men niet anders ver wachten kan van den heer Hol. Zeer gelukkig aangebracht acht ik de voorslagen in de bege leiding van No. 3. Die doen aan kort afgebroken trommelslagen denken. (Ook Maraen'n trompetten ontbreken in de begeleiding niet). Eigenaardig behandeld is de begeleiding van No. 1. Velen zal die eerst wat vreemd toeschij nen, doch bij de juiste tempokeuze is dit volstrekt niet het geval. Er -wordt tegenwoordig veel werk gemaakt van onze oud-Nederlandsche liederen. Lanzamerhand krijgen onze mannenkoren een uitgebreid reper toire van die liederen ter beschikking. Ik twijfel niet of de Vijf Liederen van Richard Hol zullen met. het grootste genoegen worden gezongen en aangehoord. VAX MILLIOKN. (1) Uitgegeven te Utrecht bij J. A. II. Wagenaar, prijs f 1,00. (2) » >; Amsterdam bij de Algemeene Muziekhandel, prijs / 0,75. (3) '' >' Amsterdam bij Brix von Wahlberg, prijs f 1,50. (4) » » 's Gravenhage bij II. van Eek, prijs: PartiUwr ? 1,50. Elke stem / 0,20. In den Casino-Schouwburg te 's Hage zal eene Haagsche Tooneelvereeniging optreden onder lei ding van den heer Charles de la Mar, en op l September openen met De macht der duisternis van Leo Graaf Tolstoï, met de volgende rolverdeeling: Peter Ignatisch, een rijke moesjiek, voor de tweede maal gehuwd, ziekelijk: de heer Harms van het Salon des Variétés te Amsterdam; Anissia, zijne vrouw: mej. Mörieh; Akoulina, dochtervan Peter uit het eerste huwelijk, zestien jaar, wat hardhoorend, ietwat idioot: mevr. van Oilefen, van de Kon. Ver. 't Ned. Tooneel te Amsterdam; Anioutka, dochter van Peter: jongej. W. de la Mar; Nikita, knecht van Peter: de heer Ch. de la Mar; Akim, vader van Nikita, moesjiek, pover gekleed, zeer vroom: de heer L. Chrispijn, dir. van de Ned. Tooneelver.; Mitritch, oude boerenknechti gewezen soldaat: de heer van Ollefen, van de Kon. Ver. 't Ned. Tooneel te Amsterdam; Ivan: de heer Spree, van de Tooneelschool; Man van Marina: de heer Eijlders; De Schout: de heer Vermeij, van het Rott. Tooneel; Matrena. vrouw van Akim: mevr. Kleij, van het Salon des Variétés; Marina, een wees: mevr. Smits-Grader, van de Kon. Ver. 't Ned. Tooneel; Maria, zustor van Peter: mevr. Vermeij, van het Itott. Tooneel; De Starost: de heer Smits, van de Kon. Ver. 't Ned. Tooneel; Een bruidsjonker: de heer Nap. de la Mar; Een bruidsjuffer: mej. E. Cremer; Een genoodigde: de heer Stoel. iiiiiiiimiiiiiiiiiiiumimüminimum iiuu mimi min T en L»LT7 Lourdes. »Lourdes is het stralend, onloochenbaar voor beeld, dat nooit misschien de mensch den droom zal kunnen missen, die hem van een oppersten God spreekt, door wonderen de gelijkheid her stellend en het geluk teruggevend. Hooft de menscb den bodem der levensellende gepeild, dan keert hij terug 'tot de goddelijke illusie; en de oorsprong van alle godsdiensten ligt daarin, dat de mensch, zwak en naakt, de kracht mist orn zijne aardsche ellende ten einde te leven, zonder den eeuwigen leugen van een paradijs. Thans is de proef afgeloopen; niets dan de watenschap schynt te kunnen voldoen, en men zal genood zaakt zijn, eene deur aan den kant van het my sterie open te laten.... Een nieuwe godsdienst, een nieuwe hoop, een nieuw paradijs, ja ! de wereld dorst ernaar. .. . Hij zal zeker dichter bij het leven moeten staan, aan de aarde een grooter deel moeten afstaan, zich schikken naar verkregen waarheden. En bovenal: een godsdienst, die geen behoefte aan sterven is." Zoo eindigt de held van het nieuwe boek. Lourdes, van Zola; de held is een priester, l'abb Pierre, die het kerkgeloof verloren hoeft. liet aangewezene [zou dan misschien geweest zijn, het priesterkleed weg te werpen en onder de gewone menschen terug te gaan. Maar hij had afvallige priesters van nabij gezien en hen veracht. Een getrouwd priester, dien hij kendo, vervulde hem met walging; en hij nam, na dagen van steeds terugkeerenden angst, het besluit priester te blijven, maar alle bevordering te weigeren, om dat deze hem een verergering van zijn leugen, een diefstal jegens meer verdienstelijken zou geschenen hebben. Deze man nu gaat een gebrekkig meisje liefheb ben, dat door de medici uit wanhoop naar Lourdes wordt gezonden ; men kan zich voorstellen, hoe zijn geweten gepijnigd wordt, terwijl alleen het denkbeeld van een wonder hem reeds tegen de borst stuit; als de genezing gelukt is, wil hij er natuurlijk ook geen wonder in zien, maar een zenuwziekte, die door eene emotie genezen is. Zola zelf tn-kt geen conclusie ; men kan uit zijn boek niet opmaken of bij de genezingen als wonderen of als zenuwverschijnselen beschouwd wil zien; maar de bijzonderheden van zijn boek (men kan het geen roman noemen) zijn zoo volledig en zoo uitvoerig, dat ieder op zijn gezag zelf zijne conclusie trekken kan. Het boek is, zooals vele van zijn vroegere trouwens, een geduldwerk; een mozaiek van curieuze, afschu welijke, treffende en vervelende bijzonderheden. * * * »Veel minder akelig," schrijft Philippe Gills te recht, »is de lijkwagen, die de afgestredenen naar het kerkhof sleept, dan de vreeselijke tramblanc, die geregeld de pelgrims naar Lourdes voert, en met zijn stampende raderen, zijne stoomnuit en zijn gehijg hun srnartkreten en doodsgereutel over stemt. De verschrikkingen van Dantes hel, de straffen en martelingen van zijn verbeelding, zijn kleinigheden bij de afschuwelijkheden, die iederen coupévullen Daar is eene lijder aan ataxie, met verlamde beenen; zijn vrouw, die met hem reist, verlegt ze, als ze hem te zwaar worden, als een paar zakken lood. Gindsche vrouw wordt ver teerd door inaagkanker; zij spuwt zwart, als roet. De geheele reis heeft zij geen woord gezegd; haar lippen stijf van pijn. Toen is een benauwdheid gekomen en zij is bewusteloos geworden. Zoodra zij den mond opent, is de coupévoor de anderen onbewoonbaar...." Wij slaan nu een paar afschuwelijker voorbeelden over. >Daar zit een meisje bijna stervend; de moeder smeekt ons er naar te kijken. Maar het meisje, dat even de flauwe oogen, als een mistige blauwe hemel, heeft geopend, sluit ze weer; zij antwoordt niet eens en is weer in hare verdooving verzonken, lijkwit als haar wit jurkje. Hot is een laatste ijdel heid van de arme moeder, maai' ook een kleine hoop, dat de Heilige .Maagd vrindelijker zal zijn voor een liefgekleed meisje in 't wit." Het eene tafereel is al vreeaelijker dan het andere; een zieke sterft in den hoek van den coupéen blijft daar zitten, rechtop, het bovenlijf verstijvend, alleen met het hoofd knikkend bij ieder schokje van den trein, die hem mee blijft voeren; terwijl de locomotief, als blijk dat zij aankomt, een schel gefluit doet hooren, een hartverscheurende vreug defanfare in den stillen nacht. En onder al die afgrijselijke tooneelen klinken de litanieën en gezangen der pelgrims, hot Ave mm is itella .... * * * Dan het uitladen van den trein, het in ont vangst nemen van de monsterachtige zieken door liefdebroeders; het uitpakken en tentoonstellen van al de melaatschheden, de verdraaiingen, ver groeiingen, verkrommingen, do ziekten die men lang verloren waande of voor monsterachtige verbeeldingen van Middeleeuwscho vertellers hield. Inderdaad, als men dat alles leest, kan men evenmin als Zola, het deze ongelukkigen kwalijk nemen, dat ze in het wonderlijkste en ongeloofelijkste de illusie der genezing zoeken. -O, tegelooven, dat er ergens een opperste rechter woont, die al het schijnbaar onrecht van menschen en dingen goedmaakt, te gelooven dat er oen verlosser is, een trooster die de Meester is. die de bergstroomen tot hun bron kan doen terugkeeren, de jougd weergeven aan de grijsaards en het leven aan de dooden ! Tot zich zelf te zeggen, als men overdekt is met wonden, als men verwrongen ledematen, een opgezwollen lichaam, verteerde longen heeft, dat dat alles er niets toe doet, want dat alles verdwijnen kan en op een wenk der Heilige Maagd jong on gezond herboren worden, en dat liet voldoende is te bidden,haar aan te raken, van haar de genade te verkrijgen, door haar uitgekozen te worden!" Inderdaad, wie zou zoo wreed zijn, en wie is zoo zeker van de waarheid, om aan al die ellendigen to gaan zeggen, dat zij vergeefs bidden en hopen, dat de natuur doof en onverschillig is, en alle monschelijke vreugd en smart roerloos ziet voorbijgaan'.; ;. * * Zola's beroemd beschrijvingstalent viert na tuurlijk zijn triomf in dit boek van vreosolijke tegenstellingen. Het is hier nog hooi iets anders dan het dierlijk groen en blauw en rose van l.e Ventre de Pari?. Ken afzonderlijk tableau is dat van den fakkeloptocht der dertigduizend pelgrims: illet was toovorachtig. Kleine bovendo lichtjes maakten zich los uit den onrnetelijken gloed, en stegen zacht, vluchtig omhoog, zonder dat men kon onderscheiden wat /o aan de aarde verhond. liet bewoog zich als zonnestofjes, in donker. AYeldra kwam er een schuim1 streep, toen boog de streep zich plotseling om ; on er kwam een nieuwe stivep, niet nieuwe bocht. Eindelijk was de geheele hemel met een vlammende zigzaglijn gcteekend, zooals men op plaatjes don bliksem uit den wolken ziet dalen. Maar de licht streep verdween niet meer; steeds bewogen zich de kleine lichtjes, zacht en langzaam glijdend. Soms alleen was er een plotselinge staking; dan ging de processie zeker achter een boschje langs. Iets verder zag men do kaarsen weer, ze her vatten hun tocht naar don hemel, langs hun kronkelend pad opwaarts. Het oogonblik kwam, dat ze niet meer klommen, op den top van den heuvel aangekomen ; aan do laatste bocht ver dwenen zij. liet was alsof er aan don hemel min der sterren waren. Een melkweg \\as van daar boven verdwenen, haar stof van werelden voort rollend en op de aarde den rondedans der sterren voortzettend. Ken liauw schijnsel straalde over alles, er was nog slechts hemelruim, gebouwen en hoornen zagen er uit als in een droom gezien in het geheimzinnig licht van do duizenden kaarsen, waar nog steeds nieuwe bijkwamen.'1 Zola heeft zijn boek als verzameling documen ten bedoeld, en vertelt dan ook op nieuw de geheele geschiedenis van Bernadette, ook met het doel om de waarheid omtrent de bewuste ver schijning van de Heilige Maagd aan het arme herderskind uit te maken. Zijne conclusie is dat het kind, dat met een kloosterleven haar verha len omtrent de verschijning in de gebenedijde grot moest betalen, geheel te goedertrouw is ge weest. Er zijn ook allerliefste episoden in het verhaal, onder anderen de zachte vrome vriend schap tusschen een jong dokter en zuster Hyacintlie ontstaan; eene kiesche idylle in den som beren roman. De abbéPierre en het jonge meisje, Marie, komen dan genezing vragen aan de Maagd van Lourdes. Het wonder heeft plaats gehad; dege nezing is volkomen. Als nu de priester ziet dat Marie een meisje is geworden als alle anderen, gevoelt hij dat er tusschen baar on hem een af grond gaapt; hij toch die de afvalligen veracht, heeft besloten, priester te blijven. Hij spreekt dus niet, maar terwijl de trein hem naar Parijs terugvoert, weent hij, en het jonge meisje raadt wat er in zijn hart omgaat. Luister, mijn vriend," zegt zij. Er bestaat een geheim tusschen de Heilige Maagd en mij. Ik had haar gezworen, dat ik het niemand ver tellen zou. Maar gij zijt te ongelukkig, gij lijdt te veel, en zij zal het mij vergeven ; ik zal het u toevertrouwen''. Dan fluisterend : »In den nacht dien ik voor de grot heb door gebracht, heb ik mij door een gelofte verbonden; ik heb aan de Heilige Maagd beloofd, maagd te blijven als zij mij genas . . . Zij heeft mij ge nezen en, nooit, ge hoort het wel, Pierre, nooit zal ik met iemand trouwen. Laat ons niets meer zeggen, vriend, misschien zou het verkeerd zijn . . . Ik hen wat moe, ik ga nu wat slapen." Zij bleef met het hoofd tegen zijn schouder leunen, en sliep in, vertrouwend, als een zuster. Hiermede eindigt het boek. Philippe Gillc ziet er de conclusie in, dat Zola oen godsdienst noodig acht, en wol een nieuwen godsdienst en merkt dan op, dat in zulk oen geval de oude godsdienst ook al voldoende was. Hoe het zij, het is een ernstig boek: de ernstige stemming dio het nalaat, kan misschien weldadig zijn, maar voor zijn genoegen moet men hot niet lozen. Buitenlandsche Blbliographie. \\ auuecr men zich voor den prijs van n shil ling ccnig idee wil vormen van hedendaagschc Kiigclsche natuurpoëzie, dan moet men zich het nieuwste; deeltje van de. ("//////v/////1?/ I'uets aanschaf fen, l'ni.'i,/x ii/a/ I.i/rii'x <//'AV//"/v. Het is ecu bloemlezing uit de natuurgedichten van levende auteurs. Kukelc dichters van oude reputatie zijn verlegenwooidigd: tSvvinburiie, \\illiam Morris, Coventry Pat more; bijna al de jongeren die in den laateen lijd veel genoemd zijn : A. (,'. Benson, John Davidson, Norman (!alc., Kichard Le (iallienne. Kraucis Tl ompson. Ken paar bekende namen ontbreken door verschillende ongein kki^e omstandigheden. Maar de verzamelaar;.!er kan niettemin in haar inleidinkje verklaren dat the si\(y-live poets who have contnbuted the songs and other poeins of nature which follow, may fairly be taken to re present, the eollcclive voice of eontemporary Knglisli Poetry in pvaise or interpreta! ion of nature." Hij het doorbladeren van liet bundeltje treft. nog eerder dan het, mooie dat, er in staat,, de af wezigheid van iets bepaald leclijks. Deze natuur poëzie behoort, voor ecu groot deel tot een soort. die tamelijk ongevaarlijk is weinig gevaar ople vert, bedoel ik, van gekke dingen te /.eggen; een soort, die men op zijn ergst min of meer onnoodig zou kunnen noemen. Er is een argeloo/,e vreugde. een behagen in de kleuren eu klanken van de na tuur, in bosschen en vogels eu weiden en luchten die hier iu tallooze gedichtjes eei, dikwijls weini<r trell'/ndc, maar nooit onaangename uitdrukking vinden. \\ at, een eeuw geleden voor de Kugelsch1: literatuur een verovering was, dat is nu gemeen goed van honderd dichters. Wanneer men in het, bijzonder \\ enscht, ingelicht te worden omtrent de betoekenis van die -jonge ren,'' die ik noemde, dan durf ik niet, beslist te antwoorden. Als ik het ooit. durfde, dan toch zeker niet naar deze enkele versjes, uitgezocht door ecu vreemde dame, en alle in n bepaald genre, dat juist, niet huu beste genre hoeft, te zijn. Misschien heb ik later gelegenheid iets van deze dichters mee te deelen, wanneer ik enkele van huu boekjes in handen heb gehad. Hier wil ik alleen dit, frairment |e van Kraucis 'l nomp>ou overnemen, dat, mij schijnt van een sterker, heviger visie te zijn dan wat er verder van dien aard in dit, bundeltje voorkomt. Tui: Tori"!. Summer sot lip io earth's bosom bare, i And l e ft, the flushcd print iu a poppy there: Kike a vawn o! lire from the grass it eame, And t.hèfaunim; wind pulled it to tlapping II une. \\itii burnt mouth red like a hon's it drank The blood of the sun as hèslaughtered sank. And dippen lts cup in the purpurutr shine \\hcii the eastern eouduits ran wit h wille. Till it, gri w Icthargicd with liurce biiss, And hol as a swinked gip-y is, And drowsed in sleepy savagenes, With mouth wide a-pont f o r a siillry kiss. Hxxit /A,', De titel is Duitseh, de naam van den schrijver lijkt ook zoo, liet heele verhaal een soort moderne Kaust- en (iretchcniilv 11e kon evengoed door Paul Ile\se geschreven zijn, en toch l is er vooral in de détails, iets bij uitstek Krausch [ in dit boek. Dat geeft een wonderlijk -'('deelden indruk: KranseiK geest en lijiiheid op een onder- l grond \aii hetgeen naar Duitsclic sentimentaliteit neigt. Dan is er bovendien U'a^ucr in, of liever: door \\agncr heen in'.'locd van oude (iiTniaansche ieu'emh n ei: riddersproken. Ik beu'i'i]p dat boekje waarlijk niet u'->ed, al deed 'l nn; zeer aan. '/on de schrijver een van die 11 uvsnians-BourgetM ;ui pa^sai.l na! uren ziin. treratlinecrd, ^'ebiascerd en eeniirszins aaiistc!lcriL>'. die nu in de Duitsclic \\agncr-sprnkcn ,, Kinlachlieit'' en een nog a! se. kunsteldc rust voor zijn overprikkcide zenuwen heeft gevonden ? Zóó eigenlijk doet 't aan, als of dit zoo ware. Van een muziekmiimenden, gevaarlijk artistieken edelman is 't verhaal, die uit Bayreuth naar Bamberg komt om 't schilderachtige. Hij ziet daar vóór eeu klein zwart huisje, tusschen reusachtige zonnebloe men, een meisje met lichtblond haar en heel blank: llse. Haar zóó te tcekenen als zij daar staat, komt hem de lust, een prinses uit eeu tooversprookje cu het geheel prachtig van kleur. C'était si parfaiteinent compoféde tons harmonieux et puissants, qu'il en fut transporté:..." Il resta la, toute l'apr smidi, la faisant causcr et lui disaut d'iusigniilantes choses jolies. Et, l'idée de channcr cette petitc lui senibla tout a. coup uu passetcmps fort, couvenable pour cmhcllir savicd'un instant de languide iutérct." En ook omdat hij //fut prcsque attcndri et charme... 11 voyait, dans ces yeux bleus uue si jolie petitc unie." En zij, in de eerste oogcnblikken //était, paralysée par l'ailmiration (zij had nog zoo heel weinig gedistingeerde mannen gezieu) et sous ces regards dangereux, son coeur innocent s eu allait, saus qu'elle Ie comprit, allait a lui en-t ticremcnt." Zoo wordt :!j hem een oogeublikkclijkc gene genheid, en hij wordt haar grootc liefde voor altijd. Maar na twee of drie dagen gaat hij weg. Zij hebben samen wat geroeid en hij heeft, haar portret gemaakt, dat is alles, eu nu moet, hij weg. Hij belooft, terug te komen maar weet zeker dat niet te zullen doen Dan, als hij weg is eu niet weerkomt, kwijnt de kleine llse eu sterft, niet, juist van liefde, maar op een door den schrijver handig aan gebracht e wijze. Als ze dood is, veel later, komt de Miïi-i-/i''Hj,i-ii>: terug en bezoekt haar graf Eu dan is 't, boek uit. Als men dit zoo vertelt, is 't om te kwijlen van sentimentaliteit cu geheel onmogelijk. Maar uu komt, er bij het tweede, 't fransciie element, in het karakter van den prins, in zijn verhouding tot, eeu zekere duchcsse de Toledo, te Bayreuth ontmoet, in de beschrijving van bijna alle plaatsen, iu het zien van bijna alle momenten. Eu dit, maakt veel goed; de historie, eerst, van een béte gevoeligheid, wordt, er bijna waarschijnlijk door, van eeu gezui verde realiteit, gestyliseerdc waarheid en 't geheel wordt voornaam getint door die liefderijke bezorgd heid om kleur en lijn, waarmee alle dingen be handeld worden. Zóó iets kan men bij Heysc niet vinden. 'Ier illustratie van wat ik meen, schrijf ik ecu paar passages over. Eerst hoe hij' de dingen op een aparte, niet ordinaire manier ziet. Jlse houdt veel van't ruitcrslandbecld van keizer Koniad in de Kathedraal. //Il tait, tres lier et tres beau avec son cheval de pierre, qui avait si pcu de place sur Ie chapiteau en fcuilles tres scnlptces. Ce eheval avait, toujours l'air de tomber dans Ie vide: on ne conccvait, pas qu'il put rester la-haut, sur cctte ótruitc passerelle. Mais Ie li T empcreur, avec sa tèle releu'e et ses K-VP-S pr>rIante-% qui s'avai.eaicnt si de laigneusement, paraissait, p 'tl s'cu soucier: il rctcnait, sa bride d'unc main siire et regardiut. avec un regard provocant dans Ie vide de la catbédraie, ...et ses fourcils se froncaient et ses lüuincs vibraient.'' Kaler brengt, llse haar prins bij den keizer, en het schijnt, dan dat deze ,-Ie rcgardait srécialenient, d nn ai!' de roproe:ho. méconteiit, agressif et, d sapprobateur." Dal, ergert, den prins, .,1'anvrc pstite llse,'' zegt, hij spottend. , si vons n'avez pourprotcclcnr que eet inolFcnsif chevalicr de pierre, qu est-ce qui an'ivera de vous:' Maar llse kan dat niet. toegeven: de keizer, de Heilige Maagil ..et la reine des l'i'cs, me proté'eniicnt toujours et. eontre tous-cela je Ie sais bien." l'.t dans ces yeux tranquilles, comme dans ces parolcs, il y avait. une parl'aite conliaiice, une absoluc et enfantine foi - et c'élait siiprc.noiucnt ti'iste eela. prcsque piitiiéi.ique?car cette sécurit ctait si vainc! Dit, is van hun laatste samenzijn: /, l ne u'rande p:uv tait, sur les e'.ioscs. Dis cioches sonuaient (huis lc silcncc, parccquc cc sci'ait PAssomptiou demaiu. Kcntemcnt, dev uut la niaison noirc, ils détachcrent la barqne; les t.ournesols n'etaient plus jauncs, e ('taient, de pctites rones d'argent, palc, e taient, comme des Ames de tourncsols. (^iclqiie chose d irangenicnt piisible. de profondémciit, cahne tait dans l'air. Elle s'assit n l'arricre.... ... 11 faisait, doux. adorablcment, doux; on u'en]iarfois Ie léger clapotis [iic sonuait, comme un sanglot. Dans Ie ]ialpable silence une niorue tristessc se condensa..." Dan zegt hij haar zijn vertrek. Kerst spreekt zij niet, hem aanziende met grootc. ont/.etle Gogen, dan: eile s'alïaissa aux pieds du jeune hornnic, appuvant contie lui sa tete: Oh nou! Ilnefautpas part ir' nc part.cz pas, uc p:trtcz pas l Als zij bij het huisje terugkomen, zijn llse's broer en zuster uit. Er is niemand. Het, weer is versombcrj, zij leggen het, bootje vast inde zware, ademtooze stilte. Dan: ,,11110 tentalion de Ia snivre s'empara de lui, nn vague désir de la posséder... et, pms la pitiéque ee serait de faire cette chose l'anvla cncorc." Ken oogenblik, als hij haar gezegd heeft, te zul len terugkomen, weent zij nog in stilte aan zijn borst: - .mais il ne t.ronva plus tien a, lui (lire... l n h-ger veuit s'c!e',vait; des nuau'es conraicnt, Irop vite cl eachaient précipilainment la luue. Par la fenétre ouverte un grincement, mornc iirriva : la pendule du Schvvarzwald maiquait l'lieure. Donzc fois dans lc silence Poisean chanta il chanla leinement, st.upldc et, inplaeable... Des gou1t.es de plnies tombe-rent, de larges uouttes es]iacées et, tiédcs. et l'cau clapotait iniptiéte antoui' de la maisou..." Dan gaat hij heen. Mijn aanhalingen zijn lang geworden omdat 't, noodig -,vas te doen zien, hoe er toch, )iief,t,ei;cnslaaudc 't sciitimenteele en vrij onwaarschijnlijke van 't verhaal, over alles eene lichte, ijle bekoring is, van stille droefheid, een geur van droefenis, zouals uit sprookjes ademt. Dit 'ansche werk schijnt zoo te zijn, als ter voldoening aan een wecinoedstenuninir van eeu rïan-ehinau. die voor 't eerst de bedwelming van echt Duilsehe sentimentaliteit, ondergaat, en daaraan Ihan- volle uiting geeft. Hij heef! er nog niet ge noeg van zooals wij en ''t, schijnt hem zoo goed

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl