De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1894 29 juli pagina 4

29 juli 1894 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

r S; DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 892 als tegenstelling tot zijn mondain-overprikkelde, zenuwslappe levenswijsheid. Ilse is een heel curieus boek om te lezen. R. A. H. en F. C. Jr. Bjj de heeren Preyer & Cie., Wolvenstraat 19, is geëxposeerd een schilderij van J. S. II. Kever, ^Moeder en Kind". Bjj de firma E. J. van Wisselingh & Co., Spui 23, z\jn geëxposeerd een schilderij van Courbet, »Boschintërieur" en een schilderij van J. Bosboom, »Kerkinterieur". Op de tentoonstelling van Kunstwerken van moderne meesters, bijeengebracht uit d» rerzameling van de Heeren Preyer en Co. en thans in de zalen der Mij. »Arti et Amicitia" te be zichtigen, werden in de afgeloopen week verkocht: A. Mauve, «Paard in de weide" ; J. S II Ke ver, «Sprokkelen'1; idem, »Een gelukkig gezin" ; idem, »In 't zonnetje"; Ter Meulen. »Schaapskooi" ; Tony Offermans, »Naar huis" ; J H. Weissenbruch, «Landschap" ; idem, «Koeien onder de wilgen"; Alb. Neuhuys, »Kindje is wakker"; Geo Paggenbeek, »By de boerderij", en idem, »Hollandsche weide;'; in het geheel 11 stuks, waaronder drie schilderijen. De tentoonstelling blflft zich ? in een zeer belangstellend bezoek verheugen. Dagelijks komen vele vreemdelingen. De tentoonstelling blijft tot den 26sten Augustus geopend. Jozef Hyrtl. Te Weenen is de beroemde anatoom Jozef Hyrtl in hoogen ouderdom overleden. Dij was, behalve om zijne geleerdheid en zijne voortreffeljjke praepajaten, ook om zijne wonderlijke inen uitvallen bekend, soms gemoedelijk, soms scherp. Bij een examen kon de candidaat geen enkele van de vragen die hij deed, beantwoorden. Hyrtl vroeg hem nu: »Waar woont u V" De can didaat noemde eene straat, die Hyrtl niet kende. Deze informeerde toen nauwkeurig, in welke wijk van de stad de straat lag, en zei toen: »Ziet ge ?wel, zoo is de wetenschap verdeeld. U weet niets van anatomie, en ik weet niet, waar u woont.'' Het nieuwe examenvoorschrift, dat bepaalde, dat een student in staat moest zijn, van alle beenderen in het lichaam de ligging duidelijk te bepalen, en te zeggen, of bet been tot den rech ter of linker kant behoorde, persifleerde Hyrtl op de volgende wijze: Hij legde een candidaat een dijbeen voor, met de vraag, tot welke zijde van het lichaam het behoorde. De candidaat besliste ten voordeele der rechterzijde en de professor gaf hem gelijk Toen reikte hij den candidaat een scheenbeen, en deze schreef dit aan de linker zijde toe. Hyrtl zeide toen : «Ont houd ón ding. Ik houd niet gaarne studenten voor den gek. Wanneer ze van mij een rechter dijbeen hebben gekregen, krijgen zi ook van mij Tiet rechter scheenbeen; dat behoort er bij." Een vroolijke geschiedenis is ook de volgende: Professor Brücke wilde, eenige jaren geleden, proeven nemen omtrent gewichtsvermindering ?door honger; hij gebruikte hiervoor konijntjes. De diertjes werden eiken dag gewogen, en tot ?verbazing van den professor vertoonden zij het versch^nse!, dat ze niet alleen in gewicht niet afnamen, maar met iaderen dag zwaarder begon nen te wegen. De verklaring was spoedig gegeven. Hyrtl kon de beestjes geen honger zien lijden en voederde ze iederen dag uit een gangraam met stevig voedsel; men herinnert zich niet, dat ooit konijntjes zoo vroolijk waren als deze ge durende hun hong rproef. Op «toeren dag v»nd h\j het toch wreed, dat <le hond in het hondenhok sliep Zijn vrienden spraken hem tegen en zeiden, dat het zoo erg niet was. »Goed," zei Hyrtl, »dan zal ik het zelf probeeren." Zoo gezegd, zoo gedaan. De hond kreeg zijn slaapkamer, en Hyrtl kroop, zooals God hem geschapen had, in het hondehok. Den volgende dag verklaarde hij, dat hij toch gelijk gehad had; het was dieren kwellen; in't vervolg moest de hond den nacht in zijn slaapkamer doorbrengen. Hyrtl besloot ook eens niet meer te eten. Vijf pruimen per dag moeslen voldoende zijn voor ?een mensch; wat maar was, was teveel. Hij nam dus vijf pruimen, verdeelde ze over zijn dag en ging naar bed. Den volgenden dag bleef de honger niet uit, maar Hyrtl hield zich goed. Hij at weer vijf pruimen. Den derden dag kwam hij in de keuken. »Maar Jozef," zeide zijne vrouw, »Je zult nu toch eindelijk wel wat eten." >0, geen kwestie van," zei Jozef, »ik voel me bij zonder prettig. Ik wou maar eens zien, waar je mee bezig waart." Toen vertrok hij. Maar hij bleef in de buurt, om het oogenblik te bespieden, waarop zijne vrouw en de keukenprinses de keuken verlaten hadden. Zoodra was dit niet geschied, of hij sloop de keuken binnen, greep «en stuk vleesch en liep er mee heen. Toen ging hij weer aan zijne vijf pruimen. Zoo duurde het zes dagen; toen viel hem een andere dwaasheid in, en de pruimen waren vergeten. Hyrtl was nu S4 jaar. Evenals Gladstone met houthakken, oefende hij zich met steenenkruien. Hij laat een zeer groot vermogen na, grootendeels verdiend met het maken van prachtige anatomische praeparaten, die zoowel wetenschap pelijk kostbaar, als fraai afgewerkt waren, en die hij aan universiteiten en laboratoria verkocht. Een van zijne beroemdste stukken is eene Laökoongroep, bestaande uit drie skeletten van fraai gebouwde menschen en twee van reuzenslangen; het wordt om zijne originaliteit en schoonheid zoowel door kunstenaars als door geleerden bewonderd. Knauer. Te Weenen is een bekend historicus, pkilosool en letterkundige overleden, de benedictijner pater Vincentius Knauer; hij was bibliothecaris der abdij en privaatdocent aan de Uniyersiteit. Onder zijne werken, die veel opzien baarden, zijn be kend : Die Kömge Shakespearef, ein Beitrag sur Rechts- Philosophie; Votum für itegel; Shakespeare der Philosoph der sittlichen Weltordnung;Geschiclitt der Philosophie; Hamerling gegen den Pi ssimismu". Zijn laatste werk was eene vertaling van Anakreon. Kuno Fischer. De Duitsche geleerde, historicus en litteratuurhistoricus Kuno Fischer, vierde deze week, 2.S Juli, zijn TOsten verjaardag. Japansche poëzie. In de Recue Britanniqiae komt een interessant artikel van de Japanschen dichter MoloyosiSarzau voor, over Japansche poëzie. In Japan zijn, geheel anders dan in andere beschaafde landen, de dichters geëerde personen. Zij gaan buiten wonen, in villa's met ronde ramen (gewone burgers hebben maar vierkante) en luisteren naar het gezang der vogelen. De Japansche strofe heeft 31 lettergrepen ; is zij lyrisch van inhoud, dan heet zij Huka, philosophisch Dok-i, dartel en vroolijk Ki(ïk'i. Het poëtisch element in de Japansche poëzie is de vergelijking; en die ver gelijking is tot iets conventioneels geworden. In de bellettristische gezelschappen in Japan maakt men verzen, alle met deze conventioneele ver gelijkingen. De Japansche poëzie is over 't geheel conventioneel; geen dichter zal verzuimen te vragen, a's hij een vogel in den maneschijn hoort zingen: »Heeft niet de maan het gezongen ? Was het de koekoek, die zong?' NIEUWE UITGAVEN. Schoo'flora voor Nederland, (ie druk, door H. HEUKELS. Uitgave van P. NOOKIHIOI.M.-, Groningen. Rechterlijke uitspraken over het Gro ninger beklemrecht van 1861 tot 1892, verzameld door (i. FONTEIN, candid. not. te Amsterdam. Uitgave van P. NOORHHOFI-', Gronin gen. Prijs f ;!.25. Guide des voyageurs a l'ile de Walcheren. Uitgave VAN DER FEY. MESTDAIiH en ZOON te Vlissingen, met aardige illustratiën, een nuttig boekje voor toeristen. WARENDORF S NOVELLEN BIBLIOTHEEK No. 54, Mijn neef ' olf en ik. Oorspronk. novelle door CATO NEÜSTEDT. lllllllllllllllllllllllMIMIItlllllIIIIIIIHIIiniMMIIIIIIIIMIIIIIMHIIIIlIIIUIIIIIIMIIII JES Haast u langzaam. Naar F. C. PmLii's. I. Horatio Vandeleux, Theatre lloyal te Bolton, aan Miss Viva Vandeleux, Prinee of Wales' Theatre, Greenwich. O Sept. lS!/;i. Beste (h'Mcï! Ik zou je brief al vroeger beantwoord hebben, als ik op 't oogenblik niet zoo'n ezel van een rejisseur had, dat ik zelf de oogeu overal moet heliben. Stel je voor, de id.oot kan niet eens zoo op het oog taxeeren, wat een zaal aan recette opbrengt. Uit de couranten zag ik, dat je deze week nog in Greenwich blijft, en dat je engagement daar zoo goed als zeker is. Dat doet me pleizier. Het zou ook wat moois zijn, als de dochter van Horatio Vandeleux bleef zitten! Met den gevierdeu naam dien je draagt en de talenten die je aangeboren zijn, moeten de directeuren vvel met alle tien vin gers toegrijpen, om je te bezitten, vind ik. En dan kan je ook al heel gauw je eigen voorwaarden stellen. Je schrijft me, dat je kennis gemaakt hebt, met eene mijnheer Harold Passinger. Is dat de zoon van Sir Josepli Passinger te Manchester:1 Dezer dagen las ik dat die oude milliounair eenige stuk ken van zijne onschatbare verzameling zoo stond er, aan de eene of andere tentoonstelling ge leend had. Als mijn vermoeden waarheid mocht zijn, verlies dan den jongen man niet uit het oog. //Lady l assinger" klinkt in 't geheel niet slecht en. zie je, lioe warm je geestdrift voor onze edele Kunst ook zijn mag, den roem van je ouden vader zal je toch niet bereiken, en dan blijf je toch altijd maar een ster van de tweede grootte. Iemand met eene onschatbare verzameling schilde rijen zou een prima prima schoonvader voor je zijn. Ik zie, dat je er al naar watertandt. Ik sluit hierbij een lijstje van in mijn adressen voor de eerstvolgende dagen, zoodat je me, als het noodig is, altijd au i-oi'f/int kunt houden. Mocht het geluk je ten deel vallen, dan weet je liet, lief kind, dat niemand in het groot heelal daarover hartelijker verheugd zou zijn dan Je liefhebbende Vader lloiiAïio VAXDELIU x. II. Miss Viva Vandelenx, Theatre Koyal, Briirhtou, aan Horatio Vandeleux, Esq., Theatre Koyal, Bolton. l -l September l s',13. Besla P/ipu .' Ja, ja, mijnheer Passinger is de zoon van Sir Joseph Passinger. Veel dank voorde mcdedeeluig! Ik had er zelf in 't geheel geen idee van. ()f be ter gezegd, ik was te dom om in 't geheel eene mecning te hebben omtrent het bestaan van Sir Joseph Passiuger. Natuurlijk merkte ik wel, dat liet jonge heertje in goede omstandigheden leefde, maar zijn werkelijke positie was voor mij liet hoek met zeven zegelen. Van morgen, moet u weten, heb ik mij zeker heid verschaft. Hij bracht 700 /?// ji/'xxi'/'t zijn vader ter sprake, en toen vroeg ik hem, of zijn vader dezelfde was, die onlangs die mooie schilderijen terleen had gegeven. //.Jawel, sir Joseph IVsiiiger," zei hij, en hij scheen zich te verwonderen, dat ik zoo iets vragen kon. Hij is feitelijk verzot op me. Ik ben dan ook vast van meening. dat hij alleen om mij hier blijft. ledereu avond zit hij in de loge d'avant-scèuc en iederen middag brengt hij mij een bezoek, natuurlijk in alle eer en deugd. Gisteren inviteerde hij mij, met hem in een liötel te dineeren. Ik maakte natuurlijk liet bezwaar, dat het voor een meisje in mijn positie niet pas send was, zonder chaperon te gaan, en daarop ant woordde hij, dat hij gaarne het heele gezelschap wilde inviteereu, alleen om in mijn gezelschap te kunnen zijn. Allerliefst van liem, niet waar? Nu, ik heb liet hem dan ook niet lastiger gemaakt, dan noodig was. Ik sloot een accoordje met een andere dame, wie ik 10 shillings schuldig ben, en die zich na de champagne met bewondereuswaardigen tact bij ons voegde. U zult er hard om lachen, maar hij is werkelijk allerliefst! Zoo onschuldig en vol vertrouwen! Wanneer hij nog geen huwelijksaanvraag heeft uit gesproken, is het alleen omdat liij nog niet durft. Kon ik hem maar wat moed inblazen ! Werkelijk, u moogt het gelooven of niet, maar ik houd heel veel van hem. Hij heeft zoo iets bijzonders ;. zoo iets frisch en natuurlijk?, dat mij imponeert. Ilij kan me met zijn groote blauwe oogen aanzien, alsof ik een godin was. Zijn vader, beweert hij, heeft hem vau zijn geboorte af verwend en hem nooit wat geweigerd. Misschien zou hij hem zelfs zijn zegen iiii t jiithoudeu, als hij met Viva trouwde. Wij blijven hier nog veertien dagen. Gebeurt er wat, dau meld ik het u. Uw lief hebbende dochter VIVA. P.S. Zooeven krijg ik op mijn kamer een prach tige mand bloemen. Ik had liever gezien, dat hij mij die op liet, tooneel had laten bezorgen. Maar natuurlijk, hij weet nog niet. hoe het behoort. Ik ben zeker zijne eerste liefde ! III. Van Mis-s Viva Vandeleux, Brighton, aan Horatio Vaiideleux, E=q. Theatre Royal, Bolton. Liefste, bestu eau alle vaders! De teerliug is geworpen. Hijsen de vlag eu laat de vreugdeschoten knallen. Harold heeft van middag aanzoek bij mij gedaan ! Het b 'gon daarmee, dat hij mij een wandeling voorstelde, langs de Cliuin Pier. Toen begreep ik al wat hij in 't, schild voerde. Het was er zoo heerlijk eenzaam l Wij waren geheel alleen! Natuurlijk deed ik al wat in mijn vermogen wa=>. Ik denk wel dat ik er heel lief uitzag, De wind was niet al te scherp; juist genoeg om ons een klein blosje te geven. Het had niet mooier kunnen treffen! Nu, wij babbelden over de zee ik weet zelf niet meer wat. Het zal wel vreeslijk onbedu.dciid geweest zijn, maar men moet toch ook over wat- praten, en de zee lag nu eenmaal het dichtst bij de hand. Eindelijk, het leek mij een eeuwigheid, legde Lij zijn hand op de mijne, kleurde tot over de ooreu, zag me met een paar sclielvischoogen aan, en riep uit: //O. Viva, Viva, wat houd ik veel van je!" Ik schrikte natuurlijk, sloeg mijn oogeu neer, werd bleek, eu gaf blijk van de uiterste verrassing en verlegenheid. Tegelijk intusschen was ik, zoo als ik van mijn papa geleerd heb. op een tooneelpauze bedacht, eu daarna eerst stamelde ik : ,/Mijnheer Passinger,... hoe... hoe moet ik die woorden opvatten ?" //Opvatten?' riep hij, men kan ze toch maar op n wijze opvatten!" Hoe dan?... ik begrijp u niet!" Gij begrijpt mij niet?... Maar... toch alleen... dat ik meen, dat ge mijne vrouw wordt, Viva':" ,/Maar Harold, hoe kan ik?... ik ben een arme kunstenares, eene tooueelspeelster..." Een engel ben je!" Ja, ja... maar je vader, zal die zijn toestem ming geven?" Mijn vader? Mijn vader zou de mian voor mij koopen als liij dit, kon." Harold, is het je werkelijk ernst?" Viva, hoe kan je dat vragen?" Heb je me dan werkelijk lief?" O Viva!... Viva! Omhelzing. De zaligheid van den eersten kus... Ik l at hier liever de gordijn zakken. Nu, wat, zegt u er van? Is dat niet een meester stuk? Heb ik niet prachtig gemanoeuvreerd. Bent u er niet verrukt over? Wat mij betreft, ik beu half gek van pleizier; ik voel me als in den zevenden hemel. Spoedig ben ik Lady Passinger, en dan richt ik alles naar mijn smaak in ! Lady Passinger, met cquipage, ecu berg diamanten en een loge in Covetit-Gardeu! Lady Passinger o papa! Ge zult eens zien, hoe ik in die nieuwe rol spelen zal. Uw gelukkige dochter Viva. IV. Miss Viva Vandeleux, Brighton, aan lloratio Vandeleux, Esq. Theatre Koyal Olham. l1,) Sept. Ib'Jo. Het is een afschuwelijk bedrog. Ik kou me van ergernis, schaamte en verdriet de haren wel uit trekken. Dat ik ook niet eerst nader informeerde! (.), vadtr, waarom hebt u me niet eerst ingelicht? Waarom hebt u me niet terstond gezegd, dat, sir Joseph Passinger te oud is, om zulk een jongen man tot oudsten zoon te kunnen hebben? ? Ha rold vertelde mij van morgen, dat ze hem thuis noa' altijd den baby noemen, en toen ik zei, dat, ik dal wonderlijk vond, keek hij mij met zijn Idiote oogen aan, en /ei: //Wel neen, dat is in 't geheel niet wonderlijk; ik ben nu toch eenmaal de jongste en dat blijf ik !" De jongste ! de jongste ! Mijn hart stond stil en mijn tong verlamde: ik meende in onmacht te vallen ; ik kon geen woord uitbrengen! Hij vroeg of ik mij niet wel ge voelde. Ik prevelde iets over de warmte, ofschoon er een scherpe Oostenwind woei, zoodat, hij me wel voor - ek moet, hebben aangezien. Nu, dat doet er i ok niets toe. 't, Is me uu volkomen on verschillig, wat hij van me denkt. Hij zal me nooit weerzien. Zoo'n bedrieger, Baby !" Jongste zoontje dus ! Eu ik, die een titel hoopte te winnen eu lady dacht, te worden ! \\ at verbeeldt zieli zoo'n jongen wel ? Denkt hij, dat ik uit, pure liefde voor hem, fatsoenlijke armoede ga lijden met de paar honderd pond, die de oude hem mi schien genadig zal legatecreu ? Neen, neen, dan heeft, hij aan de verkeerde deur geklopt ! Zoo dom is Viva niet, jongen ' U'el bedankt ! Ik hè') hem in 't zelfde uur nog zijn congó gegeven, .per brief. Intusschen ben ik vernietigd, verpletterd door den slag. Uw diep rampzalige dochter VIVA. V. Van Harold Passinger, Guards-Club, Pall Mail, aan Miss Viva Vaadcleux, No. 2 Pettifer Place, Brighton. 20 September 1893. ltr(t(U'düJ//w /? undelcii.v l Uw zeer interessant briefje heb ik zooeven ont vangen. Het ligt, niet in mijne bedoeling, op een nadere verklaring of uiteenzetting bij u aan te dringen. Het spreekwoord, dat de vrouw een gr.llig wezen is, schijnt bij u een nieuwe bevestiging te vinden. Hoe liet daarmee ook zijn moge, ik van mijn kant acht het beueden mijn waardigheid, u in deze aangelegenheid ter verantwoording te roe pen of in eenig opzicht te twisten. Het eeuig doel vau dit schrijven is dan ook, u van uw blijkbaren angst te ontheffen, als zou ik er ooit naar trachten, u nogmaals te ontmoeten ; u kunt in dit opzicht volkomen gerust zijn. Ik zal u niet verder lastig vallen, liitusschen blijf ik met beleefden groet Uw onderdanige dieuaar HAIIOLP PASSIKOER. VI. Telegram van Horatio Vandeleux, Oldham, aan Miss Viva Vandeleux, Brighton. 20 September IS93. In 's Hemels naam, schrijf hem uiet af! Al de oudere kinderen zijn meisjes ! iiiiiiHiiiiiiiiimiiiiiiMiiiiiiiiinimmiiuiiiiiuHiiiiiiiiiiiiniiiiiiiimiiuitunil VO DAMES Krankzinnigheid ondtr vrouwen. Madame Boucicaut. Cyclisten. Een journaliste. Recepten. Het is een opmerkelijk feit, dat in alle landen de krankzinnigheid vroeger veel meer bij mannen dan bij vrouwen voorkwam, en tegenwoordig, in juist omgekeerde verhouding,het meest de vrouwen bezoekt. De verandering is betrekkelijk recent; de Engelsche »Lunacy commissioners'', die het feit in hun land opmerkten, hebben statistieken verzameld, en gevonden dat de verandering in de verhouding van niet meer dan een twintigtal jaren dateert. Van LSTS?]SS7 werden in Enge land en Wales niet minder dan (i9.5(>0 vrouwen tegen <>(J.!llS mannen in de gestichten (en par ticuliere inrichtingen) opgenomen; deze verhou ding overschrijdt echter niet veel de gewone verhouding in de bevolking In W, ,H9 en 110 werd het steeds erger; in ISill waren er 10.025 krankzinnige vrouwen, tegen !i,102 mannen op genomen. De verhouding tusschen rijk en arm was dezelfde. De verhouding wat misdrijven betreft, is in die zelfde mate veranderd, en beide komen het minst voor, daar waar de vrouw op den laagsten trap van beschaving staat, in Griekenland, op het platteland in Italiëen Spanje, enz. De twee hoofdvormen zijn niet,?zooals men misschien den ken zou, godsdienst, waanzin of'verliefde melan cholie: liet zijn, veel prozaïscher, alcoholisme en algemeene verlamming. Alcoholisme is niet, zooals men tegenwoordig gaat erkennen, alleen smaak voor sterke dranken; het is de uiting van een diepgeworteld verderf; terwijl de algemeene verlamming, de maladie du steile, de revanche is van alle overspanning, overwerken, te veel leed en zorg, en daardoor het meest in de groote centra der beschaving voorkomt. Men kan uit cijfers alles bewijzen, en van de bovenstaande is reeds gebruik gemaakt om te betoogen, dat de twee polen van het bestaan der vrouw de keuken en de kinderkamer moeten zijn. Dit is zeker overdreven, maar een weinig ver zacht is er allicht eenige waarheid in. De vrouw wedijvert nu met den man op velerlei gebied, waar de wetten door mannen voor mannen ge maakt zijn, sims door mannen voor vrouwen, wat weinig beter is, en wordt daarom over gelaten aan overgroote inspanning, met meestal minder uitspanning dan de man heeft. Hij ziekenoppassers, waaronder krankzinnigheid veel voorkomt, is de vergelijking niet te maken, omdat er zooveel minder mannen bij werkzaam zijn; maar het aantal hulponderwijzeressen, dut in Zwitserland, in Diütschland, in Engeland, in de gestichten wordt opgenomen, is reusaShtig. De vrouw verkwist, het is hare natuur, zonder redeneeren hare energie; op haar drukken het meest al de kwalen van den tegenwoordige!! arbeid, laag loon. lange werktijd, onregelmatige dienst, ongezonde omgeving; de toestand is dus niet het bewijs voor hare ongeschiktheid, maar het bewijs, dat de bepaling, die niet voor haar gemaakt werden, voor haar veranderd moesten worden. . * * Een type van eenvoud bij fabclachtigen rijkdom is de oude Mevrouw Boucicaut, de weduwe van den stichter van den Bon Murcht'. Zij woont op een buiten in Normai'dië, waar zij mooie tuinen en bosch, maar ook oen compleete melkcrij en modelboerderij heeft. Al de bedienden eten er aan dezelfde tafel met hun meesteres; zij kleedt zich als eene boerin, behalve op Zondag; dan gaat zij in zwarte zijde naar de kerk. Van het personeel in Parijs komen de kinderen vaak op de boerderij logeeren om er de buitenlucht te genieten, en het is een groote teleurstelling voor Mad. Boucicaut, wanneer zij ook niet terstond den eetlust van boerenmenschen hebben. Eén tyrannie houdt zij erop na: haar meiden of'knechts mogen niet trouwen; zij kan niet aan nieuwe gezichten wen nen. Die eenmaal getrouwd zijn, hebben aan haar een weldadige peet voor haar kinderen, een ver zorgster voor hun huishouden, maar wie er een

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl