Historisch Archief 1877-1940
No. 892
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Een Bussumsch platje.
Amslcrdamsche S/cdeinaa<j<l: Platje. platje, als mijn kinderen zóó brutaal waren als jij, zou ik geen cent van ze willen hebhen ..
bieden. Alle deze dingen zullen zijn wierren
het voordeelifjfite en beste in gebruik.
Met gevoelens, van hoogachting en ontzag,
WelEd. geb. heer,
Uw dienaar,
A. B. M K i VAX Mur.rHREX.
Ik ontdek veel gezond verstand in dit schrij
ven. Die mijnheer Mei van Meijeren heeft
een fijnen neus. Da forensenbelasting is van
mij : ik heb ze uitgedacht, en omdat ik met
dien Treub liever niets te maken had, was ik
naar Pijnappel' gegaan, die er eerst niets van
wou weten, maar langzamerhand er mee be
gon te dwepen, tot hij niet meer te houden
was, en dadelijk met mij naar Xierop moest,
want zei hij, die was specialiteit m
forensenbelastingen, en werd hij door mij _ voor mijn
idee gewonnen, dan was de zaak in orde Ik
kende Pijnappel maar weinig, had hem altijd
gehouden voor een heel knap en (leftigjurist,
die wel kon overwegen, maar zich niet
_opwinden. Toch bleek dit anders te zijn;
want zijn geestdrift steeg van minuut tot
minuut. Op de brug over de Keizers
gracht bij de Utrechtschestraat bleef' hij plot
seling staan, liet zijn linkerarm achter de
leuning hangen en stond, met zijn lorgnet in
de hand, gesticulerende tegen mij een speech te
houden, zoodat wij haast een oploop verwekten.
en al geagitecrder doorloopende verraste hij
mij en anderen op het Frederikspleiu met
een explosie van vreugde, waarbij hij zijn
-cylinder van 't hoofd nam en in de hoogte
gooide om dien weer op te vangen ouder don
uitroep: Lieve hemel wat een vondst! Daar
hebben wij juristen ons nu al eon ja.ar of
tien op suf geprakkezeerd en u heelt het
op eens gegrepen!
Nu met v- Xierop ging het niet zoo vlol.
Hij ontving ons op zijn studeerkamer en was
allerobstinaatst in zijn oppositie. Hoor oen?
Pijnappel, zei hij ten slot.te, dut Mijnheer
Brommeijer niet zoo iet? aankomt kan ik
begrijpen. Hij is niet op de hoogte van onze
gemeentewet, kent de lex-Huene niet. heeft
mijn artikeltje? in de Ivjonomist. en misschien
zelfs mijn redevoeringen in den Raad <>ver
deze qmuMtie nooit gelezen, Maarjij .' ! Hoe
zou je willen dat ik. die een goeden naam
heb als wetskenner, vierkant het tegendeel
ging verklaren, van hetgeen ik herhaaldelijk,
en nog niet zoo lang geleden mot de meeste
kracht heb betoogd. Indien je niet l'ijeeappel
heette, zou ik denken, dat je hier waan gek,)
men om mij voor den mal te houden., of om aan
mijnheer Brommeijer te bewijzen, dat ik een
tweede van Houten b^n. Ik weet waarlijk niet,
meer hoe ik het met je heb. Bij mij gaat niets
boven de wet, maar jij begint tegenover do
duidelijkste artikelen te draaien, dat er
geen oog meer op is te houden. lij de
discussie over de armenwet heb je mij zien
doen als een heusche leeuw en geleek jij
sprekend op zoo'n verzakt nagebootst dier
aan het stationsviaduct en zoo^ook nu
geef jij dadelijk prijs, wat ik met mijn leven
wil verdedigen. Ik vraag je, wat komt er op
die manier, bij jou scharrelen met de wet,
van onze reputatie als onwrikbare wetsmaiinen
terecht? Ze zullen zeggen: watje aan een
wet hebt. kun je aan Pijnappel zien, hij
kan er net' in lezen wat hij wil, maar dan
zullen ze daarop laten volgen, hoop ik, alle
wetten zou je dus wel kunnen verscheuren,
als er niet nog een van Nierop was, die niet
op een artikel, maar op een letter dood blijft.
Pijnappel hield zich zoo goed als hij kon,
maar het stortbad was hern toch erg onaange
naam geweest. Bij het terugkceren op het
Frederilesplein. dacht hij er niet aan nog eens
zijn hoed in de lucht te gooien; hij was stil
geworden en bij de Heerengracht namen wij
bijna zwijgend afscheid. Maar toch heeft Pijn
appel het gewonnen, v. Nierop had toen wij
hem spraken nog niet het boek van zijn zwa
ger ppenheim gelezen. Weldra werd hij
daardoor tot op zijn innigste bekeerd, en
zelden heb ik een jurist met zooveel openhar
tigheid hooren bekennen : ik hel) een wets
artikel, dat ik twintig maal gelezen had niet
begrepen en ben tot beter inzicht gekomen
door een eenvoudig koopman uit de Bocht..
Want nog vóór hij Oppenhoims boek gelezen
had, schreef ik hem: Mr. v. Xierop, denk maar
eens_ na: een kort verblijf kan toch wel een
hoofdverblijf zijn, n seconde onder de guil
lotine ....
't Aardigste van 't geval was evenwel dat
een paar plagen later. mr. Troub zich bij mij
liet aandienen. Do knecht bracht zijn kaartje
bij mij op 't kantoor en ik smeet als ,je
wind mijn brandkast toe, had nog juist do
tijd om den sleutel om te draaien, vóór hij
binnen kwam, en ja wel hij zat nauwelijks
of daar begon hij al over mijn plan v,in
forensen belasting. Ik legde hot lu-m uit.
lichtte het toe-, en beantwoordde, ee.nige vragen
betrell'endo. de billijkheid, do uitvoering /on
der dat ik bemerken kon, of hij reed; voor
du zaak gewonnen was, '/.<?>;> wilde hij b.v.
weten, hoe te handelen met iemand du-dage
lijks te Amsterdam /.aken dojt, doch verliest
in plaats van wint; moot uu zn > iemand toch
voor zijn inkomen te Amsterdam b-.-!a -l
'.verden '.' Nu. het. was i,iet. moeilijk IM-V-O ?. <";
antwoord te geven. Hol zaken 'do- n t
Ansterdam mol, \vHie-; is in eik g-val /o;ik v:i
voorrecht voor ee,i lor-ns, ?.!:it hij da:irvo n'
oen premie dient, te betalen, zoi ik.
Maar, begon T reu') weer, u zi! mr' [ ? o ??
paling, dat er oea vorbüjf go.luren i ?? l:-:o
maanden gevorderd wordt: d:- m ? '-!' :'?>?
reu-en vertoeven niet lang.:-r dan e,m ;iur 'l'
zes. zeven, gedurende eiken werkdag ie
A.msterdam. en dat geeft in ! jaar nog .ven drie
maanden, K :n bezwaar dal ik h-m '!il"bjle
oploste, door ho:n er u:iu te herinner-::, dat
een dag-uur //; ,?/??« /?,-</?'.' voel moer oeieokeat
dan een nacht-uur. K-n dag-uur kan je
g
rust uit het oogpunt van nut en gono^g-n,
op drie nachturen stellen. Toch schoon hij
niet geheel overtuigd en als een echt jurist,
mompelde hij van de Diii'.cii'I ra rr,> A>7/'.
Kccepties hebben die lui altijd vóór ze too
geven.
Ean andere vraag van Mr. Treub was : de
H. IJ. S. M. mijnheer Brommeijer, verdient
op de forensen jaarlijks misschien meer dan
een ton, zou u het niet billijk vinden, dat
wij die Maatschappij, als de forens der
fo: rensen, belastten, (lat is voor zooveel maal als
| zij een trein laat loopen en haar treinen een
i stal ion aandoen? Treub raakte daarmede.
j zooals ik hem dadelijk zei: het hart van de
(|uaos(ie. Juist, die II. IJ. S. M., mijn waarde
j wethouder, is de bron van bet kwaad Die
moot hot strengst gestraft, worden, en volgde
u niijn raad. dan deed u in een nieuwe ver
ordening op het gebruik van vervoermiddelen
i het vertrek van middag-en avondtreinen ver
bieden. Kn als Vcning aan die verordoningdan
de hand hield, kwam Amsterdam van zelf uit
het gedrang. Dit scheen op Treub, die zich
l maar volstrekt niet wilde uitlaten, we!
eeni! gen indruk te maken, hij zei althans zoo bij
zichzelf, dan bob je nog d»n Staats.-poor, de
(ïooische Stoomtram, de \oord-IIoil. tram,
1 het booije op Oude r kerk. de* >mnibus op Hoofd
dorp enz. enz., zoodat ik bemerkte dat hij al
begon Ie rekenen Maar toch hel, voornaAmMe
deel van ons discours betrof een ander puut.
Mijn oorspronkelijk plan namelijk was van
(ie forensen niet l ' i maar 5 p('t. te nemen.
Ik redeneerde daarbij aldus: wij hebben
hier ;!'.! raadsleden te kiezen, '.) kamerleden,
:;l l'rov. Staten-leden. 1^ kamer van
koophandi'lloden: wij hebben hierAilis Loesmuseum,
Arii, Poctrina, en honderd andere dingen te
onderhouden : wij hebben bij feesten te
illuinineeren en b'j te dragen, wij hebben hier
do anarchisten, de socialisten, de
hongeroptochten. de werkstakingen, den modderen den
stank en zij daar buiten "zijn van al die
kosten en soosah at'. Maar juist van dit deel
van mijn plan wilden de juristen niets
wetc-n. i'iinaj'.pol. ook Troub, mei Ta
hiti- heb ik idet over gespreken -erkenden.
zoo al- zeiden, gaarne d" billijkheid van
mijn vo-ip-tel, maar ihiarieg-n voi'/O'lte zich do
iro.io/eis, roo.uir iets partijdig-;
!a' niij ':iets 'i;-h;iagde. Wal
-n i-iijniT i'onlei'"n! les uit:
ie dan weis-el-on! m. al- je
'l ui! die 'io.i/.eeol of wui
arti-ei'-n. die loch e-n voor een
?uringen val baar /'ju. '
!odubl indiieid geslagon. h-i i ik je
do m vrrsla-ri, -'. er zou
\ oort redelijke wcl'en kraam
in op ie duiken, dal je hel.
.nis iel- hoog T d.ui '-on eigen
'.' "i' , voor con u:l wonnnde
ni"t ! ' i ' . voor een
van onze stief I,.'es jullie dan do
niel'.' Art. 170 /"il immers: .egeene
|!riv:lig';ë:i kinnen in !i"i -mie van belastin
gen Wor Ion verleend." Kik-"" onbilliiklieid in
hei si u ie van i> >l:i<tingen. is een privilegie
vo.ir hom die !?> weinig betaalt Ken forens be
taal t niet \\\ lo weinig, ergo zeg ik ais koopman
belast hem mol .">. Daar is veel waarheid in die
redenoering zei v. Nierop, logisch is zo niet
minder dan do nieuwe wetsuillegging, die wij
aan den heer Brommeijer te danken hebban.
maar de jurisprudentie ... en Treub viel
in: hoort eens mijnheeren, wij beginnen nu aan
een nieuwe rechtvaardigheid in de belasting
heffing, maar laten wij aan de rechtvaardig
heid ook de goedaardigheid verbinden, f i is
wel wat weinig, maar zoo kan je er ook zeker
van zijn, dat die buitenlui onze zachtmoedig
heid zullen prijzen, en we nog een adres van
dankbetuiging krijgen van al die forensen,
omdat, wij hun het vel niet over de ooren
.retrokken hebben. Ken goed woord en een goede
daad vinden altoos een goede plaats I
Dat is een weergaasch vervelend geval
met die wetgeleerden : als ze van ietw niet wil
len weten, hebben zij dadelijk een uitspraak
van een Hof of van den Hoogen Raad
ge?reed. om te bewijzen, dat het niet gaar. of
een heel gemoedelijk praatje om aan te loonen
dat het niet raadzaam is : en als ze iets wél
willen, zijn er zulke wetsartikelen en bezwa
ren niet. die hen zouden kunnen weerhouden
om hun zin te volgen, even als een oom van me
vrouwskant indertijd, die zijn handel
en-.vandel strikt naar de schrift inrichtte, maar die
intussehen altijd er voor zorgde, dat zo hem
niet hinderde in zijn zakkenrollersbedri.it'.
Zoo is er van mijn plan om 5 pC't. in plaats
van l: i van de forensen te heibou. niets
kunnon komen, of-ehoon m. i. art. 170 van de
Grondwet nog veel duidelijker spreekt dan
art. '_'1.~> van de Gemeentewet, zoodat de heeie
maatregel nu maar half werk is, iets wat
Hovy. die hot vooral op de billijkheid genuinc
had, mij grif toestemde.
Ik vertrouw dat Mei van Moveren mor,
bovenstaande mededeelingen zijn sehrijvt-it
in hoofdzaak beantwoord zal vinden, alsmede
dat hij zijn hoogachting en ontzag voor mij
nog moer gerechtvaardigd zal achten, dan
reeds het geval was. Had hij het. vermoedt>a
dat de toronsonholasting geenszins zonder
mij was uilgevonden niet reeds, als iets dai,
van zelf spreekt, gepubliceerd in mijn
liiforgaan. ik /zon dit geheim niet, verkiaet
hebben. Ik w;t* nicl van plan den H:-erc'i
Piji'.uppcl. van N iv-rop, Fahius en Treub ,io ovr
'lezer nieuwigheid (e misgunnen, te minder l ar, r
ik hel in het algemeen belang niet ooi.o:',ar
rekende hol prestige onzer roelitsgoleor-lhoi i
:e ondermijnen door hel. Soit wereldkundig ie
maken, dat z:j niet alleen jaren en jaren
achtereen een artikel verkeerd begrepen had.,
maar zelt'J een beter inzicht, in plaats van
\au eigen in.-oain'.ing. aan de scherpziiir
gbeid van een leek uit de Hor/// te dankt-n
had. Het. zal mij echter aangenaam zijn ai.s
Mei van Meijeren of anderen, die hot voor
nemen moehieii hebben mij een kaartje te
zenden of Ier huldobetoon hun opwachting' hij
mij Ie maken, daarvan afzien, omdat ik mijn
kostbaren lijd Veel beter kan gebruiken dan
nut mij zet i' te laten bowierooken, uitho if<;.>
van een wetsmterprelatie, zoo eenvoudig, li.c
mijn huisknecht er direct de juistheid van
heeft gevat. Want toen ik hem vroeg, Jacoi)
wat zou jij nu zeggen: verblijven, is dat nier,
hetzelfde als wonen '? antwoordde hij zonder
zich ie bedenken : als je ergens woont mijn
heer dan verblijf je er ook, dun als je ergens
verblijft, mijnheer dan woon je er ook. K:i
omdat ik nu zoo'n axioma heb uitgevonden
zouden ze me aanzien voor een wonder
mensch I Nu. dan heb ik nog wel iets ander,?,
gedaan!! Als ik bluffen wou....