De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1894 29 juli pagina 7

29 juli 1894 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 892 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Een Bussumsch platje. Amslcrdamsche S/cdeinaa<j<l: Platje. platje, als mijn kinderen zóó brutaal waren als jij, zou ik geen cent van ze willen hebhen .. bieden. Alle deze dingen zullen zijn wierren het voordeelifjfite en beste in gebruik. Met gevoelens, van hoogachting en ontzag, WelEd. geb. heer, Uw dienaar, A. B. M K i VAX Mur.rHREX. Ik ontdek veel gezond verstand in dit schrij ven. Die mijnheer Mei van Meijeren heeft een fijnen neus. Da forensenbelasting is van mij : ik heb ze uitgedacht, en omdat ik met dien Treub liever niets te maken had, was ik naar Pijnappel' gegaan, die er eerst niets van wou weten, maar langzamerhand er mee be gon te dwepen, tot hij niet meer te houden was, en dadelijk met mij naar Xierop moest, want zei hij, die was specialiteit m forensenbelastingen, en werd hij door mij _ voor mijn idee gewonnen, dan was de zaak in orde Ik kende Pijnappel maar weinig, had hem altijd gehouden voor een heel knap en (leftigjurist, die wel kon overwegen, maar zich niet _opwinden. Toch bleek dit anders te zijn; want zijn geestdrift steeg van minuut tot minuut. Op de brug over de Keizers gracht bij de Utrechtschestraat bleef' hij plot seling staan, liet zijn linkerarm achter de leuning hangen en stond, met zijn lorgnet in de hand, gesticulerende tegen mij een speech te houden, zoodat wij haast een oploop verwekten. en al geagitecrder doorloopende verraste hij mij en anderen op het Frederikspleiu met een explosie van vreugde, waarbij hij zijn -cylinder van 't hoofd nam en in de hoogte gooide om dien weer op te vangen ouder don uitroep: Lieve hemel wat een vondst! Daar hebben wij juristen ons nu al eon ja.ar of tien op suf geprakkezeerd en u heelt het op eens gegrepen! Nu met v- Xierop ging het niet zoo vlol. Hij ontving ons op zijn studeerkamer en was allerobstinaatst in zijn oppositie. Hoor oen? Pijnappel, zei hij ten slot.te, dut Mijnheer Brommeijer niet zoo iet? aankomt kan ik begrijpen. Hij is niet op de hoogte van onze gemeentewet, kent de lex-Huene niet. heeft mijn artikeltje? in de Ivjonomist. en misschien zelfs mijn redevoeringen in den Raad <>ver deze qmuMtie nooit gelezen, Maarjij .' ! Hoe zou je willen dat ik. die een goeden naam heb als wetskenner, vierkant het tegendeel ging verklaren, van hetgeen ik herhaaldelijk, en nog niet zoo lang geleden mot de meeste kracht heb betoogd. Indien je niet l'ijeeappel heette, zou ik denken, dat je hier waan gek,) men om mij voor den mal te houden., of om aan mijnheer Brommeijer te bewijzen, dat ik een tweede van Houten b^n. Ik weet waarlijk niet, meer hoe ik het met je heb. Bij mij gaat niets boven de wet, maar jij begint tegenover do duidelijkste artikelen te draaien, dat er geen oog meer op is te houden. lij de discussie over de armenwet heb je mij zien doen als een heusche leeuw en geleek jij sprekend op zoo'n verzakt nagebootst dier aan het stationsviaduct en zoo^ook nu geef jij dadelijk prijs, wat ik met mijn leven wil verdedigen. Ik vraag je, wat komt er op die manier, bij jou scharrelen met de wet, van onze reputatie als onwrikbare wetsmaiinen terecht? Ze zullen zeggen: watje aan een wet hebt. kun je aan Pijnappel zien, hij kan er net' in lezen wat hij wil, maar dan zullen ze daarop laten volgen, hoop ik, alle wetten zou je dus wel kunnen verscheuren, als er niet nog een van Nierop was, die niet op een artikel, maar op een letter dood blijft. Pijnappel hield zich zoo goed als hij kon, maar het stortbad was hern toch erg onaange naam geweest. Bij het terugkceren op het Frederilesplein. dacht hij er niet aan nog eens zijn hoed in de lucht te gooien; hij was stil geworden en bij de Heerengracht namen wij bijna zwijgend afscheid. Maar toch heeft Pijn appel het gewonnen, v. Nierop had toen wij hem spraken nog niet het boek van zijn zwa ger ppenheim gelezen. Weldra werd hij daardoor tot op zijn innigste bekeerd, en zelden heb ik een jurist met zooveel openhar tigheid hooren bekennen : ik hel) een wets artikel, dat ik twintig maal gelezen had niet begrepen en ben tot beter inzicht gekomen door een eenvoudig koopman uit de Bocht.. Want nog vóór hij Oppenhoims boek gelezen had, schreef ik hem: Mr. v. Xierop, denk maar eens_ na: een kort verblijf kan toch wel een hoofdverblijf zijn, n seconde onder de guil lotine .... 't Aardigste van 't geval was evenwel dat een paar plagen later. mr. Troub zich bij mij liet aandienen. Do knecht bracht zijn kaartje bij mij op 't kantoor en ik smeet als ,je wind mijn brandkast toe, had nog juist do tijd om den sleutel om te draaien, vóór hij binnen kwam, en ja wel hij zat nauwelijks of daar begon hij al over mijn plan v,in forensen belasting. Ik legde hot lu-m uit. lichtte het toe-, en beantwoordde, ee.nige vragen betrell'endo. de billijkheid, do uitvoering /on der dat ik bemerken kon, of hij reed; voor du zaak gewonnen was, '/.<?>;> wilde hij b.v. weten, hoe te handelen met iemand du-dage lijks te Amsterdam /.aken dojt, doch verliest in plaats van wint; moot uu zn > iemand toch voor zijn inkomen te Amsterdam b-.-!a -l '.verden '.' Nu. het. was i,iet. moeilijk IM-V-O ?. <"; antwoord te geven. Hol zaken 'do- n t Ansterdam mol, \vHie-; is in eik g-val /o;ik v:i voorrecht voor ee,i lor-ns, ?.!:it hij da:irvo n' oen premie dient, te betalen, zoi ik. Maar, begon T reu') weer, u zi! mr' [ ? o ?? paling, dat er oea vorbüjf go.luren i ?? l:-:o maanden gevorderd wordt: d:- m ? '-!' :'?>? reu-en vertoeven niet lang.:-r dan e,m ;iur 'l' zes. zeven, gedurende eiken werkdag ie A.msterdam. en dat geeft in ! jaar nog .ven drie maanden, K :n bezwaar dal ik h-m '!il"bjle oploste, door ho:n er u:iu te herinner-::, dat een dag-uur //; ,?/??« /?,-</?'.' voel moer oeieokeat dan een nacht-uur. K-n dag-uur kan je g rust uit het oogpunt van nut en gono^g-n, op drie nachturen stellen. Toch schoon hij niet geheel overtuigd en als een echt jurist, mompelde hij van de Diii'.cii'I ra rr,> A>7/'. Kccepties hebben die lui altijd vóór ze too geven. Ean andere vraag van Mr. Treub was : de H. IJ. S. M. mijnheer Brommeijer, verdient op de forensen jaarlijks misschien meer dan een ton, zou u het niet billijk vinden, dat wij die Maatschappij, als de forens der fo: rensen, belastten, (lat is voor zooveel maal als | zij een trein laat loopen en haar treinen een i stal ion aandoen? Treub raakte daarmede. j zooals ik hem dadelijk zei: het hart van de (|uaos(ie. Juist, die II. IJ. S. M., mijn waarde j wethouder, is de bron van bet kwaad Die moot hot strengst gestraft, worden, en volgde u niijn raad. dan deed u in een nieuwe ver ordening op het gebruik van vervoermiddelen i het vertrek van middag-en avondtreinen ver bieden. Kn als Vcning aan die verordoningdan de hand hield, kwam Amsterdam van zelf uit het gedrang. Dit scheen op Treub, die zich l maar volstrekt niet wilde uitlaten, we! eeni! gen indruk te maken, hij zei althans zoo bij zichzelf, dan bob je nog d»n Staats.-poor, de (ïooische Stoomtram, de \oord-IIoil. tram, 1 het booije op Oude r kerk. de* >mnibus op Hoofd dorp enz. enz., zoodat ik bemerkte dat hij al begon Ie rekenen Maar toch hel, voornaAmMe deel van ons discours betrof een ander puut. Mijn oorspronkelijk plan namelijk was van (ie forensen niet l ' i maar 5 p('t. te nemen. Ik redeneerde daarbij aldus: wij hebben hier ;!'.! raadsleden te kiezen, '.) kamerleden, :;l l'rov. Staten-leden. 1^ kamer van koophandi'lloden: wij hebben hierAilis Loesmuseum, Arii, Poctrina, en honderd andere dingen te onderhouden : wij hebben bij feesten te illuinineeren en b'j te dragen, wij hebben hier do anarchisten, de socialisten, de hongeroptochten. de werkstakingen, den modderen den stank en zij daar buiten "zijn van al die kosten en soosah at'. Maar juist van dit deel van mijn plan wilden de juristen niets wetc-n. i'iinaj'.pol. ook Troub, mei Ta hiti- heb ik idet over gespreken -erkenden. zoo al- zeiden, gaarne d" billijkheid van mijn vo-ip-tel, maar ihiarieg-n voi'/O'lte zich do iro.io/eis, roo.uir iets partijdig-; !a' niij ':iets 'i;-h;iagde. Wal -n i-iijniT i'onlei'"n! les uit: ie dan weis-el-on! m. al- je 'l ui! die 'io.i/.eeol of wui arti-ei'-n. die loch e-n voor een ?uringen val baar /'ju. ' !odubl indiieid geslagon. h-i i ik je do m vrrsla-ri, -'. er zou \ oort redelijke wcl'en kraam in op ie duiken, dal je hel. .nis iel- hoog T d.ui '-on eigen '.' "i' , voor con u:l wonnnde ni"t ! ' i ' . voor een van onze stief I,.'es jullie dan do niel'.' Art. 170 /"il immers: .egeene |!riv:lig';ë:i kinnen in !i"i -mie van belastin gen Wor Ion verleend." Kik-"" onbilliiklieid in hei si u ie van i> >l:i<tingen. is een privilegie vo.ir hom die !?> weinig betaalt Ken forens be taal t niet \\\ lo weinig, ergo zeg ik ais koopman belast hem mol .">. Daar is veel waarheid in die redenoering zei v. Nierop, logisch is zo niet minder dan do nieuwe wetsuillegging, die wij aan den heer Brommeijer te danken hebban. maar de jurisprudentie ... en Treub viel in: hoort eens mijnheeren, wij beginnen nu aan een nieuwe rechtvaardigheid in de belasting heffing, maar laten wij aan de rechtvaardig heid ook de goedaardigheid verbinden, f i is wel wat weinig, maar zoo kan je er ook zeker van zijn, dat die buitenlui onze zachtmoedig heid zullen prijzen, en we nog een adres van dankbetuiging krijgen van al die forensen, omdat, wij hun het vel niet over de ooren .retrokken hebben. Ken goed woord en een goede daad vinden altoos een goede plaats I Dat is een weergaasch vervelend geval met die wetgeleerden : als ze van ietw niet wil len weten, hebben zij dadelijk een uitspraak van een Hof of van den Hoogen Raad ge?reed. om te bewijzen, dat het niet gaar. of een heel gemoedelijk praatje om aan te loonen dat het niet raadzaam is : en als ze iets wél willen, zijn er zulke wetsartikelen en bezwa ren niet. die hen zouden kunnen weerhouden om hun zin te volgen, even als een oom van me vrouwskant indertijd, die zijn handel en-.vandel strikt naar de schrift inrichtte, maar die intussehen altijd er voor zorgde, dat zo hem niet hinderde in zijn zakkenrollersbedri.it'. Zoo is er van mijn plan om 5 pC't. in plaats van l: i van de forensen te heibou. niets kunnon komen, of-ehoon m. i. art. 170 van de Grondwet nog veel duidelijker spreekt dan art. '_'1.~> van de Gemeentewet, zoodat de heeie maatregel nu maar half werk is, iets wat Hovy. die hot vooral op de billijkheid genuinc had, mij grif toestemde. Ik vertrouw dat Mei van Moveren mor, bovenstaande mededeelingen zijn sehrijvt-it in hoofdzaak beantwoord zal vinden, alsmede dat hij zijn hoogachting en ontzag voor mij nog moer gerechtvaardigd zal achten, dan reeds het geval was. Had hij het. vermoedt>a dat de toronsonholasting geenszins zonder mij was uilgevonden niet reeds, als iets dai, van zelf spreekt, gepubliceerd in mijn liiforgaan. ik /zon dit geheim niet, verkiaet hebben. Ik w;t* nicl van plan den H:-erc'i Piji'.uppcl. van N iv-rop, Fahius en Treub ,io ovr 'lezer nieuwigheid (e misgunnen, te minder l ar, r ik hel in het algemeen belang niet ooi.o:',ar rekende hol prestige onzer roelitsgoleor-lhoi i :e ondermijnen door hel. Soit wereldkundig ie maken, dat z:j niet alleen jaren en jaren achtereen een artikel verkeerd begrepen had., maar zelt'J een beter inzicht, in plaats van \au eigen in.-oain'.ing. aan de scherpziiir gbeid van een leek uit de Hor/// te dankt-n had. Het. zal mij echter aangenaam zijn ai.s Mei van Meijeren of anderen, die hot voor nemen moehieii hebben mij een kaartje te zenden of Ier huldobetoon hun opwachting' hij mij Ie maken, daarvan afzien, omdat ik mijn kostbaren lijd Veel beter kan gebruiken dan nut mij zet i' te laten bowierooken, uitho if<;.> van een wetsmterprelatie, zoo eenvoudig, li.c mijn huisknecht er direct de juistheid van heeft gevat. Want toen ik hem vroeg, Jacoi) wat zou jij nu zeggen: verblijven, is dat nier, hetzelfde als wonen '? antwoordde hij zonder zich ie bedenken : als je ergens woont mijn heer dan verblijf je er ook, dun als je ergens verblijft, mijnheer dan woon je er ook. K:i omdat ik nu zoo'n axioma heb uitgevonden zouden ze me aanzien voor een wonder mensch I Nu. dan heb ik nog wel iets ander,?, gedaan!! Als ik bluffen wou....

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl