De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1894 5 augustus pagina 1

5 augustus 1894 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

F. DE AMSTERDAMMER AVI 894 WEEKBLAD VOOÏNEDEKLAND Dit nummer bevat een bijvoegsel. Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTUS VAN MAURIK Jr. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Verschijnt eiken Zaterdagavond. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam, Singel b;j de Vijzelstraat, 542. Zondag 5 Augustus Abonnement per 3 maanden .... Voor Indiëper jaar Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar Advertentiën van 1?5 regels f 1.10, elke regel meer Reclames per regel ?1.50, fr. p. post/1 1.65 inail?0. . 0.12» , . , 0.20 . 0.40 INHOUD: VAN VERRE EN VAN NABIJ. FEUILLE TON : De schulden van den majoor, naar Camille Lemonnier. SOCIALE AANGELEGENHEDEN: Arbeiders-verzekering, door Socius. Indische warongpraatjes, door Fabian. KUNST EN LETTEREN: Navolgingen of Varianten, door V. Holland en Italië, door W, Buiten landsche Bibliographie, door R. A. H. en F. C. Jr. SCHETSJES: Schrijvers-eigenaardigheden. VOO tl DAMES, door E-e. ALLERLEI. RECLAMES. SCHAAKSPEL. UIT Dr. GANNEF'S STUDEERKAMER. PEX- EN POTLOODKRASSEN. ADVERTENTIËN. De bondsdagen zijn dit jaar getuigen van buitengewone bedrijvigheid op politiek gebied. Terwijl in den regel de zittingen der parle menten in dezen tijd van 't jaar gesloten zijn; ministers en diplomaten in kalmer om geving wat gaan uitrusten van de vermoeie nissen van het politieke leven; en de staat kundige quaesties sleepende worden gehouden, tot het wat minder warm zal zijn, daar met het stijgen van den thermometer de lust om de zaken af te doen schijnt te dalen, is dit jaar de politieke temperatuur al even onstand vastig als de atmosferische, schijnen zich ook in de staatkunde kritische Tat/r voor te doen. De Fransche kamer is eindelijk op reces gegaan, na in het zweet haars aanschijns een anarchisten-wet tot stand te hebben gebracht die zóó de blijken droeg der slordigheid waarmede zij samengesteld en behandeld werd, dat zelfs de gewone bijvoeging: «deze wet is ook voor Algiers en de koloniën van kracht'' was vergeten. Een ministerieel besluit moest, den dag na de afkondiging der wet in het Journal Offkiel, dit verzuim herstellen. Het Engelsche parlement heeft zich, na heel wat moeilijke en langdurige zittingen, door de begrooting heengeworsteld en is thans bezig de wet aan te nemen waarbij de ver «iniiiiiiiiiiiiiuHiiiiiiiiininuiiiiimiiiiiiiiiiiiniiuniiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiii De schulden van den majoor, naar Itct Fransch, VAN CAMILLE LEMOXXIER. Toen Bergman, Hans Bergman, als vrij williger in dienst trad, \vas hij een brave, foede jongen, die nog nooit iemand had waad gedaan; maar ISoii gaf het sein tot bloedige gevechten Uisschen de Belgen en de Hollanders en Hans kwam naar Brussel, evenals de anderen, om mee te deelen in de klappen die werden ontvangen en terugge geven. Men zegt, dat hij gestreden heeft als een leeuw; een kogel doorboorde hem liet hoofd en hij werd voor dood opgeraapt. Hans Bergman stierf gelukkig niet. Toen hij weer in actieven dienst kwam, droeg hij een groot litteeken op zijn wang en de serg-eantsslrepen op zijn uniform. Bergman werd in korten tijd een model sergeant, zooals hij steeds een model-soldaat was geweest; hij kwam nooit over zijn tijd in de kazerne en behandelde zijn onderge schikten met broederlijke welwillendheid. Hij was geen bullebak, zooals er velen in liet leger gevonden worden, die geen orders kun nen geven, zonder te schelden en te vloeken en niets dan harde woorden voor do arme duivels van miliciens over hebben. Hans vergat zelfs het kwaad dat hem werd aan gedaan ; maar dit was ook waarlijk nietnoemenswaard, want iedereen mocht hem gaarne lijden en de menschen, die hem een kwaad hart toedroegen, waren even zeldzaam als de roestvlekken op zijn sabel. Brave Hans Bergman ! 't Was een schoone dag voor hem, toen hij voor de eerste maal dreven lersche pachters in hun hoeven wor den hersteld. Van behandeling dezer wet is geen sprake. Door de toepassing van het guillotine-stelsel, dat Gladstone met zooveel succes bij de behandeling der HODIC rnle liill heeft aangewend, worden de artikelen op tijd aangenomen; en de eindstemming zal, dat is nu reeds bepaald, den Den Augustus des avonds te elf uur precies plaats hebben. De oppositie, die door het indienen van een drie honderd tal amendementen haar voornemen had getoond, de behandeling nog wat te rekken, heeft den moed opgegeven en aich aan de verdere discussie onttrokken. Duitschland heeft een koloniale quaestie met Portugal, over de bezetting van het Kionga-gebied, aan de Oostkust van Afrika, door Duitsche troepen. Zooals het gewoonlijk met zulke quaesties gaat, betoogen beide staten op dit Afrikaansch stukje grond recht te hebben; en is het voor ieder ander onverschillig of aan die baai de Duitsche dan wel de Portugeesche vlag wappert. Maar de diplo maten der beide betrokken mogendheden zijn erg in de weer, en schrijven lange nota's om het goed recht van hun aanspraken op Kionga te betoogen. Ook de Fransche regeering heeft weer eens last van haar koloniën. Op Madagascar nemen de inboorlingen een zeer krijgszuchtige houding aan, die wel zal noodzaken tot het zenden van een eskader, of in 't ergste geval van een expeditie. In de kinderkamer van Europa is het erg rumoerig dezer dagen. Servië? dat nog al eens van zich deed spreken in den jorigsten tijd heeft een verschil met, Roemeni over de levering van zout voor de Servische regie. En deze zoutquaestie loopt zoo hoog, dat de Roerneensche regeering zelfs met het afbreken der diplomatieke betrekkingen dreigt. In Bulgarije is het geschrijf over Stamboeloff en zijn val nog steeds niet ge indigd; het regent er interviews, met den vorst, met de partijleiders, met de minister», met iedereen. En de vraag die telkens weer wordt gedaan, en die bijna aanleiding zou kunnen geven tot het uitdenken van een nieuwen pitzxlc, is: ->Zal vorst Ferdinand blijven of heengaan ?" In Aziëis de toestand in de laatste dagen zeer kritisch geworden. De oorlog tusschen IIIIIIIMICIIIIIIIII zijn sergeantsrok op de openbare straat droeg. Hij was niet trotsch, maar hij kreeg een prettig, warm gevoel om het hart, als de gewone soldaten, pas zijn wapenbroeders nog, hem het militair saluut gaven. Op zekeren Zondag kwam zijn moeder in de stad. Hij ging met haar wandelen, vervol gens naar de komedie, en de goede vrouw kreeg een kleur van plezier bij den aanblik der jonge meisjes, die steekgewijze een oogje aan haar knappen sergeant waagden, met de gedachte misschien, welk een geluk hut zou zijn haar slanke vingers op zijn galons te mogen laten rusten. Ongelukkig had de natuur, die Hans Berg man met alle mogelijke andere deugden had toegerust, hem den «eest van orde en overleg onthoudt')]; het land bezoldigt zijn venltdigers schraal ; toch kunnen arme sergeants van hun soldij somwijlen een kleinigheid overspareu voor den dag, waarop zij zullen trouwen. Xiet aldus Hans ; zonder dat hij grove verteringen maakte, gleed het geld hem toch als water door de vingers. De maanden ver liepen, de eene voor. de andere na, een gcheelen stoet van kleine schulden medebren gend, die het gemoed van den sergeant ge weldig bezwaarden. Tevergeefs legde hij zich zes dagen achtereen de grootste ontberingen op ; dan zag men hem in de kazi rne over een tafel gebogen van den avond tot den morgen zitten lezen, om elke gedachte a -n zijn pijp, zijn bier, de gezellige pandoprpartijlje.s verre te houden ; maar den zevenden sloeg hij zijn boek dicht en rookte en speelde en dronk zijn drie halve liters onder vroolijk gesprek met kameraden in de cantine. Drie halve liters! dat was zulk een groote uitgaaf niet, maar toch begreep hij niet, hoe de drie halve liters ten slotte zulk een verschrikkelijk bedrag konden vormen. Wat Hans niet meerekende was, dat het grootste gedeelte van zijn geld aan de arme drom mels ging, die van koude en honger langs den weg liepen te rillen, en zijn tabakszak was altijd open voor zijn soldaten, die er uit putten, alsof de tabak hem niets had gekost. »Kom," zeide Hans soms tot zichzelf, na vergeef'sche pogingen om zijn budget te be perken, »de luitenant zal de schulden betalen van den sergeant." En dan sliep hij weer een tijd lang rus tiger, vol vertrouwen in de toekomst. »Al les komt mettertijd," zegt het spreek woord en het kwam ook voor Hans Bergman gedeeltelijk uit; want hij werd luitenant, maar de schuld, in plaats van te vermin deren, werd aldoor grooter. Voor een sergeant gaat het nog, om op straat een pijp te vooken en in de kazerne te eten ; hij behoeft in den schouwburg niet op de eerste rangen in het volle licht te zitten, en kan de onkosten voor handschoe nen wegmoffelen, door zijn handen iii den zak te'houden. Maar een luitenant! Hans kwam toen gaandeweg in de wereld en leerde allerlei jonge dames kennen; hij ontmoette haar op partijtjes, bij vrienden, was haar cavalier op bals, vergezelde haar op wandelingen en zijn traktement onder vond er den terugslag van. En was het dat nog maar alleen geweest. Ongelukkig kan een luitenant, niet als een sergeant, kopergeld geven aan de arme men schen, die klappertandend van de koude, bibberend de handen om een aalmoes naar hem uitstrekken. De liefdadigheid heeft, ook haar eischen en daardoor verliet het zilverstukje vaker des luitenants zak dan de koperen munt. Hans Bergman was nu een groote, knappe, blonde jongen, blozend van gezondheid. Zijn tanden glinsterden wit, prettig van levenslust; de eenige schaduw in die lichte stemming was de herinnering aan zijn schulden. Ach! hij zou de gelukkigste luitenant ter wereld zijn geweest, wanneer hij zijn epauletten, zijn kamerhuur en drie of vier esschen champagne niet schuldig was geweest ; maar hij was ze China en Japan, die lang gedreigd heeft, is ' eindelijk uitgebroken, nadat men reeds zonder oorlogsverklaring tot vijandelijkheden was overgegaan. De berichten, die uit beide landen tot ons komen, zijn zoo verward en spreken elkander zoo lijnrecht tegen, dat het hoogst moeilijk is, eenig denkbeeld te krijgen van den loop, dien de zaken genomen hebben. Zeker is het, dat de Europeesche mogend heden, die belang bij de bezetting van Korea hebben, aanstonds maatregelen namen om voor hunne belangen krachtig op te komen. Het Joïirnnl de St. Pètersboiiry betoogt, dat de onafhankelijkheid van Korea moet worden gehandhaafd, zoowel in het belang eener toe nadering tusschen de oorlogvoerende staten, als van de mogendheden, die voor hun han delsbetrekkingen het statu quo wenschen be houden te zien. De Xowojc WrciHJa gaat nog verder en zegt, dat Rusland niet mag dulden, dat Korea door Japan wordt geannexeerd, waardoor in Oost-Aziëeen Bosporus zou worden gescha pen, en de verbinding van Xieoiajevvsk en Wladiwostok met de Chineesche en de Gele zee zou worden verbroken. Om aan deze aan spraken kracht bij te zetten heeft Rusland een vloot van acht oorlogsschepen van Wla diwostok naar Korea gezonden. Moet Frankrijk, als bondgenoot van Rus land, de politiek van het czarenrijk in OostAziësteunen ? vraagt mevrouw Juliette Adam in de NouKclh lli'ruc. En zij beantwoordte die vraag bevestigend. »Het is onze plicht," zegt zij * Rusland in deze quaestie bij te staan. opdat Rusland ons ook steune, als wij het noodig hebben. Wordt Korea bij Siberiëge voegd, dan kan een russisch-fransche verbin ding worden verkregen tusschen Foesan op Korea en Hanoi in Fransch Tonkin; en dat zou in het, belang zijn der beide verbonden natiën. Het is daarom geraden <le russische politiek in Korea te steunen." Mevrouw Adam gaat dus uit van de onderstelling, dat Rus land Korea bij zijn Aziatische bezittingen wil voegen; doch daarop schijnt men te St. Petersburg nog geen plan te hebben. Wat nog komen kan, is echter moeilijk te voor spellen. Wellicht wordt ook Engeland in den Japanseh Chineeschen krijg betrokken. Vóór de oorlogsverklaring heeft de Japansche vloot een Engelsch schip met Chineesche troepen aan boord, in den grond gevaren. De Engel sche eigenaars van dat schip dringen er bij de regeering op aan, dat zij van de Japansche regeering genoegdoening zal eischen, wegens beleediging der Engelsche vlag ; want de Chi neesche troepen werden onder Engelsche vlag vervoerd. De regeering te Londen heeft een onderzoek ingesteld naar de omstandigheden van den aanval op de Kow-Shmi/. In de Vereenigde Staten duurt de strijd tusschen Senaat en Representantenhui? over de nieuwe tariefwet nog steeds voort. Onder den invloed der machtige trusts, wil de Senaat niet medewerken, om de invoerrecht ten op suiker, ijzerwaren en wol af te schaffen ; de Wilson liill wordt, als een kaatsbal, van het eene deel der wetgevende macht naar het andere geworpen, en bij al dat werpen maar niet tot Act verheven. Als derde speler bij de kaatspartij is de president Cleveland opge treden. Hij heeft zich, zijne democratische beginselen getrouw, bij de partij der volks vertegenwoordiging gevoegd, en aan Senator Wilson een brief gezonden, om hem op te wekken, niet toe te geven aan de eischen van den Senaat, doch voet hij stuk te houden. Die brief heeft in den Senaat tot een stormachtige zitting aanleiding gegeven, waarbij den pre sident allerlei verwijten werden gedaan. De Kamer heeft den steun van Cleveland dankbaar erkend; en in antwoord op de weigering van den Senaat, om mede te werken tot oplossing van het geschil, heeft zij een motie aangenomen, waarin de wenschelijkheid wordt uitgesproken de grondwet zoodanig te wijzigen, dat voortaan de Senaat niet meer door de vertegenwoordigende lichamen der verschillende Staten, maar direct door het algemeen kiesrecht zal worden gekozen, wijl uit de houding van het hoogste wetge vende lichaam der Unie blijkt, dat dit geen vertegenwoordiging des volks is. Daarmede is de strijd tusschen de constitutioneele mach ten der Vereenigde Staten een nieuwe phase ingetreden, wat er niet toe zal bijdragen om de verhouding aangenamer te maken, en de oplossing van de geschillen te vergemakke lijken. Het is duidelijk in de politiek is de »komkommertijd'' nog niet aangebroken. schuldig en nog andere zaken bovendien. Op den langen duur troost men zich echter met alles, zelfs met schulden hebben en tel kens wanneer de wroeging boven kwam, had Bergman de gewoonte te zeggen : »Kom; ik word immers kapitein. De kapitein zal de schulden betalen van den luitenant." Hij werd inderdaad kapitein. Hij was veertig jaren, toen de drie sterretjes den kraag van zijn rok versierden. Dat was de geschikte tijd om te trouwen, later was er geen denken meer aan. Hans Bergman voelde zijn hart aange trokken tot Geertruida Dalwis, de lieftallige dochter van een eerzamen winkelier. Hij smaakte het geluk haar te zien blozen, toen hij haar voorstelde zijn leven aan liet hare te verbinden en niet lang daarna i rouwden zij, zooals allen moesten doen,die elkaar hier op aarde liefhebben. Hans Bergman werd in korten tijd een model-echtgenoot, zooals hij een model-sersreant en een model-Iuitenant was geweest. Hij ging nooit zonder zijn blonde Truida uit, dan voor dienstzaken , 's avonds gingen zij samen bij een hunner kennissen theedrinken of ontvingen wederkeerig vrienden in het vriendelijk huisje, waar zij hun nog steeds voortdurende wittebroodsweken sleten. Somwijlen ook bleven zij alleen en dat was niet het slechtste gedeelte van den dag. Dan blikten Hans' oogen, zijn eerlijke, blauwe oogen diep in die van zijn vrouwtje en de uren vlogen voor hen om, zij aan zijn lange knevels trekkend,hij zich verlustigend in haar gratie ^n aanvalligheid. Daarna liet zich op zekeren nacht een klein stemmetje in huis vernemen ; een hè; l zwak stemmetje, maar zoo krachtig toch, dat het in n oogenblik 'Je woning van den kelder tot den zolder vervulde. »Ach !" zeide Hans weemoedig in zichzelven ; »onvermengd geluk smaakt niemand. Met het kind komen allerlei nieuwe onkosten. L)e dokter moet betaald worden, het doop

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl