De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1894 12 augustus pagina 1

12 augustus 1894 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

r., SM DE AMSTERDAMMEE A°. 1894WEEKBLAD VOOE NEDERLAND Dit nummer bevat een bijvoegsel. Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTUS VAN MAÜRIK Jr. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Verschijnt eiken Zaterdagavond. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam, Singel bij de Vijzelstraat, 542. Zondag 12 Augustus Abonnement per 3 maanden ?1.50, fr. p. post ? 1.65 Voor Indie per jaar ma 9Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.12* Adverlentiün van 1?5 regels f 1.10, elke regel meer . . . 0.20 Reclames per regel 0.40 IK H O IT Di VAN VERRE EN VAN NABIJ. SOCIALE AANGELEGENHEDEN: De werktijd der bak kers, door Socius. FEUILLETON: Een lief dessuggestie, naar het Duitsch. I. TOONEEL EN MUZIEK: De dans en La Loie Kuiler, door AndréJolles. KUNST EN LETTEREN : Ten toonstelling van de firma Preijer in Arti, door V. Betty Paoli. Buitenlandsche Bibliographie, door R. A. H. en F. C. Jr. SCHETSJES : Het leven te Ballyrum. SCHAAKSPEL. VOOtl DAMES, door E-e. RECLAMES. UIT Dr. GANNEFS STUDEERKAMER. PEN- EN POTLOODKRASSEN. ADVERTENTIËN. llllllllltllllllHlllllllllllllllllllll De Temps, die veel houdt van historische vergelijkingen, wijst op de overeenkomst tusschen den strijd,, die thans in het verre Oos ten tusschen China en Japan wordt gevoerd en eenige feiten uit de Europeesche geschie denis der laatste dertig jaren. »Wat thans in Korea plaats heeft, vertoont eenige ge lijkenis met hetgeen twaalf jaren geleden in Egypte geschiedde. Het is niets anders dan de liquidatie van een condominium. Men weet, waarop zulk een bastaard-régime ge woonlijk uitloopt. Vroeger of later wordt een der deelnemers die verdeeling der macht moede en komt men tot twisten, die licht tot vijandelijkheden overslaan, 't Is de ge schiedenis van Oostenrijk en Pruisen in de hertogdommen Sleeswijk en Holstein : Gastein, de laatste poging tot eene vreedzame schik king, was slechts eene voorbereiding voor Sadowa. Zoo was ook de geschiedenis van Engeland en Frankrijk in Egypte: de onderhandelingen tusschen sir Charles Dilke en Gambetta, waarbij voor het laatst naar eene overeen stemming werd gestreefd, liepen slechts uit op de geruchtmakende weigering van den heer de Freycinet en op het afzonderlijk optre den van Lord Wolseley te Caïro. Zoo is ook het in 1885 tusschen China en Japan gesloten traktaat betreffende Korea, een trak taat, dat moest doorgaan voor het meester stuk der diplomatie van graaf Ho en van Li-Hung-Chang, slechts een voorspel geweest van een beroep op de wapenen." Zoo worden ook de zwakke zijden onzer Westersche beschaving in het Oosten getrou welijk gecopiëerd. De politieke tragi comedies cfouitkfon. «iiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiniiiiiiiii Een liefdessuggestie. Naar het Duitsch. »Vertel me toch eens, beste dokter, waarom of je eigenlijk niet getrouwd bent?'' De beide heeren zaten in den salon voor den haard, terwijl de glimmende kolen een aangename warmte uitstraalden. »Je wordt pas veertig jaar," ging de spre ker voort, »je bent rijk en oefent de praktijk meer uit liefde tot de wetelischap uit, dan om brood te verdienen; moet het dan niet een ieder opvallen, dat in deze gezellig, ja bijna weelderig ingerichte woning het onontbeerlijkste element van welbehagelijkheid en tegelijk het schoonste sieraad van een huis, de huisvrouw, ontbreekt?" Het was, of er na deze woorden een don kere wolk over het voorhoofd van den dokter trok. »Tien jaar geleden," gaf hij ten ant woord, »was ik met een mooi allerliefst meisje geëngageerd, dat mij door een noodlottig toeval ontrukt is geworden. Ik zie mij echter niet gaarne aan die gebeurtenis herinnerd, laten we dus liever over wat anders praten.'' Maar de vrienden hadden geen gelegenheid om van onderwerp te veranderen, want op hetzelfde oogenblik, dat de dokter zweeg, kwam een bediende baron Eitter aandienen en tegelijk daarop trad een man binnen, worden overal naar het zelfde recept ineen gezet; het zijn slechts de coulissen en de accessoires die verschillen. De speurneus van den Temps heeft nog andere punten van over eenkomst opgesnuffeld, bijvoorbeeld China's hartstocht voor «historische aanspraken." Daar het Hemelsche Rijk eene geschiedenis heeft, die zich over dertig eeuwen uitstrekt, zijn die aanspraken talrijk als het zand der zee. Van den Himalaya tot de Stille Zuidzee is geen plekje gronds te vinden, waarover China niet indertijd souvereiniteits- of suzereiniteitsrechten beweert te hebben uitgeoefend. Engeland, Frankrijk en Rusland hebben bij hun kolonialen uitzettingslust voortdurend zulke aanspraken te bestrijden gehad. Japan heeft weer andere Westersche zwak heden overgenomen. Het heeft zich in de laatste jaren gemoderniseerd, niet slechts door de inrichting van zijn leger en zijn vloot, met welke het nu wel eens een proef wil nemen, maar ook door een gloednieuwe in richting van zijn staats-instellingen. Een parlement met een Eerste en een Tweede Kamer, eene begrooting, verantwoordelijke ministers, niets ontbrak er aan, zelfs niet de parlementaire oppositie. De brave Japanners hebben het parlementair régime eerst als een aardig spelletje toegepast, zonder hartstocht, zonder eenig boos opzet. Zij behandelden het ministerie, waarvan graaf Iio, naar de illustre voorbeelden van een Bismarck, een Taaü'e en een Estrup, vele jaren lang het hoofd bleef en nog is, even voorzichtig als de pa pieren meubeltjes van hu ne woningen. Maar al doende leert men: de oppositie in Japan is lastig geworden, werkelijk, meenens lastig, en onder die omstandigheden heeft de regeering het noodig gevonden, alweder nm-li bei'iiltiitten Mustern, in een populairen oorlog eene afleiding naar buiten te zoeken. Echt Oostersch daarentegen is de procla matie, welke de keizer van Ctiina, naar aan leiding van de oorlogsverklaring van Japan, aan zijne getrouwe onderdanen heeft gericht: de Japanners worden daarin «barbaren, pest koppen en duivels" genoemd, en den offer vaardigen mandarijnen wordt een verhooging in rang voorgespiegeld, terwijl aan hen, die vrijwillig in het leger dienst nemen, behalve de volledige verzorging, gedurende den oorlog eene soldij van 15 a 10 gulden per maand wordt beloofd. Deze vrijwilligers krijgen eene uniform, waarop zoowel aan de borst- als aan de rugzijde met groote letters de woor den: »de dapperen" prijken. Daarmede hoopt men den vijand schrik aan te jagen. Wat zal de uitslag zijn van den strijd ? Schijnbaar is het een zeer ongelijke, want China telt 300 milüoen inwoners, en Japan nog geen 40 millioen, en tusschen de getal sterkte der legers van de beide landen be staat ongeveer dezelfde verhouding. Welis- ' waar kan van het Chineesche leger hoogstens een tiende beschouwd worden als bruikbaar voor een ernstigen oorlog volgens Europee- ' sche begrippen, maar het Chineesche rijk kan beschikken over zoo ontzaglijke materiëele hulpmiddelen, dat het ook wanneer de Japanners, dank zij hun moderne en goed georganiseerde strijdkrachten, bij een eersten aanval overwinnaars zijn, zooals tot dusver inderdaad het geval schijnt te zijn geweest ? bij een verdedigingsoorlog het zooveel klei nere Japan gemakkelijk zou kunnen uitputten. Zeer waarschijnlijk zal in dezen strijd het beslissende woord door de Europeesche groote mogendheden worden gesproken. Na tuurlijk zullen dezen officieel onzijdig blijven. Maar zij hebben tegenstrijdige belangen, en dientengevolge uiteenloopende sympathieën. De Engelsehen, die met het oog op hun handel de overwinning van China wenschen, hebben, niettegenstaande hunne regeering zich onzijdig verklaarde, reeds een aanvang gemaakt met de levering van oorlogsmate riaal aan de Chineezen, en daarbij aan Britsche officieren toegestaan in Chineeschen dienst te treden of te blijven. Deze eigen aardige opvatting van onzijdigheid heeft na tuurlijk in Rusland kwaad bloed gezet: daar herinnert men zich, dat de Engelschen ge durende den laatsten oorlog tusschen Rus land en Turkije eene even dubbelzinnige rol hebben gespeeld. De Xaroje Wrrnij« vindt het j zelfs volkomen in den haak, dat de Japanners het Kngelsche transportschip Koiv-Sliiii// in j den giond hebben geboord, omdat dit C'hii neesche soldaten en materiaal naar het oorj logsterrein overbracht. Van Engelsche zijde wordt hiertegen aangevoerd, dat de aanval der Japanners op de Kutr-Shiii'; plaats had voor Je officieele oorlogsverklaring. Rusland hoopt verder van Japan, indien dit in den strijd de overhand behoudt, eene ijsvrije haven te verkrijgen aan de kust van Korea, en China zou waarschijnlijk tot zulk eene concessie niet te bewegen zijn. Frankrijk kiest natuurlijk de partij van zijne Russische vrienden, maar zou daarenboven ter wille van de rust aan de grenzen van Tonkin gaarne zien dat aan China eene ge voelige les werd gegeven. De triple alliantie zal zich wel neutraal houden, maar in Duitschland althans zijn de sympathien geheel aan de zijde van Japan, welks leger naar Duitsch model is ingericht en grooten deels door Duitsche officieren of door Ja panners, die in Duitschland hunne opleiding hebhen gehad, op zijn tegenwoordigen trap van ontwikkeling is gebracht. Wij geven heden in ons blad een portret van Li-Hungwien men het dadelijk aanzag, dat hij tot de lustige broederschap dier epicuristen behoorde, die de leer der oude filosofen zoo juist op den geest van onze eeuw weten toe te passen. »Wel, wel, zien we je eindelijk weer eens terug!" riep de dokter uit, den groet van den binnentredende beantwoordend en hem hartelijk de hand drukkend: »Mag ik de heeren aan elkaar voorstellen. Baron Ritter, Professor Holzman." »Ah, zeer aangenaam!" sprak de baron, terwijl hij zijn lorgnet op den neus zette, »Neem plaats waarde heer! ' hernam de gastheer. »Je zult zeker niet vermoeden, dat een wetenschappelijk doel de reden van mijn komst is." »Wat?" zei de dokter lachend. «Jij en weten schap? O ja, maar je bent sinds eenigen tijd aan een wetenschappelijk werk bezig, is het niet?" »Juist. Ik bestudeer de danskunst onzer voorouders en heb het plan opgevat, mij tot dokter te laten benoemen. Om baron te wor den heb ik mij, zooals de snaaksche Figaro zegt, de moeite gegeven op de \s'ereld te komen en nu wil ik mij ook den adelsbrief der geestes-arristocratie verwerven." »Men beweert, dat je je bij de vergelijkende studiën tusschen de antieke en de moderne danskunst wel wat al te veel met het ballet ophoudt," merkte de arts lachend aan. »Dat kan wel zijn," antwoordde de baron. »Maar dat het, me overigens aan wetenschap pelijke belangstelling niet ontbreekt, zou je kunnen opmaken, aan het doel van mijn komst. Ik las in de courant het artikel over iiimiiiiMinnii je voordracht op de laatste doktorenverga dering. Je sprak daar ook over suggestie. Vertel me 'reis, wat verstaat men toch eigenlijk onder suggestie?" | «De suggestie," verklaarde de dokter, »is ' de kunstmatige, door woord en gebaren be werkte opvulling der gehypnotiseerde herse nen met een vreemde voorstelling. Deze uit zich in den regel onmiddellijk in een of andere handeling, zonder dat de hoogere physische werkzaamheid der hersenen die in een soort van verlamming verkeeren, deze verkrachting van den vrijen wil vermag te verhinderen." »Je bedoelt hiermede dus," viel de profes sor in, de geheele opheffing der menschelijke wilsvrijheid?" »Juist, juist. Er worden dagelijks genoeg zeldzame geschiedenissen door de nieuwsbla den verspre'd, die bij het groote publiek zeker een ongeloovig lachje te voorschijn roepen." »Merkwaardig! Hoogst merkwaardig!" riep de baron. Wat, wilt u nu reeds heen gaan ?" voegde hij er bij. zich tot den professor weiidend. «Interesseert de voordracht van onzen wederzijdschen vriend over het hypnotisme u niet?" »Zeker, maar ik moet nog een visite maken en daarna mijn vrouw afhalen, die ik eigen lijk al reeds een kwartier heb laten wachten. Ik houd mij ten zeerste aanbevolen, baron Ritter !" -De eer is aan mij, professor!" De dokter had den geleerde uitgelaten. Toen hij weder terugkeerde, zag hij den baron met groote, haastige stappen en in Chang, den zoogenaamden Chineeschen Bis marck. Ofschoon deze zeventigjarige staats man, na de eerste nederlagen der Chineezen, bij den Keizer in ongenade is gevallen en gestraft is met het verlies van »het gele rijbuis", is en blijft hij de machtigste man van China. Hij is de eenige, die over eene aanzienlijke macht van goedgeoefende, ge heel op Europeesche wijze uitgeruste troepen beschikt, en indien de oorlog niet spoedig eindigt, zal hij waarschijnlijk daarin een be langrijker rol spelen dan alle andere Chi neesche grootwaardigheidsbekleeders tezamen. Niettegenstaande de ongenade, die hem heeft getroffen, is Li Hung-Chang door den keizer benoemd tot opperbevelhebber van al de Chineesche strijdkrachten te land en ter zee. Zóó ver heeft de echte Bismarck het, zelfs op het toppunt van zijn glorie, nooit gebracht. HimimmiiiiMiiiii Sociale, a-a znl De Werktijd der ^Bakkers. Men kan tegenwoordig bijna geen krant opnemen of men krijgt iets te lezen over den buitensporigen arbeidstijd in een of ander vak, vooral in dat der bakker?. Wel een bewijs dat de publieke opinie begint wakker te worden, maar tevens een bewijs dat onze Regeering en Wetgevende macht die publieke opinie utct vertegenwoordigen, want zij alleen blijven, naar het schijnt, bij al deze klachten doof. Anders is dit in Duitfchland; (laar vertegenwoordigt de overheid de publieke opinie wél, althans beier d;in bij ons. en zoo zien wij dan ook dat de Duitsche lvjgeering zich het lot der bakkersgezellen wel terdege aantrekt. De Rijkskanselier droeg namelijk in 181)2 aan de Rijl^seunuiiisxie voor Adieidcrsstatixtick op te onderzoeken in hoever het noodzakelijk was in het bakkersbedrijf een maximalen arbeidstijd intevoeren. Deze com missie heeft dezer dagen haar rapport uitge bracht en komt daarbij tot de conclusie dat de invoering van een wettelijken arbeidsdag van 12 uur wenschelijk is, een conclusie merkwaardig ook omdat dit in Duitschland de eerste stap zou zijn op het gebied van regeling van den arbeidstijd van volwassenen bij de wet. Wij hopen onze lezers met dit rapport nader kennis te laten maken, maar wenschen hun van te voren een overzicht te geven van den stand der kwestie in andere rijken, ontleend aan een opstel van een jeugdig geleerde, dat wij onlangs in een der uitsche bladen aantroffen, waaruit blijkt dat wij bij vele dezer staten ver ten achter staan. zichtbaar ernstige gedachten verdiept, de kamer op- en neerloopen. »Wat mankeert jou?'' vroeg hij. »Mij,'' antwoordde de baron, »ik heb een idee, een grootsch idee" »Als ik hatelijk zijn wou," zeide de arts, »dan zou ik zeggen, dat ik dat van jou niet gelooven kon.'' »Je mag van me denken, watje wilt, maar dit zeg ik je vooruit, het idéa is grootsch, en ik reken op je hulp, als ik waag, het ten uitvoer te brengen/'' »En wat is het dan ?" »Ik ben van plan te gaan trouwen." De baron had een cigarette aangestoken, en zich toen weder op zijn gemak in den fauteuil uitgestrekt, terwijl de dokter aan de andere zijde van den haard plaats nam. »Zoo, zoo, noem je dat een grootsch idee?" »Xeen," antwoordde de baron, »want een huwelijk kan evengoed een groote domheid zijn. Maar luister verder. Mijn kennissen hebben in den laatsten tijd opgemerkt, dat er een groote verandering met mij heeft plaats gehad." » Waarachtig ?" »Ja, ik heb mijn bezoeken aan liet ballet gestaakt." «Och kom ? Je bent toch niet ziek, beste jongen?" »Waar denk je aan ? Ik ben zoo gezond als een visch maar ik ben verliefd, kerel.1' »Ei, ei, en mag ik weten, wie het voor werp van je genegenheid is?" -;,.?( «Niemand anders, dan je nichtje Adèle.'' »Wat zeg je, heeft de kleine Adèle het je gedaan?"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl