Historisch Archief 1877-1940
DB AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 894
Uit Dr. GANNEF"s Studeerkamer.
(Het auteursrecht voor den inhoud van deze bladzijde wordt verzekerd volgens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Li-Hung-Chang.
i*
f;
De Chineesche Bismarck.
De strijd tussenen China en Japar.
(Der Floh.)
Barones VON SUTTNER : »Die Waffen nieder !
By beschaafde volken heb ik geen succes,
mogelijk zal het mij bij u beter lukken."
Allerlei.
Edison's eerste uitvinding.
Eenige dagen geleden had de reporter van een
groot New-Yorksch blad het buitenkansje op een
particuliere soiree aan Edison gepresenteerd te
worden, die zijn qualiteit niet kende. Het duurde
niet hng of de journalist had het gesprek op
Edison's leven en uitvindingen gebracht en plot
seling vroeg bij hem:
Wat is toch uw eerste uitvinding geweest,
mijnhrer Edison 'i
Edison begreep plotseling dat hij geïnterviewd
werd en hulde zich in een onbeleefd zwijgen.
Maar de journalist had de vraag gedaan terwijl
er een half dozjjn dames omheen stonden, en
deze namen de vraag over. Zij smeekten den uit
vinder, zich dat te herinneren, en Edison begon:
Toen ik nog maar een newsboy was, en met
mijn pakje couranten onder den arm rondliep,
had ik het hoofd vol idees, maar de zakken nog
ledig. Eens las ik dat een rijk bankier ontdekt
had, dat zijn l randkast, die hij volkomen veilig
waande, opengebroken was. Hij wist nu niet
meer, hoe zijn rijkdommen tegen de aanvallen
deidieven te beschermen.
Dat is mijn man, dacht ik!
Een oogenblik later liet ik mij bij den
millionnair aandienen.
Mijnheer, zeide ik, ik heb van uw ongeluk
hooren vertellen; maar ik heb een toestel uitge
vonden dat binnen weinige uren u zal in staat
stellen ieder te vatten, die ie!s tegen uw geld
kisten mocht beginnen.
Is het mogelijk ? riep de millionnair, en wat
vraagt ge voor dat geheim ?
De hand van uwe schoone dochter.
Als in een feeënsprookje.
Onmogelijk! antwoordde de bankier. Ik geef
u liever tien duizend dollars. Bewijs mij dat uwe
uivinding juist is.
Niet voordat gij mij de hand van uwe doch
ter beloofd hebt.
\een.
Ja.
Welnu, als zij toestemt.
Ik ging aan het werk, en bracht de kast in
verband met een toestel van electriciteit voor
biandkasten. Twee dagen later ging ik naar den
bankier, en vond hem te bed.
Mijnheer, zeide ik, gisteren avond tegen
De dure doopjurk.
(Puck.)
John liull betaalt do rekening.
Een Salomo's oordeel.
(Lustige Blatttr.)
De l/iirle moeders (Cliina en Japan): »Wij twisten over het kind Korea; beslis gij,
wie het hebben zal !''
De Russische wijze: /eer eenvoudig. Het kind \yordt verdoold-, ik krijg de eene helft.
Engeland de andere, en jelui krijgt niets."
acht uur, hebt ge uw kast willen openen.
??Dat is waar.
Maar nauwelijks hadt ge het slot aangeraakt,
or een electrische schok heeft u terneergeworpen
en u het bewustzijn doen verliezen. Dat is mijn
uitvinding.
Dit is dus de historie, besloot Edison.
En de dochter V vroegen de dames.
Is nu mijne vrouw.
Toen begon de journalist weer:
Maar nu u de beleefdheid gehad hebt, mij
uw eerste uitvinding te vertellen, wat was nu
het laatste dat u hebt uitgevonden ?
Het laatste V antwoordde Edison. Dit
vertelseltje.
De huzaar.
De actrice Marguerite Ugalde vertelt de vol
gende herinnering uit haar leven.
Ik was op eene soiree gevraagd bij een zeer
beroemd schilder op Montmartre. Ik wist dat
ik er ongeveer het artistieke Tout-1'aris zou ont
moeten, en was dus nogal bezorgd omtrent het
liedje dat ik er zou zingen. Ik wilde iets
origineels, liefst iets nieuws, en omdat ik ijverig
zocht, vond ik natuurlijk niets, toen een van mij n
kameraden, wien ik mijn verlegenheid mededeelde,
zeide:
Waarom zoudt ge niet een paar soldatenliedjes
zingen, in het huzarencostuum dat ge in Les
vmyt-lmit jours de Clairette zult dragen V
We repeteerden dat in dien tijd.
Dat was werkelijk geen dom idee, als sol
daat van de reserve naar den schilder te gaan.
Ik bracht het plan ten uitvoer, en op den
beHet Koreaansche hanengevecht.
(Punch.)
Bi"nni(jc: Hui ! Wie van beiden ook wint.
er schiet voor mij een kluitje over!"
paalden dag trok ik mijn splinternieuwe huzaren
uniform aan en stapte met een paar vrienden
in een rijtuig.
Het was ongeveer elf uur 's avonds, we reden
langs den boulevard Clicby, toen ik een dwaas
heid in 't hoofd kreeg. Ik liet den koetsier
ophouden, stapte uit het rijtuig en zei :
. We zullen eens zien, of ze mij voor een
echten huzaar houden, en of ik dus wel ht t
costuum behoorlijk draag.
Dat is onzin, riepen de anderen, je zult
gearresteerd worden wegens het onbevoegd dragen
van militaire kleeding.
Ik ging intusschen mijn gang en zij volgden
mij op kleinen afstand. We waren trouwens niet
ver van onze bestemming.
Xauwelijks had ik een paar stevige stappen
gedaan, den kepi op het eene oor, de banden
in de zakken, of daar komen twee jonge meisjes
zonder hoeden me tegen en kijken mij aan.
Een knappe jongen, zei een van de twee.
Waar trakteer je op'.J
Ik verzeker u, dat ik op zoo iets niet ver
dacht was. Ik kreeg een kleur als een kers en
versnelde den pas, zonder te antwoorden.
Wil je niet V riep er een. Heb je niets op
zak 'i Kom maar mee. dan trakteer ik.
Ik had er wat voor gegeven om op dat oogen
blik weer veilig in mijn vigelant te zitten. Ik
hield me intusschen goed, te meer omdat ik mijn
vrienden achter mij hoorde schateren. Het
juffertje intusschen herhaalde : Xu, wees maar
niet bang. Ik trakteer je !
Ze wilde me bij een arm grepen, maar ik week
uit. Daar op eens hoor ik als dondergerommel
de stem van een politieagent:
7,eg eens! heb je niet genoeg aan de burgers:
moet je do soldaten er ook al bij hebben 'l Allo,
voort ! l'ak je weg en wat gauw ook !
Het juffertje maakte zich uit de voeten, en riep
mij nog iets liefkoozends na.
Dit maakte me gelukkig; ik kon nu zonder
vrees mijn rol spelen: tweo juffertjes, die zeker
verstand hadden van nuiitairen, en zelfs een
politie-agent hadtien me voor een echten huzaar
irehouden.
Bruno Piglhe:'n.