Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 896
wel zou hebben gewenscht, daar ligt dit min
der aan de commissie dan wel aan het ge
brek aan medewerking waarmede zij te kam
pen heeft gehad. Van de 1149
arbeidersvereenigingen, wien om inlichtingen werd
gevraagd.antwoordden slechts G94;het Werklieden
verbond «Patrimonium" en de Sociaal-democra
tische bond onthielden zich van medewerking,
en zelfs bleven 24 burgemeesters in gebreke
de vragen der commissie te beantwoorden.
Deze heeft echter wat haar aan officieele ge
gevens ontbrak uit andere goede bronnen
trachten aan te vullen en zoo hebben wij
toch een bundel mededeelingen van haar ont
vangen der kennisgeving overwaard. Het is
bovendien een bemoedigend teeken dat de
commissie hare werkzaamheden heeft geopend
met het verzamelen van gegevens betreffende
arbeids- en arbeiderstoestanden, want dit is een '
bewijs dat ze gevoelt wat in onzen tijd het
zwaarste is en dus ook het zwaarste wegen !
moet. Dat ze daarbij het vereenigingsleven der :
arbeiders tot uitgangspunt van haar on- j
derzoek maakte, mag mede als een juiste !
keuze worden toegejuicht, niet alleen omdat
dit onderdeel op zich zelf van zoo hoog be
lang is, maar ook omdat de kennis hierom
trent verzameld als bron en gids kan dienen
bij verdere onderzoekingen.
? Wii wenschen onzen lezers van den arbeid
der Commissie een beknopt overzicht te geven
en beginnen met een korte schets van de
geschiedenis en beginselen der algemeene
arbeidersvereenigingen zonder ons daarbij ech
ter te bepalen tot de mededeelingen der Com
missie, die natuurlijk van haast uitsluitend
féitelijken aard moesten zijn.
Nederland telt vier algemeene bonden van
werklieden, bekend als:
het Algemeen Ned. Werklieden verbond:
het Nederlandsen Werklieden Verbond «Pa
trimonium" ;
de Ned Roomsch-Katholieke Volksbond;
en de Sociaal-democratische bond.
Deze bonden onderscheiden zich n iet alleen
door hun naam, maar danken hun afzon
derlijk bestaan aan een diepgaand principieel
verschil, zoowel ten aandien van de algemeene
levensbeschouwing der leden, als van de
wenschen die zij najagen en de middelen om
hun doel te bereiken. Vandaar dat van
samenwerking bijna nimmer sprake is, zelfs
niet waar het werkelijk gemeenschappelijke
belangen geldt, een verschijnsel, dat zeer te
betreuren is en dat voor een goed deel mede
zijn grond vindt in zekere animositeit tusschen
de leiders, die zeer prat zijn op hun macht
en meesterschap in eigen huis.
De oudste van het viertal is het Algemeen
Nederlandsen Werkliedenverbond, dat met Kerst
mis van het jaar 1870 werd opgericht als
nationale vereeniging tegenover de beruchte
Internationale, waarvan in 1869 ook in Neder
land een afdeeling was gevestigd. Een
bizondere bepaling van het reglement drukte dit
uit als volgt: »Het Nationaal Werkliedenverbond \
zal zijn uitsluitend een Nederlmdsch element, i
dat zich door eigen bestaan en inrichting on
derscheidt en als zoodanig ten alle tijden zich
moet openbaren."
De eerste statuten van het Verbond, vast
gesteld te Utrecht in 1871, luidden tamelijk
vaag, maar toch wordt daarin reeds als doel
voorop gesteld de ^verheffing van 's iverkmans
zedelijke waarde, stoffelijke welvaart, staatsbur
gerlijke gelijkheid en maatschappelijke vrijheid,"
en worden als middelen om daartoe te gera
ken reeds genoemd, o. a. vertegenwoordiging
in 's lands bestuur en een maximale werk
dag van 10 uur. Gaandeweg werden echter
de beginselen meer geprononceerd en moesten
dientengevolge de Statuten bij herhaling
worte spreken en thans durfde ze hem niet meer
met de waarheid bekend maken, want zij
wilde zijn vrouw worden, wilde nooit weder
iets anders zijn, dan zijn vrouw. De liefde
voor hem, wiens innerlijk leven zoo hemels
breed verschilde van dat harer collega's en
de elegante bon-vivants, die haar van liefde
hadden gesproken. Deze hartstocht had haar
geheel overweldigd, scheen de herinnering aan
haar tooneelleven geheel uitgewischt, baar
talent verstikt te hebben. Zijn trotsche een
voud, zijn strenge grondbeginselen, zijn heilig
vertrouwen in de vrouw en zijn geloof aan
de liefde kwamen haar kostbaarder, schooner
en heerlijker voor, dan alles, wat zij tot hiertoe
beleefd had. Hij was voorhaarde»man",deheld
zonder wederga, het ideaal. Zijn onbuigzame
wil deed haar liefde nog toenemen. Hij zou
geen offer van haar willen aannemen, zij moest
haar geluk geheel aan hem te dankeu, hij
alleen moest haar lot in handen hebben. Het
gelukte haar hem te overtuigen, dat zij slechts
een rente genoot, die bij haar tweede huwelijk
verviel en dat xij, de voorname dame zich
in zijn huis volkomen gelukkig zou gevoelen.
Hoe had hij aan deze, op innigen toon uit
gesproken woorden kunnen twijfelen ? Zij
hadden elkander immers lief.
Clarisse gaf aan het theater bericht, dat
zij haar ontslag wenschte. Frans kende haar
meisjesnaam en dien van haar eersten man,
dien hij overleden dacht. Maar onbekend als
hij was met hetgeen er in de groote wereld
daarbuiten omging, vermoedde hij in de verste
verte niet, dat deze beide namen aan een
actrice toebehoorden. Zij trouwden in de
dorpskerk. Frans voerde de jonge vrouw naar zijn
,huis en Clarisse was thans Klara, somtijds
Klaartje.
Een gelukkige winter vloog voorbij, gevolgd
door een even gelukkigen zomer. Op het
eind van dezen schonk Klara haar man een
zoon, een lief, aanvallig schepseltje. De
overden gewijzigd, eerst in 1875, toen in 1878 en laat
stelijk in 1889. Het Verbond kreeg nu een
program, waarin eenerzijds, ter onderscheiding
van het socialisme, het bizonder eigendoms
recht uitdrukkelijk wordt erkend nnits ontspro
ten uit rechtvaardigen en plicJitmatigen arbeid" 1)
en behoudens het recht van den Staat om dit in
't algemeen belang te beperken, maar waarin
aan den anderen kant wordt geconstateerd dat
de arbeiders »een onevenredig gering aandeel ont
vangen uit de voorraadsschuur der maatschappij,
welke zij met hunnen arbeid xoo krachtig hel
pen vullen" Daarin verandering te brengen,
»te streven naar betere verdeeling van de
vruchten die de arbeid afwerpt" is het hoofd
doel van het Verbond. Verschillende middelen
worden aangewezen om dit doel te bereiken;
de voornaamste daarvan zijn: coöperatie en
associatie, wettelijke regeling der arbeiders
verzekering, arbeidswetgeving met inspecteurs
en Kamers van Arbeid, vakonderwijs van
staatswege, kosteloos en verplicht openbaar
lager onderwijs met proportioneel school
geld van hen die kunnen betalen, kosteloos
middelbaar en hooger onderwijs voor
onen minvermogenden, die aan de eischen
van het toelatingsexamen kunnen voldoen,
voorts algemeen kiesrecht met proportioneele
vertegenwoordiging, afschaffing van de mili
tie met verplichte oefening in den wapen
handel door alle burgers, overdracht van het
recht van oorlog en vrede van de Kroon op
de Volksvertegenwoordiging, en eindelijk pro
portioneele belastingen naar inkomen en ver
mogen met uitbreiding der belastingen op de
nalatenschappen en op de inkomsten van
kapitalen in de doode hand.
Als officieel orgaan van het Verbond diende
eerst het Weekblad de Werkman, in 1807 op
gericht. Sedert Januari 1877 bezit het een
eigen orgaan in de Werkmansbode, die eerst
als weekblad, doch sedert l Mei 1890 als
maandblad verschijnt. Redacteur van het blad
is de heer B. H. Heldt, die Voorzitter van
den Bond is van de oprichting af aan. De
inkrimping van het orgaan tot een maandblad
is zeker geen teeken van vooruitgang. Ook
de loop van het ledental gedurende het bijna
25 jarig bestaan is niet bemoedigend. Telde
de bond na het eerste halfjaar van zijn leven
reeds 16 vereenigingen met ruim 3400 leden,
bij het einde van 1893 was het aantal
afdeelingen tot slechts 23 gestegen maar bovendien
het ledental tot ongeveer 2500 gedaald. Op
weg om werkelijk algemeen te worden, is liet
Algemeen Ned Werkliedenverbond dus zeker
niet. Het is een niet te verbergen waarheid,
dat er van het verbond weinig- kracht is
uitfegaan en dat het dientengevolge ook weinig
eeft tot stand gebracht. Hoewel nu en dan
een hoopvol teeken van leven werd gegeven
ontbrak steeds die duurzame en taaie pro
paganda, welke alleen bij machte is om aan
hangers te winnen en om invloed uit te
oefenen in de begeerde richting. Door de ver
kiezing van de heer Heldt tot lid van de
Kamer door toedoen van de liberale partij,
is dit er stellig niet beter op geworden.
(Wordt vervolgd-)
Sorirs.
1) Deze laatste gecursiveerde woorden kwa
men in 1889 te vervallen.
gelukkige moeder wist nauwelijks meer, dat
er ergens op de wijde wereld een tooneel
bestond. Het was dwaas van haar geweest,
ooit de planken betreden te hebben; zij was
een vrouw, en voor niets anders geschapen
dan om lief' te hebben en bemind te
worden. Niets verstoorde de vreugde van
haar jongen echt. Frans behandelde zijn
vrouw als of ze een prinses ware; dat n
enkele harer gedachten van uit dit kleine
huis ooit. weg, oneindig ver weg zou kunnen
zweven, dat vermoedde hij niet. En ook .; ij
scheen daaraan niet te denken. Ook ; /)' ge
loofde met onwrikbaar vertrouwen aan hun
eeuwigdurend echtelijk geluk, 'n Enkele maul
zweefde haar het geheim van het verleden
op de lippen. Maar zou hij haar dan niet
veroordeeleii, hij. de waarheid en openhar
tigheid in eigen persoon ? Zouden d-.ior een
bekentenis niet de eerste, de allereerste
sombere wolken zich boven hun hoofden sa
men pakken '?:
Nog iets anders hield haar telkens van
een verklaring terug. Frans kon haar soms
met zijn eerlijke, blauwe oogen zoo doordrin
gend aanzien zeggende: dat het hem zoo
menigmaal toescheen, als of' zij van uit een
geheel andere wereld tot hem was neerge
daald. Als zij dan vroeg, waarom hij zoo
dacht, antwoordde hij: Dat weet ik zelf niet,
dat zou ik je onmogelijk kunnen vertellen,
maar een inwendige stem fluistert me soms
toe, dat er eeu geheim is, waarvan ik het
raadsel niet vermag op te. lossen." En dan
verdonkerde zijn blik en werd hij stil en in
zich zelven gekeerd.
In haar angst begon zij te liegen en te
huichelen, haar geheim zorgvuldig verborgen
trachtende te houden. Neen, neen! hij mocht
het niet te weten komen! Het zou haar zijn
liefde kosten.
(Slot volgt).
700NL
Een Sophoklesvertooning in
Zuid-Frankrijk.
Diep in liet Zuiden van Frankrijk, even links
van de Rhóne, de snelle, onstuimige, van zonlicht
dronkene rivier, ligt in een heerlijke vlakte, het
oude stadje Orange, een plaats van 10.000 inwo
ners, in de reisboeken vermeld met de herin
nering aan een triomfhoog, ter eere van Marius,
de overwinnaar van ('imbren en Teutonen, op
gericht, en de ruïnes van een oud, romeinsch
theater. Het heeft nog meer monumenten gehad,
Arausio: een hippodroom, een kapitool, een bad,
maar zij zijn weggevaagd van de aarde, bezweken
voor de sloopende natuurkrachten, vernietigd
door Aleniannen, Gothen, Saracenen, roofridders.
Ook het theater is niet ongerept blijven staan ;
het marmer is weggeroofd van de zitplaatsen;
het weder heeft de steen vermurwd en groote
stukken muur doen instorten, het vuur heeft het
geteisterd, en het dak weggenomen van het tooneel,
de ridders der middeneeuwen hebben er de
steenbrokken gehaald voor hun burchten ;
Maurits van Nassau, prins van Orange, heeft om zijn
stad te versterken, alles eruit gebroken wat hij
noodig had voor bastions en torens op zijn ves
tingmuren. Tusschen de spleten in de steenen
door zijn vijgenboomen opgeschoten, en granaten
en laurieren. Maar hoe ook gehavend en vervallen,
het theater van Orange bleef den tijd trotseeren,
beter dan eenige andere schouwburg der oude we
reld. En in 1813 is bij Auguste Caristie,onder-voor
zitter der commissie voor historische monumenten
het denkbeeld opgekomen, om dit gedenkstuk te
behouden voor de nakomelingschap. Van hetjaar
1825 dagtekenen de herstellingen, aan het the
ater van Orange geschied; in 1840 ontdekte een
jong schrijver, Antony Kéal, of', naar zijn nom
de plume, Fernand Michel, dat het bouwwerk
een bewonderenswaardige akoustiek had ; hij deed
er de verzen van Hacine rollen door de ruimte,
en ijverde onvermoeid, dertig jaar lang. voorliet
hier ten tooneele brengen van groote werken. In
l Mi» beleefde hij, geholpen door den po
et-politicus Maurice Faure, er de eerste voorstelling:
de Jofeph van Méhul, een tooneel uit lioméo
en Julia en een eigen gelegenheidscantate vorm
den het programma; in '7S werd er de Norma
van liellini gegeven met twee opéras-comiques,
in 'Ml! en X<S werden de voorstellingen herhaald,
en thans, in 'Ü4, nadat Faure met veel moeite
van de commissie voor schoone kunsten 10,000
francs heeft losgekregen als eerste subsidie voor
de restauratie van dit monument, is het dooi
de onthulling van een buste voor Caristie, en het
spelen van Sophokles treurspelen door de >Comédie
franeaise" voor een publiek van zeven il achtdui
zend menschen, bij wie drie ministers, en de
hoog-ofüeieelen der i'arijschekritiek
waren,gestcrnpeld tot nationaal gedonkteeken.
De Félibres hebben hun geestdrift gegeven voor
deze zaak, een echte, Zuid-!? ransche geestdrift,
innemend en bezielend tegelijk, altijd geestig
altijd oratorisch, en altijd iet of wat Tartarin.
De Félibres zijn de Vlamingen van Zuid-Frank
rijk Zij strijden reeds een veertigtal jaren voor
het behoud van hun proveneaalsch, de taal der
joglars: de zwervende volkszangers, die in de
!Ule of likle eeuw hun epische of lyrisch-epische
liederen zongen ; de taal der troubadours : de
vrijende ridders der llde en li'de eeuw; de taal
ook van F reden Mistral, den vorst der tegen
woordige proveneaalsc.hc dichters, wiens Coupu,
het lied van den beker, een volkslied is ge
worden.
Vuojo-nous lis esperaneo
V, li raive dou jouvent.
Don passat la remembraneo,
l] la te dans l'an <[iie ven !''
«Geef ons de hoop en de droomen der jeugd,''
zoo spreekt hij den beker aan, .,het herdenken
van hot verleden, en het geloof in de toekomst!
En het minnelied J\[;i(/nl-. '. Magali is de tegen
strevende maagd ; na veel dreigen en ontwijken,
zegt /.ij lot. haar minnaar: -Indien gij het waagt,
mij nader te komen, zult gij mij vinden liggen
in de doodkist, met den zweetdoek bedekt." En
hij antwoordt : Xijt j»ij een arme doode. dan zal
ik de aarde worden, en zoo u omarmen." Dat
treft haar, zij komt tol, hem, en geeft hem baar
glazen ring.
O Magaii. me tas de beu! ....
Mai tro. te vière,
Vu lis estello, o Magali,
('oume an pali!"
O Magali, gij ma.'ikt mij gelukkig.' . . . Maar
zie, hoe door uw komen, o Magali, de sterren
verbleeken !"
De di'.'hter zelf heeft bij zijn liederen wellui
dende inelodi';n geschreven: componisten lieten er
zi.-h door inspiieeren en niemand minder dan
Saint-Saens zette Mmj ilt op muziek.
Mi-tr;i! is beroemd qeworden in Frankrijk. Zijn
Jl/i/v'.V) (Mii'i'Ju ), in oen uitgave in liet Franseli
en het l'rovenraaisoh gedrukt, won hem bij
l.aniartine de dichtenvijiliug, bij het Institut" den
dichterprijs van II'IMHI francs, en bij de
regeering het kru;s v;>n liet Legioen van Eer. Dat
was in 'ii;i; \Yiisun had het dus nog niet in
diserodiet gebracht. Enter heeft de dichter, be
halve poëtische werken, geschreven Lou /.rfyur tioit
Fi'hhriij', een woordenboek van hetl'roveneaalsch.
een tweeduizend vijfhonderd ijnarte bladzijden. Hij
behoort niet tot de t'élibres parisiens," want hij
heeft noch het rumoer, noch den wierook d<-r
hoofdstad lief; hij is boer gebleven, g''idealiseerde
boe1', welgedaan van uiterlijk, met mooi lang wit
haar, en zachte oogen.
In den beginne waren de lelihristen sterk
parlicularistisch ; langzamerhand zijn zij zich gaan
tevreden stellen met het verdedigen in hun eigen
land van hun eigen taal, en met het hersteilen
tevens van al wat er ouds en moois is in haar
gebied. Zij versieren bovendien hun steden met
bustes van oude en moderne troubadours, en jaar
lijks trekt een zwerm van een tweehonderd vijftig
félibristen uit Parijs, het zuiden in, om stand
beelden te onthullen en feest te vieren. Dat pleegt
gebeurtenis te zijn in de Provence, ook al
komen niet, zooals ditmaal, ministers mede, en
al zingt niet Tournier ieder jaar voor de leden
der »Comédie franeaise'' de geheele rij der
provencaalsche volksliederen, van de romance van
paus Clemens V en de schoenmakersdochter af,
die met reden niet onder de kanonieke literatuur
is opgenomen, tot »le Midi bouge", het strijdlied
van '71 toe, om hen den langen duur der reis
te doen vergeten.
Orange was dan thans het middelpunt der f
libristenfeesten. Eangs Vaucluse en Avignon was
de officieele stoet, met de ministers Eeygues van
Onderwijs en Schoone Kunsten, Barthou van
Openbare Werken, en Guérin van Justitie in haar
midden, de stad genaderd, al standbeelden
en monumenten onthullend, gelijk dat aan
Fransche ministers, die op vacantiereis zijn, past.
liet was zoo'n onthullingsrage, dat te Avignon
bijvoorbeeld een inwoner als curiositeit vertelde,
door een straat te zijn gekomen waar nog geen
monument was. Den volgenden dag echter liep
hij weder die straat, en nu vond hij ook hier de
buste van eon groot man. De huurkoetsiers kon
den niets met hun vreemdelingen uitrichten, want
telkens als zij een, om welke rede dan ook, be
langrijke straat wilden inrijden, vatte een sbirre
het paard bij de teug-1, en deed het omkeeren
met de woorden: »Le cortége vient": de ont
hullingsstoet was in aantocht. Aldus een bericht
gever, die onmiskenbaar wat van het land van
Tartarin heeft meegenomen.
Eeygues had zich reeds de sympathie der be
volking verworven ; hij had in een paar van zijn
redevoeringen eenige klassieke oratorische mo
menten weten te vlechten, on die met gloed en
overtuiging uitgesproken. Dat gaf hem het hart
der zuidelijken, gevoelig als zij zijn voor al wat
oratorisch is. Maar nu was het woord aan Mounet
Sully, die Sophokles opnieuw zou doen leven in
het oude theater. Of is Sophokles er nooit ge
speeld, en hebben de provinciale Romeinen der
tweede eeuw de klassieken versmaad ? liet is
waarschijnlijk, dat er nooit andere stukken zijn
opgevoerd, dan de brutale, pompeuse feeërien,
waarop het Jlome van de decadence was verzot.
(Slot volgt).
Keisherinneringen.
1.
Het is niet over de gewone reiservaringen, als
daar zijn : het zien van merkwaardigheden, de ont
vangen indrukken van stoute iiatuurtafereclen, liet
kijken naar de lucht of er ook een stukje blauw
tusscheii de grauwe wolkenmassa wil te voorschijn
komen, enz. enz. dat ik wensch te schrijven ; het
geven \an reisverhalen toch behoort niet tot mijne
bevoegdheid, ik.ch aan die reis kiioopen zich mu
zikale herinneringen vast, waarvan de ontvangen
indruk zoo levendig is, dat ik behoefte gevoel een
en ander daarvan mede te deden.
Uit den titel zien wc reeds dat dit schrijven
ook Bayrcutli geldt, waar zooals men weet dit,
jaar LttL-ngfiii, Pi/rxi/'nl en Tnniiliiiiixcr werden teu
«?ehoore gebracht, (l u deze volgorde hoorde ik do
drie werken )
Et' is reeds veel over Bayrcuth geschrevei', dus
maa: men veronderstellen, dat omtrent de wijze
van inrichting en voorstelling de lezers voldoende
zijn ingelicht, bovendien hebben reeds vele lezers
zich zelf kunnen overtuigen van het voortreffelijke
artistieke gehalte waarop de voorstellingen te
Bavrcuth staan.
Ik spreek daarom het uitvoerigst over l.ulr.'nr/i'iii
omdat dit werk voor liet eerst t, e Bayreui h is ten
tooneele gebracht en omdat de uitvoering er van
zoo merkwaardig was dat voor ieder een geheel
nieuw licht moet zijn opgegaan.
Ju I)i' f'ii-lx heeft mr. Viott-i uiteengezet hoe
L'ili'-iti/fiii op bijna alle tooneelcii wordt vertoond,
e u indien wij niet tallooze maien hadden waar
genomen dat dit beeld volkomen getrouw is
weer'e'reven, zou ineu geneigd zijn aan eeiie paro
die te denken. En toch hoeveel details zijn er
HOK niet bij te voeuvn over de wij/.e waarop bit
g< hoor van het, puVick vaak op de piiubank worut
gelegd ; men behoeft, de koren in de eerste acte
slechts te noemen, waarvan men 'IVIraniuiul on
geveer zon kunnen nazend] :
l' i w///,- l!'-i,ili i' M/i i-x xi-liMit.
Het is een daad van piëtcit dat mevrouw
Waguer het, besluit, heeft genomen /."/'? 'iif/riii te kiiv.en,
\vuiit die opvoering is eenc openbaring geweest;
voor allen die uit, sleur of gewoonte vrede hebben
met. de gewone opvoeringen van dit, werk, wan
neer de hoofilpiirtijen middelmatig voldoende of zeer
Koed bezet, waren. Deze opvoertim' heef! hen kunnen
leei'eii. (lat zulk een bcxet.tiiiK zelfs niet ius''i;it is l» t
geheel met, ecu artisiiekcn geest te doordniiKcn,
wanneer niet, zooals te Kiyrcuth, de heerlijke en
sembles en de voortreffelijke orkestuitvoering, er
de noodige wijding aan geven.
Ik zou ons opcnipubhek en tevens vele opera
zangers willen toeroepen: E-er eens van de
Buyreuther voorstellingen hoe alles er op berekend is
de illusie nooit te verstoren, hoe ieder uitvoerder
zich ondergeschikt moet maken aan het, geheel
zonder aa» persoonlijk succes te denken; hoe de
belachelijke ceremonie van terugroepen b:j open
doek of 11.1 iedere aete h:er Kchccl is uitgesloten.
Wanneer men ziet, hoe spoedig het publ.ek aldaar
zich heeft geschikt naar de \venseiien van den
liavreiit.her m1 ester, dan verwondert, liet mij wel
eens dat bij ons niet iets dergelijks 1e verkrijgen
zou zijn. Het terugroepen bij open doek althans
(waartegen ik al zoo dikwijls gcprjlesteenl heb)
zou voorzeker iu de eerste plaats moeten worden
al'u'eschatt.
Met de crnotste bcwondeiiug moet men vervuld
zijn voor de groole gaven van mevrouw ('obiinii
die de organisatie geheel in h-.uideu had genomen
en wat regie, mise-en-seene, costnmcs enz. enz.
betreft, alles zelf heeft ontworpen en aangegeven.
Het zou te uitvoerig worden alles te relevceren,
doch het terugbrengen van de costumes tot het