De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1894 26 augustus pagina 2

26 augustus 1894 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 896 wel zou hebben gewenscht, daar ligt dit min der aan de commissie dan wel aan het ge brek aan medewerking waarmede zij te kam pen heeft gehad. Van de 1149 arbeidersvereenigingen, wien om inlichtingen werd gevraagd.antwoordden slechts G94;het Werklieden verbond «Patrimonium" en de Sociaal-democra tische bond onthielden zich van medewerking, en zelfs bleven 24 burgemeesters in gebreke de vragen der commissie te beantwoorden. Deze heeft echter wat haar aan officieele ge gevens ontbrak uit andere goede bronnen trachten aan te vullen en zoo hebben wij toch een bundel mededeelingen van haar ont vangen der kennisgeving overwaard. Het is bovendien een bemoedigend teeken dat de commissie hare werkzaamheden heeft geopend met het verzamelen van gegevens betreffende arbeids- en arbeiderstoestanden, want dit is een ' bewijs dat ze gevoelt wat in onzen tijd het zwaarste is en dus ook het zwaarste wegen ! moet. Dat ze daarbij het vereenigingsleven der : arbeiders tot uitgangspunt van haar on- j derzoek maakte, mag mede als een juiste ! keuze worden toegejuicht, niet alleen omdat dit onderdeel op zich zelf van zoo hoog be lang is, maar ook omdat de kennis hierom trent verzameld als bron en gids kan dienen bij verdere onderzoekingen. ? Wii wenschen onzen lezers van den arbeid der Commissie een beknopt overzicht te geven en beginnen met een korte schets van de geschiedenis en beginselen der algemeene arbeidersvereenigingen zonder ons daarbij ech ter te bepalen tot de mededeelingen der Com missie, die natuurlijk van haast uitsluitend féitelijken aard moesten zijn. Nederland telt vier algemeene bonden van werklieden, bekend als: het Algemeen Ned. Werklieden verbond: het Nederlandsen Werklieden Verbond «Pa trimonium" ; de Ned Roomsch-Katholieke Volksbond; en de Sociaal-democratische bond. Deze bonden onderscheiden zich n iet alleen door hun naam, maar danken hun afzon derlijk bestaan aan een diepgaand principieel verschil, zoowel ten aandien van de algemeene levensbeschouwing der leden, als van de wenschen die zij najagen en de middelen om hun doel te bereiken. Vandaar dat van samenwerking bijna nimmer sprake is, zelfs niet waar het werkelijk gemeenschappelijke belangen geldt, een verschijnsel, dat zeer te betreuren is en dat voor een goed deel mede zijn grond vindt in zekere animositeit tusschen de leiders, die zeer prat zijn op hun macht en meesterschap in eigen huis. De oudste van het viertal is het Algemeen Nederlandsen Werkliedenverbond, dat met Kerst mis van het jaar 1870 werd opgericht als nationale vereeniging tegenover de beruchte Internationale, waarvan in 1869 ook in Neder land een afdeeling was gevestigd. Een bizondere bepaling van het reglement drukte dit uit als volgt: »Het Nationaal Werkliedenverbond \ zal zijn uitsluitend een Nederlmdsch element, i dat zich door eigen bestaan en inrichting on derscheidt en als zoodanig ten alle tijden zich moet openbaren." De eerste statuten van het Verbond, vast gesteld te Utrecht in 1871, luidden tamelijk vaag, maar toch wordt daarin reeds als doel voorop gesteld de ^verheffing van 's iverkmans zedelijke waarde, stoffelijke welvaart, staatsbur gerlijke gelijkheid en maatschappelijke vrijheid," en worden als middelen om daartoe te gera ken reeds genoemd, o. a. vertegenwoordiging in 's lands bestuur en een maximale werk dag van 10 uur. Gaandeweg werden echter de beginselen meer geprononceerd en moesten dientengevolge de Statuten bij herhaling worte spreken en thans durfde ze hem niet meer met de waarheid bekend maken, want zij wilde zijn vrouw worden, wilde nooit weder iets anders zijn, dan zijn vrouw. De liefde voor hem, wiens innerlijk leven zoo hemels breed verschilde van dat harer collega's en de elegante bon-vivants, die haar van liefde hadden gesproken. Deze hartstocht had haar geheel overweldigd, scheen de herinnering aan haar tooneelleven geheel uitgewischt, baar talent verstikt te hebben. Zijn trotsche een voud, zijn strenge grondbeginselen, zijn heilig vertrouwen in de vrouw en zijn geloof aan de liefde kwamen haar kostbaarder, schooner en heerlijker voor, dan alles, wat zij tot hiertoe beleefd had. Hij was voorhaarde»man",deheld zonder wederga, het ideaal. Zijn onbuigzame wil deed haar liefde nog toenemen. Hij zou geen offer van haar willen aannemen, zij moest haar geluk geheel aan hem te dankeu, hij alleen moest haar lot in handen hebben. Het gelukte haar hem te overtuigen, dat zij slechts een rente genoot, die bij haar tweede huwelijk verviel en dat xij, de voorname dame zich in zijn huis volkomen gelukkig zou gevoelen. Hoe had hij aan deze, op innigen toon uit gesproken woorden kunnen twijfelen ? Zij hadden elkander immers lief. Clarisse gaf aan het theater bericht, dat zij haar ontslag wenschte. Frans kende haar meisjesnaam en dien van haar eersten man, dien hij overleden dacht. Maar onbekend als hij was met hetgeen er in de groote wereld daarbuiten omging, vermoedde hij in de verste verte niet, dat deze beide namen aan een actrice toebehoorden. Zij trouwden in de dorpskerk. Frans voerde de jonge vrouw naar zijn ,huis en Clarisse was thans Klara, somtijds Klaartje. Een gelukkige winter vloog voorbij, gevolgd door een even gelukkigen zomer. Op het eind van dezen schonk Klara haar man een zoon, een lief, aanvallig schepseltje. De overden gewijzigd, eerst in 1875, toen in 1878 en laat stelijk in 1889. Het Verbond kreeg nu een program, waarin eenerzijds, ter onderscheiding van het socialisme, het bizonder eigendoms recht uitdrukkelijk wordt erkend nnits ontspro ten uit rechtvaardigen en plicJitmatigen arbeid" 1) en behoudens het recht van den Staat om dit in 't algemeen belang te beperken, maar waarin aan den anderen kant wordt geconstateerd dat de arbeiders »een onevenredig gering aandeel ont vangen uit de voorraadsschuur der maatschappij, welke zij met hunnen arbeid xoo krachtig hel pen vullen" Daarin verandering te brengen, »te streven naar betere verdeeling van de vruchten die de arbeid afwerpt" is het hoofd doel van het Verbond. Verschillende middelen worden aangewezen om dit doel te bereiken; de voornaamste daarvan zijn: coöperatie en associatie, wettelijke regeling der arbeiders verzekering, arbeidswetgeving met inspecteurs en Kamers van Arbeid, vakonderwijs van staatswege, kosteloos en verplicht openbaar lager onderwijs met proportioneel school geld van hen die kunnen betalen, kosteloos middelbaar en hooger onderwijs voor onen minvermogenden, die aan de eischen van het toelatingsexamen kunnen voldoen, voorts algemeen kiesrecht met proportioneele vertegenwoordiging, afschaffing van de mili tie met verplichte oefening in den wapen handel door alle burgers, overdracht van het recht van oorlog en vrede van de Kroon op de Volksvertegenwoordiging, en eindelijk pro portioneele belastingen naar inkomen en ver mogen met uitbreiding der belastingen op de nalatenschappen en op de inkomsten van kapitalen in de doode hand. Als officieel orgaan van het Verbond diende eerst het Weekblad de Werkman, in 1807 op gericht. Sedert Januari 1877 bezit het een eigen orgaan in de Werkmansbode, die eerst als weekblad, doch sedert l Mei 1890 als maandblad verschijnt. Redacteur van het blad is de heer B. H. Heldt, die Voorzitter van den Bond is van de oprichting af aan. De inkrimping van het orgaan tot een maandblad is zeker geen teeken van vooruitgang. Ook de loop van het ledental gedurende het bijna 25 jarig bestaan is niet bemoedigend. Telde de bond na het eerste halfjaar van zijn leven reeds 16 vereenigingen met ruim 3400 leden, bij het einde van 1893 was het aantal afdeelingen tot slechts 23 gestegen maar bovendien het ledental tot ongeveer 2500 gedaald. Op weg om werkelijk algemeen te worden, is liet Algemeen Ned Werkliedenverbond dus zeker niet. Het is een niet te verbergen waarheid, dat er van het verbond weinig- kracht is uitfegaan en dat het dientengevolge ook weinig eeft tot stand gebracht. Hoewel nu en dan een hoopvol teeken van leven werd gegeven ontbrak steeds die duurzame en taaie pro paganda, welke alleen bij machte is om aan hangers te winnen en om invloed uit te oefenen in de begeerde richting. Door de ver kiezing van de heer Heldt tot lid van de Kamer door toedoen van de liberale partij, is dit er stellig niet beter op geworden. (Wordt vervolgd-) Sorirs. 1) Deze laatste gecursiveerde woorden kwa men in 1889 te vervallen. gelukkige moeder wist nauwelijks meer, dat er ergens op de wijde wereld een tooneel bestond. Het was dwaas van haar geweest, ooit de planken betreden te hebben; zij was een vrouw, en voor niets anders geschapen dan om lief' te hebben en bemind te worden. Niets verstoorde de vreugde van haar jongen echt. Frans behandelde zijn vrouw als of ze een prinses ware; dat n enkele harer gedachten van uit dit kleine huis ooit. weg, oneindig ver weg zou kunnen zweven, dat vermoedde hij niet. En ook .; ij scheen daaraan niet te denken. Ook ; /)' ge loofde met onwrikbaar vertrouwen aan hun eeuwigdurend echtelijk geluk, 'n Enkele maul zweefde haar het geheim van het verleden op de lippen. Maar zou hij haar dan niet veroordeeleii, hij. de waarheid en openhar tigheid in eigen persoon ? Zouden d-.ior een bekentenis niet de eerste, de allereerste sombere wolken zich boven hun hoofden sa men pakken '?: Nog iets anders hield haar telkens van een verklaring terug. Frans kon haar soms met zijn eerlijke, blauwe oogen zoo doordrin gend aanzien zeggende: dat het hem zoo menigmaal toescheen, als of' zij van uit een geheel andere wereld tot hem was neerge daald. Als zij dan vroeg, waarom hij zoo dacht, antwoordde hij: Dat weet ik zelf niet, dat zou ik je onmogelijk kunnen vertellen, maar een inwendige stem fluistert me soms toe, dat er eeu geheim is, waarvan ik het raadsel niet vermag op te. lossen." En dan verdonkerde zijn blik en werd hij stil en in zich zelven gekeerd. In haar angst begon zij te liegen en te huichelen, haar geheim zorgvuldig verborgen trachtende te houden. Neen, neen! hij mocht het niet te weten komen! Het zou haar zijn liefde kosten. (Slot volgt). 700NL Een Sophoklesvertooning in Zuid-Frankrijk. Diep in liet Zuiden van Frankrijk, even links van de Rhóne, de snelle, onstuimige, van zonlicht dronkene rivier, ligt in een heerlijke vlakte, het oude stadje Orange, een plaats van 10.000 inwo ners, in de reisboeken vermeld met de herin nering aan een triomfhoog, ter eere van Marius, de overwinnaar van ('imbren en Teutonen, op gericht, en de ruïnes van een oud, romeinsch theater. Het heeft nog meer monumenten gehad, Arausio: een hippodroom, een kapitool, een bad, maar zij zijn weggevaagd van de aarde, bezweken voor de sloopende natuurkrachten, vernietigd door Aleniannen, Gothen, Saracenen, roofridders. Ook het theater is niet ongerept blijven staan ; het marmer is weggeroofd van de zitplaatsen; het weder heeft de steen vermurwd en groote stukken muur doen instorten, het vuur heeft het geteisterd, en het dak weggenomen van het tooneel, de ridders der middeneeuwen hebben er de steenbrokken gehaald voor hun burchten ; Maurits van Nassau, prins van Orange, heeft om zijn stad te versterken, alles eruit gebroken wat hij noodig had voor bastions en torens op zijn ves tingmuren. Tusschen de spleten in de steenen door zijn vijgenboomen opgeschoten, en granaten en laurieren. Maar hoe ook gehavend en vervallen, het theater van Orange bleef den tijd trotseeren, beter dan eenige andere schouwburg der oude we reld. En in 1813 is bij Auguste Caristie,onder-voor zitter der commissie voor historische monumenten het denkbeeld opgekomen, om dit gedenkstuk te behouden voor de nakomelingschap. Van hetjaar 1825 dagtekenen de herstellingen, aan het the ater van Orange geschied; in 1840 ontdekte een jong schrijver, Antony Kéal, of', naar zijn nom de plume, Fernand Michel, dat het bouwwerk een bewonderenswaardige akoustiek had ; hij deed er de verzen van Hacine rollen door de ruimte, en ijverde onvermoeid, dertig jaar lang. voorliet hier ten tooneele brengen van groote werken. In l Mi» beleefde hij, geholpen door den po et-politicus Maurice Faure, er de eerste voorstelling: de Jofeph van Méhul, een tooneel uit lioméo en Julia en een eigen gelegenheidscantate vorm den het programma; in '7S werd er de Norma van liellini gegeven met twee opéras-comiques, in 'Ml! en X<S werden de voorstellingen herhaald, en thans, in 'Ü4, nadat Faure met veel moeite van de commissie voor schoone kunsten 10,000 francs heeft losgekregen als eerste subsidie voor de restauratie van dit monument, is het dooi de onthulling van een buste voor Caristie, en het spelen van Sophokles treurspelen door de >Comédie franeaise" voor een publiek van zeven il achtdui zend menschen, bij wie drie ministers, en de hoog-ofüeieelen der i'arijschekritiek waren,gestcrnpeld tot nationaal gedonkteeken. De Félibres hebben hun geestdrift gegeven voor deze zaak, een echte, Zuid-!? ransche geestdrift, innemend en bezielend tegelijk, altijd geestig altijd oratorisch, en altijd iet of wat Tartarin. De Félibres zijn de Vlamingen van Zuid-Frank rijk Zij strijden reeds een veertigtal jaren voor het behoud van hun proveneaalsch, de taal der joglars: de zwervende volkszangers, die in de !Ule of likle eeuw hun epische of lyrisch-epische liederen zongen ; de taal der troubadours : de vrijende ridders der llde en li'de eeuw; de taal ook van F reden Mistral, den vorst der tegen woordige proveneaalsc.hc dichters, wiens Coupu, het lied van den beker, een volkslied is ge worden. Vuojo-nous lis esperaneo V, li raive dou jouvent. Don passat la remembraneo, l] la te dans l'an <[iie ven !'' «Geef ons de hoop en de droomen der jeugd,'' zoo spreekt hij den beker aan, .,het herdenken van hot verleden, en het geloof in de toekomst! En het minnelied J\[;i(/nl-. '. Magali is de tegen strevende maagd ; na veel dreigen en ontwijken, zegt /.ij lot. haar minnaar: -Indien gij het waagt, mij nader te komen, zult gij mij vinden liggen in de doodkist, met den zweetdoek bedekt." En hij antwoordt : Xijt j»ij een arme doode. dan zal ik de aarde worden, en zoo u omarmen." Dat treft haar, zij komt tol, hem, en geeft hem baar glazen ring. O Magaii. me tas de beu! .... Mai tro. te vière, Vu lis estello, o Magali, ('oume an pali!" O Magali, gij ma.'ikt mij gelukkig.' . . . Maar zie, hoe door uw komen, o Magali, de sterren verbleeken !" De di'.'hter zelf heeft bij zijn liederen wellui dende inelodi';n geschreven: componisten lieten er zi.-h door inspiieeren en niemand minder dan Saint-Saens zette Mmj ilt op muziek. Mi-tr;i! is beroemd qeworden in Frankrijk. Zijn Jl/i/v'.V) (Mii'i'Ju ), in oen uitgave in liet Franseli en het l'rovenraaisoh gedrukt, won hem bij l.aniartine de dichtenvijiliug, bij het Institut" den dichterprijs van II'IMHI francs, en bij de regeering het kru;s v;>n liet Legioen van Eer. Dat was in 'ii;i; \Yiisun had het dus nog niet in diserodiet gebracht. Enter heeft de dichter, be halve poëtische werken, geschreven Lou /.rfyur tioit Fi'hhriij', een woordenboek van hetl'roveneaalsch. een tweeduizend vijfhonderd ijnarte bladzijden. Hij behoort niet tot de t'élibres parisiens," want hij heeft noch het rumoer, noch den wierook d<-r hoofdstad lief; hij is boer gebleven, g''idealiseerde boe1', welgedaan van uiterlijk, met mooi lang wit haar, en zachte oogen. In den beginne waren de lelihristen sterk parlicularistisch ; langzamerhand zijn zij zich gaan tevreden stellen met het verdedigen in hun eigen land van hun eigen taal, en met het hersteilen tevens van al wat er ouds en moois is in haar gebied. Zij versieren bovendien hun steden met bustes van oude en moderne troubadours, en jaar lijks trekt een zwerm van een tweehonderd vijftig félibristen uit Parijs, het zuiden in, om stand beelden te onthullen en feest te vieren. Dat pleegt gebeurtenis te zijn in de Provence, ook al komen niet, zooals ditmaal, ministers mede, en al zingt niet Tournier ieder jaar voor de leden der »Comédie franeaise'' de geheele rij der provencaalsche volksliederen, van de romance van paus Clemens V en de schoenmakersdochter af, die met reden niet onder de kanonieke literatuur is opgenomen, tot »le Midi bouge", het strijdlied van '71 toe, om hen den langen duur der reis te doen vergeten. Orange was dan thans het middelpunt der f libristenfeesten. Eangs Vaucluse en Avignon was de officieele stoet, met de ministers Eeygues van Onderwijs en Schoone Kunsten, Barthou van Openbare Werken, en Guérin van Justitie in haar midden, de stad genaderd, al standbeelden en monumenten onthullend, gelijk dat aan Fransche ministers, die op vacantiereis zijn, past. liet was zoo'n onthullingsrage, dat te Avignon bijvoorbeeld een inwoner als curiositeit vertelde, door een straat te zijn gekomen waar nog geen monument was. Den volgenden dag echter liep hij weder die straat, en nu vond hij ook hier de buste van eon groot man. De huurkoetsiers kon den niets met hun vreemdelingen uitrichten, want telkens als zij een, om welke rede dan ook, be langrijke straat wilden inrijden, vatte een sbirre het paard bij de teug-1, en deed het omkeeren met de woorden: »Le cortége vient": de ont hullingsstoet was in aantocht. Aldus een bericht gever, die onmiskenbaar wat van het land van Tartarin heeft meegenomen. Eeygues had zich reeds de sympathie der be volking verworven ; hij had in een paar van zijn redevoeringen eenige klassieke oratorische mo menten weten te vlechten, on die met gloed en overtuiging uitgesproken. Dat gaf hem het hart der zuidelijken, gevoelig als zij zijn voor al wat oratorisch is. Maar nu was het woord aan Mounet Sully, die Sophokles opnieuw zou doen leven in het oude theater. Of is Sophokles er nooit ge speeld, en hebben de provinciale Romeinen der tweede eeuw de klassieken versmaad ? liet is waarschijnlijk, dat er nooit andere stukken zijn opgevoerd, dan de brutale, pompeuse feeërien, waarop het Jlome van de decadence was verzot. (Slot volgt). Keisherinneringen. 1. Het is niet over de gewone reiservaringen, als daar zijn : het zien van merkwaardigheden, de ont vangen indrukken van stoute iiatuurtafereclen, liet kijken naar de lucht of er ook een stukje blauw tusscheii de grauwe wolkenmassa wil te voorschijn komen, enz. enz. dat ik wensch te schrijven ; het geven \an reisverhalen toch behoort niet tot mijne bevoegdheid, ik.ch aan die reis kiioopen zich mu zikale herinneringen vast, waarvan de ontvangen indruk zoo levendig is, dat ik behoefte gevoel een en ander daarvan mede te deden. Uit den titel zien wc reeds dat dit schrijven ook Bayrcutli geldt, waar zooals men weet dit, jaar LttL-ngfiii, Pi/rxi/'nl en Tnniiliiiiixcr werden teu «?ehoore gebracht, (l u deze volgorde hoorde ik do drie werken ) Et' is reeds veel over Bayrcuth geschrevei', dus maa: men veronderstellen, dat omtrent de wijze van inrichting en voorstelling de lezers voldoende zijn ingelicht, bovendien hebben reeds vele lezers zich zelf kunnen overtuigen van het voortreffelijke artistieke gehalte waarop de voorstellingen te Bavrcuth staan. Ik spreek daarom het uitvoerigst over l.ulr.'nr/i'iii omdat dit werk voor liet eerst t, e Bayreui h is ten tooneele gebracht en omdat de uitvoering er van zoo merkwaardig was dat voor ieder een geheel nieuw licht moet zijn opgegaan. Ju I)i' f'ii-lx heeft mr. Viott-i uiteengezet hoe L'ili'-iti/fiii op bijna alle tooneelcii wordt vertoond, e u indien wij niet tallooze maien hadden waar genomen dat dit beeld volkomen getrouw is weer'e'reven, zou ineu geneigd zijn aan eeiie paro die te denken. En toch hoeveel details zijn er HOK niet bij te voeuvn over de wij/.e waarop bit g< hoor van het, puVick vaak op de piiubank worut gelegd ; men behoeft, de koren in de eerste acte slechts te noemen, waarvan men 'IVIraniuiul on geveer zon kunnen nazend] : l' i w///,- l!'-i,ili i' M/i i-x xi-liMit. Het is een daad van piëtcit dat mevrouw Waguer het, besluit, heeft genomen /."/'? 'iif/riii te kiiv.en, \vuiit die opvoering is eenc openbaring geweest; voor allen die uit, sleur of gewoonte vrede hebben met. de gewone opvoeringen van dit, werk, wan neer de hoofilpiirtijen middelmatig voldoende of zeer Koed bezet, waren. Deze opvoertim' heef! hen kunnen leei'eii. (lat zulk een bcxet.tiiiK zelfs niet ius''i;it is l» t geheel met, ecu artisiiekcn geest te doordniiKcn, wanneer niet, zooals te Kiyrcuth, de heerlijke en sembles en de voortreffelijke orkestuitvoering, er de noodige wijding aan geven. Ik zou ons opcnipubhek en tevens vele opera zangers willen toeroepen: E-er eens van de Buyreuther voorstellingen hoe alles er op berekend is de illusie nooit te verstoren, hoe ieder uitvoerder zich ondergeschikt moet maken aan het, geheel zonder aa» persoonlijk succes te denken; hoe de belachelijke ceremonie van terugroepen b:j open doek of 11.1 iedere aete h:er Kchccl is uitgesloten. Wanneer men ziet, hoe spoedig het publ.ek aldaar zich heeft geschikt naar de \venseiien van den liavreiit.her m1 ester, dan verwondert, liet mij wel eens dat bij ons niet iets dergelijks 1e verkrijgen zou zijn. Het terugroepen bij open doek althans (waartegen ik al zoo dikwijls gcprjlesteenl heb) zou voorzeker iu de eerste plaats moeten worden al'u'eschatt. Met de crnotste bcwondeiiug moet men vervuld zijn voor de groole gaven van mevrouw ('obiinii die de organisatie geheel in h-.uideu had genomen en wat regie, mise-en-seene, costnmcs enz. enz. betreft, alles zelf heeft ontworpen en aangegeven. Het zou te uitvoerig worden alles te relevceren, doch het terugbrengen van de costumes tot het

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl