Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 896
raam en een enkel figuurtje, dat's al; met een
fermen veeg en een streek, later wat
uitgewasschen,,is het gedaan, maar die veeg en die streek
werden blijkbaar niet gewaagd dan ... zoolang
het oppermachtig geworden gevoel de hand niet
bliksemsnel en toch onfeilbaar juist kon doen
treffen. En treffers, b\j dezen meester waren het
treffers altijd.
Een kunst, waaruit alle pronkerij met de
nogtans verbazendste techniek, alle ijdele
aanstellerümet virtuozentoeren, angstvallig verban
nen is: een kunst, uitsluitend en alleen van
sentiment, van de innigste, waarste intimiteit.
Ook van Mauve heel mooie dingen, al te bekend,
echter, om er verder over te spreken. Ik noem
dus bewonderend de Houtveiling, een
Schapensta!, een Kudde Schapen, drie stuks uit
de verzameling van H W. Mesdag.
Hoed af voor meester C. Bisschop een vriend
van doorwrochte, volkomen aft'e kunst, een die
zijn akwarellen even kompleet behandelt als
menig konfrater zijn olieverfstukken. Meesterwerk
evenzeer als werk van een waar meester, maar
van zulk een, die, door deze edele nederigheid.
alle werkelijk groote artisten zoo eigen, zijn
ongemeene virtuoziteit in toom heeft. Zijn
Nachtmaal en vooral zyn Arm en toch Ryk behooren
tot parels der geheele tentoonstelling.
Van W. Maris een Weide. Verrassend nat en
frisch, dat levendige groen der grassen, over
gaand met de fijnste, allerfijnste schakeeringen,
van donker- tot licht-, geel- en bijna witgroen.
J. Maris zond een baker, weer een doodge
woon onderwerp, maar behandeld rnet een talent,
om minder kunnenden dol te maken.
Vlakaf superb, de teekeningen van H. W.
Mesdag en van Mevr. Mesdag?van Houten. Van
haar een Stilleven en Tegen Avond, met ge
trouw dezelfde eigenaardigheden, die ik opmerkte
in haar olieverfschilderijen, van hem Een Morgen
aan het Strand en Bmnenioopen-le Visscherspinktn,
ongeëvenaard van poëtisch-gevoelde realiteit. Dat
is een morgen die leeft, dat zijn pinken die
werkel\jk gaan .... De frissche, weldoende koelte
van de zee, als zij. als na een rustigen nacht,
aangenaam zacht schijnt adem te halen, leeft als
het ware in deze schelpkleurig fijn getinte
teekening.
Ter Meulen's Op Weg en Nachtverblijf van
Schapen in Drenthe vind ik niet minder mooi
dan de beste dingen van Mauve in persoon.
Vooral het tweede stuk is te bewonderen: een
winddreigende avond, rood nog het Westen, snel
vallend de dichte duisternis ; vooraan, de herder,
«prijzend, spookachtig, boven zijn kudde ; deze,
wegdoezelend, in een gewirwar van vegen, in het
dikkende zwart.
Ik ben blij, van der Waay's, Op Bi is onvoor
waardelijk te kunnen prijzen. Meer dan ns
hinderde mij, in zijn vroeger werk, zijn groote,
maar met te veel behaagzucht tentoongespreide
vaardigheid. Ditmaal niet! Dat station, met de
gaande en komende reizigers, met de proestend
?en dampend aanrollende lokomotief, bevalt mij
zeer.
Mevr. Bilders v. Bosse, Blornmers, Bastert,
Josselin de Jong, Ie Comte, Gabriel, Vrolik,
Weissenbruch,zijn met verschillende schakeerin
gen van manier evenals van waarde uitmuntend
vertegenwoordigd.
Van Roelofs bewonder ik zeer een vijver,
uiterst transparant van toon; van Oldewelt een
tuiltje Iristen in een vaas ; van Roelofs Jr. een
Stilleven. Hoytema's -Vogels, dekoratief opgevat,
zy'n vol stijl. Het werk van een nog zeer jong
artist, die zeker, als het »petit poissow" van den
goeden Lafontaine »demendra grand, pounu que
Dieu lui préte viel" zijn teekening, zeer vasten
zwierig, zit vol karakter, zijn kleur is hoogst
eigenaardig.
Een achttal Hollanders zonden etsen, nog eens
de beste, die hier op dit oogenblik te zien zijn.
Uitmuntend boven allen M. Bauer, met drie
meesterstukken, Kathedraal, Ali Baba en Een
Sultan, en Zilcken, met een naar Toorop's teeke
ning geëtst portret van Paul Verlaine, zóó mooi
«n karakteristiek, zóó sprekend waar van leven,
dat het mij, telkens als ik Amour of Sagesse ter
hand neem, voortdurend vóór oogen staat. Een
weelde, o rijk met geld gezegende.... heeren lief
hebbers van kunst, een groote, benijdenswaardige
weelde, platen als deze vier te kunnen bezitten.
N. B. Over de Belgische afdeeling in een
volgend nummer.
POL D K MOST.
iitttiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiniiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Buitenlandsche Bibliographle.
Een vertaalde Turgenev. De uitgever William
Heinemann, die zich al zoo dikwijls verdienstelijk
heeft gemaakt als bemiddelaar tusschen conti
nentale literatuur en Engelsche lezers, heeft nu
een vertaling ondernomen van de romans van
Ivan Turgenev. Het blijkt niet of het het plan
is ook de kortere verhalen en schetsen te geven;
voorloopig worden de zes grootere romans aan
gekondigd : Rudin, Liza, Fathers and Sons, On
the Eve, Virgin Soil, Smoke; het eerste deel,
Rudin, is verschenen. ledere roman wordt voor
afgegaan door een inleiding van Stepniak, den
Russischen réfugié, die op Londensche meetings
en lectures een zeer bekende figuur is. De ver
taling van Constance Garnett wordt door Step
niak geroemd als de beste die hij ooit gezien
heeft.
Dmitri Rudin is de eerste van Turgenev's
sociale romans, zegt Stepniak. Dat geeft meer
vrijmoedigheid aan mijn indruk, dat Rudin het
werk is van een veel minder ontwikkeld artis
tiek vermogen dan uit de latere romans blijkt.
Het haalt niet bij dat wonderbaar mooie boek,
waaraan het toch nu en dan herinnert, Virgin
Soil, Neuland. Er is in de uitvoering van Rudin
nog soms iets onbeholpens. Maar er is dezelfde
klare en diepe zielkundige wijsheid.
Er is verwantschap tusschen het karakter van
Rudin en het hoofdkarakter uit Neuland,
Neshdanow. Beiden zijn in den grond koude, steriele
naturen. Maar Rudin is de dupe van zijn eigen
groote woorden, te goeder trouw telkens de rol
spelend die door de omstandigheden schijnt te
worden voorgeschreven, en ook nog in zijn
gedésillusionneerde zelfkennis op het eind van het
boek half een acteur. Rudin is een tragisch
opgevatte Tartarin. En Neshdanow wordt door
zich zelven niet gedupeerd: hij tracht te vergeefs
het bewustzijn te onderdrukken, dat hij als sociaal
agitator eigenlijk acteert, dat hij het enthusiasme
van zijn kring niet deelt, dat hij het meisje, dat
met hem haar ouderlijk huis heeft verlaten, wiet
liefheeft. Neshdanow is fijner en rijker begaafd,
roerender tragisch; misschien nog dieper psy
chologisch begrepen, en stellig met rijper, mach
tiger kunst voorgesteld.
Deskundigen prijzen de romans van Turgenev
om het inzicht dat zij geven in Russische ka
rakters. Het zijn studiën in Russische psycholo
gie. Maar deze karakters staan nooit ver van ons
af, en met dezen Rus voelen wij westerlingen
ons na verwant, nader dan met Tolstoi, dan met
Dostoevsky.
»Every educated Russian of our time lias a
bit of Dmitri Rudin in him," zegt Stepniak.
Men mag het gerust uitbreiden: in iederen
mensch is er iets van Rudin?Tartarin. En wat
er van de meesten onzer worden zou als het
niet zoo ware, dat heeft Turgenev laten zien in
de meesterlijke creatie van Xeshdanow.
The Lftw and Lawyers of Pickwick »It came
about that in the constituency which I have the
honour to represent, it was suggested to me that
it was necessary for me to give a lecture, and
it was further explained to me that it did not
really very much matter as to what I lectured
about." De heer Frank Lockwood, Q. C., M. P.,
die onder den vermelden titel een lezing
heeft voorgedragen (en uitgegeven), heeft zijn
hoorders (en lezers) niet willen wijs maken, dat
hij een onweerstaanbaren drang had om iets te
zeggen: it was necessary for me to give a lecture.
... . »The difticulty was to find a subject."
J?u wil het geval dat de heer Lockwood een
eminent rechtsgeleerde is, en dat hij veel van
de romans van Dickens houdt. Combinatie van
die twee gegevens leidt onmiddelijk tot dit
onderwerp: the lawyers of Dickens. En de over
weging, dat in de gezamenlijke romans van Dickens
veel meer rechtsgeleerden voorkomen dan waar
van het doenlijk is op n avond te spreken,
leidt verder tot beperking van het onderwerp....
the law and lawyers of Pickwick.
Dit is de wordingsgeschiedenis; het product
is een heel klein boekje van honderd pagina's,
dat in de groot gedrukte gedeelten niet bijster
belangrijk is, maar (kleiner gedrukt) een kostelijke
verzameling passages uit Pickwick geeft, genoeg
om een uur lang blij mee te zijn.
Men krijgt iets van de beroemde parlements
verkiezing te Eatanswill, waar de eene partij
drie en dertig stemgerechtigden in een koetshuis
opgesloten hield tot zij noodig zouden zijn
dronken, om ze nog zekerder tegen de argu
menten der tegenstanders te beveiligen; en waar
de andere partij op een tea-party aan al de
aanwezige vrouwen een groene parasol aanbood,
waardoor al de echtgenooten en de meeste broers
werden gewonnen. »IIail, rain, or sunshine, you
can 't walk half-a-dozen yards up the street
without encountering half-a-dozen green parasols."
Men krijgt natuurlijk veel van het gedenkwaardige
breach- of- promise-geding; en ook Pickwick's
ontmoeting met dien zonderlingen ouden heer,
die altijd alleen in de Inns of Court had gewoond
en daarvan zulke vreemde verhalen kon doen
van dien man die kamers in Clifford's Inn had
gehuurd, en door een onverklaarbare zenuw
achtigheid 's nachts maar niet slapen kon, tot
hij eindelijk een kast openbrak en het lijk van.
den vorigen bewoner tegenover zich zag staan,
een fleschje rattenkruit in de hand geklemd;
en van dien anderen man, die dergelijke dingen
zoo veel kalmer opnam, en tegen een geest die
hem op zijn kamer kwam lastig vallen de prak
tische opmerking maakte. »If you insist on making
your appearance here, I shall give up
possession with the greatest pleasure; but I should
like to ask you one question, if you will allow
me. Say on, said the apparition sternly. Well,
said the tenant, I don 't apply the observation
personally to you, because it is equally
applicable to most of the ghosts I ever heardof; but
it does appear to me somewhat inconsistent tha%
when you have an opportunity of visiting the
fairest spots of earth for I suppose spaoe is
nothing to you you should always return
exactly to the very places where you have
been most miserable. gad, that 's very true;
I never thought of that before, said the ghost.
You see, sir, pursued the tenant, this is a very
uncomfortable room. From the appearar.ce of
that press I should be disposed to say that it
is not wholly free from bugs; and I really tliink
you might rind much more comfortable quarters.
to say nothing of the climate of London, which
is extremely disagreeable. You are very right,
sir, said the ghost, politely; it never struck me
till now; I'll try a change of air directly. In
fact hèbegan to vanish as hèspoke bis legs,
indeed, had quite disappeared."
De heer Frank Lockwood, Q. C., M. P. is zoo
dom nog niet. Wanneer het iemand duidelijk
wordt gemaakt, dat het noodig voor hem is een
lezing te houden, zonder dat liet er veel op aan
komt, waar de lezing over is, dan doet iemand
niet onverstandig met zijn gehoor een collectie
passages uit Dickens voor te lezen, en dan moet
iemand van zich zelf er maar zoo weinig mogelijk
bij willen doen.
Shylrclc and Olhera, Eïglit SlniJ'es by G. II.
lindford. Dit vorzauielingetje van acht voor een
deel vrij onbeduidende «studies" bevat een paar
aardige en verstandige opstelletjes over
Shakespeare-quaesties, beschouwingen uit het oogpunt
van iemand, die zich laat voorstaan op oen geest
->not debauched by a surfeit of Shakespearian
criticism".
Een studietje over Hamlet goeft een goed voor
beeld van hoe een onderzoek naar de bronnen,
waarvan Shakespearc voor een drama kan heb
ben gebruik gemaakt. een bijzondere liefheb
berij van fanatieke philologon, soms van wezen
lijke waarde kan zijn voor het begrip en de be
oordeeling van een stuk. Hypercritici hebben dik
wijls moeielijkheden geschapen door een diepe
bedoeling te zoeken in bijzonderheden, die
Shakespeare eenvoudig uit zijn bronnen heeft over
genomen, zonder er verder iets bij te denken.
Zoo is het met Hamlet's voorgewenien waanzin.
Dr. Johnson heeft al in 17G5 opgemerkt: »0fthe
feigned madness of Hamlet there appears to be
no adequate cause, for hèdoes nothing which
hèmight not have done with the reputation of
sanity." Maar fh de Danorum Regum Heroumque
Historiae van Saxo Grammaticus, waarop het drama
van Shakespeare is gebaseerd (al of niet door
bemiddeling van een Fransche vertaling of van
een ouder Engelsen drama), wordt die voorge
wende waanzin door den Deenschen prins tot
bepaalde doeleinden aangewend. Dat hoorde bij
Hamlet. »IIamlet would not have been recognised
as Hamlet, if hèhad not feigned insanity."
Het bundeltje ontleent zijn naam aan een studie
over Shylock en The Merchant of Venice, ook
een stuk, dat men misschien het best verstaat,
wanneer men Shakespeare niet al te zeer mag
ik zeggen: au sérieux neemt? De heer liadford
zegt: »Shylock himself is not realistic (in 12!)0
werden alle Joden uit Engeland verbannen, een
besluit dat eerst onder Cromwell weid ingetrok
ken; en Shakespeare had dus mi^chien nooit van
zijn leven een Jood gezien), is not, as bas been
foolishly said, a libel on the Jews, but a perso
nage whose character is d-termined by the
requirements of the plot. Shakespeare wanted a
villain vindictive enough to endanger the life
and peace of the virtuous members of the cast
(d. w. z. de vertooners van het drama), but not
sufticiently heroic to interfere with a happy
dénouement, and hèdevised just such a villain in
Shylock." En verder, sprekende van Portia's uit
vlucht, waardoor den Jood zijn beloofd pond
vleesch ontgaat: »The plaintitt' was ba.flled by this
quibble. By shedding a drop of blood hèwould
break the law and commit a capital offence. He
was not prepared to run this risk. Jfis desire for
revenge is strong enough to make him unusually
indifferent to money, but not strong enough to
make him regardless of bis life. This is not
the revenge of tragedy, and Shylock is not a hero,
though the vanity ot certain modern actors bas
exalted the diameter to such a pitch that they
cannot »climb down" in the fourth act without
being ridiculous. But Shakespeare's Shylock
climbs down without absurdity and with
reasonable alacrity. He is the serviceable villnin,
serviceable, that is, for the action of the play, who
has frightened the ladies by whetting bis knife,
and now gratitios them by dropping (reluctantly)
all thoughts of bloodshed." Dit schijnt mij een
juist'1, zij het ook oppervlakkige en dus onvol
ledige beschouwing. Alleen zou ik willen zeg
gen, dat het niet alleen de ijdelheid der acteurs
is, die Shylock op sommige momenten verheft
tot een wezenlijk tragische lig mr, maar wel
degelijk de behandeling van den dichter zelf.
Shakespeare heeft een eigenlijk vrij kinderachtig
Italiaansch verhaaltje genomen en dat, vooral
de liguur van den Jood, zóó opgewerkt, dat het
hier en daar iets van een tragedie krijgt. Dat
de toeschouwer in het begin gaat meenen wer
kelijk een tragedie te zien vertoonen, en in de
latere bedrijven wat verbijsterd staat te kijken,
is, dunkt mij, niet zijn eigen schuld, noch die
van den acteur, maar de schuld van Shakespeare
zelf. liet juiste oogpunt om het stuk uit te be
kijken wordt waarschijnlijk ook hier door de
philologie aangewezen, die het origineel ontdekt heeft
dat Shakespeare heeft bewerkt.
R. A. II. en F. C. Jr.
Nieuwe werken van A. Daudet in het
vooruitzicht.
Daudet woont des zomers, of houdt er verblijf.
of vertoeft er wij moeten voorzichtig worden
met onze uitdrukkingen! te Champrosay. Het
is een villadorp, gebouwd rondom een moderne,
steeneu kapel Van Champrosay is het maar een
klein eind weegs naar het station liis Orangis,
dat aan de P. L. M. een uur sporens van Parijs
ligt. Daar werd de romancier opgezocht door
een journalist, om hem een en ander te hooren
vertellen van zijn nieuwe werken. Door een ziekte
die hem nu en dan het loopen en staan geheel
onmogelijk maakt, aan zijn stoel gebonden, ont
vangt Daudet den bezoeker, en hij brengt hem
dadelijk uit den waan, dat Lu, petitc l'<i/otssc, de
roman die eerstdaags in de liluxtrution zal verschij
nen, een boerenroman is in den trant van La terre.
Wel heeft hij zijn onderwerp van zeer dichtbij ge
kozen : de kapel van Champrosay gaf bet hem aan
de hand. De heer Napoleon Quandinet heeft ze,
blijkens de inscriptie op een gedenksteen, doen
bouwen ter herinnering aan Helene Möncli, zijn
vrouw, en aan de gemeente Draueil ten geschen
ken gegeven. Daudet stolde belang in dit echt
paar, ging zoeken naar bescheiden, en vond. dat
de/.e lidene een echtbreekstcr was geweest, aan
wie haar man zoo volledig vergiffenis had
gesdiouken, dat hij een k:\pel oprichtte ter eere
van haar nagedachtenis. Ziedaar het onderwerp
van L" fi'-lite l'nroixxe. In den roman schildert
Daudet den strijd tusschen de jaloezie van den
man, en zijn strenge christelijke beginselen.
De li'-ni", <ic, J'i i, lx heeft nog een ander werk
van Daudet aan haar lezers iiar.goko .digd. IJiliHze
nnx <ii-' M'tniit/t'. Daarvan staat echter nog geen
letter op hot papier. Wel heeft hij een anderen
roman liggen, zoo goed als voltooid, L" Honii-n
tl; In J'itiimli.'. Maar er is een bijzondere reilen
waarom hij dien nog niet wil uitgeven. De steun
van het gezin'' is een Uu-isisdie student, en bet
geheele werk houdt zidi bezig met een Russi
sche kolonie te Parijs. Daudet vreest nu. dat
het door de Rnssomanie die op bet oogenblik te
Parijs mode is, den schijn zal heb'.ieu o!'hij daarop
speculeert voorden aftrek van /iju boek, en aa i de
hedondaagsche redamemakerij on duitenplaterij
wil hij niet medeiloen. Hij bdiod'i. het dan ook
niet. Overigens is de hoofdpersoon van Le
Suntien tl'- In J''nmilli: een ver van rospectabie jonge
man, die studeert op kosten van zijn arme moeder.
zusters en broeder, niet bet verre en niet heel ze
kere vooruitzicht, ben later door de wereld te hel
pen. Tegenover zijn vrienden blagcert bij. dat hij
de steun is van ben allen : bij wordt om zijn
zelfverloochening een beroemd man in de stu
dentenwereld, laat zich in deputaties aan de
overheid kiezen, en luncht bij Carnot. Daudet
heeft zijn kracht gezocht in de tegenstelling
van dit rijke maal en de arme familie te huis.
Ook de tegenwoordige akademische opleiding
krijgt bij deze gelegenheid een veeg uit de pan.
Binnenkort zal te Parijs Henri Murger zijn
standbeeld hebben. liet is reeds voltooid, en
geplaatst in den tuin van het Luxembourg, bij
de fontein die den naam van Maria de Medecis
draagt, in de schaduw van honderdjarige hoornen.
llenri Bouillon vervaardigde het beeld ; een van
de beste leerlingen van Paul Duboise Mercié.
Het is een buste, op welks voetstuk twee maag
den staan, heerlijke figuren, zooaló de ingewijden
verzekeren. De ecne slaat glimlachend de oogen
op naar den schrijver van »Vie de Bohème", en legt
in teedere houding de hand tegen bet hart; het is
de muze der vroolijkheid, van de dolle
oogenblikken, die Schaunard's kamertje maakte tot een
lustprieel, en Musette deed lachen. De andere
legt vermoeid het hoofd op haar arm. Zij kijkt
droef naar de g dichten die op den grond liggen,
van bloemen half overdekt. Zij is de melancholie,
de muze van de arme Mimi, die in het hospitaal
stierf, met een ruikertje violen in de magere,
uitgeteerde hand De muzen houden elkander
bij de hand: een symbool van de mengeling
van smart en vreugde, die het leven vormde van
den armen dichter in het >;quartier latin".
De jongste aflevering Noord en Zuid heeft den
volgenden inhoud:
Invloed van (Marnier op enkele onzer
dramatisten in het begin der 17de eeuw, door P. H.
van Meerkerken; Arenlezing, X, door A. S. Kok ;
van KoetsvelJ's Schetsen uit de Pastorie te
Mastland XIV-XVI, door J. C. Groothuis; Con
creto en abstracte substantieven (vervolg) door
C. IL den Hertog; Xa een halve eeuw,
aanteekeningen, opmerkingen en verklaringen bij
»\Vaarheid en Droomen", door T. II. de Beer;
Schriftelijke taaiopgaven bij de examens voor de
akte van Hoofdonderwijzer(es), Juni 18Ü-4;
Yerscheidenheden.
MlMlMiliiMiMiMiniiimimuiijiiiiiiiiiil
vo
DAMES.
Het vralig Thuis". Ue photograaf van
beroemde d'imes.?Próbir-M.am$cllen. ?
Jlet fl> ijrend eiland.
Het Vredig Tlmix is de naam van eene cou
rant voor vrouwen, die onder het motto :
> Leven der vrouw, meest ontplooit gij uw blaren
Stil in de schaduw van 't vredig tehuis."
(Ï"I:N- KATK)
rnet l October Spuistraat 282, Amsterdam, zal
verschijnen.
In het hoofdartikel voor het eerste nummer,
zegt de redactie tot de «Vrouwen van \ederland":
De tijd is er rijp voor, uwe zaak te behandelen.
Wat is uwe zaak ?
Hoe moet uwe zaak behandeld worden ?
Van welk standpunt ?
Met welk doel 'i
Een ijdel droombeeld is de wensch van enkele
onvrouwelijke vrouwen, op maatschappelijk en
staatsburgerlijk gebied in alles geheel naast den
man t-, staan.
Andere plichten heeft de vrouw; andere rech
ten moet zij wenschen en handhaven.
Aan haar de plicht, door God en de natuur haar
aangewezen, eene hulpe te zijn tegenover den
man. Aan baar het recht, door den man geëer
biedigd te worden in haar eer, haar werk. haar lot.
Daaraan wordt te-kort gedaan; niet geheel
zonder de schuld der vrouwen-zelf.
Hierin kan, moet verbetering komen door het
gemeenschappelijk streven der vrouwen, die
vrouw willen zijn en blijven, in welken levenskring
dan ook geplaatst.
Aan de vrouw, de gehuwde vrouw, de plicht,
met God en met eere hare kinderen op te voeden
tot kloeke mannen en deugdzame vrouwen.
Maar dan ook aan haar het recht, van den
man te eischen trouw in werk en loven ; voor
den man te vragen loon naar werk, een waardig
lot als man en vader.
'/.t'io alleen zullen u't de huisgezinnen voort
komen kuische en vroede vrouwen, mannen van
stavast, die, eerlijk en trouw in werk en wandel,
zich echte zonen toonen van der vaderen grond,
daarvoor pal staande in tijden van nood en gevaar.'
Van de middelen, waardoor dit doel zal worden
bereikt, wordt weinig gezegd. Het meest concrete,
en toch nog al vaag, is deze zinsnede: De ver
houding tusschen vrouwen en dienstboden is
onzuiver, verkankerd. De stand der dienstboden
is ontaard.
Door eendrachtige samenwerking kan die
toestand tot zuiverheid, die stand weer tot eere
en deugd gebracht worden."
Toch wordt voorspeld : Dan zal vrede
weder! koeren aan den huiselijken haard.
j De hydra der regeeringloosbeid zal zijn
dreij gend gehuil staken, den vuigen kop terugtrekkend,
door vrouwenhand geslagen en verwonnen.
Van den huiselijken haard moet de victorie
beginnen !
L'n zegen zal er dalen, en duizenden zullen
vinden wat alleen waarachtig geluk geeft: een
Vredig Thuis !"
Men moet dit blad steunen, wart dat alles voor
Til) cents per kwartaal is spotgoedkoop.
*
Een vak waarin een fortuin steekt, maar dat
heel bijzondere eigenschappen vraagt, is naar
een Parijsch chroniqueur beweert, bet
photografeereu van vrouwelijke celebriteiten. Het geldt
bier alleen de celebriteiten van bet toonnd;
Rosa lioiibeur de schilderes, Angnsta Holmes
de componiste, Mme, Dieulafoy de reizigstcr zijn.