Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEEBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 897
Uit Dr. GANNEF's Studeerkamer.
(Het auteursrecht voor den inhoud van deze Uadzijde wordt verzekerd volgens de wet ean 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
De droom van een van Griekenland's schuldeischers.
(Lustige Blatter,~)
Engeland, China en Japan.
(GlüMichter.)
JOHN BULL: »Tsa, jongens! Als twee honden vechten om een been, dan..."
«iiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiimiiimi
IIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIHIIIMIIIIMIII III
Generaals zonder legerkorpsen.
W\j hebben voor ons klein landje keel wat
generaals. Maar in Amerika schijnt deze waar
digheid bijzonder rijkelijk te worden uitgedeeld.
Immers, gij kunt geen lomperd van het trottoir
afloopen, of gij bemerkt, een «generaal" te hebben
beleedigd. Wel blijkt bij nader inzien dikwijls,
dat zoo een militair weinig soldatenbloed in zijn
aderen heeft, en dat is dan ook geen wonder.
Want ieder die in Amerika generaal-agent, ge
neraal-controleur, of generaal-directeur is geweest
van welke maatschappij of instelling ook, heet
zijn levenlang generaal Jones, of generaal Brown.
Een oude neger, die jarenlang koerier-generaal
was van den Senaat van Pennsylvanie, wordt zelfs
in officieele stukken »generaal" Taylor genoemd.
Brandwaarborg- en levensverzekering-maatschap
pijen hebben bijna niet anders dan generaals in
hun dienst. En nu willen sommige Amerikaansche
bladen deze weelde afschaffen, en een generaal
agent generaal-af. en agent zonder meer doen
zijn. Zeker weder van die ruwe democraten,
die alles gelijk willen maken !
Nonnen-letterzetters.
De Fransche typografen krijgen in den
laatsten tijd concurrentie niet alleen van jongens,
maar ook van vrouwen. Zij verzetten zich door
middel van werkstakingen tegen deze moderne
uitbuiterij, gelijk zij den vrouwenarbeid in de
werkplaatsen noemen. Zoo heel modern echter
is de typografenarbeid van vrouwen niet. Kighoux,
Het Hoogerhuis en de lersche
wetgeving.
(Judy.)
een drukker te Montbard, had in lü;)l vrouwe
lijke letterzetters achter zijn kasten staan, en
ook zij waren nog niet de eersten van liet gilde.
Anderhalve eeuw vroeger, in de jaren van 1470
'SO hadden reeds in het klooster van den heiligen
Jacobus van Kipoli Dominikaner nonnen een
complete drukkerij. Zij waren jaren lang
copiisten en verluchtsters van handschriften geweest,
tot Laurens Janszoon pardon: Gutenberg met
zijn uitvinding voor den dag kwam. De jutters
liepen gevaar, in hun broodwinning gevoelig te
worden aangetast, maar de biechtvader, Domenico
de Pistoïs en de zaakwaarnemer I'iero de Pisa,
bdgrepen hun tijd en leerden de nonnen het
letterzetten van die dagen, mot al wat er bij be
hoorde. In 1-17(5 gingen de persen aan het werk,
en in 1484 hadden zij honderd hoeken, een groot
getal voor dien tijd, afgeleverd. Daarbij:
Hocnccio's Decamerone, die het jaartal 147* draagt.
Dat is wel geen onheil, maar ....
Twee hardloopers die het ver hebben
gebracht.
De hardloopers zijn niet, gelijk sommigen mis
schien zouden meenen, een menschensoort die
eerst in de laatste jaren is opgebloeid. AVij zouden
zelfs bijna gaan beweren, dat het soort er in den
laatsten tijd niet beter op is geworden. Althans
te oordeelen i aar het paar, dat den Uden Aug.
1843 een wedloop hield van het portaal der Nótre
Dame naar het caféde Neptune te Versailles en
terug. De voorwaarde was. dat zij te Versailles juist
lang genoeg mochten rusten, om een stuk brood op
te eten. Zij kwamen te Yersailles bijna tegelijk
aan, maar op den terugweg bleef een van beiden
vijf en twintig minuten achter. Tot onzen spijt
kunnen wij den tijd van dezen afstandswedstrijd
niet mededeelen. Maar wel de namen der hard
loopers. De een was liarthélemy Saint-Ililaire,
de ander Littré. Al kwam deze dan ook wat
later aan dan gene, van beiden mag worden
gezegd, dat zij zijn hommes arrivés" !
Milans afscheid van Parijs.
(Glühlichter.)
Lord SALISBURY: «Je weet, John, dat ik die Waarschijnlijk zal het daarbij ongeveer zóó
lersche kost niet kan verdragen." , zijn toegegaan.
Caprivi en Miquel beslag leggend op de schatten van de Akropolis.
Salvini, de groote Italiaansche tragedie-speler,
verhaalt op de volgende wijze, hoe hij eenmaal
als Hamlet een daverend lachsucces heeft behaald.
Mijn lichaamskracht had mij reeds meermalen
parten gespeeld; zij is de schuld ervan geweest
dat de koning in Hamlet niet kon sterven. De
scène van het gevecht was afgespeeld; de koningin
had bet vergif gedronken en daardoor den dood
gevonden; Laërtes Ing te sterven, en had mij
juist verteld dat ook de punt van den degen ver
giftigd was. Ik had, gelijk het mij betaamde, ge
roepen: Zoo doe uw werk, venijn", stormde de
trappen van den troon op, den koning tegemoet,
die van schrik behoorde te verbleeken. Ik pakte
hem beet, smeet hem op den troon neder, en stak
hom den degen in de borst. Verraad! Verraad!''
riep Osrick. en de hovelingen stortten naar voren.
Maar de koning, die arme koning'. ->llelpt mij,
mijn vrienden", kreunde hij, en wilde opstaan.
Maar hoe hij zich draaide en wrong, hij kon niet.
want ik had hem met zooveel geweld op den troon
gesmeten, dat de zitting was bezweken, en hij
met heel weinig majesteit bleef vastzitten. Rade
loos bleven de mannen staan, en radeloos keek
de koning rond: hij kon niet sterven. Radeloos,
en vechtend tegen een opkomende lachbui stond
ook ik. Maar onder de toeschouwers ging een
gegichel op, een gegichel en een gelach, dat
sterkor cu sterker werd, en aangroeide tot een orkaan.
toen uit den engelenbak een stem klonk: «Thcre
is sornething rotten in the state of Danemark, de
stoel schijnt het ook te zijn!" Hoc wij den koning
hebhen los gekregen, en hoc het tooncol is afge
speeld, weet ik niet, ik hoorde niets dan het ge
lach, het bulderend gelach."
Van de Antwerpsche Tentoonstelling.
UIT ZIJN DAGBOEK.
28 Juli aangekomen:
Peerke Devos was aan 't station met een
paar van de plesante-jongens ze hadden
al logies voor me besteld »In den grooten
Ajuin", dol goedkoop, frs 4, voor logies. -- Gis
teren avond welkomstfuii' gehad tot half
vier bij dechampoepel gezeten, allemachtig
fideele lui, die Belgen. Ze zijn onvermoeid.
2!) Juli.
Van morgen laat opgestaan 'n beetje
haarpijn, om half twee op de tentoonstelling',
in 't Wieucr Cafégelunchd weêrgaasch
knappe, gemoedelijke damesbediening.
s'Avonds in Oud- Antwerpen voor 't Kaadhuis
gezeten; 't Bockbier is er uitstekend, In den
aengenamen hof' gesoupeerd.
Kennis gemaakt met Catrienke 'n leuke
meid, maar drommels bij de hand. 't Oud
Antwerpsen costuum staat haar overheerlijk,
aardig klinkt-haar Vlaarnsch ze is wel wat
te kolossaal gebouwd, maareen gezellig uurtje
htbben we met haar gehad. Ze vroeg me
vijfhonderd francs ter leen om een Estaminet
te beginnen. Zoo dom is Piet niet mor
gen zal ik haar antwoord geven heb ik be
loofd. Ze moet 't aan Peerke, aan van den
Bosse en Jefke Lambroex ook hebben gevraagd
zoo'n gewikste! Na atloop van de Ten
toonstelling nog even naar Le Bal Amusant
geweest wat 'n pan! wat 'n pan!
De breimachine is precies dezelfde als ik
heb. Ik had 't trouwens wel gedacht
niemand neemt notitie van al die machines
ze komen allemaal hier. om pret te maken,
fideele boel hier.
,-tt Juli.
Kennis gemaakt met den -Amigo'' die
Brusselsehe agenten zijn hardhandig 'k
weet waarachtig niet hoe ik gisteren avond
zoo'n stuk-in heb gekregen 'k geloof haast
dat het de Lambiek is geweest, dat zure bier
is koppig ik zal me verder liever aan het
Boekhouden. Mijn demi saison is er slecht
afgekomen, gelukkig woont er een kleermaker
naast den Ajuin". Jefke en Peerke zijn nog
niet boven water
'k Moet mijn parapluie zien weerom te
krijgen, die in den Amigo. of in den
Vlaamschen Bierhal, of in 't CaféAméricain, of in
't Estaminet de la blonde of ergens anders
is blijven staan
l Augustus.
Naar Tja Scala geweest, op den promenoir
was t alleraardigst veel oude vrienden en
kennisjes gezien. Toevallig Julie Wunderlich
ontmoet; ze is wat ouder geworden, maar toch
nog zeer chic ze kende me nog van de
laatste Leipziger Messe Ze is gedurende de
Expositie geëngageerd als couplet-zangeres.
Ze heeft me voorgesteld aan haar Directeur
BRIEF AAN ZIJN VROUW
Antwerpen, 150 Juli '01.
Beste Lise! Met een doornat geregende
pantalon, zit ik op een akelig waggelen den.
stoel, in een ellendig donker lokaal waar ze
ter nauwernood een fatsoenlijke pen en inkt
kunnen geven, nog even een paar woorden
aan je te krabbelen om je te melden dat ik
gisteren circa den geheelen dag heb
rondgeloopen om logies te vinden. Alles is hiei
overvol, de prijzen zijn krimineel hoog. Einde
lijk kwam ik onderdak, in een klein kamertje.
vier hoog, waarvoor ze fr. l.'j vragen, 't 'is
schande. Ik zal mijn verblijf' moeten bekor
ten om niet boven mijn prik te gaan. Voor
mijn ontbijt, een broodje met sterke boter,
n oudbakken ei en een paar koppen bitter
chicoreinat, berekenden ze me frs. 3.50. 't Is
om bankroet te gaan, hé?
't Is maar goed dat je niet mee bent gegaan.
je zoudt er niet veel aan hebben, 't Is hier saai,
bovenmatig saai, door den regen. Wanneer ik
voor mijn zaken niet bepaald in de Galerie
duTravail had moeten zijn, om die nieuwe breimachine
te zien, was ik ook niet gegaan. Ik heb gis
teren en heden het ding nog niet kunnen zien
werken: de fabrikant laat het slechts drie
dagen per week in werking bezichtigen.
De tentoonstelling zelf' valt me niets mee;
ze is als alle tentoonstellingen. Wanneer je je
de Amsterdamsche Expositie herinnert van
1883, kun je precies weten hoe de
Autwerpsche is, alleen dat ze hier in 't Vlaamsen en
Fransch is.
Wat me hier opvalt is, dat er zoo weinig
mooie vrouwen zijn. Je ziet hier niet anders
dan bedaagde juffrouwen, die met een onaan
genaam accent je in 't Fransch of' Vlaamsch
willen verlokken om een of ander nutteloos
ding te koopen. 'k Was gisterenavond zoo
doornat dat ik vroeg naar bed ben gegaan.
Van morgen had ik hoofdpijn ; ik geloof dat
ik kou heb gevat, maar je hoeft je niet onge
rust te maken, hoor! ik zal van middag
wat chinine nemen en er van nacht warm
onder kruipen.
Groet je moeder en wees hartelijk omhelsd
van je liefh. PIKT.
Antwerpen, 2 Aug. 'ül.
Beste Lise! Om je niet teleur te stollen en
zonder bericht te laten, slechts deze brief kaait.
Ik heb heusch geen tijd gehad om je te
schrijven; de nieuwe breimaehine werkte twee
dagen achtereen, omdat de uitvinder een
Saksisch kousenfabrikant, extia uit Plagwitz
was overgekomen, om ze aan belangstellen
den uitteleggen. De machine is waarschijnlijk
zeer goed, maar ik moet ze nog langer
bestudeeren om ze voldoende te loeren kennen:
ik blijf dus nog een paar dagen. Adieu.
In haast, je liefhebbende
PIKT.