Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 898
noemen. En dit weinige is reeds betooverend.
Geen wonder, dat de jong-gehuwden die te Veneti
toeven,zich al hun avonden laten varen op het?Canal
grande". En misschien laten zij zich dan wel varen ook
in andere bèteekenis. De gondoliere is een discreet
man: il y en a vu bien d'//utres. Als hij straks zijn
vracht en een fooi krijgt, laat hij nu, in het
schemervolle water, den gondel zoo zachtekens wiegen
en het riem dat hij wrikt zoo zachtekens plassen,
hij vaart zoo onvermoeizaam langzaam, langzamelijk
voort, even stilhoudende soms om uit de verte het
mooie, hel.lere, vroolijke zingen te laten hooren,
of de muziek die als een zachte melodieuse regen
over het stille water heendruppelt, dat Mietje en
Pietje op 't laatst aiet weten of zij voortvaren of
«stilliggen, dat Mietje en Pietje eerst den discreeten
gondoliere achter hen, dan het discreete schemerige
kanaal met zijn zachte roode, drijvende lichtjes,
dan muziek en gehang ea eindelijk de heele wereld
vergeten om straks, als Pietje den gondoliere be
talen moet, te hooren, dat zij van achten tot eenen
in den beerlijken zomeravond op liet Canal-grande"
hebben gedreven en er een serenata hebben bij
gewoond.
iMiiiiiimmmiiiiiiiiiiiiumiiiiimiiiiniii
Uit het verre verleden.
Dat onze tijd met al zijn streven ten slotte
niets anders is dan een herhaling van wat reeds
is geweest, wij worden er weder aan herinnerd
door een naam, die in Nederland zeker heel
.weinig bekend is. Joachim du Bellay waar
zullen wij hem plaatsen ? Heel ver terug, naar
de dagen van Karel den Vijfde. Van lfrJf> tot
1560 waren de dagen van zijn leven, een kort
maar rijk leven.
Ceux (|ui aimeut les jeux, les banquets et autres
menus plaisirs. qu'ils y passent Ie jour et la nuit, si b<m
leur semble. Celui qui désire vi\re eu l;i méuioire de la
probtéritédoit, comme mort en so\-mesme, suer ei
trcmbler niaiutes fois, endurer la fniin, la soil', les longues
vigiles.... T/i gloire est la senle eseh.'lle par la(|iuile
les mortels mont^nt au ciel et se fout les eump iguons
des dienx."
En de roem die deze schrijver zocht ? Niet
de roem van zijn oom, (iuillanme du Bellay,
onderkoning van Piémont, bekend door geheel
de christenwereld als de kapitein van Eangey,
dapper krijgsman, en wijs raadsman, geacht en
gevreesd door den keizer. Noch dien van den kar
dinaal Jean du Bellay, wiens secretaris hij een
tijdlang was te Rome. Ja, indien hij sterk van
lichaam was geweest . . .
Maar deze edelman van een oud ras, dat zich
met met taaie trouw aan het Fransche konings
huis had verbonden, dat de kruistochten in de
middeneeuwen nog verscb in het geheugen had,
werd jong op het ziekbed geworpen, en bleef er
jaren lisrgen. Hij werd diplomaat noch ambtenaar,
maar daar hij niet kon zijn een dolend ridder,
werd hij dichter. Een wees, het verlies betreu
rend van een ouderen broeder, lag hij neder, niet
geen levend wezen rondom zich dan zijn dienst
boden; maar met Horatins, Virgilius, Homerus
steeds in zijn nabijheid. En hij dacht aan zijn
moedertaal. Waarom zou zij, tot nog toe
barbaarsch geacht, niet kunnen worden wat het
Latijn, het Grieksch waren:
Nous ue vomissous pas nus paroles de restomae,
comme les ivr.igries, nous ne les estrangl'nis de la gorire,
comme les Teuoirlles; nous ue ]es déeoap nts pas dedans
Ie ]>nlnis. comme les oyseaux; uuus ne les silllons pas
des lèvres, comme lei serpents. . . . Le temps vieudra
ou quelipie boniie persimue, mm moms hardie qu'ing
nieuse et S'ivautc, dounera a uotre laugue la fleur et Ie
frnict des b-mu s lettres. ..."
En liggend in zijn kasteel te Ancenis, aan den
oever der Rhóne, las en herlas hij zijn klassieken,
en leerde hij hun geheimen kennen. Zoodra zijn
ziekte week, maakte hij zich op om roein te
winnen. In 1549 ontmoette hij, op weg naar
Poitiers Pierre de Ronsard, zijn lotgenoot: edelman
als hij, en door een lichaamsgebrek voor den
krijgsdienst ongeschikt. Zij volgden met tegen
zin een cursus in het recht, maar waren weldra
te Parijs en stichten er de Pléiade, de Fransche
Muiderkring, voor zoover de vergelijking gaat.
In de Pléiade is het zoete Fransch geboren, en
luister, welk een meesterschap deze jongeren al
dadelijk over de taal hadden:
Seul et pensif par la désertc plaine,
Revaut au bien qui me fait doiiluiireiix,
Les lonu,1- baiscrs dus colombs amoureiix
Par leiu' plaisir fu'ent eroïlrc ma peine.
Heureux oiseaux, que vut re vie (st pleine
De grand' doueeur! O baisers sav.mi'eux!
O moy deux fois et ti'ois fois malbeiireux,
Qiii n'iiy plaisir que d'cspéranre vaiuc!
De zucht naar roem liet du Bellay niet kis:
Zij, en het verlangen om de stad van Iloratius
te zien, en de hoop misschien op een rustig,
geestelijk ambt, deden hem zijn oom, den kardi
naal vergezellen naar Home. Maar weldra klonken
van daar de Eegrets :
Het Rome van die dagen, vraag het Luther,
wat het was. In zijn eigen, en hoeveel mooier woor
den, gaf Joachim du Bellay hetzelfde antwoord.
re sièu'f <le I'Eirlise,
Qui fait d'oisivitéson plus riehe trésor
Et qui, dessous Forgueil des trois eoiu'oune.~ d'or,
Couve 1'oUiveté, la haine et la feinti-e.
Of:
Je n'escris de l'honneur, n'cu voyant point ici;
Je n'esei'is d'amitié, ue trouvaut que fciiiiise;
Je n'eseris de vcrtu, n'eu trouvant point aussi
Je n'eseris de scavoir, entre des gen» d'église.
Of anders nog : *t
Mareher d'un grave pas el d'un gvave souci,
Et d'un grave souris a chaiain faire fète;
Balancer tous ses mots, répondrc de la Iele,
A vee un Mi'sst'i' non ou bien uu M,_'ssrr si;
Entremêler souvent uu petit <' coxl
Et d'un non servdor coutrefaire l hounéte,
El, comme si l'on eut sa part en la complete.
Discourir sur Florence et siu' Xaples ausM;
Scigneur'ser ebacuu d'mi baisement de niain
Et, suivant la fat-on du courtisaii romain,
Caelier sa pauvretéd'tinc brave appareuee:
' Yoila de eette cour la plus grande vertu,
Dont souvent, mal monté, mal sain et mal vêtu,
Sans barbc et sans argeut on s'eii retourne en Krance.
Laat u door de zoete bevalligheid en den
lichten humor van deze verzen bekoren, lees nog:
Heureux qui, comme Ulysse, a i'ait uu beau voyage
Ou comme celui-la, qui eoiiquit la Toison,
Et puis est retourne, plein d'nsage et raisou
Vivre eatre ses parents, Ie reste de son age !
Quaud reverrai je, liélas! de rnon ])etit village
Fumer la chemiuóe, et «D quelle saison
Keverrai-je Ie clos de ma pauvre maisou,
Qui m'est uue province, et beaueoup davantage?
Flus me plait Ie séjour qu'ont bati mes a'ieux
Qae des palais romains Ie front audaeieux;
l'lus que Ie marbre dur me plait l'ardoise fine;
Plus mon Loire gaulois que Ie Tibre latiu,
Plus mon pctif Lire que Ie mout Palatiu,
Et plus que Fair marin Ia doueeur aiiü'eviue.
en gij kent het leven van den eenzame, die
leefde te midden van een perverse beschaving,
van een overlevering van beestachtige woestheid
en pompeuse prach', van ridderspelen en sluip
moorden. Du Bellay verlangde naar zijn vader
land. Hij keerde terug. Hij zag zijn geboorte
plaats weder, de plek die hem het Vamiem de
b/éinspireerde :
A vous, t coupe léu'ère,
Qui d'aile pasMuzèi'e
Par Ie moiiile volex,
Ei, d'un sifllaut rnimnnrc
L'ombragense verdun;
Duucemeut branlex,
J'oilVe ces violettcs.
Ces lis et ces tlriii'elte-,
Et c-s roses iei,
Ces \ erineiilettes ro^es
'Tont i'riiïchcmem ecioses,
Kt ees oeillets aussi.
I),' votiv ilmice linleiue
Kventex eet Ie plaiue,
K\cnle/ ee séjoiir.
('epi-iulaiit i|iu* j'ahaniie
A moii bied que je \aiiiic,
A la clialcur du joiu1.
Hij ging naar Parijs, en dichtte er, als kanun
nik van Ue Nötre Dame. verzen op ruïnes,
voorlooper van Volney eu Chateaubriand, tnet ecu
breede melancholie, en oen snerpende droefheid.
Hij stierf den eersten Januari l;").")!) aan de ziekte
die hem nooit had verlaten.
Frankrijk heeft dozen man thans een monu
ment opgericht, in de nabijheid van zijn voor
vaderlijke burcht; zijn werken zijn nieuw versche
nen. Begon het niet tij l te worden '! En roept deze
liguur, nu het zoo woelig is in veler landen
letterkunde, en de taal schijnt te worden
woilorgeboren, niet zonderlinge gewaarwordingen wak
ker '! Is het niet alsof de dichter, wiens verzen zoo
van nabij tot ons spreken, onmogelijk reeds meer
dan drie eeuwen geleden kan zijn gestorven 'i
lilillfiiiiiiiimiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniuitniHimii
Buitenlandsche BibliograpMe.
Huil C,dne. Tlin M;tn,ci>i'in. »It is not too
much to say that it is the most powerful story
that bas been written in tliis generation," zegt
de Scotsman. >0ne of the most enthralling novels
of our time," zegt de Academy. »Mr. Hall t'.xine
is undoubtedly master of a style which is pecu
liarly his own. He is in a way a Rembrandt
among novelists', zegt de Cuardian. En met
aanhalingen in dezen trant zou men kolommen
lang kunnen voortgaan.
Ik zou niet graag in het algemeen willen
spreken van «onbevoegdheid der Engelsche literaire
kritiek", want in de talrijke letterkundige
weekbladen is er meer dan genoeg wat mij van
werkelijk goed gehalte schijnt. Des te meer is
de licht ontvlambare verrukking van Engelsche
romanrecensenten een bron van telkens her
nieuwde geïrriteerde verbazing. Ben k gek of
ben jij gek? wil men telkens vragen, wanneer
men een Eugelscheu roman en daarna de recensies
ervan leest.
Intusschen leveren die onoordeelkundige
bewonderingsbetuigingen ook dit gevaar op, dat /.ij
licht onbillijk maken tegenover wat er aan wer
kelijke verdienste in zoo'n onmatig geprezen
roman gelegen moge zijn. De verleiding is zoo
groot om wat blijkbaar sterk overdreven is, nu
ook onmiddellijk voor geheel onwaar to verklaren.
Ik heb oprechte pogingen gedaan om The
Manxman mooi te vinden, en ben in liet begin
inderdaad enke malen min of meer in dat pogen
geslaagd. Wat het zoo moeilijk maakt is vooral
het pretentieuze van het geheele boek, in opzet.
inrichting, toon. -We are," heeft do Speaker naar
aanleiding van een vorigen roman van Hall ('aine
gezegd, we are, in fact, so loth to letsuchgood
work be degraded by the title of 'novel.' that
we are alrnost temptcd to eonsider its claims to
rank as a proso opic." liet is zoo uit alles dui
delijk, dat de overweging, of zijn werk niet op
een hoogeren naam dan dien van roman kan
aanspraak maken, voor den schrijver zelf sedert
lang tot het verleden behoort; dat hij het een uit
gemaakte zaak vindt, dat wat hij schrijft eigenlijk
epische of dramatische gedichten in proza heeten
moest. Of verbeeld ik mij dat V Eu is er geen
pretensie in deze titels van de zes gedeelten van
het boek : Boys together. Boy and (iirl.
Man and Woman. Man and \Vife. Man and Man.
Man and God '! En is er geen eigenwijze
ze!fbehaaglijkheid in deze opmerking, zij moge zoo
waar en verdienstelijk zijn als zij wil? When
a good woman falls trom honour is it mnrely that
she is a victirn of momentary intoxication, of
stress of passion, of the tover of instinct? No.
It is mainly that she is a slave of the
sweetest, tenderest, most spiritual and pathctic
of all human fallacies the fallacy that by
giving herself to t'je man she loves she attaches
him to herself for ever This is the real betrayer
of nearly al good women that are betrayed.
It lies at the root of tens of thousands
of the cases that make up the merciless
story of man's sin and woman's weakness. Alas!
it is only the woman who clings the closer. The
impulse of the man is to draw apart. He must
conquer it or she is lost. Such is the old cruel
diflörence and inequality of man and woman as
nature made them -- the old trick, the old tragedy''.
Ik wil mijn indruk van dit boek niet bepaalder
en mijn oordeel niet stelliger voordoen dan zij
werkelijk zijn. Het heeft zeker wel waarde ....
men moet het maar eens lezen. Maar wanneer
iemand van The Manxman spreekt als »the most
powerful story that has been written in tliis
generation", dan is hot misschien geoorloofd zich
te weer te stellen door op dat melodramatische
slot van den roman te wijzen een pendant van
een absurde scène in onze Tweede Kamer in
den roman, waarmee Maarten Maartens begonnen
is zich in Engeland beroemd te maken , waar
de held, op het punt van geïnstalleerd te worden
als gouverneur van bet eiland Man, een formeele
toespraak houdt om zich zelven aan te klagen
en belijdenis te does van zware schuld.
>;I have lived a doublélife. Beneath the life
that you have seen there has been another God
only knows how f'u 11 of wrongdoing and disgrace
and shame. It is no part of rny dnty to involve
others in tliis confossion. Eet it be enongii that
my career has been built on falsehood and
robbery, that l have deceived the w man who loved
me witii her heart of hearts, and robbed the man
who would have trustee! me with his soul."
Op deze scène te wijzen en op geen andere
is niet geheel billijk, en moet zijn verontschul
diging vinden in de excessen van Hall Caine's
bewonderaars. In ieder geval is het beter dat
iets bij het lezen mve- dan dat het tegenvalt.
Wnlter Pufe''. Het zou een aangename gewaar
wording zijn, zich van de opzichtige en luidruchtige
figuur van Hall Gaine tot de stille en bescheide.t
verschijning van Waker Pater te keeren. en tegen
over de schreeuwende ol'-osraphie van The Manx
man -zoo'n iijne penteekening of zncbte aquarel
te plaatsen als men in l'iie ('hild of tbc House"
stellig mag verwachten. Maar ik ben gedwongen
mij hier tot de modeiieeling te bepalen, dat
de/c autobiog'aphischc schets, die in 1S7S in
Macinillan's Magazine verschenen en nu in i'")H
exemplaren opnieuw is gedrukt, in e-:e beperkte
editie een heel klein boekje van oen paar vol
len druks niet minder dan /--ven gulden kost.
Voor de helft van dat geld koopt men ',1e heele
verzameling linanimr'v l'ortraits, waaraan nu
dit schetsje als een soort van supplement wordt
toegevoegd.
Of mag in d'v<:e bihliographische a>i.nto"k('iiin'r
e^ns bij uitzondering iets nit een tijdschrift
artikel woelen aangehaald 'l
Waiter l'ater is. geloot' ik, bier te lande heel
weinig b'ïkt'iid; en de \ixlerlandscho Ie/er, die
zooeven vernomen beeft d>t Ie man, dien de
menschen \Valter l'ater noemden." zich thuis in
gezelschap van Loconte de l.isle op weg naar
(b'n Orcus' bevindt, en van de/an man een
eenigszins nitvoyrijrer beeld verlangt dan door
dr. livvanck in ^en jiaar trekken is geteekend,
zal misschien wel attent gemaakt ',\ill(>n worden
O]) een artikel in de Septoialierutlevering van de
Fortniïhtlv Review, waaruit ik' mij veroorloof het
volgende aan te halen. \Vith Newmanaml Arnold,
h(! b.is tlie secret of that idea! delicacy and
graciousness, to which that sweet city with
her dreaming spires" can minister so wel!. \Vriting
at a. sonicwhat vexed time, fiill of challenges and
of battles, hègave an exani|ile of perfect dignity,
nnwearied etfon. clear aint. In an age, weary and
ojipressed with a multiplicity of studie- and the
inerease of knowledge, hèproduced but the line
l!->vver of bis taste and lear.iing. \Vith no sort
of c.ontempt for popularity, hènever conrted it,
never swerved froni bis deliborate jiutb, never
remitted the rigour of bis artistic discipline.
\;>t Milton liiuiself more resolntely and passio- j
natelv dedicated his diiys to tbe service ot lii^'h !
and noble art; and lus work has upon it that
air (d' tr;ini|uillii v and serene accomplishment
which coines of such devotion. TIn-re is a strange
purity of elfect, the result (d the retiner's ure, i
through which U has jiassed. Tlu> \Vels i word for
?«?/i??'<? means also somothiiii,' which is a combination
of' boly, vnvcri'iul t'elii'iUuis: uiucli iu \\\>' sen-'C
of llerrick's \\r/ulc l*innd. in the liner portions
of Air. l'ater's work. tbere is a iw'uitoness", a
eandoiir", indescribably feit, throngh tliis purity
and cleanliness of it, as til >ngh thero \\vre ,a
sort ot' mv' l purity" in art of so s-crupulous and
dainty a distinction: the freedom froia violeace
and roarseness, tfh' geiitlenoss and calin. helped
b v the constant ripple ot' quiet humour. serving
to put the reader into a jieacefnl mood."
j Iv;n zoeker van genot in 't aanschouwen der
i dingen," heeft Byvanck \\'alter l'ater genoemd.
Een naturalist, zou men kunnen zeggen. Maar
!-. een naturalist van bet noorden, zoo koel, zoo
t vrij van troebele passio, /oo rustig en klaar.
l!. A. H. en F. C J r.
Don Quichote anarchist.
Barrès beidt er de aandacht op gevestigd, dat
('aserio in zijn cel. bet voorportaal tot den dood,
als laatste lectuur >dotl Qiii'duito'' heeft genomen,
en daaruit de gevolgtrekking gemaakt, dat deze
biikkersjongrii een kritisch begrip had. waarop
Sainte lionvo en Vaci|uerie jaloer.-cb mochten
y.ijn. De moordenaar heeft in zijn oog.Ti giMote
g'.'lijkenis met den grotesken wridier \an het onrecht,
dien Cerv.uites onstertelijk beeft gemaakt,
.lonkvrotiw ItulciiK.'a dei 'loboso is oen gestalte, niet
minder prob'ematinch en met niet meer banden
aan de werkelijkheid gebonden, dan jonkvrouw
Auarchia.
lïarrès is niet de eenige. die o]) het denkbeeld
is gekomen dat de extravagante, fanatieke strij
ders tegen het onrecht (bet moge dan vermeend
of bestaand onrecht zijni afstammelingen schijnen
te zijn van den strijders tegen windmolens. Kn
hij is niet de eerste. Xiehier een sonnet, onder
Napoleon III geschreven door een aankomend
jongeling.
Ta mort fut uu martyre et ta vie un poème,
Et les nioulius a vent avaient tort, mon roi!
Va toujours, va toujonrs, protégépur ta foi,
Montésui* tuu coursier fantastique que j'aime,
Glaneur sublime, va! Les oublis de la lui
Sont plus nombreux, plus grands qu'au temps jadi
lui-même.
Hurrah! nous te suivrons, nous les poètes saints,
Aux eheveux di; folie ei de verveine ccitits,
('üiiduis nous a Tassaiit des hnu.es poésies.
l j l l>u'iitöt, eu dépil de toute, trnlii^ou,,
Flottera l'élendni'd ailédes fantaisies
Sur Ie c ruin e chenu de l'inepttïruisou.
En de dichter van dit sonnet? Het is Paul
Yerlaine.
BOEKBEOORDEELING.
A. ('n. EKFFI.KR Levensstrijd. Naar het
Zweedsch door I'n. WIJSMAN. Vierde
(laatste) bundel. Uitgaaf van J. P. Re
vers te Dordrecht.
Mej. Wijsman werd door de vriendelijkheid
van den broeder der overleden Zweedsche schrijf
ster, prof. Mittag EefHer, in staat gesteld, ook
dit gedeelte van do letterkundige nalatenschap
zijner zuster te bewerken. Het zal eene welkome
gave zijn, vooral voor hen, die het talent van
Gharlotte Eofner hebben loeren waardeeren uit
hare vroeger bij den heer Revers uitgegeven ge
schriften. De beid' voortreffelijke eigenschappen
die daarin te bespeuren zijn: soberheid en on
derhoudendheid die niet met oppervlakkigheid
gepaard gaat, vindt men ook in deze bundel terug.
Het boek bevat in de eerste plaats S hoofd
stukken uit eonan onvoltooiden roman: Bt'p"t'kte
horizont, nu slechts eene samenhangende reeks
van schotsen, doch genoeg uitgewerkt om het
meesterschap van Lefrlor in het teeltenen van
vroiivvenkarakters weer te doen uitkomen.
Met niet minder genoegen zal men de kleinere
verhalen in dezen bundel lezen. Daaronder is er
n ook een fragment van eenen onvoltooiden
roman?.het schetsje: ()a<ir.h:iw .', dat overvloeit
van humor. Allervermakelijkst is dat avondje bij
het gymnastiek-j uft'i'rtji!. K n wtntler en hen
lunretijk int l'-/Ie zijn weer meer in den gewonen
trant der sceüijfstei'. liet laatstgenoemde stukje,
eeno schets uit D.iiec.vrü. is een bewijs boe
uitnemend /'j de eigenaardigheden van liet
volksleven wist op te merken en weer to geven.
Een ander bewijs daarvan kon men eenige maanden
gelndeti vinden in de l-t^itscli,' Il'iinl ?/;?/?/, -,vaar
eene schots van haar vertaald was : De (/r>r/(i"'"H'»'
cciiir m<n, eene schets uit het Ituliaar.sehe
volksleven.
Mej. NVijsman heeft eer van hare ken/e en
vertaling.
filEUWE UITGAVEN.
Soda'e Studiën. Door EADV \V1LDE. Uit
het Engelsen door C. VA.N' DEK ZE1JPE. Dit
belangtvkkonde boek is uitgegeven in konrii;' lin
nen steiiip'dband bij E. N. SMIT Exx.. Koog aan
de /aan.
Zedelijke opvoeding. Door J. K001STRA.
Uitgave van J. B. \\'MI.TKI;S te Groningen. Een
interessante studie over do kinderopvoeding.
Prijs /' l.iT).
Toen c Dictator wa:s. Uit het Engelsch
door ,1. VAX EO EXEN MARTiNXT. l'ügave
van II. D T.iicr.xK WILLINK to llaarleni.
Klassieke schrijvers. 17?is A" u'iiiJiori.
lltn-inner/il n'ii 1111,1 .vj,,ja/c.s. Uit hot d ieksch
door 1);;. CM. M. VAX DEVEXTEI! Uitgave
S. U VAN EMU;.i A; \\". (.i-;ni.iN!,s, Amsterdam.
Tweeniaandelijksch Tijdsc'irif,:, voor
Eetteren. Kunst. Wetenschap en Politiek.
!Ir><>/.!re,ll,ctt'ii,i-"><, E VAX DEI.ISSEI. en ALP,.
VEUWKI.I. Ie fi/1,'1; i'.nii. Inhoudend: lüjdragrn van
Henrir-tte v. d. Schalk, Jac. van Eooij. Alb.
Verweij, Jan Veth, AbMrino, C. F. v. d. Horst, Dr.
van Deventer. Mr. l.otsij. AndréJolb's e. a. l itgave
van SrMi'ii.Ti'iMA (V HHI.KKMV, Amsterdam.
vo
]\_n
Jl'trle. ?-- I ff /L'( /(//( ;/ -/,
t.i- #/?»-?.-?(?'.-?Mii.l. Sin-i < li'.,, r.
De ca'.ie. golt'-cape. capuchon, iiiijlt voordexen
winter een der karakteristieke vormen der mode.
Men zal zo enkel ot' dubbel of m»orvo dïg no
men, nog ruim of meer aansluitend, in
vereo-ugnig met rov' rs of /.onder, zonder eigenlijken
mantel of met jaijneiton, casaqnes, ]ia!etnts of
haveiocks. enz. Er worden belrilve de bekende
cheviot-. llnweelen en lakenstotfen. ook nieuwe voor
aangeraden ; er is ond'T anderen een
doii'defaee-laki'ii, waarvan de voering licht gennaiicccrd,
maar toch zoo afgewerkt is, dat men ze voor
revers kan gebruiken : dit komt zeer zeker met
bet begrip van :, :;??'??-?, keerzijde;, volkomen overeen,
maar zal toch menigeen niet voldoende lijken ;
het >n»'!'('. eu de gegauffreerde zijden stollen als
garnituur trekken toch steeds meor het oog.
liet zal dit jaar niet moeudijk zijn, een ouden
mantel te laten vermaken, omdat men er barnes
aanzetten en kragen opzetten kan ; de mouwen
kunnen niet grooter worden dan ze waren ; de
lengte en vorm van taille is de/elfde gebleven.
De stollen van l ].'t meter breed, die een paar
jaar geleden in den handel gebracht werden, zijn
toen blijkbaar niet opgeruimd en men wil ze nu
nog aan den man brengen ; in modekroniekeii van
fabriekoorsprong \indt men ze aangeraden voor
«rokken zonder naad." (ook een vinding van een
paar jaar goled"n) dwars gestreept of uk
slangenüjnen bestaand, hetgeen wij niet zouden
durven aanbevelen.