Historisch Archief 1877-1940
N*. 899
DE AMSTERDAMMER
A*. 1894.
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Dit nummer bevat een bijvoegsel.
Onder Redactie van J. DE KOO en JÜSTÜS VAN MAÜRIK Jr.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No.
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam,
Singel bij de Vijzelstraat, 542.
Zondag 16 September
Abonnement per 3 maanden ....
Voor Indiëper jaar
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar
Advertentiën van 1?5 regels ?1.10, elke regel meer
Reclames per regel
?1.50, fr. p. post ? 1.65
mail,, 9.
, . 0.12»
, . , 0/20
. 0.40
I N H O U Di
VAN VERRE EN VAN NABIJ: Philippe van
Orléans, Graaf van Parij s (met porto.) SOCIALE
AANGELEGENHEDEN: Statistiek van het
vereenigingsleven, door Socins. FEUILLETON:
f De kleine tamboers van het »Fore-and-Aft," door
Rudyard Kipling. I. TOONEEL EN MUZIEK:
Kermistooneel, door AndréJolles. Muzikale
Kritieken, door Van Milligen. KUNST EN
LETTEREN: Oude Schilderkunst te Utrecht, door
Jan Veth. (Slot). Olympe de Gouges.
Buitenlandsche Bibliographie, door R. A. H. en
F. G. Jr. SCHAAKSPEL. VOO a DAMES,
? door E-e. ALLERLEI. RECLAMES. UIT
Dr. GANNEFS STUDEERKAMER. PEN- EN
POTLOODKRASSEN. ADVERTENTIÉN.
IIIIIIIIIIIIIMMlIIIIIIIMIIIIIIIllllllllllll
Philippe van Orléans, Graaf
van Parijs.
f 8 September 1894.
De graaf van Parijs, die Zaterdag 8 Sep
tember te Stowe House in Engeland over
leed, was de kleinzoon van den laatsten
koning der Franschen, van Louis Philippe.
Geheel anders dan bij zijn overlijden, dat voor
Frankrijk geen politieke gevolgen hebben
zal (il n"y a rien de changéen France,
zegt de Justice) was het in 1838 bij zijn
geboorte gesteld. Bijna algemeen was de
iiimiiiiiiiililiilllliillllliiiiiiiiimiiiinii
Ie tlÉe tamboers m tot Jore ani Aft";
DOOK
RUDYARD KIPLING.
Het waren een paar van de ondeugendste
bengels die ooit in een muziekcorps van het
Britsche leger te vinden zijn geweest. Ze
heetten Jakin en Lew, Piggy Lew beiden
waren tamboersleerlingen en hadden menig
pak slaag gehad van den tamboer-maltre
van het Fore and ^f^-Regiment.
Jakin was een verwaarloosde knaap van
veertien jaar, Lew ongeveer even oud. Als
men ze niet in het oog hield, dan rookten
en dronken ze. Ze konden ook vloeken als
het te pas kwam, van die echte
soldatenvloeken, tusschen de tanden, en geregeld
eenmaal in de week had er een formeele
*) Op de lijst der namen van de Infanterie reg.
heeft dit regiment een anderen naam, maar in alle
kazernes, in alle cantiues kent men het slechts bij
dien veelbeteekenenden bijnaam van Fore und Aft,
Misschien volbrengt het regiment eenmaal een
heldenfeit waardoor het een eere-titel wordt; tot
nu ton echter schaamt het zich er diep over, en
ieder die hem luide durft uitspreken, loopt gevaar
er het leven bij in te schieten.
vreugde over het feit, dat den burgerkoning
een kleinzoon geboren was en de erfopvol
ging in het regeerende huis van Orléans dus
verzekerd scheen. Toen de graaf de Molé,
de voorzitter van den ministerraad dien 24en
Augustus, ongeveer te drie uur in den na
middag, het paleis verliet en de wachtende
volksmenigte toeriep: »Wij hebben een prins!"
werd die mededeeling met vreugdegejuich
ontvangen. De gemeenteraad van Parijs ver
ordende volksspelen en vuurwerk; in de
Tuileriën waren weldra alle hooge dignitarissen
van hof en staat bijeen, om den koning met
zijn grootvaderschap geluk te wenschen; en
het scheen wel, dat de geheele natie in die
vreugde deelde. Enkele organen slechts,
zooals de Temps, die destijds in de oppositie
was, of het Journal General, meenden er op
te moeten wijzen, dat de geboorte van
erfprinsen de erfopvolging nog niet steeds ver
zekert. »De zoon van Lodewijk XVI stierf
een gruwelijken dood; de zoon van den kei
zer overleed in ballingschap; de kleinzoon
van Karel X boet in den vreerade voor de
fouten van zijn grootvader. Welke voorbeel
den; of liever: welke leeringen!" schreef het
Journal General van 27 Augustus 1838. Hoe
spoedig werden de droeve voorspellingen be
waarheid, die deze booze toovergodinnen aan
de wieg van den jongen graaf van Parijs
hadden uitgesproken.
Toen de koningszoon vier jaar oud was,
stierf zijn vader, de hertog van Orléans, een
man in wien Frankrijk destijds veel ver
trouwen stelde. Daardoor werd hij, de kleine
graaf van Parijs, de naaste tot den troon ;
en daar Louis Philippe hard naar de zeventig
liep, werd een regentschap ingesteld. De
hertog van Nemours, de krachtige doch in
Frankrijk niet beminde tweede zoon van
Louis Philippe werd tot regent aangewezen.
En eer hij nog voor de tiende maal ver
jaarde, was het koningschap in Frankrijk
gevallen; Louis Philippe was gevlucht om
in ballingschap zijn leven te eindigen; en
de poging om in het laatste oogenblik afstat.d
te doen ten voordeele van den graaf van
Parijs mislukte, voornamelijk door de rede
voering van Lamartine, die in de Kamer de
instelling van een voorloopig bewind ver
dedigde. De hertogin-weduwe van Orléans
vluchtte met hare kinderen naar Weimar.
De Juli-kroon was voor altijd verloren voor
den jongen graaf van Parijs.
Van dat oogenblik begon voor Philippe
van Orléans een leven in den vreemde, dat
met korte tusschenpoozen tot aan zijn dood
heeft voortgeduurd; een leven, dat voor de
politieke geschiedenis van Frankrijk van geen
invloed meer zou zijn. Hij trad van het tooneel
om de vergetelheid te beerven, het deel der
onttroonde vorsten, voor wie de wereld som
vechtpartij tusschen hen plaats. Jakin was
ergens in een Londensche goot opgeraapt;
Lew's vroegste herinneringen waren het re
giment, en het genot van te luisteren naar
de muziek van het corps. Hij huisde in zijn
verdorven jeugdige ziel eene vurige liefde voor
de muziek en had wat terstond in het
oog viel een engelenkopje van de natuur
gekregen, zoodat aanzienlijke, elegante dames,
die het regiment in de kerk zagen zitten,
hem »een dot" noemden. Zij hoorden nim
mer zijn onbeschaamde opmerkingen over
haar persoon en manieren, wanneer hij met
de Muziek naar huis marcheerde en nieuwe
plannen beraamde om Jakin het leven zuur
te maken.
De andere tamboers leerlingen haatten de
beide jongens, omdat ze nooit wijs uit hen
konden worden. Want al sloeg Jakin Lew
een blauw oog, al stopte Lew Jakin's hoofd
in den modder, zoodra een ander het
waagde een van beiden een stroobreed in
den weg te leggen, kreeg hij zoowel met
Jakin als met Lew te doen en moest de
gevolgen afwachten. De jongens waren
de Ismaëls van het corps, maar rijke Ismaëls,
want ze vochten voor geld ten pleziere van
de soldaten ; met elkaar als ze niet door een
anderen jongen uitgedaagd waren ; en ver
dienden aardig wat.
Ten dage waarop ons verhaal begint, was
er ongenoegen in het kamp. Ze waren weer
op rooken betrapt, wat niet goed is voor
kleine jongens die slechte tabak nemen, en
Lew beweerde dat Jakin »zoo gemeen" stonk
naar de pijp die hij in zijn zak gehouden
tijds persoonlijke belangstelling blijft koes
teren, doch die geen invloed meer hebben
op den loop der wereldgebeurtenissen.
Zijn voortreffelijke opvoeding, hem gegeven
door zijne beschaafde moeder, prinses Helene
van Mecklenburg-Schwerin, en zijn volhar
dende ijver gaven een bijzondere richting aan
zijn meer dan gewone talenten ; en zoo is
het gekomen, dat hij in zijn ballingschap
een auteur geworden is, wiens werk over
den Amerikaanschen vrijheidsoorlog waarin
hij met zijn broeder, den hertog van
Chartres, gestreden heeft voor de vrijmaking der
slaven, en wiens studie over de
vakvereenigingen in Engeland zeker belangstel
ling verdienen. Maar de theoretisch ontwik
kelde vorst deugde niet voor de practische
politiek. Na den val van het tweede kei
zerrijk was hij naar Frankrijk gesneld, en
had hij onder den naam Robert Lefort dienst
genomen in het Loire-leger, waar hij streed
onder de bevelen van generaal Aurelles de
Palladine. Doch toen het oogenblik daar was,
waarop hij zich had kunnen doen gelden en
door zijn optreden het koningschap in Frank
rijk wellicht had kunnen herstellen, liet hij
de gelegenheid voorbijgaan. Hij was niet
genoeg avonturier om een gevaarlijk preten
dent te zijn. En daarin ligt waarschijnlijk
het geheim van zijn talmen en dralen, waar
door hij alle kansen op een restauratie ver
speeld. In 1873 was de toestand in Frank
rijk voor het herstel der monarchie gunstiger
dan ooit. Doch de graaf de Chambord sneed
elke mogelijkheid voor den terugkeer der
Bourbons af, door zijn verklaring, slechts
onder de witte vlag den troon van Frankrij ;
te willen bestijgen, een verklaring, die zooals
de legitimistische Mac Mahon zeide : de
chassepots van zelf zou doen afgaan ! Met de
onderwerping, die de graaf' van Parijs toen,
in het belang van la Maison de France aan
den kluizenaar van Frohsdorff betuigde,
sneed hij ook voor zich de mogelijkheid af,
ooit weder koning van Frankrijk te worden.
En toen in 18^3 de laatste der Bourbons
ten grave was gedaald, en de fransche
royalisten den graaf van Parijs als het hoofd van
het Fransche koningshuis erkenden, speelde
Philips van Orléans op waardige wijze den
koning in partibus maar het bleef spel.
Elke ernstige poging om gebruik te maken
van de omstandigheden, die in Frankrijk
vaak genoeg voorkwamen, bleef achterwege.
Toen de graaf van Parijs zich door zijn
deelneming aan de Boulangistische samen
zwering onherroepelijk had gecompromitteerd,
viel de royalistische partij uiteen ; zelfs de
Paus wendde zich van haar af, toen zij niet
meer strekken kon om zijn opportunisme te
dienen. En het optreden van Casimir Périer
als president der Republiek, van een man
had, dat hij, en hij alleen, verantwoordelijk
was voor de rottingslageu die hun nog brand
den op den rug.
»'k Had de pijp toch achter de kazerne
in den grond verstopt", zei Jakin gedwee.
»Je bent een verd... leugenaar," ver
klaarde Lew, doodbedaard.
»En jij bent een verd. .. bastaard," zei
Jakin, die zelf nooit van een vader of moeder,
of iets van dien aard, gehoord had.
Nu is er n woord in de uitgebreide
vocabulaire van de kazerne dat men zich
niet zeggen laat. Gij kunt een man een dief
noemen en geenerlei gevaar loopen. Gij kunt
hem zelfs een laf bek heeten zonder er dat meer
£. jeurt, dan dat u een laars voorbij de ooren
f 't, maar noemt gij hem een bastaard,
c L laat hij u niet los voor gij 't hem op
i^n landen bewezen hebt.
Je hadt wel kunnen wachten met dat te
zeggen tot die striemen genezen waren,"
zuchtte Lew, onderwijl berekenend waar hij
Jakin aanpakken zou.
»Ik zal je wel genezen," lachte Jakin, en
zijn vuist kwam op Lew's albasten voor
hoofd terecht. Alles zou goed afgeloopen, en
dit verhaal zooals in de boeken staat
nimmer geschreven zijn, had het noodlot niet
den zoon van den cantine-sergeant, een langen
slungel van vijf en twintig jaar, die niets te
doen had, in het oor geblazen zich op dit
oogenblik te vertoonen. Hij had eeuwig en
altijd geld noodig en wist dat de jongens
zilver hadden.
»Zoo, al weer aan 't vechten?" begon hij.
>-'k Zal rapport van jullie maken bij vader,
die onder de legitimisten en royalisten vele
vrienden telt, heeft thans aan de verwach
tingen van de pretendenten voor goed den
bodem ingeslagen.
Trouwens het woord van Thiers blijft
steeds waar. Er zijn te veel pretendenten.
Voor n troon melden zich thans vier per
sonen aan ; en dat waar het beginsel der mo
narchie op de aanwezigheid van een enkelen
onbestreden heerscher berust. Behalve de
hertog van Orléans, die als erfgenaam der
rechten van zijn overleden vader optreedt,
maken ook prins Victor Napoleon en Don
Carlos, de erfgenaam der oude Bourbons
aanspraak op den troon van Frankrijk. En
sedert enkele dagen is er nog een vierde
pretendent bijgekomen: de Spaansche gene
raal Francesco Maria de Bourbon Castellvi,
die zich den titel »hertog van Anjou" toege
igend heeft. Wie van dezen zal den troon
bestijgen ? Waar zooveel vorsten zich om de
kroon verdringen, is de republiek heteenige
middel om den vrede in het land te be
waren.
Hoe gering de kansen voor den jongen
hertog van Orléans ook zijn, toch schijnt hij
vastbesloten zijn rol als pretendent ernstig
op te vatten. Zeker heeft hij iets, wat zijn
vader ontbrak : moed, of liever dat, wat de
franschen courage plegen te noemen. Hij
heeft dat getoond door in 1890, als banne
ling, naar Frankrijk terug te keeren, ten
einde zijn dienstplicht te vervullen een
streek, dien hij met eenige maanden gevan
genisstraf moest boeten. Maar zijn optreden
als premier reemi de France heeft toch in
Frankrijk een goeden indruk gemaakt, al
werd die dan ook verzwakt door de
rnalligheden, waarmee hij zich tijdens zijn gevan
genschap bezig hield. Hij heeft pretenden
ten-bloed in de aderen en hij zou wel eens
gevaarlijk voor de republiek kunnen wor
den. Dit schijnt zonderling; maar als men
bedenkt, dat generaal Boulanjj'er, een man
zonder afkomst, familie of' tradities, zonder
eeiiige verdienste en alleen met zijn zwarte
paard, een oogenblik het lot van Frankrijk
heeft beheerscht; dan weet men, dat in
Frankrijk niets zonderling of verbazingwek
kend genoemd kan worden. Wil men de
republiek vrijwaren voor het optreden van
mannen als Orléans of Boulanger dat
men zich dan er op toelegge in plaats van
den vagen, negatieven grondslag waarop zij
berust, haar een positieve levende en
republikeinsche basis te geven. Dan behoeft
men voor geen pretendent meer bevreesd te
zijn, zoo min voor een prins als voor een
eerzuchtig soldaat.
IIIIIMIIMIIIIIMIIMIIIIIIIILUO
en hij zal 't rapporteeren bij den inlandschen
sergeant."
»\Vat gaat het jou aan?" zei Jakin, met
een minachtend optrekken van zijn neusje.
»0, »i/j kan 't niet schelen. Je zult er
gemaal om krijgen, en dat heb je al zoo
dikwijls gehad je moogt wel oppassen."
»Wat drommel weet jij wat wij gedaan
hebben?' riep Lew. »./// hoort niet bij 't
leger, leelijke politiek."
Meteen gaf hij den jongen man een
opstopper in zijn linkerzijde.
»Wat behoef jij, als je twee heeren aan het
vechten vindt omdat ze op die manier
willen zien wie gelijk heeft wat behoef
jij eft. je leelijken neus in te steken als het
je niet gevraagd wordt, hè? Ga naar huis
ga naar je moetje, naar je inlandsche moetje,
of we zullen jou ook wat geven," zei Jakiu.
De man zocht zich te wreken door de
jongens met de hoofden tegen elkaar te
bonzen. Maar het zou hem spoedig berouwen,
want Jakin wist hem een kraehtigen stomp
in de maagstreek toe te dienen, terwijl Lew
hem aanhoudend tegen zijn schenen schopte.
Er volgde een formeel gevecht van een half
uur lang, onder een ademlooze stilte en na
dat er een flinke strafoefening gehouden was
en er bloed gevloeid had, kregen ze hun
tegenstander onder, even zegevierend als
terriërs een jakhals op den grond werpen.
»En nu," hijgde Jakin. »zul je er van lusten."
Meteen begon hij hem op het gezicht te slaan,
terwijl Lew zich bezig hield met op de andere
lichaamsdeelen te beuken. Van ridderlijkheid
heeft een tamboers-leerling nog geen begrip.