Historisch Archief 1877-1940
DB AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 900
ff
Uit Dr. GrANNEF's Studeerkamer.
auteursrecht voor den inhoud van deze bladzijde wordt verzekerd volgens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Brugsch Pacha,
de bekende Egyptoloog.
Brugsch Pacha is een geleerde en een zwerver
geweest. Hij heeft zijn leven verdeeld tusschen
Egypte en Duitschland, het hof en de woestijn,
de wetenschap en het paleisleven. Het best
geven wjj zijn beeld in een korte vermelding van
de voornaamste gebeurtenissen van zijn leven.
Zijn vader was wachtmeester bij de ulanen van
de garde. Hij werd in 1827 geboren. Alexander
von Humboldt was zijn Maecenas; toen hij in de
hoogste klasse van het gymnasium zat, schreef
hij reeds een wetenschappelijk werk. Op
regeeringskosten werd hij naar Egypte gezon
den; zijn reine jongelingsliefde voor de
Ramsessen en de Psammetichussen werd te Caïro
een niet al te kieskeurige liefde voor Saïd Pacha's
geld. Te Berlijn was Brugsch een weetgierig
leerling geweest van strenge geologen en historici.
in het rijk van den duizend en een nacht liet
hij het goud stroomen, de dobbelsteenen rollen,
de odalisken dansen, de wonderlampen schijnen,
hij leefde bij de bloeiende lotos, in den damp
der tschiboeks, in de bedwelming van de haschisch.
Maar hij ontcijferde tevens de hieroglypen van
de monumenten, door Mariette gevonden; hij bracht
den sleutel voor de demografie ; hij was Duitsch
consul te Caïro, hij schreef een woordenboek
van zeven deelen in meer dan 2000 pagina's; als
belooning daarvoor kreeg hij een professoraat te
Göttingen, maar weldra was hij weder met onbe
paald verlof in Egyte en droeg hij boernoes en
fez. Hij leefde weelderig aan het hof, of bracht
weken achtereen door in liet Serapeum te Memphis,
en deelde zijn bed met slangen, tarantella's
schorpioenen, en luisterde des nachts naar het
huilen van jakhalzen, wolven en hyena's. Hij
begeleidde Franz Joseph, den eenvoudigen keizer,
op diens reis door Egypte, met Beust die in een
blauw zijden met goud gestikten boernoes op een
ezel reed, en Tegetthof, die zoo licht en elegant
en onverschrokken zijn dromedaris besteeg en
bereed, dat de inboorlingen verbaasd stonden.
Hij schreef slechte courantartikelen om zijn
schuldeischers te kunnen betalen, en heette
om zijn mildheid Abulmaaraf: vader van goedheid.
Hij organiseerde te Caïro een hoogeschool, te
Weenen en te Philadelphia de Egyptische
afdeeling der tentoonstelling. Ilij was de gids van
prins Friedrich Karl van Pruisen door Syriëen
Abessynië, Duitsch gezantschapsraad in l'erzië,
hij heeft voor astronomie en geologie, tijdrckening,
geschiedenis, taal, philosophie, godsdienst, poëzie,
en kunst, zoowel van de Egyptenaren als van,de
Hebreeërs geschreven, en is ttn slotte door de
Engelschen naar Duitschland teruggezonden, waar
hij dezer dagen overleed. Schweinfurth heeft op
zijn grafsteen te Charlottenburg een lotosbloem
gelegd, een laatsten groet uit het land van zijn
liefde.
China in nood.
(Lustige Blatter.)
Juffrouw Mors bij den
schedelkundige.
//Lieve Hemel, Betje! wat is er met je gebeurd?"
zei juffrouw Murs verwonderd, toen haar vriendin,
juffrouw Mors, verleden week haar salon in kwam
strompelen.
//Je moogt wel vragen wat mijn gewoonlijk zoo
kalm en vredig gezicht zoo heeft doen ontstellen
en in de war gebracht," antwoordde Betje met een
holle stem. ,/Het feit is, lieve, dat ik naar een
philanthropist, een professor in de physiologie ben
geweest, om mijn knobbels te laten uitleggen."
//Wat zeg je!" riep Martha Murs, op
deelnemenden toon. Deed het erge pijn, lievert?"
//Ik heb niet zooveel lichaamspijn geleden als die
ellendige, kleine, ongelukkige idioot van een pro
fessor onder en na de operatie heeft uitgestaan,"
antwoordde juffrouw Mors met een glans van vol
doening in haar oogen. Maar mijn geestestoestand
is vreeselijk geweest oni te aanschouwen. Om bij
het begin aan te vangen, Martha, ik zag een ad
vertentie iu de Stuivers-Gruwel om te doen weten
dat professor Schedelkijker genegen was alle sche
dels te onderzoeken, en daarover zijn meeniug te
zeggen, van de hoofden die zich tusschen 's mor
gens negen uur tot 's avonds zeven uur aan hem
zouden onderwerpen.
De kosten waren als volgt:
Voor een mondelinge beschrijving van al iemands
deugden, ondeugden, karaktertrekken, ? 1.50.
Voor ecu geschreven idem, voor al iemandsdito ?3.
Voor een uitgebreider idem, met een nauwkeu
rige beschrijving van iederen knobbel en bobbel
die op een merischenhoofd groeit; met bijzonder
heden over het huwelijk, raadgevingen voor beroep,
tak van werkzaamheid of roeping van de patiënt,
vooruitzichten wat betreft gezondheid en rijkdom,
etc., etc. ? G 50.
Twee hoofden worden beschreven voor den prijs
U moet als 't u blieft uw hoed afzetten, lieve
juffrouw", begon hij, //en mij ? 1.50 betalen, voor
dat ik met het onderzoek begin."
Ik gaf hem eerst negentig cent in kopcrgcld
en toen de rest in zilver, zette mijn hoed af, sloot
rniju oogeu en opende mijn mond.
U behoeft uw oogen niet dicht te doen, juf
frouw; ik zal uw kiezen niet uittrekken," zei hij en
liet zijn vingers langzaam over mijn haarspelden
gaan. Nu dan lieve juffrouw, u is een weduwe."
//Ik ben al verseheiden jaren weduwe; ja, sedert
mijn arme man stierf," antwoordde ik.
//Dat dacht ik wel," ging hij voort, dames met
hoofden zooals het uwe, lieve juffrouw, houden
hun mannen nooit lang."
//Hoor eens man," riep ik boos, niet aldoor dat
lieve juffrouw" als 't u blieft; daar houd ik niet
van!"
Heel goed, lieve juf-dame" ging hij voort,
duwde met -de eene hand een haarspeld in mijn
hersens en krabde met de andere over mijn voor
hoofd; u bezit een groote hoeveelheid diagnose..."
Dat zijn haarspelden, en geen diegnozen, stomme
eend", riep ik en wierp mijn hoofd achterover tegen
den neus van den professor.
U hebt geen gebrek aan lichaamskracht," ging
hij voort, terwijl een pijnlijke uitdrukking op zijn
gelaat zichtbaar werd, uw verstand is klein en
uw schedel van meer dan gemiddelde dikte."
//Ik had nog liever in het geheel geen hoofd,
dan dat ik zulk een knol op mijn schouders had
als jij!" snauwde ik hem toe. //lic begrijp niet dat
er een hoed op past!"
//Uw taal is min, dat wil zeggen, ik bedoel, uw
laalkiiohhcl is klein'', zei hij zicli verbeterend, om
dat ik dreigend mijn parapluie tegen hem zwaaide.
(ie hebt geen vereering, geen liefde voor het
schotme, geen ziel; maar uw eetlust is enorm."
J k beefde hoorbaar van woede en de akelige
kleine man ging voort, terwijl hij mijn oorcn naar
De betrekkingen tusschen Duitschland en Frankrijk.
(Lustige Bldtte.)
In den loop der tijden hoeft zich het Medusa-hoofd der ofticieuse pers veranderd in een
bloemruiker en zijn liismarck's dreigementen in complimenten van Caprivi veranderd.
Cliinees (treurig): »'t Schijnt wel, dat de pomp
Jens is!"
van anderhalf.
Nauwelijks had ik de advertentie gelezen of
ik dacht dat ik het wel plezierig zou vinden om
den professor mijn vele deugden te hoorcn prijzen
en mij te hoorcn zeggen, wat, een door en door
goede weduwe ik was. Daarom zette ik mijn
hoed op en wandelde regelrecht naar genoemd
adres.
Ik vond den professor in zijn armst oei gezeten,
vast in slaap, in een kleine ka ner, waarvan de
muren waren behangen met gekleurde
afiicchungen van ineiischuihoofdeu in alle mogelijke toe
standen. Fr was een lang puntig hoofd (dat stel
lig niets anders dan een steek kou dragen)
irctitelij: //Hoofd van een idioot." Aan den rechterkant
hiervan was een hcr.-cnpan gevormd als die van
ecu olifant, en genaamd '/Schedel van een Staats
man." \erder hinir er links een merkwaardig dik
hoofd: Versiaml, welwillendheid, geheugen.'' ]!ii
het raam zag men een groot, kaal hoofd met een
massa kleine ligiiren er op svschildevij. Daar
waren mannen aan het, vechten;. engelen die
schrijlings op donderwolken zaten; naakte ba'iies
met pijl en boog; een troep Duilsehe muzikanlei).
door den bliksem gctroll'ei ; een k-ipcl, schomme
lend terwijl er binnen in dienst was ; een bran
dend schip in een korenveld, een nnin die op een
horloge kijkt zoo groot als hij zelf. een vrouw
die zit, te schuren met zes wee/en op haar schout ;
eii een aap die tegen de sterren grijnst door den
loop van een kanon.
Ik lachte hartelijk om die komische schilde
ringen en de professor werd op eens wakker.
Het was een heel klein mannetje, met, een
reusachtig hoofd, smalle schouders en dunne
beeuen.
T\ at is er van uw dienst, jull'rouw:'' riep hij
uit, en sprong met geweld uit, zjn stoel.
Geef mij voor ? l.ön een beschrijving van mijn
karakter; beschouw mijn hoofd en zeg mij waar
ik geschikt voor beu,' antwoordde ik en ging op
een grooten stoel zitten, gelijk aan dezulke die bij
kappers worden gebruikt.
voren duwde : u kunt uwe hartstochten niet be
dwingen; u hebt nooit een cent in u w leven
weitgegcvej), n zij t koppig, gulzig, eigenzinnig, onmu
zikaal. L ontbreekt orde, lijne beschaving, welwil
lendheid. De knobbel van eigenwaan is buitenge
woon groot, en ilie van het geweten ontbreekt ge
heel. U zijl wantrouwend, geslepen, listig, twistziek,
ijdel, zelfzuchtig!"
,/Aog iets':' riep ik, vuurrood van verontwaar
diging Waar ben ik geschikt voor!'Ju welk beroep
zou ik shnrcn':"
«. Ik kan mij geen enkel beroep denken dat
geschik!" /uu zijn voor een dame van znlken
onartistickcu smaak en zoo weinig verstandelijke ontwik
keling," antwoordde hij, u zouelt goed zijn voor
waschvrouw, oppastcr van een krankzinnigengesticht
of handelaarster iu vodden. Ook zon het voor u
geen kwaad denkbeeld zijn om een commensaal of
twee te houden, geen kwaad idee, voor zoo ver
u betreft, u zelf, meen ik. maar ik zou u niet
kniinen rceotninnndeercn.'
Daar, dat heb je beet,, oud waterhoofd,"
schreeuwde ik, en wierp hem tegen een 'nuste van
Shakespearc aan met een slag van mijn parapluie.
,-,Daar! :k hoop dat dit. je een knobbel heeft be
zorgd van iets dat je voor dien tijd niet hadt be
zeten."
'l oen joeg ik hem in een hoek, viel over een
stoel, trapte op mijn eigen hoed, trok hem bij zijn
oor in de hooirte, stompte hem iu den kolenba'k.
wierp een lleseh nikt over hem heen, i am hem
op en gooide- hem tegen zijn schilderij van den
idioot aan.
,\la,ar lieve jull'rouw," stamelde hij, laat dat
als 't u blieft. Jk heb me iu u vergist. ]ii ecu
ander licht gezien, doet u\v hoofd mij deuken aan
alles wat ocd en edel is iu de vrouw wer
kelijk!"
Ga voort!" riep ik en prikte hem iu zijne
ribben met de punt, van mijn parapluie.
-1" zijt een ware engel welwillend, lief
dadig', zachtaardig lankmoedig!" kreunde de
professor, kermend. //Is dat goed geuoeg voor u f'1
Een lief land.
(Forain in den figaro.}
Monarchisten, na de begrafenis van den graaf
ran l'arijs: »En nu gaan we dinoeren bij Cornelius
van J'anjs
Ilerz."
Neen, neen, nog meer!" riep ik woedend.
Als dichteres, kunstenares, of schrijfster, zoudt
u in drie weken fortuin maken," gin<r hii llauwtjes
voort, en als gij n aansloot bij het edele bond
der ziekcnverpleegsters, dan zou uw naam bij het
nageslacht bewaaid blijven."
//Spreuk j;; de waarheid?" vroeg ik. Zweer br'
iets groots dat ge mij geen leugens vertelt,!1'
Ik zweer bij mijn eigen hoofd," rochelde hij.
//Waarom hebt ge eerst zulk ecu slecht getuigenis
van me gegeven !'" vroeg ik en liet hem weer
overeind krabbelen
Omdat, ge mij uit den slaap hebt gewekt, was
ik erg uit, mijn humeur, lieve dame," zei hij
zacht. Toen ge mij daarna bijna geheel in koper
geld bctaahh t, raakte ik nog meer uit mijn hu
meur; en toen ge mijn hoofd '/::en groote knol"
noemdet, besloot ik n ij te wreken. Heeren van
mijn beroep zijn zeer gevoelig wat, hun hoofden
betreft, en ik denk dat, ik geen uitzondering op
den regel maak."
Jk beklaagde den kleinen man toen wel een
beetje, Martha, en gaf hun nog een stuiver om
iets te koopen voor versterking van zijn uitge
hongerd lichaam, dat, het meer zou overeenkomen
met zijn hoofd. Toen scheen hij dankbaar te
wezen, maar de manier waarop hij de deur van
zijn kamer dichtsloeg en afsloot, toen ik op straat,
was, gaf mij den indruk dat hij mij toch eige ilij
niet zulk een engel vond.
iiiiiiilmmmiiii
M.
Een geschiedenis uit het Pusterthal.
Dit is een geschiedenis niet van weiden en
grazende koeien, maar toch bijna daarvan, /ij
handelt nl. over do bellen, die de koeien om
hun hals dragen. /ij speelt in een koftieluiis
De bellen zaten aan de armbanden van eenige
jonge dames, lieve verschijningen, die geheel
naar de nieuwste mode waren gekleed. Die bellen
schijnen dus ook tot de nieuwste mode te
behooren. Maar een jongmonsch, die nog vast ir.
zijn dichters zit. stond op. en sprak:
Die Vogel kennt man amUciioder
Die zarten Frauen am elaut.'
De dames stonden verstoord op, en gingen
heen, tingclingeling: tingelingoling. En achter
haar aan, als de koeien van de weide liepen
de spottende jongeling en zijn vrienden.
Toch dichters!
Slechte maanden zijn Augustus en September
voor de brniloftsdichters te Parij*. Er wordt niet
getrouwd in deze maanden; hot lijstje dat deze
poëten des /omlags van den Burgerlijken Stand
halen, is slecht voorzien. Anders, wanneer het
in den .season" is van het trouwen, valt er heel
wat voor hen te dichten, (ielukkig dat ook ir,
Frankrijk voel dames Marie lieeten, want hot
huwlijksvci's is een naamvers, on do dichters
kunnen dus hetzelfde begin voor tal van geval
len gebruiken, /ij hebben over de verschillende
standen in de maatschappij hun eigenaardig
oordeel. Ken schrijver, een zaakwaarnemer en
een deurwaarder vallen bij hen onder n rubriek.
de slechtste van hun catalogus. Bovenaan staan
ingenieurs, advokaten, indnstrieelen en renteniers.
De dokters komen al wat verder achteraan en
de oilk'ioren en docenten .staan in het midden
naast weduwen, gescheiden vrouwen, of dames
die een -\ erhultniss" in het reine brengen.
Do bclooning van deze dichters wisselt af van
n tot tien francs; meestal krijgen zij een stuk
j van ion sous; maar dikwijls ook, daar de
conl currentie /waar wordt, en een rijk bruid/e al
spoedig l") a 20 gedichten ontvangt, moeten zij
zich mot minder tevreden stellen.
Jakutsk.
Een stad waar vruchtboomen onbekend zijn, waai
nimmer een appel, noch pen sinaasappel wordt ge
zien waar de post van Petersburg meer dan een
maand na afzending aankomt, waar koflie een
weel| deartikel en petroleum een onbekende grootheid is.
waar een Kuropeesche haring -'?> kopeken kost
zulk een stad is Jakutsk in Siberië.