Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 901
Uit Dr. GANNEP's Studeerkamer.
(Het auteursrecht voor den inhoud van deze bladzijde wordt verzekerd volgens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
De keizerin van China.
HELTSJES
De geschiedenis van
Poffington's portret.
Claudius Melton van de Schildersakademie, nu
een schitterende ster in de kunstwereld, was niet
altijd zulk een helder licht als tegenwoordig, maar
(en dit is niet eens zoo heel veel jaren geleden)
slechts een arm kunstenaar, die zijn eigen potje
moest koken; knap, zonder twijfel, en ijverig ook;
maar het genie, door niemand voortgeholpeu, vindt
het dikwijls moeilijk om verder te komen, en zoo
was het ook met Claudius. Hij vond dat portret
ten schilderen zijn fort was, maar daar weinigen
van de goede soort modellen zijn atelier beguns
tigden, moest" Claudius dikwijls vervallen in
historische of andere onderwerpen om zijn penseel
niet lui te maken en rond te komen; want kun
stenaars, evenals andere gewone stervelingen,
kunnen niet van de lucht leven.
Eens op een dag zat Claudius in zijn studeer
kamer, in sombere overpeinzingen gehuld, toen een
bezoeker werd aangekondigd. Hij haastte zich hem
1e ontvangen en was erg benieuwd wie de onbe
kende bij mogelijkheid kon zijn. In de voorkamer
vond hij een ouden heer die zichzelf voorstelde
als den heer Poffiugton; William Pofiington,
mijnheer; hoofd van de firma Poffiugton en Zonen,
West-Indische dokken," om zijn eigen woorden te
gebruiken. Claudius kende den naam wel; het was
een firma wereldberoemd in het snikerraffmeeren.
Hij had ook gehoord van de gierigheid van het
hoofd der firma, in groote en kleine zaken, en het
was waarlijk een verrassing voor Claudius toen hij
vernam dat de oude koopman zijn portret geschil
derd wilde hebben en gekomen was om zijn voor
waarden te vernemen.
Een ding verrukte Melton dadelijk en dat was
het hoofd van den man. En zeker was het een
feest voor een artistiek oog. Kale schedel, rimpels
in het voorhoofd, vooruitstekende wenkbrauwen,
doordringende oogen, haviksnens, mond als het
lemmet van een mes, ingezonkeu, kleurlooze wan
gen; puntige kin, die scherp en hoekig uitstak
boven het witte linnen, als een ouderwetsche kop
op een schild.
Melton bekeek het interessante gelaat en terwijl
de koopman uitlegde wat hij wenschte, nam de
kunstenaar de lijnen, de bijzonderheden en de
trekken van dit vreemde type in zich op, dat uit
eigen vrijen wil voor hem wilde zitten. De kun
stenaar voelde dat hij in staat zou zijn zulk een
onderwerp tot zijn recht te laten komen.
/rWel, mijnheer Melton, hoeveel vraagt u er
voor," vroeg de koopman erg uit de hoogte.
//Viiftig pond, mijnheer."
De koopman sprong op in zijn stoel. Zulk een
som te verwachten voor het beverven van een
stuk doek, leek hem veel te overdreven. Hij nam
zijn hoed en stok op, om weer heen te gaan. De
kunstenaar stond ook haastig op. Hij was bang
dat dit prachtige model aan zijn handen zou ont
glippen eu een zeker iets fluisterde hem in dat
het geluk nu eindelijk eens keeren zou.
//Mijn waarde heer," zeide hij, dat is mijn
Cleveland en de suikertruct.
(Judge.)
gewone prijs," wat een leugentje was van
Claudins, //maar daar ik hoop van u een werkelijk
artistiek portret te maken, ben ik genegen ten
minste voor dezen keer mijn prijs te verlagen.
Vertel u mij eens, wat zou u willen geven?"
Na een beetje gescharrel van den kant van den
koopman, kwamen zij ten laatste tot een goed
einde en het portret zou worden geschilderd voor
vijf en twintig pond. Toen stond de oude man op
om heen te gaan, altijd nog brommend over de
buitensporige prijzen door artisten gevraagd.
//Wanneer weuscht u dat ik voor u zit, mijnheer
Melton," zei de koopman.
Er is geen haast bij, mijnheer; als u het goed
vindt, wilde ik nog een paar dagen wachten. Als
ik klaar ben zal ik liet u laten weten."
,/IIeel best; goeden avond, spoedig zien wij
elkander weer."
Op hetzelfde oogenblik dat Poffiugton de kamer
verliet, liep Melton naar zijn atelier, nam zijn
palet, en begon het portret te schetsen op een
nieuw doek. Hij verlangde liet denkbeeld uit te
werken waar hij nu van vervuld was, en daarom
bracht hij den gehcelen dag in onafgebroken
schilderen door, en toen het avond werd, stond
liet gelaat van den ouden man, duidelijk uitko
mend tegen den donkeren achtergrond, op het doek,
en men kou een sprekende gelijkenis op het ge
zicht waarnemen. De oude koopman keek u vlak in
het gezicht, zijn elleboog rustend op den lessenaar,
overdekt met boeken, liniaals, papier en pennen
al liet noodige voor de goede uitrusting van het
kantoor eener groote firma. Den volgenden dag
werkte de artist liet bij en maakte zijn schilderij
af. Toen stopte hij het in een kist en riep den
boodschapjongen dien hij gewoonlijk gebruikte.
aBreng dit dadelijk naar mijnheer Pofiingtou's
kantoor aan de West-Indische dokken; geef het
hem zelf, in zijn eigen handen, zeg hem het te
openen, en wacht op antwoord."
Melton was in extase. Hij verwachtte ieder
oogenblik dat de koopman binnen zou komen
draven om hem te feliciteeren met zijn
vcrwoneen klein raam, met zware tralies. De boeken,
papieren, pennen en lessenaar verdwenen en in
hunne plaats verschenen een oud stroomatras, een
leelijke kan en een korst brood.
Toen dit gedaan was, stak de kunstenaar een
kaartje in de lijst en daarop schreef hij ,In hech
tenis voor schulden." Daarop zette hij zijn eigen
naam met groote letters in den hoek van de schil
derij. Toen riep hij een rijtuig aan, en reed weg,
naar een oud vriend, genaamd Jones, een
schilderijenkooper in de straat, die dikwijls schilderijen
van hem had gekocht.
Waarde Jones," zeide hij, ik heb hier iets
dat ik als werkelijk goed beschouw. Mag ik het
in uw raam tentoonstellen?"
Hij was er verrukt over. Het was uitstekend,"
verklaarde hij.
//Zeker, beste Melton," voegde hij er bij. Het
zal mij een groot genoegen zijn het in mijn raam
ten toon te stellen. Ik zal spoedig genoeg een
kooper vinden, wees maar niet bang. Maar voor
hoeveel?"
Ik. weet het nog niet." zei Melton, //maar als
er een ernstig kooper komt, Iaat het mij dan
weten. En plaats het vooral zoo dat het goed in
't oog valt."
De schilderij stond op de cereplaats in het raam,
en vóór den avond was de faam al wijd en zijd
verspreid, en den volgenden dag waren de bladen
er vol van.
S u gebeurde het dat Poffiugton's oudste zoon
voorbij kwam en als iedereen bleef staan om te
kijken naar de beroemde schilderij. Goede Hemel.
Binnen een half uur was hij op het kantoor en
stormde zijn vader de deur uit, om zich van het
feit te overtuigen.
Ja, hij was liet werkelijk! Maar zoo laag
gezgnken, in hechtenis voor schuld!" Hij, een der
rijkste kooplui uit Londen. Deze bectncmerij
moest dadelijk uit zijn. En aldus, met het stellige
plan om alle wrekende wetten op liet hoofd van
den beleedigendeii kunstenaar te laten neerkomen,
ging de koopman, razend en wrokkend, regelrecht
Engeland en de anarchisten.
(Klaclderadatseh),
De krokodillen verschuilen zich onder Engeland's vleugelen.
CLEVELAKD (nchreiend) : »Nu krijg ik een poesje
in plaats van mijn bow-wow-wow !"
derlijke genialiteit; maar zijn hoop zou niet ver
wezenlijkt worden, daar drie kwartier later da
boodschapjoiigcn terugkwam met de schilderij op
zijn rug en een opgevouwen papier in de hand.
Wat beteekent dat r'' stamelde de kunstenaar, j
Wel mijnheer, 7,00 is het. Zoo gauw als die l
oude baas die schilderij zag, zette hij zijn veeren j
op en wilde mij met schilderij en al op straat !
zetten. Toen draaide hij zich om en schreef dat l
briefje en zei dat ik het mee moest nemen en de
schilderij ook, naar ma-u- dat zal ik niet zeggen,
waarheen mijnheer, en daar ben ik nu. Het is ecu
driftkop, en niet weinig ook."
Melton liet hem vertrekken, en toen hij weg was
begon hij hel briefje Ie lezen dat hij had ont
vangen. Het was geschreven op eene factuur en
begon aldus:
Mijnheer. Ik verkies niet voor den gek ge
houden te worden door iemand en allerminst door
een zoogenaamd kunstenaar, (jij en ik waren
overeen gekomen dat ik voor u zon zitten voor
mijn portret, maar gij hebt -ehaudcld alsof u u
verbeeldde dat deze schikking u 1e veel moeite
zou veroorzaken. Deze kiadschilderij is beiden, u
zoowel als mij, onwaardig. Neem deze earicatuur,
i/i.:' iii /i/.-t n/iiixt tiii't f'ji i,/ij lijkt, terug en beschouw
alles als uit tusschen ons. Ik verblijf, mijnheer
euz. W. Pofliugt-.m."
Melton lachte lang en hartelijk.
Wat een idioot; wat een oude gek,'' riep hij.
En nog andere uitroepen, hard en diep, klonken
door het atelier. Maar op eens werd de kunstenaar
ernstig en toen hij naar zijn werk keek, dat in
ieder opzicht zoo prijzenswaardig was, kwam er een
gevoel van woede over hem en hij verlangde
naar wraak.
Eensklaps sprong hij op van zijn stoel. Een
buitengewoon denkbeeld doorkruiste zijn brein en
dadelijk greep hij het aan, met, een glimlach op
de lippen.
Hij plaatste het doik weer op den ezel en begon
er met grooten ijver aan te werken. In korten
tijd had er < en opvallende verandering plaalh ge
grepen in het portret. Het gelaat, een levende en
sprekende gelijkenis, bleef onveranderd, maar de
uitdrukking was somberder geworden, de mond
meer ingevallen, de neus krommer, en de kin
puntiger en scherp. Toen verdwenen de verschil
lende accessoires. De donkere achtergrond veran
derde in de wanden van een cel, verlicht door
naar het vermelde voorwerp van zijn toorn.
Claudiiis was in zijn atelier toen de woedende
koopman verscheen. Hij was bleek van drift, en
de aangeboden zitplaats weigerend, barstte hij los:
Zeg eens, mijnheer, er is op 't oouenblik een
schilderij bij Jones in de Strand tentoongesteld,
dat mij de risée van de heelt; stad maakt. Jk
verzoek dat die schilderij dadelijk wordt wegge
nomen, of ik zal genoodzaakt zijn, u in rechten
te vervolgen. Begrijpt u mij r"
//Niet geheel, mijnheer. Er is voorzeker een
schilderij van mij in de inrichting die u noemt,
maar ik zie niet in hoe die u in 't minst kan
aangaan."
//Wat? Durft u. Maar ik zeg u, die schilderij
is mijn portret, mijnheer."
Uw portret," antwoordde Melton, met
goedgcveinsde verbazing. Zeker u bent bij mij gekomen
om uw portret te laten schilderen, en denkende
dat ik u aangenaam verraste, schilderde ik het,
uit het hoofd, en was ijdel genoeg om te vinden dat
het goed gelukte. Maar u zoudt de schilderij terug,
met de verklaring en let wel, schriftelijk dat
het volstrekt niet op u geleek. Is dat niet waur?"
Mr. l'oflington voelde dat hij vast zat. Hij
durfde geen woord te zeggen.
Wel," zeide hij, na een lange pauze, laten
wij trachten de zaken te schikken en wel zoo
gauw mogelijk. Ik zal u vijftig pond geven voor
de prnllige schilderij."
Wacht u even," zei Melton luchtig. Ouder
ons gezegd, beschouw ik die schilderij als mijn
beste werk. Ze is uitgevoerd op een bijzondere
wijze, die haar waarde verhoogt. In 't kort, ik
kan u die schilderij niet geven voor vijftig pond,
niet voor honderd, of zelfs voor twee honderd. Ik
moet, op zijn allerminst driehonderd pond hebben,"
en de kunstenaar keek den koopman recht in 't
gezicht.
Drie honderd pond! Je beut niet wijs! Is er
iemand gek genoeg om zulk een som te geven
voor zulk een afschuwelijke kladschilderij. Ik zeg
nog eens, man, je moet het kleine beetje gezond
verstand wat je ooit, kunt gehad hebben, ook nog
hebben verloren."
,,Neem me niet kwalijk, mijnheer," antwoordde
Melton, ik heb voor mijn werk ecu prijs gesteld
die ik aeiit de goede waarde er voor te zijn, en
geen shilling minder wil ik aannemen. U kunt het
er la*en of het meenemen."
Dan, mijnheer, zal ik het er zeker laten," riep
De keizer van China,
de koopman met klimmende woede, toen hij dade
lijk het atelier uitstormde.
Maar toen voortwaudelende, bedacht hij dat, als
die verfoeilijke schilderij in Jones' raam bleef,
ecu massa vrienden en kennissen "er naar kouden
komen kijken en er zich vroolijk over maken. Als
zulk oen staat van zaken bleef bestaan, zou
hij bang zijn zich in het publiek te vertoonen:
de straatjongens zelfs, zouden het misschien te
weten komen en hem nasclircenwcn. Het koste
wat liet wilde, de schilderij moest worden ver
kocht; maar dan drie honderd pond.
Zoo denkend keerde hij naar het atelier terug.
Mijn waarde heer," zeide Melton, toen de
koopman hem d ; gevraagde som overhandigde, //u
is te goed; en ik moest, u wel erg bedanken, maar
juist nadat u vertrokken was, doorkruiste een
machtig idee mijn brein."
Wat is dat idee r ' vroeg de oude mail, terwijl
een heimelijke vrees hem bekroop.
Dit, ik zie dat mijn schilderij een ware sensa
tie teweeg heeft, gebracht, eu nu heb ik besloten.
het voor een dag of veertien bij Jones te laten.
eu het dan voor een kroon het kaartje te verloten.
En opdat liet goed in het oog zal vallen, laat ik Int
door een man op zijn rug door de stad drau'eu."
Du ongelukkige koopman was buiten zich zelvcn
van woede. Hoc kou hij het dulden, dat zijn
portret zoo door Londen zou worden gedragen ':
Eu dau nog In hechtenis voor schuld" ook, hij
de rijkste suikennakelaar in de City. En met een
stem, onvast door ontroering, smeekte hij den
kunstenaar genade te hebbeu.
Zeg dau wat u hebben moet, als die vrecselijkc
schilderij weg zal worden genomen van wa'-:rzeis.
Ik wil nog vijftig pond meer geven dan wat ik
heb geboden."
Maar Melton was onvermurwbaar. Hij stak
kalm een sigaar op. Laat eens /ien, die loting
die ik wilde hebben zou mij op zijn minst vijf
honderd pond opbrengen; twee duizend kaartjes
ziet u. Wel, ik zal niet a! te hard zijn. Geef mij
een cheque voor dat bedrag, en dau zuilen wij
het ([uitte noemen."
De koopman smeekte, dreigde en raasde, maar
alles te vergeefs. Daar dan." riep de oude man
eindelijk, hier is ecu cheque voor dat bedrag, en
geef mij in Godsnaam volmacht om dat vervloekte
ding weg te nemen."
De kunstenaar glimlachte en gaf toe, zonder een
woord meer te zeggen.
*
Dat, bleek het keerpunt in Melton's loopbaan
te zijn. De geschiedenis werd bekend; mensclien
die geschilderd wilden worden verdrongen zich
voor zijn atelier, opdrachten bestormden hem, c
spoedig bemerkte hij dat zijn talent teu volle
erkend werd.
Hij wisselde de cheque den volgenden morgei;.
c,n hield er vijf en twintig pond af, de som die
eerst afgesproken was geweest; de rest schonk hij
voor liefdadigheid, arm als hij zelf op dat
oogeiiblik was.
Wat mr. Pofliugtou betreft, hij liep snel naai
mr. Jones' winkel, greep het vcrweiischtc schil
derstuk, nam het mee naar huis eu in ecu aanval
van woede sprong hij er op, schopte het, sneed er
met een mes iu, scheurde het iu snippers, eu ver
strooide die naar alle windstreken, honderde maler.
de dwaasheid verwenschendc die hem vijfhonderd
pond had doen betalen voor zijn eigen portret
alleen om het te verscheuren en weg te werpen
Het nieuwe partijprogram der
Duitsch-vrijzinnigen.
(Lustige JHattcr).