De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1894 21 oktober pagina 2

21 oktober 1894 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 904 groote gebouwen zelf een zaak te beginnen. HVJ trok ter verwezenlijking van dit denk beeld eindelijk de stoute schoenen aan en wist een onderhoud te verkrijgen met niemand minder dan den heer Pereire, den president van de Immobilière, die hem zeer uit de hoogte ontving, zelfs zonder hem een stoel aan te bieden, maar van wien hij niettemin de toe zegging wist te verkrijgen van een voordeelig huurcontract voor de gezamenlijke winkels, gelegen op den hoek van de rucs St. Honor en Marengo. Nu ontbrak nog slechts het ka pitaal! Zijn barbier, dien hij in 'l vertrouwen had genomen, zei daar wel raad op te we ten en bracht hem in kennis niet den heer Hériot, chef in de zijde-afdeeling van de Vitte de Paris. Deze vond het plan prachtig maar bezat zoo mogelijk nog minder dan Chauchard zelf! Toch was hun kennismaking niet vruchteloos want zij gingen nu samen op een geldschieter uit en wisten den heer Faret, eigenaar van de Belle Fram/aise te bewegen zich voor ?50000 met hen te associeeren. Zoo kon dan werkelijk dit driemanschap reeds den Oden Juli 1855 de Parijsche dames ver wittigen, dat zij een magasin de nouveautéa hadden geopend dat den naam zou dragen van de Louvre. Ongelukkigerwijze echter waren de Parijsche dames niet bijzonder toe schietelijk en hadden na verloop van het eerste jaar f?e drie associés tezamen nauwelijks 1500 fr. verdiend! Den heer Faret sloeg toen al dadelijk de schrik zoodanig om het hart dat hij al zijn geld uit de zaak terugnam. Een nieuwen associékregen de beide anderen niet, maar toch daagde er andere hulp in den persoon van zekeren heer P»yen, een hande laar in zijden stoffen, die hun een gelijke som ter leen verstrekte. De herren Chauchard en Hériot zetten nu de zaken alleen voort en ditmaal met zooveel succes dat de Raad van de Immobilière weldra vrijheid vond met hen tezamen een maatschappij te vormen van 550.000 gulden verdeeld in aandeelen van / 2500 ieder, onder beding- dat de winst zou worden gedeeld tusschen de geldschieters en de gérants. De eersten zouden echter ~> pCt. van hun geld krijgen vóórdat er van eenige winstuitkeering sprake zou zijn, terwijl de gérants zich zouden tevreden stellen met een tractement van f 250 per maand zoolang aan deze verplichting niet kon worden voldaan. Dit was inderdaad verscheidene jaren lang het geval hetzij doordat de zaken maar matig fingen hetzij doordat Hériot de winsten ge mikte om de zaken uit te breiden. Het gevolg hiervan was dat verscheidene aandeel houders den moed opgaven en hun aandeelen zelfs raet verlies verkochten, waardoor andere minder kortzichtige kapitalisten in de gelegen heid kwamen om voor / 1250, de helft van de nominale waarde, stukken te koopen die verleden jaar alleen aan rente opbrachten het aanzienlijk bedrag van ? 0500, d. i. dus bijna 800 percent! Het spreekt echter van zelf dat deze florissante toestand eerst lang zamerhand werd bereikt; nog in I.S78 maakte de duchesse de Galliera volstrekt geen bezwaar om hare aandeelen af te staan aan den heer Hériot a pari dus voor f 2500 elk. Hériot wist natuurlijk wel wat hij deed, want al waren de dividenten bijna nul, de winsten waren er niet minder om. Hij stak ze echter telkens opnieuw ia de zaak, die ze dus wetr opslokte naarmate zij ze voortbracht. Zoosteeg het maatschappelijk kapitaal voort durend en mag het op dit oogenblik wel op 25 millioen worden geschat. De groote vlucht der onderneming dateert evenwel eerst van den laatsten tijd. Nog in de eerste jaren van de Republiek, in 1875, bedroeg de omzet wei nig meer dan ? 20 millioen. In 1S1J3 was die echter gestegen tot /' GO millioen, terwijl de winst over dat jaar bedroeg ? -1.180.0UÓ d.i. kon niet genoeg dooden van do vluchtenden. Lang voor het laatste salvo kwamen do draag baren de gewonden weghalen. J)e slag was beslist; had men versterking van troepen gekregen, de Afghanen waren van den aard bodem uitgeroeid geweest. Thans konden zij hun dooden tellen bij honderden, en nergens lagen er meer dan waar het /'ore and Aft gevochten had. Maar het regiment stemde niet in met het gejuich van de Hooglanders, ook namen zij geen deel aan de afschuwelijke dansen van de Gurkhas tusschen de dooden. 7ij keken, op het geweer geleund, van onder de neer geslagen oogleden naar hun kolonel. »Terug naar het kamp," gebood deze. »Is het niet schande genoeg voor een dag ? Ziet wat je voor de gewonden doen kunt. Daar alleen ben je goed voor.1' Toch had het Fore and Aft het laatste uur zich zoo kranig ge houden als de meest veeleischende generaal verlangen kon. Ze hadden zware verliezen geleden, omdat ze nooit zoo iets bij de hand gehad hadden, maar aan dapperheid had het hun niet ontbroken, en dit was hun be looning! ... Een jong inlandsch sergeantje die zichzelf al een held vond, bood zijn veldfle.-sch aan een Hooglander, wiens tong zwart was van den dorst. »Ik drink niet met lafaards,'' ant woordde de Hooglander met hcesche stem, waarna hij zich tot een Gurkha keerde en dezen vroeg: »Hya, Johnny! Heb je een slok water voor me?" De Gurkha reikte grinnekend zijn flesch aan. Het Fore and Aft zei geen woord. Alleen toen zij in het kamp teruggekeerd waren, maakte de Generaal, die binnen drie maanden een lintje kreeg, hun een compli mentje over hun flink gedrag. De kolonel was wanhopig; de officieren mopperden. zooals wij reeds zeiden 800 pCt. per oorspron kelijk aandeel en bijna 7 pCt. van den om zet, een resultaat, nog gunstiger dan dat van den Bon Marché. In vergelijking van deze beidereuzenbazars maken de andere groote Parijsche magazijnen reeds een meer bescheiden indruk. De Belle Jardinière, die na den Louvre volgt, heeft nog wel een op zichzelf zeer respecta belen omzet, namelijk van 19 millioen gulden, maar dit is toch nog geen derde van den Louvre en slechts een vierde van den Bon Marcht. Zij heeft echter de oudste brieven want zij be stond reeds in 1820 toen zekereParissot een kra merswinkel hield die wegens de nabijheid van de bloemeiimarkt tot uithangbord had A la Belle Jardinière. De gewoonte om nieuwe gemaakte kleeren te koopen was toen nog niet in zwang. Parissot was de eerste die dit artikel te koop aanbood. Aanvankelijk bepaalde hij zich in zij i bescheiden winkel van 12 vierkante meter oppervlakte tot den verkoop van werkpakken voor arbeiders. Langzamerhand werd het gala-costuum der proletariërs daaraan toege voegd en dertig jaar later had zijn omzet van confectie zulk een omvang genomen dat hij vijf en twintig huizen aan zijn winkel had moeten trekken. Het kapitaal der onder neming bedroeg toen 3 millioen, dat nagenoeg geheel uit de winst was gekomen. Na den dood van Parissot zitten zijn familieleden de zaak voort en een dezer, de heer Charles Bessand bestuurt de Belle Jardinière tot op dit oogenblik. Hij bracht het magazijn in ISfiG onteigend ten behoeve van het Zie kenhuis over naar de plaats waar het thans 34.00 M. beslaat in de nabijheid van den Font, Natf. De betere inrichting en de betere stand deden den omzet nog toenemen ; de aandeelen stegen van f 25001)'"tot /' 125001.1 in waarde, en brengen op 't oogenblik ieder ? 2i)i;oi> aan rente op. De netto winst bedraagt / 1.200000 wat over den omzet van l!) m. G.3o pCt. uit maakt, dat is dus minder dan de Loiicrr maar meer dan de Boii Mnmif. Twee andere huizen die, wat den omzet be treft, ongeveer op dezelfde lijn als de Helle Jardlnil're staan, zijn de Printemps en de Samm itaine. De stichter van den Printem^, Jules Jaluzot was afdeelingschef in den Jion jlarcln'. Door zijn huwelijk kreeg hij de beschikking' over l'/-j ton waarmede hij. in 1SIJ5, don J'riit/cmjits oprichtte op den hoek vau den Jjunlrcard Ilausxmann. Ook deze onderneming slaagde, maar alleen weer voor zooveel den ontvet betreft. Winst werd ook hier aanvankelijk niet ge maakt. Maar Jaluzot liet zich i iet ontm i digen en daar de omzet weldn tu;> tot 2 millioen kreeg hij zijn voorschoiten ei ^p< t dig weer uit. De winkel moest \vouU \ uit L legd, tage na tage werd er aangttiol-k» i en later werden ook de aangrenzende huuui in. beslag genomen totdat in 1881>-->.-i- de o itla. gtbouwen verbrandden. Na den bfifjbd stichtte j! Jaluzot om den l'riit!c»/jjy te herbouwen en tef, exploiteeren een commanditaire vennootschap V met een kapitaal van 17' .: millioen, Dit was J. een fout. Als Jaluzot zonder vreemde hulp, * met de uitkeering der iissurantiemaatschap-i; pijen opnieuw was begonnen, dan zou hij dep zaak alleen in handen hebben gehouden, 'hans?' behoort zij hem slechts voor een vierde toe,' en wat erger is /it hij overvoerd met? kapitaal, waardoor hij, inplaats van geld voor-. het drijven van zaken, zaken moet zoekettf om het vruchtdragend te maken. 'i-, Dientengevolge schijnt de Printfiiijix, al" maakt zij nog zeer goede zaken, minder ge-5 lukkig te zijn dan de andere ondernemingen.'. Hare Ie talrijl;c aandeelen staan althans min-, dei hoog genoteerd. De Samaritaine is haar dan ook, zonder beroep op de beurs van anderen, in omzet gelijk gekomen, ja voorbij gestreefd. Ook de stichter van deze onderneming, de heer Cognacq, was van huis uit een zeer eenvoudig man die voor verschillende patroons in de omstreken van Parijs met stoffen ventte tot dat hij, stuiver voor stuiver, een spaarpotje had gemaakt waarmede hij in 18G9 besloot zelf te beginnen. Aanvankelijk moest hij huren per dn g in de Ene du Pont Nruf, maar al spoedig slangde hij zóó goed dat hij reeds het volgend jaar een huurcontract van langeren duur kon sluiten. In 1872 had hij ./' 5000 ter zijde gelegd eii trouwde hij met Mlle Jay, première in de costunies-afdeelïng van d( n L'oit Marvin', die hem als bruidschat het dubbele bedrag aanbracht, bespaard op het loon dat zij verdiende, liet ideaal van het jeugdig echtpaar was toen een omzet te bereiken van l'A ton. Dit bedrag werd echter in den loop der jaren verre overtroffen dank zij beidt r buitengewone werkzaamheid en tact. 's Morgens gingen zij samen de fabrieks depots bezoeken, 's middags kwamen zij thuis om don verkoop te leiden, 's avonds hielden zij hun boeken bij en tot mid dernacht waren zij bezig met het prijzen hunner waren. Dui volgenden morgen waren ze alweer vroeg bij de hand om, voor zien van een plumeau, tegenwoordig te zijn bij het opruimen van den winkel en de touwtjes e u papieren op te rapen die nog konden dienen om pakjes te maken. Dut ook dit laatste een tamelijk loonende bezigheid is, blijkt als men beiieukt dat de L(»'t:ir. alleen voor bindlouw jaarlijks 20.00') g'd. besteedt. Zoo werd het cijfer v»n \Yi t< n al heel spotd'.g b< reikt en overtroffen. In l s~-l bedroog1 de omzet reeds /' 120.000; in Is77 !.)!-> ton ; in Iss2 3 millioen: in 1>N8 SK millioen; in NÜO ]2.'-2 millioen; in Is!):; \'i]i milliot-n. O(> 't oogenblik is de heer (-ogiiact), de eenvoudige venter van welen', een machtig millioi air geworden, H ien iiet op geen ton of tiet; aan komt. Zijn kassier, die druk aan wedden schappen deed bij do wedrennen, heeft hem althans in Is^d kunnen be.sleien voor t M' millioen zonder dat hij het had bemerkt! "Wïj hebben hiermede de levensgeschiedenis <!er groote magazijnen voleiml. In het slot artikel tleelen wij nog het, een en ander mede over hun inrichting en beheer. Sonrs. (Slot vol f/1). III1I1IIIIIMIIU xEiifm,'' zei de generaal, :>'t zijn jonge* troepen; 't is niet onnatuurlijk dat ze inliet eer>t de kluts kwijt raakten." »0ch hemel!" mompelde een stafofficier, »de kluts kwijt! 't, Was een formeele aftocht !'J »Nu ja, maar ze zijn immers teruggeko men," hernam de generaal, die medelij ien kreeg met hel doodsblecke gezicht van <!en kolonel, »eti hebben zich zoo dapper geweerd als men 't verhingen kon. Wezenlijk, ze heb ben zich prachtig gehouden! Ik heb er op gelet. Trek het u toch niet zoo aan. kolonel " j En bij zichzelf dacht hij: ^Xu ze gedoopt, j zijn kan ik ze een andermaal weer wat te doen geven, nu ze dat doorgemaakt hebben ! 't Leert hun meer dan een half dozijn com plimentjes, maar die arme kolonel!'' Dien ganseden middag wcrkto men mot seinen in 't gebergte om het goede nieuws bekend te maken. Des avonds kwam een uitgeputte correspondent, stoilig, herweet, die, eerst verdwaald, zijn tijd verbeuzeld had met naar een brandend dorp (o kijken en slechts laat de seinen begrepen had, waarover hij erg uit zijn humeur was. »Vertel me toch alle bijzonderheden zooveel mogelijk, als 't u blieft, 't Is voor de eerste maal dat ik zoo laat ben," zei de correspondent tot den generaal. K n deze vertelde, zonder aarzelen, hoe een communicatie-leger overvallen, verstrooid en bijna geheel vernietigd was, zoo niet de strate gie van den generaal ware tussclieu beide gekomen. Maar sommigen zeggen, en daaronder ook de Gurkhas die op den bergrug zaten, dat de slag gewonnen was door Jakin en Lcw, wier lijkjes juist bijtijds opgenomen wer den om twee openingen te vullen aan het | hoofdeind van den grooten kuil voor de ge sneuvelden bij de hoogten van Jagai. Charles Rscïmssen. - Heeft u Rochusscn goed gekend? *?".?Of ik hem gekeild heb? Xoo goed als jou. .Twee Zondagen heb ik 'n paar uur tegenover hern gezeten zooals wij hier. Ik was pas actoi r en liep 'n goejcn dag /'n atelier op. He schihlor Sangster was bij hein. Toer, hij mij zag. zei l.dj tot Kochussen: >je kunt Witman ook wei nemen, liet is. een dankbaar figuur." liochussen maakte dat is nu misschien moor dan '?'>'?> jaar geleden in die dagen van de acteur;; en actrices die zich in eeniire rol hadden onderscheiden waterverfteekoimig'Mi. Faun'l zorgde voor de vermonigvnldüriny en b-acht do por tretten met of' zom'er tekst in den handel. .-- -In welk karakter zal ik je nemen, VeltmanV' vroeg liij mij. Als ik het voor 't zog-yen hel>, m'nheor Itocliiissen d;:n 't liefst als Xc <,. il.it is zoogoed als mij'i eerste n !, met welke ik !>ij kundige ooi'deobiars, eer hel) ingelegd. -- Hoed, jongen, kom dan /,-ndag maarposecivn. ' K:i zou is ji.ijn portret als .Nor» in de w-, reld gekomen. Op mijn T.Vten verjaardag heb ik dat portret het oorspronlceüj'ce in mijn bezit g' kregen door vriendelijke tusscheiikomst \ais ,!r. l'ij/.e!, van den eigenaar Tjee-uk Willink te Haai-lem. 't [langt op mijn studeercel. ik bon de heeren er nog dankbaar voor. liet is eene aardige herinnering voor me aan een tijd. dien jij niet gekend hebt. Hot was een tijd van artistiek leve] ! Kdiiard de Vries was toon directeur va;i den St.'uissclioiuvbu'.v. Schilder:-, waren, in zijn oog heiligen; zij konden alles hij hem doen ; met dichters huil hij minder op. In een aanlig buurtje, vlak teg'enoi er het togeinvoon!ige,M;iison Stroiickeu had hij een atelier en van de overige ruimte een aantal andere ateliers laten maken, niet groot', zeer eenvoudig, maar ik vond liet er aangenamer dan in de schoonste zaal, het was er artis tiek en gemoedelijk, ieder atelier had een trap was al \vat de schilders- tijdgenooten van Uochussen no'ulig hadden. Waren ze niet ophun atelier d.m ki;n men hen op dut van de Vries vinden. K:i al> er veel decors vuur een nieuw stuk ot' naliet geschilderd moesten worden en K. de \ ri,-> 's nachts werkte, vond men i.Jlijd d.ep. een ol'ander bij hem om uit plemor te help<>!i ol' een goeden raad te geven. ('li/irle-, lïochus-ien ontmoette '-'ien er vaak. Deschilders waren altijd om en in de komedie. L)o meesten kwamen niet achter op liet toonoel. Koclinssen heb il; er nooit gezien. Maar 's avonds dan vond men hen in de pauzen in de wijnLanier in een kring om den haard. In die wijnkamer dronk nien nu juist geen wijn, meer grog en hier. I >ie wijnkamer was de ver zamelplaats van sthildersen schrijvers. Ij Jacob van 1) l)c wijnkamer was volgens ontvangen mededeelingen een niet al te groot vertrek. Kr stonden gewone stoelen en tafeltjes. Do eigentlijke kotïiekamor had banken tegen den muur. Kr was een groote haard, waar de heeren om lieen stonden te praten, (.it den schoorsteen hing aan een stevige ketting een groote koperen ketel met chocolade, waaruit zonder dat men die Lennep en Schimmel kwamen er ook, de eerste weinig. Een trouw bezoeker was er Jan Hilman, de latere kommissaris van den schouwburg, een vermummiede 18de eeuwer, steeds knersetandend sprekend. Hij had steeds den mond vol van Wiselius, Harmenz Klein, Bilderdijk, Loots en Helmers, vertelde op zijn manier van hun leven in den Franschen tijd en sneed gaarne brokken uit De Hollandsche natie op. »Dat was een kerel, die Hel mers !'' eindigde Jan Hilman met een bastardvloek. Dat was me (loddome een vaderlander! Om zijn llollundsülu'. ><atie heeft men hem gevangen wil len nemen. De Fïansche honden kwamen in zijn liuis on vroegen den dichter Loots waar Ilelmr-rs was? sllelmers ?" hij ging de heeren voor. naar een sterf kamer, want llelmers was juist gestorven. :>I[elmers 'i ' en op het Jijk wijzend, .-daar ligt llelmers !" Hilman was in de wijnkamer van don ouden schouwburg de man, die er leven bracht. Onom wonden en plomp zei hij over alles zijne meening; al ware die averechts verkeerd, hij was vurig in zijn haat en blind in zijn liefde. Snoek eri Wattier had hij zien spelen. Over hen sprekend scheen hij van genot een delirium te krijgen, lleelo brokken uit treurspelen zei hij hun na. Oi/k wist bij te verhalen, en dan geraakte hij in vuur, hoe bedekt me» op liet tooneel togen de Frar.sche overheersching had geageerd, en hoe bij de vertooning van tooneelspelen uit de vaderlandsche historie en dat geschiedde bij voorkeur het publiek in geestdrift uitbarstte als de naam .Nederland'' en >vrijheid" werd genoemd of de groote daden van het voorgeslacht werden ver heerlijkt. Het tooneel in de dagt-n der l-'ranscho knechtschap meende ilman was een school van vaderlandsliefde. Hilman had de gewoonte nooit iemand's van te noemen, maar steeds zij!i voornaam. .Mr, Jacob van hennep bestond b.v. voer hem niet, wel I\oo"; evenmin Charles oc'inssen, wel: >-('har!es". Hilman leverde niet alloi-n stof' tot gesprek', ook' tot vroolijkheid. OM zijn onbehouwen, maai- oo,l gemeende uitvallen was hij in de wijnkamer de zondebok der schilders- 0:1 dichtcrsheiit O ('de schilders de voorste! l ing bij woon den of' niet.in de wijnkamer waren zij doorgaans.Dan kwam er v. eer oen ol' ii'.g een ai.der even naar een mooi decor zien om straks liet gesprek te her vatten, ("narles Koehussen ontmoette uien er gaarne. Joviaal en aangenaam van manieren, zacht in zijn oordeel, bewaarde hij steeds een zekere voor naamheid. Hij had iets ver eb.le Veïtman verder van Jacob van Lennep. Vi'anneer men bij dezen kwam vond men steeds een g opend oor, met. hem sprekende was hij de gemeen zaamheid in persoon, doch hij had steeds iets over zich dat op een afstand hield. Als hij meende dat het gesprek lang genoeg geduurd had, stond hij op eu deed dit met zulk eene voornaamheid, dat de bezoeker begreep dat het tijd wa-- om b: en te gaan. Kvenak- Jacob van Lennep w:;s Charles lïochr.ssen de, hulpvaardigheid zelf. Di recteur, regisseur, toor.eelmeester, conueur, acteur en actrice, balletdanser en balletdanse res, allen kwamen hem raadplegen, of over decors, óf over historie, t' over kostuum, llochussen hoorde aan en zond den artisten donzeltd' n dag nog een waterverfteekeningetje van het karakter of de historische persoon , met /-eer nauwkeurig aangeven van het kostuum. -Ik hel) o. a. vervolgde Veïtman -- neg tot in het laatst van mijn tooneelloopbaan, dien ik nu in December hoop af te sluiten, Holophcrnos i:i J,ti/i>!i gespeeld in liet kostuum precies zooals I!of.lms.-.on het mij heeft \oorgeteokend. Uochussen had vee! kennis van het tooneel, AI ij heeft bij vaak een zeer gegronde aanmer king gemaakt. :.lk dank u wel, mijnheer Uochus.ien. het is waar wat n zeït. ik zal het verbeteren." ->0ch, vriend, ik zeg het maar zoo. Misschien heb ik ongelijk. Je weet hel zelf beter da.ii ik.' Xcker, liet was een buitengewoon man, Koehussen. Het toonoel en de t. oneeispclers uit mijn tijd zijn hem zeer veel verplicht. Xie-;e ooit zuike praditiire. karakteristieke en toch een voudige platen hoven eo:i aanplakbiljet :tl- hij heeft "einaakt V Neen. alles bont en schreeuwerig. I beid, het woeruevcn van het karakter, het gebaar, het dragen van het kostuum leert men niet van zelf. Coede raadslieden zijn onmisbaar. Itocbussen is mij daarin een vcortrellijk leidr.man geweest. liet zou mijn confrateiv niet schade zijn als thans ook de schilders nader tot het tooneei stonden; ze zijn er nu van vervreemd. * ^ Mr leven nog maar weini,' tooneelii-ten te Am sterdam uit de d.igcn dat !!o;:hus,i;n aller hulp en vriend was. Mevrouw Albivut, mij dangs na zijn dood ontmoetende, zei: (int. wat ben ik me daar geschrikt, die goeie Uochussen is dood! Ihjwas een vriend van mijn man. Xa zijn sterven heeft hij uit vriendschap een teekeninge!je gemaakt voor het i;ion;i;;;e;it op xijn graf. Column heelt het daarnaar aebijteld. er ontbreekt niets aan, precies en precies. Vind-je het niet mooi '' Jam mer hè, (lat al di;> goeje inenschen we.gyvian. 11bregt hield xooveel van Uochussen; hij kw-un dikwijls bij ons aan lm;-,. .1" ko'.idt hem nooit wat vragen of hij deed het. Hij heeft mij ook nog uitg';teokond. Heeft u Itoc.hussen lang gekend V ,Ia, heel hu,g. l'c wa.i nog een jonge ac trice, .... neen, dat vertel ik niet.... Kom mevrouw .... Xecri .... Mntin, waarom zou ik ook niet. In de buurt van de komedie had het is natuurlijk lang geleden -- Koehussen met vele andere schilders hun atelier. Om drie, uur ei' iets vroeger kwamen ze er altijd uif, Koehussen, Hollander, te (u-mpt, Sangslor on nog meer, om gezamenlijk naar Arti te gaan. Wij waren jong en zij waren jong. en ze. van het vuur nam, de chocolade geschonken werd. Icliter de toonbank schonken de knechts biur uit; terwijl er de slempketel duchtig werd aan gesproken. Meiden met cornetten op brachten ontelbare kopjes slemp naar het parterre, en droegen tevens voor de juifrouwen warme sto ven aan.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl