Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 904
Uit Dr. GANNEF's Studeerkamer.
(Het auteursrecht voor den inhoud van deze bladzijde wordt verzekerd volgens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Philippe, Hertog van Orléans.
u iiiiiiiiiiiiiiiiimmii
iiniifffffiiifnifiiH
Het slachten van een kalkoen.
Wij zijn kort geleden van Londen verhuisd
naar een klein provinciestadje in Northumberland,
en mijn vrouw begint langzamerhand de vele (voor
haar) vreemde manieren en gewoonten der inboor
lingen te leeren en maakt prijzenswaardige vor
deringen in het Northumberlandsche dialect. Wij
vinden de noordelijke bewoners wei een beetje
ruw in hun taal, maar heel gezellig eu vriendelijk
Van mijn vrouw wordt gesproken als een aardig
zieltje" en ofschoon deze uitdrukking ons wel een
beetje vreemd klinkt, is het toch werkelijk een
term van vriendschappelijke achting eu waar
deering.
Een week geleden kwam mijn vrouw van de
markt terug in een zeer kibbelachtige stemming.
Zij smeet een mandje met Brusselsche sprui'jes eu
bloemkool op de tafel, trok de linten van haar
hoed los eu zag mij met ongewone woestheid aan.
//Wel Mies, hoe ben je opgeschoten ':" waagde
ik te vragen, met een glimlach.
//Opgeschoten!" herhaalde ze boos. ,/IIoe kan
iemand, gewoon aan de gemakken van het
Londensche leven, opschieten in een negerij als hier'r
In plaats dat ze met wild en groenten, boter en
eieren aan de deur komen, moet men twee mijlen
door de sneeuw naar de markt baggeren, afdingen
bij boerinnen die een onverstaanbare taal spreken
en thuiskomen beladen als een pakezel. Ik had
morgen voor het eten een kalkoen willen hebben,
en nadat ik een dozijn keeren de markt had
roudgeloopeu, zoekend naar een kalkoen zonder er een
te vinden, vroeg ik aan den politie-agent (je weet
wel dien met dat dikke hoofd) die bij de poort
stond, of ik zoo iets kou krijgen als een kalkoen."
//Ja mevrouw, dat kunt u wel, maar u zult er
voor moeten betalen", antwoordde hij.
//Ik ben niet van plan er een te stelen!'' riep
ik verontwaardigd. Ik heb de markt al rond ge
wandeld, eu nog eens roud, tot ik er duizelig van
ben, eu ik vind geen wild of gevogelte van welke
soort ook."
//Wel de markt is er vol van", zei hij met zijn
dom gegrinnik, Kunt u ze niet hooren kakelen,
juffrouw T'
//Dat zijn keende kalkoenen, ik wilde er een
hebben die al voor de tafel is opgemaakt," legde
ik hem uit.
//Hier bij ons verkoopen ze alleen vogels met
hun eigen veeren opgemaakt," antwoordde de poli
tieagent met een verbaasd gezicht Eu dan wie de
kalkoen gekocht heeft, maakt hem op. Maar als u
een mooie groote kalkoen wilt hebben, mijn vrouw,
dat kleine zieltje daar met die gek- muts, heeft
verscheiden groote vogels voor-l shilliiiL's liet stuk".
//Ben je naar dat kleine zieltje met dj gele
muts toegegaan!"" vroeg ik, daar ik den afloop
van Mies verhaal wilde hooreu.
//Neen, waarvoor zou ik r" zei niiiii vrouw en
schudde de sneeuw uit haar krullen. Hoe kan
Een lief land.
(l'orain in den F'i<j<,io.)
Ambtenaar ran het armwatn: De minister is
woedend, en hij heeft gelijk. (,e luult honderd
francs in hun matras moeten stoppen.... Onder
de lïepubliek sterft niemand van honger '.''
ik een levenden kalkoen mee naar liuis brengen ?
En zelfs als ik dat onaangename werk deed, wie
zou den vogel hebben dood gemaakt?"
//Het slachtersgedeelte van de zaak zou ge
makkelijk klaar gespeeld zijn" antwoordde ik. Als
je wilt, zal ik wel even naar do markt Joopeu,
een levenden kalkoen koopen, eu hem thuis bren
gen. Ik zal hem, zonder veel moeite, denk ik,
in twee seconden doodeu, ik heb indertijd menige
duif den uek omgedraaid."
Mies zei dat ik liet mocht probeereu als ik wilde,
en na een wandeling van ecu half uur kwam ik
aan de markt.
Nadat ik een reusachtigen kalkoen bemeestcrd
had, die ongeveer achttien pond woog en mij ver
zekerd werd malsch te zijn, hing ik hem over
mijn schouder eu begaf mij in de richting van
mijn huis, terwijl de vrecselijke vogel steeds
kakelde, toen ik over de volle markt liep. Toen
ik zoo wat een halve mijl van huis af Mas, wilde
ik even rusten, want de kalkoen was tamelijk
zwaar en het afschuwelijke geschreeuw van het
dier maakte mij woedend. Ik legde mijn aankoop
even op een hek aan den kant van den weg, maar
daar brak op eeus het touwtje waarmee de poolen
vastgebonden waren, en voordat ik geheel kou be
grijpen wat er was gebeurd, stond de kalkoenselte
haan op den grond, met zijn staartveeren als een
waaier uitgespreid en kwam naar mij toe met on
twijfelbaar booze bedoelingen.
Kom, kom vogeltje", zei ik sussend, klopte op
mijn knie, terwijl ik sprak, en ging heel dwaas een
stap of twee achteruit.
Hiss, klak, klik, liiss!'' riep de duivel van een
vogel, spreidde zijn vleugels uit en spro.ig ecu
paar voet in de lucht.
Kom, kom, beestje, wind je niet zoo op",
mompelde ik op den toon, die mijn
lievelingskanarie altijd zoo apprecieerde. /«Goede, oude kal
koen, kom dan maar" eu ik floot aanmoedigend.
Nauwelijks was het geluid van mijn fluiten
weggestorven in de koude lucht, toen er plotseling
een wolk voor mijn oogeu scheen te komen en ik
schreeuwde Mies cu klom op de tafel, terwijl ons
diner voor /oudag, dat zichzelf weer los had ge- j
werkt, op boosaardige manier door de keuken be
gon te walsen.
Een bijl grijpend, sloeg ik in 't wild naar deu
vogel, eeu inlven duim naast zijn kop, cu hakte
van de tafel, waarop mijn vrouw stond, een der
pooteu glad af. De tafel viel en mijn vrouw er
bij, inaar ik was te woedend op mijn schijnbaar
onsterfelijk-..']! vijand om er aan te deuken, Mies
te helpen. Verscheiden minuten lang woedde er
ecu hevige strijd, cri de lucht was vol van veereu
en schor gekakel, booze woorden en
vrouwenkreten. Ik trachtte den kalkoen zijn nek om te
draaien, maar hij trok mij tweemaal de keuken
rond en vluchtte ten laatste in den salon. Ik
volgde oumiiidelijk, mijn bijl in de hand, en vond
mijn onverschrokken vijand op een bambocstafeltjo
staan, en met groote hevigheid blazend.
Weer sloeg ik miar hem met mijn bijl, wierp
een kristallen kandelaar iu scherven cu begroef mijn
wapen in het nieuwe axminstcr vloerkleed. Een
tweede ongelukkige slag spleet eeu stoel, die toe
vallig in den weg stond, in tweeën, en de kalkoen
van vier shillings vloog op den schoorsteenmantel
ongedeerd, en klapte met ziju vleugels temidden
van mijn sakssiscli porseleinen vazen.
Gelukkig raakten de pooteu van den vogel ver
ward in den schoorstceurand van macramc en ua
een dolle worsteling viel hij voorover en hing met
ziju koji naar beneden, terwijl ik op zijn keel hakte
met al mijn macht.
Nadat ;k er in geslaagd was den gevederde:!
duivel (c onthoofd.u, en zijn lichaam uit de kant
te bevrijden, wandelde hij zonder hoofd over de
geheele lengte van het haardkleedje, voordat hij
op het kleed neerviel om niet. meer op te staan.
Ik vond Mies nog iu ecu donkeren hoek van de
keuken liggen, zenuwachtig schreiend en bedekt
met, aardewerk, /ij weigerde pertinent mij te hel
pen i u het, plukken vaii het lichaam van den
strijdlustigsteu kalkoen die ooit door
menschenhandeu werd verslagen.
Een begaafd dilettant.
(Punch.)
KKIZER WiLiiKLM: >En nu, Dames en Heeren, zal ik u een compositie van mij zelf voordragen.'
(Beweging'' onder het auditorium.)
eeu hevigeu slag in mijn gezicht kreeg.
//O, je wilt vechten hè!" riep ik, sprong achter
uit eu viel met kracht op ecu gebroken Jlosch,
die op den weg lag.
Grggl, kakel, kiss," antwoordde de kwaad
aardige vogel, en sprong op mijn gezicht, terwijl
hij ziju bek in mijn haar begroef.
Met een goedgeinikte beweging, raakte ik het
ellendige dier vlak tegen zijn borst, en zat; hem
terugvallen met eeu pruikje grijze haren iu ziju
snavel. Toen sprongen wij beiden op, en zagen
elkander aan.
Pas op!" riep ik en sprong om miin
gevederdeu tegenstander heen; want mijn bloed kookte
eu ik dacht niet aan het onzinnige van het schouw
spel.
De kalkoen beantwoordde mijn uildagh.g met
een paar gepaste woorden in ziju eigen taal en
wandelde om mij heen, wachtend op eeu uitval,
met al de sluwheid van eeu geoefend b ;kser.
Als ik verslagen word door ecu voij'ei van
achttien pond, mag ik nooit, meer in de bokse!ub
komen als kampioen." riep ik en deed een poging
om mijn tcücnstander bij den hals te pakken.
Met eeu sehonvn schreeuw van woede ontweek
de gevederde duivel mijn hand eu wierp zich nog
maals op mij. Wij vochten stilzwijgend ceuigc
minuten eu toen, na een vreeselijken en vernede
renden strijd in de sneeuw, slaagde ik er in de
poolen van deu hcldhaifiiu'cn vogel te pakken eu
ze met mijn das aan elkaar 1e binden. Ik
verIk heb er alleen nog bij te voegen dat deze
beruchte vogel zoo afschuwelijk taai bleek te zijn,
toen hij was gebraden, dat wij hem uit liefdadigheid
stuurden aan een armen mijnwerker, die ziek lag
aan influenza. De ongelukkig man heeft m;j nooit
meer willen aankijken.
IIIIIIIIIIIIMIIIIIIIItllllllllllllllllMlllllllllllllMIllltlnlIIIKIIII
niitimiiMiiimi
imiMiiiiiiiiiimiiMMimmtiniiiiiiiiiiiini
en mijn hoofd.
O, John, je hebt gevochten!" riep Mies, toen
ik de keuken twintig minuten later binnentrad,
met den ongcluksvogel op mijn schouder.
Dat weet ik wel," antwoordde ik somber.
Eu je buit, er slecht afgekomen." vervolgde
mijn vrouw ; j.! wang bloedt op twee plaatsen,
en je hebt een groote kale plek op je hoofd. Het
lijkt wel of je met een vrouw licht gevochten .'"
Ik heb hiermee gevochten, als ja het wilt we
ten." riep ik boos, en slingerde dtu ongelukkigeu
kalkoen in een h1» k van de keuken.
Het beest heeft y.oowat negenentwintig levens
te verliezen.''
«God beware, John, hij gaat weer loope.ii !"
Bedenkelijke zeden.
Toen Ibsen verloofd was, zou hij zijn meisje
in haar huis komen bezoeken. Hij werd in den
salon gelaten, en wachtte, liet wachten duurde
een kwartier; Ibsen bleef kalm op zijn stoel
zitten, liet duurde nog een kwartier, en de
dichter ging met groote passen heen on weder
loopen door het vertrek. Maar het duurde nog
langer en toen begon hij te vloeken. Van achter
de kar.apee kwam nu een vroolijk lachen. Zijn
meisje had zich daarachter verstopt, om te zien
of haar aanstaande echtgenoot wel zelfbeheer
sching bad. De Küinsche bladen deelen deze
anecd'ite aan bun lezers mede, niet omdat zij do
proef zoo aardig ot zoo gevaarlijk vinden maar
omdat zulk een vrijheid tusschen verloofden hun
bedenkelijk schijnt!
Een ideaal parlement.
Een ideaal parlement is dat van de
Tongaeilanden in Australië. Te acht uur in den morgen
moeten de hoeren present zijn om te ontbijten.
J)at gaat op 's lands kosten en duurt dus tot
tien uur. Dan wordt de zittingzaal geopend, en
komen de heeren een voor een binnen. Kr wordt
gedebatteerd dat het een lust is om te hooren,
drie lange uren aaneen. Te n uur luidt geluk
kig de bel, zocdat de beraadslagingen niet te
vermoeiend of te eentonig kunnen worden. Op
Crispi en het Vatikaan.
(GUthhchter.)
Nood leert bidden.
dit uur begint de lunch niet vrij lier. bottle
ale, voor de vermoeide kelen. Te twee, ook wel
eens te drie uur, begint bet tijd te worden oir,
nog eens te vergaderen, en weldra zijn de debat
ten weder in vollen gang. Vier uur is bet klokje
van gehoorzaamheid. Dan noodigt de natie haar
vertegenwoordigers aan een gemeenschappelijke!;
mnaltijd, opdat zij den volgenden dag met frissche
krachten kunnen beginnen.
Het spreekt van zelf, dat in een parlement
waar zooveel wordt gegeten, de stemming een
aangename is, en de oppositie een van de
pleizierigste opposities die men zich kan denken.
Om nu niet door de critiek der profane wereld
zich den eetlust te doen bederven nemen de
afgevaardigden der Tonga-eilanden hun steno
grafen den eed van stilzwijgendheid af, en doen
zij ook zelf over wat in 's lands zaal wordt ver
handeld, zelfs tegen vrouwlief, geen mond oper.
liet is voor onze en andere afgevaardigden oir.
jaloersch van te worden!
Een stad te koop.
Manchester is te koop. Niet het Kngelsche
Manchester, de stad der messen, maar Manchester
in New-Verser l". S. Dat is misschien de tweede
maal, dat een geheele stad publiek aan de
Hei-hebbers wordt aangeboden, lïiehard >;e Eerste.
koning van Engeland, ging Londen verkoopen;
dat was in 11 Si); er waren toen maar weinig'
kapitalisten, en de raadslieden van den koning
gaven hem in overweging, van zijn plan af te
zien ; de woekeraars, in de hoop op een zoet
winstje, gaven zijn allergenadigste majesteit een
sommetje te leen waarvan zij noch rente noch
aflossing zagen en Londen was gered. Mar.r
met het Amerikaansch Manchester ziet het er
erger uit. liet blijkt dat de man die den bouw
grond verkocht, het recht daartoe niet had, dan
met toestemming van den geldschieter op eer
aanzienlijke eerste hypotheek. De erfgenamen van
den verkooper hebben dat uit oude bescheiden
opgediept, en eischen thans voor zich zelf, tot
niet al te groote stichting der goede lieden die
meenden van hun bezit zeker te zijn. het grond
gebied der geheele stad op /ij hebben het recht
aan hun zijde, en. blijde met hun vondst, zijn
zij minder omzichtig dan wel begcorig naar de
realisatie hunner erfenis, en gaan zij de geheele
stad verkoopen i-on bloc".
De ondergaande zon.
(l'uck )
Napoleon-Mac K'inley, nu de kansen voor zij'.'.
presidentsverkiezing verdienen zijn.