De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1894 21 oktober pagina 6

21 oktober 1894 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 904 Uit Dr. GANNEF's Studeerkamer. (Het auteursrecht voor den inhoud van deze bladzijde wordt verzekerd volgens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Philippe, Hertog van Orléans. u iiiiiiiiiiiiiiiiimmii iiniifffffiiifnifiiH Het slachten van een kalkoen. Wij zijn kort geleden van Londen verhuisd naar een klein provinciestadje in Northumberland, en mijn vrouw begint langzamerhand de vele (voor haar) vreemde manieren en gewoonten der inboor lingen te leeren en maakt prijzenswaardige vor deringen in het Northumberlandsche dialect. Wij vinden de noordelijke bewoners wei een beetje ruw in hun taal, maar heel gezellig eu vriendelijk Van mijn vrouw wordt gesproken als een aardig zieltje" en ofschoon deze uitdrukking ons wel een beetje vreemd klinkt, is het toch werkelijk een term van vriendschappelijke achting eu waar deering. Een week geleden kwam mijn vrouw van de markt terug in een zeer kibbelachtige stemming. Zij smeet een mandje met Brusselsche sprui'jes eu bloemkool op de tafel, trok de linten van haar hoed los eu zag mij met ongewone woestheid aan. //Wel Mies, hoe ben je opgeschoten ':" waagde ik te vragen, met een glimlach. //Opgeschoten!" herhaalde ze boos. ,/IIoe kan iemand, gewoon aan de gemakken van het Londensche leven, opschieten in een negerij als hier'r In plaats dat ze met wild en groenten, boter en eieren aan de deur komen, moet men twee mijlen door de sneeuw naar de markt baggeren, afdingen bij boerinnen die een onverstaanbare taal spreken en thuiskomen beladen als een pakezel. Ik had morgen voor het eten een kalkoen willen hebben, en nadat ik een dozijn keeren de markt had roudgeloopeu, zoekend naar een kalkoen zonder er een te vinden, vroeg ik aan den politie-agent (je weet wel dien met dat dikke hoofd) die bij de poort stond, of ik zoo iets kou krijgen als een kalkoen." //Ja mevrouw, dat kunt u wel, maar u zult er voor moeten betalen", antwoordde hij. //Ik ben niet van plan er een te stelen!'' riep ik verontwaardigd. Ik heb de markt al rond ge wandeld, eu nog eens roud, tot ik er duizelig van ben, eu ik vind geen wild of gevogelte van welke soort ook." //Wel de markt is er vol van", zei hij met zijn dom gegrinnik, Kunt u ze niet hooren kakelen, juffrouw T' //Dat zijn keende kalkoenen, ik wilde er een hebben die al voor de tafel is opgemaakt," legde ik hem uit. //Hier bij ons verkoopen ze alleen vogels met hun eigen veeren opgemaakt," antwoordde de poli tieagent met een verbaasd gezicht Eu dan wie de kalkoen gekocht heeft, maakt hem op. Maar als u een mooie groote kalkoen wilt hebben, mijn vrouw, dat kleine zieltje daar met die gek- muts, heeft verscheiden groote vogels voor-l shilliiiL's liet stuk". //Ben je naar dat kleine zieltje met dj gele muts toegegaan!"" vroeg ik, daar ik den afloop van Mies verhaal wilde hooreu. //Neen, waarvoor zou ik r" zei niiiii vrouw en schudde de sneeuw uit haar krullen. Hoe kan Een lief land. (l'orain in den F'i<j<,io.) Ambtenaar ran het armwatn: De minister is woedend, en hij heeft gelijk. (,e luult honderd francs in hun matras moeten stoppen.... Onder de lïepubliek sterft niemand van honger '.'' ik een levenden kalkoen mee naar liuis brengen ? En zelfs als ik dat onaangename werk deed, wie zou den vogel hebben dood gemaakt?" //Het slachtersgedeelte van de zaak zou ge makkelijk klaar gespeeld zijn" antwoordde ik. Als je wilt, zal ik wel even naar do markt Joopeu, een levenden kalkoen koopen, eu hem thuis bren gen. Ik zal hem, zonder veel moeite, denk ik, in twee seconden doodeu, ik heb indertijd menige duif den uek omgedraaid." Mies zei dat ik liet mocht probeereu als ik wilde, en na een wandeling van ecu half uur kwam ik aan de markt. Nadat ik een reusachtigen kalkoen bemeestcrd had, die ongeveer achttien pond woog en mij ver zekerd werd malsch te zijn, hing ik hem over mijn schouder eu begaf mij in de richting van mijn huis, terwijl de vrecselijke vogel steeds kakelde, toen ik over de volle markt liep. Toen ik zoo wat een halve mijl van huis af Mas, wilde ik even rusten, want de kalkoen was tamelijk zwaar en het afschuwelijke geschreeuw van het dier maakte mij woedend. Ik legde mijn aankoop even op een hek aan den kant van den weg, maar daar brak op eeus het touwtje waarmee de poolen vastgebonden waren, en voordat ik geheel kou be grijpen wat er was gebeurd, stond de kalkoenselte haan op den grond, met zijn staartveeren als een waaier uitgespreid en kwam naar mij toe met on twijfelbaar booze bedoelingen. Kom, kom vogeltje", zei ik sussend, klopte op mijn knie, terwijl ik sprak, en ging heel dwaas een stap of twee achteruit. Hiss, klak, klik, liiss!'' riep de duivel van een vogel, spreidde zijn vleugels uit en spro.ig ecu paar voet in de lucht. Kom, kom, beestje, wind je niet zoo op", mompelde ik op den toon, die mijn lievelingskanarie altijd zoo apprecieerde. /«Goede, oude kal koen, kom dan maar" eu ik floot aanmoedigend. Nauwelijks was het geluid van mijn fluiten weggestorven in de koude lucht, toen er plotseling een wolk voor mijn oogeu scheen te komen en ik schreeuwde Mies cu klom op de tafel, terwijl ons diner voor /oudag, dat zichzelf weer los had ge- j werkt, op boosaardige manier door de keuken be gon te walsen. Een bijl grijpend, sloeg ik in 't wild naar deu vogel, eeu inlven duim naast zijn kop, cu hakte van de tafel, waarop mijn vrouw stond, een der pooteu glad af. De tafel viel en mijn vrouw er bij, inaar ik was te woedend op mijn schijnbaar onsterfelijk-..']! vijand om er aan te deuken, Mies te helpen. Verscheiden minuten lang woedde er ecu hevige strijd, cri de lucht was vol van veereu en schor gekakel, booze woorden en vrouwenkreten. Ik trachtte den kalkoen zijn nek om te draaien, maar hij trok mij tweemaal de keuken rond en vluchtte ten laatste in den salon. Ik volgde oumiiidelijk, mijn bijl in de hand, en vond mijn onverschrokken vijand op een bambocstafeltjo staan, en met groote hevigheid blazend. Weer sloeg ik miar hem met mijn bijl, wierp een kristallen kandelaar iu scherven cu begroef mijn wapen in het nieuwe axminstcr vloerkleed. Een tweede ongelukkige slag spleet eeu stoel, die toe vallig in den weg stond, in tweeën, en de kalkoen van vier shillings vloog op den schoorsteenmantel ongedeerd, en klapte met ziju vleugels temidden van mijn sakssiscli porseleinen vazen. Gelukkig raakten de pooteu van den vogel ver ward in den schoorstceurand van macramc en ua een dolle worsteling viel hij voorover en hing met ziju koji naar beneden, terwijl ik op zijn keel hakte met al mijn macht. Nadat ;k er in geslaagd was den gevederde:! duivel (c onthoofd.u, en zijn lichaam uit de kant te bevrijden, wandelde hij zonder hoofd over de geheele lengte van het haardkleedje, voordat hij op het kleed neerviel om niet. meer op te staan. Ik vond Mies nog iu ecu donkeren hoek van de keuken liggen, zenuwachtig schreiend en bedekt met, aardewerk, /ij weigerde pertinent mij te hel pen i u het, plukken vaii het lichaam van den strijdlustigsteu kalkoen die ooit door menschenhandeu werd verslagen. Een begaafd dilettant. (Punch.) KKIZER WiLiiKLM: >En nu, Dames en Heeren, zal ik u een compositie van mij zelf voordragen.' (Beweging'' onder het auditorium.) eeu hevigeu slag in mijn gezicht kreeg. //O, je wilt vechten hè!" riep ik, sprong achter uit eu viel met kracht op ecu gebroken Jlosch, die op den weg lag. Grggl, kakel, kiss," antwoordde de kwaad aardige vogel, en sprong op mijn gezicht, terwijl hij ziju bek in mijn haar begroef. Met een goedgeinikte beweging, raakte ik het ellendige dier vlak tegen zijn borst, en zat; hem terugvallen met eeu pruikje grijze haren iu ziju snavel. Toen sprongen wij beiden op, en zagen elkander aan. Pas op!" riep ik en sprong om miin gevederdeu tegenstander heen; want mijn bloed kookte eu ik dacht niet aan het onzinnige van het schouw spel. De kalkoen beantwoordde mijn uildagh.g met een paar gepaste woorden in ziju eigen taal en wandelde om mij heen, wachtend op eeu uitval, met al de sluwheid van eeu geoefend b ;kser. Als ik verslagen word door ecu voij'ei van achttien pond, mag ik nooit, meer in de bokse!ub komen als kampioen." riep ik en deed een poging om mijn tcücnstander bij den hals te pakken. Met eeu sehonvn schreeuw van woede ontweek de gevederde duivel mijn hand eu wierp zich nog maals op mij. Wij vochten stilzwijgend ceuigc minuten eu toen, na een vreeselijken en vernede renden strijd in de sneeuw, slaagde ik er in de poolen van deu hcldhaifiiu'cn vogel te pakken eu ze met mijn das aan elkaar 1e binden. Ik verIk heb er alleen nog bij te voegen dat deze beruchte vogel zoo afschuwelijk taai bleek te zijn, toen hij was gebraden, dat wij hem uit liefdadigheid stuurden aan een armen mijnwerker, die ziek lag aan influenza. De ongelukkig man heeft m;j nooit meer willen aankijken. IIIIIIIIIIIIMIIIIIIIItllllllllllllllllMlllllllllllllMIllltlnlIIIKIIII niitimiiMiiimi imiMiiiiiiiiiimiiMMimmtiniiiiiiiiiiiini en mijn hoofd. O, John, je hebt gevochten!" riep Mies, toen ik de keuken twintig minuten later binnentrad, met den ongcluksvogel op mijn schouder. Dat weet ik wel," antwoordde ik somber. Eu je buit, er slecht afgekomen." vervolgde mijn vrouw ; j.! wang bloedt op twee plaatsen, en je hebt een groote kale plek op je hoofd. Het lijkt wel of je met een vrouw licht gevochten .'" Ik heb hiermee gevochten, als ja het wilt we ten." riep ik boos, en slingerde dtu ongelukkigeu kalkoen in een h1» k van de keuken. Het beest heeft y.oowat negenentwintig levens te verliezen.'' «God beware, John, hij gaat weer loope.ii !" Bedenkelijke zeden. Toen Ibsen verloofd was, zou hij zijn meisje in haar huis komen bezoeken. Hij werd in den salon gelaten, en wachtte, liet wachten duurde een kwartier; Ibsen bleef kalm op zijn stoel zitten, liet duurde nog een kwartier, en de dichter ging met groote passen heen on weder loopen door het vertrek. Maar het duurde nog langer en toen begon hij te vloeken. Van achter de kar.apee kwam nu een vroolijk lachen. Zijn meisje had zich daarachter verstopt, om te zien of haar aanstaande echtgenoot wel zelfbeheer sching bad. De Küinsche bladen deelen deze anecd'ite aan bun lezers mede, niet omdat zij do proef zoo aardig ot zoo gevaarlijk vinden maar omdat zulk een vrijheid tusschen verloofden hun bedenkelijk schijnt! Een ideaal parlement. Een ideaal parlement is dat van de Tongaeilanden in Australië. Te acht uur in den morgen moeten de hoeren present zijn om te ontbijten. J)at gaat op 's lands kosten en duurt dus tot tien uur. Dan wordt de zittingzaal geopend, en komen de heeren een voor een binnen. Kr wordt gedebatteerd dat het een lust is om te hooren, drie lange uren aaneen. Te n uur luidt geluk kig de bel, zocdat de beraadslagingen niet te vermoeiend of te eentonig kunnen worden. Op Crispi en het Vatikaan. (GUthhchter.) Nood leert bidden. dit uur begint de lunch niet vrij lier. bottle ale, voor de vermoeide kelen. Te twee, ook wel eens te drie uur, begint bet tijd te worden oir, nog eens te vergaderen, en weldra zijn de debat ten weder in vollen gang. Vier uur is bet klokje van gehoorzaamheid. Dan noodigt de natie haar vertegenwoordigers aan een gemeenschappelijke!; mnaltijd, opdat zij den volgenden dag met frissche krachten kunnen beginnen. Het spreekt van zelf, dat in een parlement waar zooveel wordt gegeten, de stemming een aangename is, en de oppositie een van de pleizierigste opposities die men zich kan denken. Om nu niet door de critiek der profane wereld zich den eetlust te doen bederven nemen de afgevaardigden der Tonga-eilanden hun steno grafen den eed van stilzwijgendheid af, en doen zij ook zelf over wat in 's lands zaal wordt ver handeld, zelfs tegen vrouwlief, geen mond oper. liet is voor onze en andere afgevaardigden oir. jaloersch van te worden! Een stad te koop. Manchester is te koop. Niet het Kngelsche Manchester, de stad der messen, maar Manchester in New-Verser l". S. Dat is misschien de tweede maal, dat een geheele stad publiek aan de Hei-hebbers wordt aangeboden, lïiehard >;e Eerste. koning van Engeland, ging Londen verkoopen; dat was in 11 Si); er waren toen maar weinig' kapitalisten, en de raadslieden van den koning gaven hem in overweging, van zijn plan af te zien ; de woekeraars, in de hoop op een zoet winstje, gaven zijn allergenadigste majesteit een sommetje te leen waarvan zij noch rente noch aflossing zagen en Londen was gered. Mar.r met het Amerikaansch Manchester ziet het er erger uit. liet blijkt dat de man die den bouw grond verkocht, het recht daartoe niet had, dan met toestemming van den geldschieter op eer aanzienlijke eerste hypotheek. De erfgenamen van den verkooper hebben dat uit oude bescheiden opgediept, en eischen thans voor zich zelf, tot niet al te groote stichting der goede lieden die meenden van hun bezit zeker te zijn. het grond gebied der geheele stad op /ij hebben het recht aan hun zijde, en. blijde met hun vondst, zijn zij minder omzichtig dan wel begcorig naar de realisatie hunner erfenis, en gaan zij de geheele stad verkoopen i-on bloc". De ondergaande zon. (l'uck ) Napoleon-Mac K'inley, nu de kansen voor zij'.'. presidentsverkiezing verdienen zijn.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl