De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1894 28 oktober pagina 1

28 oktober 1894 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

905 DE AMSTEEDAMMER A°. 1894 WEEKBLAD VOOS NEDERLAND Dit nummer bevat een bijvoegsel. Onder Redactie van J. DE KOO en JÜSTUS VAN MAÜRIK Jr. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Verschijnt eiken Zaterdagavond. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam, Singel bij de Vijzelstraat, 542. Zondag 28 October Abonnement per 3 maanden .... Voor Indiëper jaar Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar Advertentiën van 1?5 regels ?1.10, elke regel meer Reclames per regel f\.50, fr. p. post/1 1.65 mail,, 9. , . 0.12* , . . 0.20 . 0.40 I N H O V Di VAN VERRE EN VAN NABIJ. SOCIALE AANGELEGENHEDEN: De groote Magazijnen, door Socius.- (Slot). FEUILLETON: De min nebrieven van Smith. I. TOONEEL EN MU ZIEK : Charles Rochussen, door J. H. R. (Slot,. Muziek in de hoofdstad, door Van Milligen. Sigrid Arnoldsen, door W. KUNST EN LET TEREN: Tentoonstelling v. d. Maatschappij Pulchri Studio, door R. B. (Slot.) Tweemaandelijkseh Tijdschrift. II, door AndréJolles. Buitenl. Bibliographie, door F. C. Jr. en H. v. d. B. SCHAAKSPEL. VOOtl DAMES, door E-e. RECLAMES. UIT Dr. GANNEF'S STU DEERKAMER. PEN- EN POTLOODKRASSEN. ADVERTENTIËN. niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiii Op het keizerlijk slot te Livadia wordt sedert enkele weken een bange strijd gestre den tusschen den machtigsten vorst van Eu ropa en den onverbiddelijken dood. Nu aller oogen gevestigd zijn op den stervenden czar mag ook hier een woord niet ontbreken over de beteekenis van den man, die allereerst door zijne positie, maar ook door zijne per soonlijkheid op de lotgevallen van zjjn onme telijk rijk en van ons geheele werelddeel een zoo belangrijken invloed heeft uitgeoefend. »Vooral in West-Europa" zoo schreef' dezer dagen een Rus in de Slrassburger Post is" de czar dikwijls miskend en dik wijls verkeerd beoordeeld. Bij u te lande kan men zich van eene Slavische natuur geen voorstelling maken, en Alexander Alexandrowitch Romanoff was het vleesch geworden Slavisme. In den geringsten Russischen moedsjik steekt eene hoeveelheid idealisme, die voldoende zou zijn om honderd Duitschers, Franschen of Engelschen tot dweepers te maken; omgekeerd bezit de meest welgema nierde en beschaafde, de meest West-Europeesch-geworden Rus nog een rest van cynisme, waarmede men een gansche reeks van Euro peanen zou kunnen bedeelen. De bekende uitspraak van Napoleon I: »Grattez Ie Russe et vous trouverez'le Tartare'1 is zeer scherp zinnig ; zij treft den spijker op den kop. De De minnebrieven van Smilh. Als het kleine naaistertje boven naar haar kamertje op de verdieping boven de bovenste verdieping van het groote steenen huis, waarin zij woonde, was geklommen, was zij geregeld op. Wie soms niet begrijpt wat een verdie ping boven een bovenste verdieping is, be denke dat de menschelijke. hebzucht geen grenzen heeft en dat ze ternauwernood be staan voor de hoogte van buurhuizen. Toen de man, wien dat huis met vijf verdiepingen behoorde, begreep, dat hij van nog een verdie ping meer rente kon trekken, koste het hem weinig moeite, de commissie voor het toezicht op het bouwen te bewegen, hem toe te staan een verdieping op het dak te plakken, als een kajuit boven op het dek van een schip, en in een der vier kamertjes op die verdieping woonde het naaistertje. Men kon van de straat af nog even den bovenkant van haar raam zien de breede lijst, die den oorspronkelijken gevel had gekroond, en haar nu als vensterbank diende, verborg het ondergedeelte der verdieping op de bovenste verdieping geheel. Het kleine naaistertje was ternauwernood dertig jaren oud, maar in uiterlijk en ma nieren in veel opzichten zoo'n verbazend ouderwetsch persoontje, dat men haar op een afstand voor een oud vrouwtje zou hebben gehouden; zij was een knap persoontje ook geweest, en zou het nog zijn, als zij er niet zoo bleek, mager en schuw had uitgezien. Dien avond was zij moede, omdat zij den geheelen dag hard gewerkt had bij eene dame, echte Rus is inderdaad eene verbinding van schijnbaar onvereenigbare tegenstellingen. Zijn levens- en wereldbeschouwing, rijn den ken en gevoelen zijn den Europeaan vreemd ; wat voor ons logisch is, is voor u dikwijls onzinnig, en wat wij harmonie noemen, komt u als een dissonant voor. »Alexander III was steeds een echte en rechte Rus; vandaar de verkeerde beoor deeling, die hij in Europa heeft ondervonden. Niets kon zijn toorn mér opwekken, dan een werkelijke of gewaande poging van een ander monarch, of van eenige andere regee ring om zijn prestige te verminderen. Dit ge voel van naijver was de snaar, die men moest aanraken, wanneer men van den czar iets ge daan wilde krijgen. Deze snaar was het ook, die met goed gevolg werd bespeeld toen het gold, den czar in eene zekere betrekking tot Frankrijk te brengen. Uit eigen beweging was Alexander, hoewel men rlit menigmaal verzekerd heeft, volstrekt geen Duitschenhater. Integendeel, volgens zijne geheele levensopvatting, door zijn aanleg en zijne opvoeding, door zijn zin voor ernstigen arbeid en innig familieleven was de czar veel meer Duitscher dan Franschman. In vertrouwde kringen heeft hij zelfs dikwijls met bitteren spot zijn afkeer te kennen gegeven van den in zijne oogen veel te haastigen, onberekenbaren, hartstochtelijken aard der Franschen. Maar de gedachte, dat eene coalitie van mogendheden, aan welke hij geen deel had, de lotgevallen van Europa zou besturen, was hem onverdragelijk, en elke uitlating, die in het licht trachtte te stellen, dat Frankrijk en Rusland in de wereldgeschiedenis een veel beslissender rol speelden dan de mogend heden der triple-alliantie, kon bij hem rekenen op goedkeuring en op dankbaarheid." Alexander Alexandrowitch is zooals men weet eerst op zijn twintigste jaar, door den dood van zijn ouderen broeder Nikolaas, troonsopvolger geworden. Hij had, in tegen stelling met den czarewitch, die voor zijne hooge waardigheid zorgvuldig was voorbereid, eene bijna uitsluitend militaire opleiding ont vangen. Toch had hij reeds in zijn jonge lingsjaren te veel gehoord en gezien, om niet doordrongen te zijn van de zwaarte der taak, die zoo onverwacht op zijn schouders werd gelegd. De opstanden van I SOI f>3, de afschaffing der lijfeigenschap, de invoe ring van eene nieuwe rechtsbedeeling had die heel aan het andere eind van de stad woonde, en zij na de lange wandeling zeven trappen had moeten klimmen. Zij was te vermoeid, naar lichaam en geest beiden, om het beetje rijst te koken, dat zij 's morgens in een pannetje water had klaargezet. Zij zou het liever voor morgen ochtend bewaren. Daarom zette zij een kopje thee op haar miniatuur kooktoestel en at er een sneedje droog brood bij. 't Was haar te veel moeite om iets overhoop te halen. Maar na het »diner" ging zij haar bloemen verzorgen. Daarvoor was zij nooit te moe; en de zes potten geraniums, die bovenop de kroonlijst de zon uit het zuiden kregen, deden hun best om 't haar te vergelden. Daarna ging zij in haar schommelstoeltje voor het raam zitten en zag naar buiten. Haar gezichts kring was hoog boven de andere huizen en zij kon over een aantal lagere daken heen in de verte de toppen der boomen in het park zien, die tegen het schemerlicht afstaken. Het straatrumoer steeg tot haar omhoog en verwekte een vaag gevoel van beklemming in haar. Zij was buiten geboren en opgevoed en ofschoon zij nu reeds tien jaren in de groote stad woonde, had zij nog nooit aan dat onophoudelijk geraas kunnen wennen. Dien avond gevoelde zij zoowel het weemoe dige der naderende lente, als de afmatting van lichamelijke vermoeidheid. Zij was bijna te lusteloos om naar bed te gaan. Zij dacht aan den langen, zwaren dag die voorbij was en den zwaren dag die begonnen moest wor den, na den langen nacht, op haar harde legerstede doorgebracht. Zij dacht aan de kalme dagen buiten, toen zij onderwijs gaf op de school in het Geldersche dorp, waar zij was geboren. Zij dacht aan de honderden kleine beleedigingen, die zij moest verduren van menschen, die beter gevoed maar niet beter opgevoed waren dan zij'. Zij dacht aan de lachende groene weiden, die zij nu zoo den hem doen inzien, met welke moeilijke problemen de alleenheerscher van Rusland te worstelen had, en tevens hoe hopeloos voor hem de taak was, het buiten zijn schuld ver zuimde in te halen. Geen wonder, dat onder die omstandigheden het behoud van het oude, op kerkelijk-nationalen grondslag gevestigde régime hem wenschelijker toescheen dan de voortzetting van goed bedoelde, maar vaak mislukte proefnemingen en hervormingen. In die meening werd hij versterkt door de aanslagen op het leven van zijn vader, door de voortdurende ophitserijen van Panslavistische agitatoren als Aksakoff en Katkoff, door den voor Rusland zoo treurigen afloop van den oorlog van 1877, een oorlog waar van de vruchten door de besluiten van het congres van Berlijn geheel verloren gingen, door het morganatisch huwelijk van zijn vader en door diens vreeselijken dood als slachtoffer van een nihilistischen aanslag. In de dertien jaren der regeering van Alexander III heeft hij zich, waar het de binnenlandsche aangelegenheden van Rus land gold, getoond als een autocraat van den ouden stempel. Er zijn in zijnen naam reactionaire maatregelen genomen en zelfs gruwelen gepleegd, over welke het oordeel der geschiedenis slechts vernietigend kan leiden. Maar het staat vast, dat de czar, wiens toewijding en plichtbesef boven ver denking verheven zijn, gehandeld heeft naar de inspraken van zijn hart en zijn geweten. Dat zijne geestesgaven niet toereikend waren voor de vervulling der reuzentaak, die hij zich had gesteld, door alles zelf te willen doen, kan men betreuren; men mag zelfs met recht beweren, dat Alexander III, niet tegenstaande den hoogen dunk, dien hij van zijne roeping had, die roeping toch veel te bekrompen heeft opgevat. Maar men moet erkennen, dat de czar een eerlijk man was. Aan dat gevoelen gaf de Fransche oppervlakkigen Zadok Kahn uitdrukking, toen hij in de Fransche synagogen voorbeden gelastte voor den stervenden czar, niettegenstaande de Jodenvervolgingen, welke de Russische autocraat had toegelaten. De czar, zoo ver klaarde deze geestelijke dignitaris, had hierin slechts naar zijne eerlijke overtuiging hehandeld. Ook in zijne buitenlandsche politiek heeft Alexander III gestreefd naar eerlijkheid en rechtvaardigheid. Dat hij menigmaal heeft zelden zag. Zij dacht aan de lange wandeling heen en terug, waarmee haar dagtaak altijd begon en eindigde en was benieuwd of zij ooit den moed zou krijgen, om een tram kaartje te durven vragen. Toen dwong zij haar gedachten een anderen koers te volgen. Zij moest aan prettiger dingen denken, wilde zij kunnen slapen. En daar de eenige prettige dingen, waaraan zij kon denken, haar bloemen waren, keek zij naar het tuintje boven op de kroonlijst. Een eigenaardig krassend geluid deed haar zijwaarts kijken en zij zag een rond voor werp, dat, in het schemerlicht glinsterde, met een weifelende, hortende beweging naar haar bloempotten toekomen. Scherper ziende, ont dekte zij dat het een bierglas was, dat iemand in het aangrenzende vertrekje met een duim stok voortduwde. Tusschen het deksel en den rand van het bierglas stak een stuk papier en op dat papier stond in potlood met een ongeoefende hand geschreven: ^loiit rci'el;skusc,c.r de Yrcipostiijhcit c/i Drinl: Ic.rr/. De naaister sprong ontzet overeind en sloot het raam. Zij herinnerde zich, dat er een man in de kamer naast haar woonde. Zij had hem 's Zondags wel eens op de trap ontmoet. Hij scheen een bedaard, fatsoenlijk persoon ; maar hij was stellig dronken. Zij ging op den rand van haar bed zitten n en al beverig. Daarna begon zij inwendig te rede neeren. De man was dronken, anders niet. Hij zou haar waarschijnlijk niet verder lastig vallen. En als hij 't deed, kon zij naar 't achterkamertje bij juffrouw Muivans de wijk nemen en meneer Muivans, die een door en door fatsoenlijk mensch was en in een stoomketelfabriek werkte, zou haar wel beschermen. Daarom, een arm jong meisje zijnde, dat alreeds aanleiding had gehad, een twee- of drietal dergelijke ^vrijpostigheden" te excugefaald, is zeker; hoe kan het ook anders, waar bij het ontbreken van verantwoordelijke ministers de verantwoordelijkheid voor elke regeeringsdaad aan den souverein moet wor den toegeschreven ? De verhouding van Rus land tot de Balkan staten is eene aaneen schakeling geweest van intriges en misslagen ; dat de regeering te St. Petersburg in de laatste jaren te dezen opzichte eene meer afwachtende houding heeft aangenomen, is zeker toe te schrijven geweest aan het gezond verstand en het billijkheidsgevoel van den czar. En wat de wel wat al te luidruchtige toenadering tot Frankrijk (juister gezegd: van Frankrijk) betreft, zij is klaarblijke lijk het gevolg geweest van het streven van den czar om een zijns inziens verbroken evenwicht te herstellen. Dat in zijne oogen die toenadering niets agressiefs had, blijkt voldoende uit het feit, dat hij, zoodra hij was gerust gesteld omtrent de vredelievende bedoelingen der triple alliantie, gereedelijk heeft toegestemd tot het sluiten van handels traktaten met Duitschland en met Oostenrijk. Dit alles overwegende, kan men het niet anders dan verklaarbaar noemen, dat het lijden van den czar alom, ook daar, waar men de politiek zijner regeering afkeurde en bestreed, gevoelens heeft opgewekt van sym pathie en van waardeering voor zijn persoon. Sodalo, a-anq&kq&n/icb&n </ <j De groote Magazijnen. (Slot.) Het behoeft nauwelijks gezegd dat in zaken waar voor zoovele miliiocnen wordt omgezet, de administratie van niet geringen omvang is, maar toch tracht men haar zoo eenvoudig mogelijk in te richten om de bedrijfskosten niet meer dan hoog noodig is te bezwaren met tractementen van weinig productieve beambten. Een zeer voorname zaak is echter de inkoopen zooveel mogelijk in overeen stemming te brengen met den vermoedelijken omzet ten einde te voorkomen dat er restan ten ontstaan die natuurlijk altijd verlies opleveren Aan dit punt wordt dan ook groote zorg besteed en bij het crediet, dat maandelijks aan eiken directeur der rayons of ai deelingen liillliiiiiiiiiMiiMMMiiMMiniiiiiiiiiiiiiiiiMiiuiuiMmmiiuiiiimiiMiimiiMilli seeren en te weigeren, besloot zij als een verstandige naaister naar bed te gaan, wat zij deed. Zij kieeg haar belooning, want toen haar lamp uit was, kon zij in den mane schijn zien, dat de duimstok weer verscheen, met n lid omgebogen, zich in het oor vasthaakte en het glas terug trok. De volgende dag was weer een vermoe:ende voor het kleine naaistertje en zij dacht ternauwernood aan de gebeurtenis van den vorigen avond, voor het ongeveer even laat als toen was geworden en zij weer voor het venster zat. Toen glimlachte zij bij de her innering. »Arme man," zeide zij inwendig, in haar goedhartigheid. »lk wed, dat hij er zich nu verschrikkelijk over schaamt, 't Was misschien voor het eerst van zijn leven, dat hij een beetje dronken was. En hij heeft stellig niet geweten, dat hier een eenzame vrouw woonde, die er van schrikken kon." Juist op dat oogenblik hoorde zij een kras send geluid en keek om. Het bierglas stond voor haar en de duimstok werd langzaam teruggetrokken. Op het glas lag een strook papier en op dat papier stond : /.s' (iexoitf. liet 7-.fl i-ct. Ditmaal sloeg het kleine naaistertje haar raam met een bons van verontwaardiging toe. Een blos kwam op haar bleeke wan gen. Zij was van plan dadelijk den huisheer te gaan spreken. Daarna dacht zij aan de zeven trappen en besloot het liever tot den volgenden morgen uit te stellen. Vervolgens ging zij naar bed en zag het glas terug trekken, precies zooals het den avond tevoren was ingehaald. De ochtend kwam, maar om welke reden ook, het naaistertje gevoelde geen lust om den huisheer erin te mengen. Zij hield niet van opschudding maken en de huisheer mocht eens denken, dat.... en... enfin'.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl