Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 905
Uit Dr. G-ANNEF's Studeerkamer.
.(Eet attteunrecht voor den inhoud van deze Uadeijde wordt verzekerd volgens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
James
Troude.
IIIIHIIIIHIilllimillllIIllllIlllHIIIUlHH
De oude'man.
De oude man was een groote ergernis voor zijn
gezin; hij bestond uit zulke taaie en \\ eerspannige
elementen, dat geen gist hem kou doen rijzen.
Moeder Tanliide was al naar de hoogte gekomen,
de jonge juffrouwen en jonge heeren Tanliide wa
ren in de broeikassen der wellevendheid gekweekt,
zoodat ze zich in ieder geval tamelijk in gezelschap
konden bewegen; maar geen macht op aarde was
in staat een verandering teweeg te brengen bij
den ouden heer, want zooals bij somtijds zijn
kennisSan verzekerde, het was niet goed om de natuur tegen
te gaan." Hij was als een oud geweer" ging hij dan
voort, een oud geweer dat volgens zijn familie
eene nieuwe kolf, slot en loop noodig had,
voor dat het preseutabel was. Het gevolg hiervan
was, dat terwijl moeder Tanliide gastvrouw speelde
op haar allergezelligslc jours", de oude man zich
tevreden stelde met het rookeu van een kort
pijpje in de kamer van de huishoudster waar zijn
grootste genoegen was in de provisiekast te snuf
felen en herinneringen uit zijn jeugd te vertellen
aan de huishoudster.
Maar er waren dagen dat hij zich niet hield
aan de meer nederige vertrekken van het
Tanhidegebouw. De oude man kreeg wel eens in zijn
hoofd om zijn vrouw's recepties" bij te wonen.
En moeder Tanliide, ofschoon in een voortdurende
zenuwachtige spanning om de onkiesche ontboe
zemingen van haar man tegen haar gasten te
vocvkomen, over de dagen toen hij in de wereld kwam
zoo als hij het noemde, kon toch niet vorderen,
dat hij weg bleef. Want het gebeurde ook wel
eens dat de oude man zijn huisgezin met veel
lawaai herinnerde dat hij //toch eigenlijk de baas
van het spul was", en dat het zijn zuur- verdiend
geld was dat er voor betaalde om hen de //swells"
te maken die zij waren.
//En dan heb je mijn oudsten zoon, in de recliten"
deelde mijnheer Tanliide een deftige dame mede, op een
van zijn vrouws avondjes »zijn moeder wou dat de
. kleine rakker in de puntjes werd opgevoed, ziet
u, en ging studeeren in plaats van in den handel.
Nu, de menschen zeggen dat hij een buitenge
woon net jougmeiiscli is, en dat is hij ook zeker.
Weinig heb ik vroeger gedroomd, mevrouw, toen
zijn moeder hem een broekje aantrok, van een
ouden pantalon van mij gemaakt, dat hij op zou
groeien om in de wereld een beter figuur te maken
dan zijn vader."
En hij is geëngageerd met juffrouw Highboni!'1
merkte de dame op, en glimlachte beminnelijk.
De oude man trok /ijn neus op eu mompelde
dat dat het werk van zijn moeder was!
Maar bent u niet in uw schik met de partij ':"
vroeg de spreekster met veel nieuwsgierigheid.
Mevrouw" riep de openhartige mijnheer Tauliide,
en keek de vraagster met doordringende oogen aan,
het meisje is zoo goed als een bcdelaarskind. Ik
kan haar vader vijf maal in mijn zak steken,
als ik lust heb. Wat deukt u daarvan, mevrouw r"
Ik deuk," antwoorde de dame, gloeiend van
woede, dat mijn nicht niet op de hoogte is van
de gevoelens die de plebcjesche familie van haar
aanstaanden echtgenoot omtrent haar koestert, zij zal
intussehen niet lang in onwetenheid blijven."
De oude man gaapte zichtbaar cu wandelde toen
weg, hij had niet het flauwste idee wat het woord
plebejesch betcckeudc; man r hij dacht dat liet wel
Gladstone's bekeering tot het
Grothenburger stelsel.
(Jwhj.)
SIK WII.I.IAM H.uicouuï: >Noem je dat nu, je
vrienden helpen '!''
een van die complimenteuse woorden zou zijn waar
mensehen van de groote wereld," zeer gul mee zijn.
Maar toen hij twee dagen later zijn erfgenaam
half krankzinnig zag verschijnen onder de schande
van te zijn afgewezen, was de oude man zoo ver
standig zich stil te houden over een zeker t
te-atête dat hij met Juffrouw Highborn's tante had gehad.
Ik weet niet wat wij zullen doen!"
fluis'terde moeder Tanliide tegen haar zoons en doch
ters op een morgen, toen zij aan hun laat ontbijt
zaten. //Uw vader wordt steeds erger en erger
hoe ouder hij wordt, en de onthullingen die hij
lederen dag voor onze vrienden doet, zijn meer
dan vernederend!"
De bedienden beginnen erg te klagen over zijn
bemoeizucht," bracht Margaretha in het midden,
de oudste der twee meisjes. Hij gaat naar de
keuken en beschuldigt ze dat zij te veel gas ge
bruiken. Gisteren woog hij de ham die van den
varkeosslachter was gekomen en stond er op dat
het vleesch teruggebracht zou worden daar het een
half pond onder het gewicht was."
Dit is alles nog een kleinigheid, vergeleken bij
hetgeen ik gisteren van hem doorgestaan heb."
verklaarde Alfred Tanliide, een elegant student
in de medicijnen, die met vacantie thuis was.
Ik wandelde met hem in het park, weet ge,
en wieu denkt ge dat wij nu juist tegenkwamen,
Duffington, in gezelschap van zijn vader den majoor.
Toen ze nu stil bleven staan om mij aan te spre
ken, kon ik niets anders doen dan den ouden man
voor te stellen, en de majoor was heel vriendelijk,
maar verbeeld u, de oude heer keek den msjoor
recht in het gezicht en zei: //Herinnert u, dat u
me wel eens meer hebt gezien mijnheer!'"
//Neen'', zei de majoor. //Ik geloof niet dat ik
ooit het genoegen heb gehad kennis met u te
maken."
Vroeger hebt u in het Heereuhuis te W.
geJohn Bull-Gargantua.
(La Silliouette.)
~
Xooit verzadigd !
woond, niet waar, heel veel jaren geleden,'' vroeg
de oude man, scherp.
Ja, toen ik een jongen was".
//Herinnert ge u nog dat ge eens een loopjongen
wat om zijn ooreu hebt gegeven, omdat hij u
's SOondags ecu mandje kadetjes aan de voordeur
brachtr"
//Ik geloof dat ik een vaere herinnering heb, van
zoo iets", gaf de m»joor goedaardig toe. Waarom
vraagt, u dat r''
Omdat ik die loopjongen was", paf de oude
heer met een grijns ten antwoord, ,,cn de
kooppapieren van het Heereuhuis te W. zijn nu in
mijn bezit. Ik behoef niet meer met u kennis te
maken, majoor. Ik zon u eeu keer of vijf kunnen
uitkoopen, als ik wou. Goeden dag !"
De luisterende familie- liet in koor haar afschuw
blijken.
,,En de Tanhidcs leven allemaal zoo vreeselijk
lang ook !'' zei moeder Tauhide met, eeu diepen
zucht. En Esau weet dat ik hem in niets durf
tegen te werken. Hij dreigt, dagelijks dat hij ons
zal //kortwieken". Onlangs kon ik de /aak niet
eens voor een aardigheid doen doorgaan, toen hij
aan den nieuwen bottelier vertelde, dat ik een
kamenier was voor hij mij trouwde".
En toen de arme hulpprediker kwam met een
lijst voor de nieuwe sehooHokaleii." barstte de
jonge julfrouw Tanliide lo<, vroeg papa hem wat hij
wilde hebben en mijnheer l'cnbert hy zei dat hij had ge
hoopt op een bankje van zestig guluens. waarop pnpa
hem weer vioeg /, \\auueer wilt. L' het hebben, uu
of later!" Natuurlijk /ei mijnheer IVnhert hv dat
hij liet, als het schikte, graag dadelijk had.
Goed, dat kunt ge krijgen hoor, jonge vriend"
antwoordde papa /-maar ik houd er de gewone
2 Ja percent koning af, voor contante betaling,
ziet Re!" en voegde de vernederde jonge jull'rouw
Tanliide er bij, met eene stem die beefde, hij.
hij krees het ook!"
Het, mag ouhartelijk klinken" zei moeder Tan
liide met, een ernstig hoofdseliiiden, maar het is
waarlijk een troost voor m n, te weten dat uw
vader nu met jicht te bed licht. Want ofschoon
hij onmogelijk prikkelbaar is, zit hij veilig in zijn
kamer opgesloten, eu staat /ulke hevige pijnen
uit, dat, niets, behalve brand op de eerste verdie
ping, of een aardbeving hem er toe zouden bren
gen /ich te bewegen. Van morsen heb ik getracht
hem bezig te houden door hem te vertellen van den op
loop voor Tillett's depositiebank. Ik wist dat hij daar
geen geld had staan, cu. dat hij zich altijd erg inte
resseert, voor een linancieele klap. of het faillisse
ment van een handelslirma. Maar wat, was hel re
sultaat van mij welgemeende attentie'r Hij beval
mij zijn kamer te \erlateu en o! o! o! kiiulo
Het slot van den czar te Livadia.
ren! Daar gaat hij! over den weg hollend, zonder
jas of vest, zijn bretels bungelen achter hem aan!
Je arme vader moet niet wel bij het hoofd zijn!
Hij is krankzinnig ! '
Maar de mensoheumassa die hijgend voor Tillett's
kautoor stond, dacht er anders over, toen er ecu
kwartier later op de tweede verdieping een raam
open werd geschoven eu de halfgeklecde gestalte
van den heer Esau Tanhide 1e zien kwam om de
ongeruste deposito-opvragers gerust te stellen over
de veiligheid van hun geld. Wanneer zij gciuldig
wilden wachten tot 's middags '3 uur, zei hij, dan
zouden de deuren van Tillett's kantoor heropend
worden en allen die hun geld wilden terugnemen
zouden dit, kunnen doen. Eu dit bleek ook het geval
te /ijn. liet vertrouwen in het kantoor werd weer
hersteld, de oude man had het gered door een
prachtig deposito van zichzelf.
Dien /elfden avond, toen een aantal dtfiige gas
ten in Mevrouw Taiihide's elegauten salon onthaald
werden, drong er een scherpe lucht van lever en
uien door het geheele huis,en vond ongevraagd
/.ijn weg tot een vijftig gedistingeerde ueu/.en.
liet kwam uit dat, de oude inan, die een
vermoeienden dag had gehad, zich voor souper op zijn
lieveliugskosije had getracteerd.
..Neem het, toch eeu anderen avond, in plaats
van nu, lieve Esau V' had zijn vrouw hem met
tranen in de oogen gesmeekt.
Ik zal doen wat ik wil, mevrouw!'' was het
bulderend antwoord geweest, Het werd tijd dat
ik eens ceniguu van jelui kortwiekte."
HI1IIIIIMIIMIMIII1IIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIMII
nitimmiiiimimii
Een Yankee die buiten het soort valt.
In de \Vaxhir'f/ton Pont, een van de bekende
dagbladen van Amerika, kwam onlangs een adver
tentie voor, geteekend met de initialen T. II. II.
waarin ^(H)0 dollars werden te leen gevraagd.
Nu is dat zeker geen zeldzaamheid, maar de voor
waarden der teruggave waren curieus genoeg.
T. II. II. beloofde binnen drie jaar zijn natuurlijken
dood te /uilen sterven, en een levensverzekering
van lo.ooo dollers zou aan den leener in haar
geheel ten deel vallen. Nieuwsgierigen behoefden
geen moeite te doen om met hem in aanraking
te komen : hij zou alleen acht slaan op ernstige
en eerlijke aanbiedingen. En die kwamen, T.
II. H. sloot /ijn contract af, en toen, geen reden
meer hebbende om de spieëndo reporters buiten
zijn deur te houden, ontving hij op een goeden
dag een redacteur van de \\riiK/iiiii/tijH. l'o*f. deed
hem nederzitten, bood hem eeu geurige havana,
en zelf een zilveren lekkerdoosje uit zijn zak
balend, nam hij daaruit een pil en at ze. liet
was mapouehari, hashish. En des mans geschie
denis is deze: hij is in Arabiëen Egypte ge
weest en werd daar aan het toovermiddel van
Allah's zonen verslaafd; de dokters zonden hem
naar Amerika, omdat de hashish daar duur is,
en hoopten hem aldus te genezen; maar hij had
al zijn geld voor hashish gegeven en kwam tot
armoede. Naar menschelijke berekening zou hij
nog drie jaar kunnen leven, langer niet. Trou
wens, zoo zegt hij: ik heb beloofd na drie jaar
te sterven, en ik ben een eerlijk man. De
Amerikanen, voor wie business het gouden kalf
is waarom henen zij dansen, vinden de/en /on
derling heel wat minder dover dan den geld
schieter die in drie jaar tijds zijn kapitaal
vervijfvoudigt zonder er iets voor te doen.
In la Fewille Illuxtrfe, een te lirussel ver
schijnend dagblad lezen wij:
Enlin un journal littéraire hollandais. Ie Am
sterdammer, qui public, en supplement a
chacun de ses numéros un dessin politique, du au
crayon d'un artiste de talent bien connu
OutreMoerdyck, (M. Job. lïraakensiek). nous
donnait, il y a deux mois dèj;i. par un de ces dessins,
une idee fort juste, ma tbi, de la tournure que
prend actuellement la guerre de Corée. On y voit
un chinois de haute taille, arméde pied en cap,
barre de Ier sur tout Ie corps: pres de lui im
bonhomme, un Japonais, qui lui arrive u peine
aux genoux. Le nain n'a pour toute arme qu'une
simple fronde et son corps n'est protégéque
par ses vêtements. Comme Ie géant s'apprête .i
se débarrasser de son minuscule adversaire, un
missionnaire européen l'arrète et lui dit ces
mots :
Souvenez-vous de l'histoire de Uavid et de
Goliath !
Notre confrère a tébon prophete ; en etfet
la guerre de Goree semblo devoir se terminer
au désavantago do la Ghine.
James Anthony Froude.
(i!:! April 1S18 :io October ISÜ-i).
De man. wiens portret wij op deze pagina
geven, heeft in zijn mistbczwangerd vaderland
menige pen in beweging gebracht, en dat op
zichzelf is er reeds een aanwijzing voor. dat bij
een man van betoekenis is geweest. Hij studeerde
te Oxford, en promoveerde in 18 IL' op een uit
nemende dissertatie, over den invloed der
nationaal-economische wetenschap op de zeden en
de welvaart van een volk. In hetzelfde jaar werd
hij fellow van het Exeter College; twee jaar
later liet bij zieh wijden tot deacou der Knselsche
kerk. Met andere leden der highchurch stond
hij jaren lang onder den lateren Kardinaal
Newmnn. maar na in '17 zijn fhtuliw* of' the
clouil'. en in 4s zijn Nemexis of l^mtli te heb
ben geschreven, was hij weldra als een pestilent
rationalist veracht door al wat geloovig was en
geloof huicbelde in het hypocriete Engeland. Hij
moest de academie verlaten, en zelfs een betrek
king op Tasmania werd hem onmogelijk gemaakt.
\ oor een tweede maal heeft hij den toorn van
een aanzienlijk publiek op zich geladen, door in
zijn geschiedkundig standaardwerk een poging te
doen om Hendrik VIII te verdedigen. Later
weder, toen bij op een reis door Amerika, voor
drachten hield over de verhouding van Kngelantl
en Ierland, en aan de onderlinge verdeeldheid
en het gebrek aan patriotisme van het groene
eiland een groot deel van zijn ongeluk weet. eu
aldus Engeland's houding verdedigde, stond de
Dominicaner monnik Torn lïurke tegen hem op,
en bestreed hem met groote heftigheid. En nog;
later, toen hij ais executeur van ('arlylo's letter
kundige nalatenschap optrad, waren het de vrien
den van den historicus, die hem gebrek aan
piëteit en overijling verweten. Intussehen is
Froudo een van de rnee,~t geachte Engelschen ge
weest, die n door zijn geschiedkundige
inonogratiën n door zijn artikelen in de H*o/»j'ns./ct'
Jieeiew en I1'/n.:srs lUi'i/az'iw op het denken van
zijn dagen een niet geringen invloed heeft gehad.
Duidelijk genoeg.
(Jwly.)
Ik heb zooveel gehoord van uw mooie schil
derijen ; zou u mijn portret willen maken '/"
Dat zal niet gaan. mevrouw, ik tcliilder alleen
naar de natuur.'