De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1894 28 oktober pagina 6

28 oktober 1894 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 905 Uit Dr. G-ANNEF's Studeerkamer. .(Eet attteunrecht voor den inhoud van deze Uadeijde wordt verzekerd volgens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). James Troude. IIIIHIIIIHIilllimillllIIllllIlllHIIIUlHH De oude'man. De oude man was een groote ergernis voor zijn gezin; hij bestond uit zulke taaie en \\ eerspannige elementen, dat geen gist hem kou doen rijzen. Moeder Tanliide was al naar de hoogte gekomen, de jonge juffrouwen en jonge heeren Tanliide wa ren in de broeikassen der wellevendheid gekweekt, zoodat ze zich in ieder geval tamelijk in gezelschap konden bewegen; maar geen macht op aarde was in staat een verandering teweeg te brengen bij den ouden heer, want zooals bij somtijds zijn kennisSan verzekerde, het was niet goed om de natuur tegen te gaan." Hij was als een oud geweer" ging hij dan voort, een oud geweer dat volgens zijn familie eene nieuwe kolf, slot en loop noodig had, voor dat het preseutabel was. Het gevolg hiervan was, dat terwijl moeder Tanliide gastvrouw speelde op haar allergezelligslc jours", de oude man zich tevreden stelde met het rookeu van een kort pijpje in de kamer van de huishoudster waar zijn grootste genoegen was in de provisiekast te snuf felen en herinneringen uit zijn jeugd te vertellen aan de huishoudster. Maar er waren dagen dat hij zich niet hield aan de meer nederige vertrekken van het Tanhidegebouw. De oude man kreeg wel eens in zijn hoofd om zijn vrouw's recepties" bij te wonen. En moeder Tanliide, ofschoon in een voortdurende zenuwachtige spanning om de onkiesche ontboe zemingen van haar man tegen haar gasten te vocvkomen, over de dagen toen hij in de wereld kwam zoo als hij het noemde, kon toch niet vorderen, dat hij weg bleef. Want het gebeurde ook wel eens dat de oude man zijn huisgezin met veel lawaai herinnerde dat hij //toch eigenlijk de baas van het spul was", en dat het zijn zuur- verdiend geld was dat er voor betaalde om hen de //swells" te maken die zij waren. //En dan heb je mijn oudsten zoon, in de recliten" deelde mijnheer Tanliide een deftige dame mede, op een van zijn vrouws avondjes »zijn moeder wou dat de . kleine rakker in de puntjes werd opgevoed, ziet u, en ging studeeren in plaats van in den handel. Nu, de menschen zeggen dat hij een buitenge woon net jougmeiiscli is, en dat is hij ook zeker. Weinig heb ik vroeger gedroomd, mevrouw, toen zijn moeder hem een broekje aantrok, van een ouden pantalon van mij gemaakt, dat hij op zou groeien om in de wereld een beter figuur te maken dan zijn vader." En hij is geëngageerd met juffrouw Highboni!'1 merkte de dame op, en glimlachte beminnelijk. De oude man trok /ijn neus op eu mompelde dat dat het werk van zijn moeder was! Maar bent u niet in uw schik met de partij ':" vroeg de spreekster met veel nieuwsgierigheid. Mevrouw" riep de openhartige mijnheer Tauliide, en keek de vraagster met doordringende oogen aan, het meisje is zoo goed als een bcdelaarskind. Ik kan haar vader vijf maal in mijn zak steken, als ik lust heb. Wat deukt u daarvan, mevrouw r" Ik deuk," antwoorde de dame, gloeiend van woede, dat mijn nicht niet op de hoogte is van de gevoelens die de plebcjesche familie van haar aanstaanden echtgenoot omtrent haar koestert, zij zal intussehen niet lang in onwetenheid blijven." De oude man gaapte zichtbaar cu wandelde toen weg, hij had niet het flauwste idee wat het woord plebejesch betcckeudc; man r hij dacht dat liet wel Gladstone's bekeering tot het Grothenburger stelsel. (Jwhj.) SIK WII.I.IAM H.uicouuï: >Noem je dat nu, je vrienden helpen '!'' een van die complimenteuse woorden zou zijn waar mensehen van de groote wereld," zeer gul mee zijn. Maar toen hij twee dagen later zijn erfgenaam half krankzinnig zag verschijnen onder de schande van te zijn afgewezen, was de oude man zoo ver standig zich stil te houden over een zeker t te-atête dat hij met Juffrouw Highborn's tante had gehad. Ik weet niet wat wij zullen doen!" fluis'terde moeder Tanliide tegen haar zoons en doch ters op een morgen, toen zij aan hun laat ontbijt zaten. //Uw vader wordt steeds erger en erger hoe ouder hij wordt, en de onthullingen die hij lederen dag voor onze vrienden doet, zijn meer dan vernederend!" De bedienden beginnen erg te klagen over zijn bemoeizucht," bracht Margaretha in het midden, de oudste der twee meisjes. Hij gaat naar de keuken en beschuldigt ze dat zij te veel gas ge bruiken. Gisteren woog hij de ham die van den varkeosslachter was gekomen en stond er op dat het vleesch teruggebracht zou worden daar het een half pond onder het gewicht was." Dit is alles nog een kleinigheid, vergeleken bij hetgeen ik gisteren van hem doorgestaan heb." verklaarde Alfred Tanliide, een elegant student in de medicijnen, die met vacantie thuis was. Ik wandelde met hem in het park, weet ge, en wieu denkt ge dat wij nu juist tegenkwamen, Duffington, in gezelschap van zijn vader den majoor. Toen ze nu stil bleven staan om mij aan te spre ken, kon ik niets anders doen dan den ouden man voor te stellen, en de majoor was heel vriendelijk, maar verbeeld u, de oude heer keek den msjoor recht in het gezicht en zei: //Herinnert u, dat u me wel eens meer hebt gezien mijnheer!'" //Neen'', zei de majoor. //Ik geloof niet dat ik ooit het genoegen heb gehad kennis met u te maken." Vroeger hebt u in het Heereuhuis te W. geJohn Bull-Gargantua. (La Silliouette.) ~ Xooit verzadigd ! woond, niet waar, heel veel jaren geleden,'' vroeg de oude man, scherp. Ja, toen ik een jongen was". //Herinnert ge u nog dat ge eens een loopjongen wat om zijn ooreu hebt gegeven, omdat hij u 's SOondags ecu mandje kadetjes aan de voordeur brachtr" //Ik geloof dat ik een vaere herinnering heb, van zoo iets", gaf de m»joor goedaardig toe. Waarom vraagt, u dat r'' Omdat ik die loopjongen was", paf de oude heer met een grijns ten antwoord, ,,cn de kooppapieren van het Heereuhuis te W. zijn nu in mijn bezit. Ik behoef niet meer met u kennis te maken, majoor. Ik zon u eeu keer of vijf kunnen uitkoopen, als ik wou. Goeden dag !" De luisterende familie- liet in koor haar afschuw blijken. ,,En de Tanhidcs leven allemaal zoo vreeselijk lang ook !'' zei moeder Tauhide met, eeu diepen zucht. En Esau weet dat ik hem in niets durf tegen te werken. Hij dreigt, dagelijks dat hij ons zal //kortwieken". Onlangs kon ik de /aak niet eens voor een aardigheid doen doorgaan, toen hij aan den nieuwen bottelier vertelde, dat ik een kamenier was voor hij mij trouwde". En toen de arme hulpprediker kwam met een lijst voor de nieuwe sehooHokaleii." barstte de jonge julfrouw Tanliide lo<, vroeg papa hem wat hij wilde hebben en mijnheer l'cnbert hy zei dat hij had ge hoopt op een bankje van zestig guluens. waarop pnpa hem weer vioeg /, \\auueer wilt. L' het hebben, uu of later!" Natuurlijk /ei mijnheer IVnhert hv dat hij liet, als het schikte, graag dadelijk had. Goed, dat kunt ge krijgen hoor, jonge vriend" antwoordde papa /-maar ik houd er de gewone 2 Ja percent koning af, voor contante betaling, ziet Re!" en voegde de vernederde jonge jull'rouw Tanliide er bij, met eene stem die beefde, hij. hij krees het ook!" Het, mag ouhartelijk klinken" zei moeder Tan liide met, een ernstig hoofdseliiiden, maar het is waarlijk een troost voor m n, te weten dat uw vader nu met jicht te bed licht. Want ofschoon hij onmogelijk prikkelbaar is, zit hij veilig in zijn kamer opgesloten, eu staat /ulke hevige pijnen uit, dat, niets, behalve brand op de eerste verdie ping, of een aardbeving hem er toe zouden bren gen /ich te bewegen. Van morsen heb ik getracht hem bezig te houden door hem te vertellen van den op loop voor Tillett's depositiebank. Ik wist dat hij daar geen geld had staan, cu. dat hij zich altijd erg inte resseert, voor een linancieele klap. of het faillisse ment van een handelslirma. Maar wat, was hel re sultaat van mij welgemeende attentie'r Hij beval mij zijn kamer te \erlateu en o! o! o! kiiulo Het slot van den czar te Livadia. ren! Daar gaat hij! over den weg hollend, zonder jas of vest, zijn bretels bungelen achter hem aan! Je arme vader moet niet wel bij het hoofd zijn! Hij is krankzinnig ! ' Maar de mensoheumassa die hijgend voor Tillett's kautoor stond, dacht er anders over, toen er ecu kwartier later op de tweede verdieping een raam open werd geschoven eu de halfgeklecde gestalte van den heer Esau Tanhide 1e zien kwam om de ongeruste deposito-opvragers gerust te stellen over de veiligheid van hun geld. Wanneer zij gciuldig wilden wachten tot 's middags '3 uur, zei hij, dan zouden de deuren van Tillett's kantoor heropend worden en allen die hun geld wilden terugnemen zouden dit, kunnen doen. Eu dit bleek ook het geval te /ijn. liet vertrouwen in het kantoor werd weer hersteld, de oude man had het gered door een prachtig deposito van zichzelf. Dien /elfden avond, toen een aantal dtfiige gas ten in Mevrouw Taiihide's elegauten salon onthaald werden, drong er een scherpe lucht van lever en uien door het geheele huis,en vond ongevraagd /.ijn weg tot een vijftig gedistingeerde ueu/.en. liet kwam uit dat, de oude inan, die een vermoeienden dag had gehad, zich voor souper op zijn lieveliugskosije had getracteerd. ..Neem het, toch eeu anderen avond, in plaats van nu, lieve Esau V' had zijn vrouw hem met tranen in de oogen gesmeekt. Ik zal doen wat ik wil, mevrouw!'' was het bulderend antwoord geweest, Het werd tijd dat ik eens ceniguu van jelui kortwiekte." HI1IIIIIMIIMIMIII1IIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIMII nitimmiiiimimii Een Yankee die buiten het soort valt. In de \Vaxhir'f/ton Pont, een van de bekende dagbladen van Amerika, kwam onlangs een adver tentie voor, geteekend met de initialen T. II. II. waarin ^(H)0 dollars werden te leen gevraagd. Nu is dat zeker geen zeldzaamheid, maar de voor waarden der teruggave waren curieus genoeg. T. II. II. beloofde binnen drie jaar zijn natuurlijken dood te /uilen sterven, en een levensverzekering van lo.ooo dollers zou aan den leener in haar geheel ten deel vallen. Nieuwsgierigen behoefden geen moeite te doen om met hem in aanraking te komen : hij zou alleen acht slaan op ernstige en eerlijke aanbiedingen. En die kwamen, T. II. H. sloot /ijn contract af, en toen, geen reden meer hebbende om de spieëndo reporters buiten zijn deur te houden, ontving hij op een goeden dag een redacteur van de \\riiK/iiiii/tijH. l'o*f. deed hem nederzitten, bood hem eeu geurige havana, en zelf een zilveren lekkerdoosje uit zijn zak balend, nam hij daaruit een pil en at ze. liet was mapouehari, hashish. En des mans geschie denis is deze: hij is in Arabiëen Egypte ge weest en werd daar aan het toovermiddel van Allah's zonen verslaafd; de dokters zonden hem naar Amerika, omdat de hashish daar duur is, en hoopten hem aldus te genezen; maar hij had al zijn geld voor hashish gegeven en kwam tot armoede. Naar menschelijke berekening zou hij nog drie jaar kunnen leven, langer niet. Trou wens, zoo zegt hij: ik heb beloofd na drie jaar te sterven, en ik ben een eerlijk man. De Amerikanen, voor wie business het gouden kalf is waarom henen zij dansen, vinden de/en /on derling heel wat minder dover dan den geld schieter die in drie jaar tijds zijn kapitaal vervijfvoudigt zonder er iets voor te doen. In la Fewille Illuxtrfe, een te lirussel ver schijnend dagblad lezen wij: Enlin un journal littéraire hollandais. Ie Am sterdammer, qui public, en supplement a chacun de ses numéros un dessin politique, du au crayon d'un artiste de talent bien connu OutreMoerdyck, (M. Job. lïraakensiek). nous donnait, il y a deux mois dèj;i. par un de ces dessins, une idee fort juste, ma tbi, de la tournure que prend actuellement la guerre de Corée. On y voit un chinois de haute taille, arméde pied en cap, barre de Ier sur tout Ie corps: pres de lui im bonhomme, un Japonais, qui lui arrive u peine aux genoux. Le nain n'a pour toute arme qu'une simple fronde et son corps n'est protégéque par ses vêtements. Comme Ie géant s'apprête .i se débarrasser de son minuscule adversaire, un missionnaire européen l'arrète et lui dit ces mots : Souvenez-vous de l'histoire de Uavid et de Goliath ! Notre confrère a tébon prophete ; en etfet la guerre de Goree semblo devoir se terminer au désavantago do la Ghine. James Anthony Froude. (i!:! April 1S18 :io October ISÜ-i). De man. wiens portret wij op deze pagina geven, heeft in zijn mistbczwangerd vaderland menige pen in beweging gebracht, en dat op zichzelf is er reeds een aanwijzing voor. dat bij een man van betoekenis is geweest. Hij studeerde te Oxford, en promoveerde in 18 IL' op een uit nemende dissertatie, over den invloed der nationaal-economische wetenschap op de zeden en de welvaart van een volk. In hetzelfde jaar werd hij fellow van het Exeter College; twee jaar later liet bij zieh wijden tot deacou der Knselsche kerk. Met andere leden der highchurch stond hij jaren lang onder den lateren Kardinaal Newmnn. maar na in '17 zijn fhtuliw* of' the clouil'. en in 4s zijn Nemexis of l^mtli te heb ben geschreven, was hij weldra als een pestilent rationalist veracht door al wat geloovig was en geloof huicbelde in het hypocriete Engeland. Hij moest de academie verlaten, en zelfs een betrek king op Tasmania werd hem onmogelijk gemaakt. \ oor een tweede maal heeft hij den toorn van een aanzienlijk publiek op zich geladen, door in zijn geschiedkundig standaardwerk een poging te doen om Hendrik VIII te verdedigen. Later weder, toen bij op een reis door Amerika, voor drachten hield over de verhouding van Kngelantl en Ierland, en aan de onderlinge verdeeldheid en het gebrek aan patriotisme van het groene eiland een groot deel van zijn ongeluk weet. eu aldus Engeland's houding verdedigde, stond de Dominicaner monnik Torn lïurke tegen hem op, en bestreed hem met groote heftigheid. En nog; later, toen hij ais executeur van ('arlylo's letter kundige nalatenschap optrad, waren het de vrien den van den historicus, die hem gebrek aan piëteit en overijling verweten. Intussehen is Froudo een van de rnee,~t geachte Engelschen ge weest, die n door zijn geschiedkundige inonogratiën n door zijn artikelen in de H*o/»j'ns./ct' Jieeiew en I1'/n.:srs lUi'i/az'iw op het denken van zijn dagen een niet geringen invloed heeft gehad. Duidelijk genoeg. (Jwly.) Ik heb zooveel gehoord van uw mooie schil derijen ; zou u mijn portret willen maken '/" Dat zal niet gaan. mevrouw, ik tcliilder alleen naar de natuur.'

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl