Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 908
op de tentoonstelling in het Palais de l' Industrie
te Parijs dit jaar gehouden, met de hoogste on
derscheiding bekroond.
Dit artikel is door de firma in Frankrijk
geoctrooyeerd.
mini Minimum IIIIIIIIIIH mi iiniiiiiii
Welke meeningen Beethoven had
over de beteekenis der kunst
kan blijken uit den volgenden brief aan Bettina
von Arnim, die in de biografie van Schindler
voorkomt:
»Lieve goede Bettina !
«Koningen en vorsten kunnen wel professoren
maken en geheimraden enz., en titels geven en
ordelinten omhangen maar groote mannen
kunnen zjj niet maken. Geesten, die boven den
wereldpoel uitsteken, zullen zy wel laten te maken,
en het is noodig hen dat eens te laten gevoelen;
wanneer er twee bijeen zijn, zooals ik en Goethe,
dan moeten ook de groote hèeren merken, wat
b\j ons voor g oot geldt. Gisteren ontmoetten wij
op de wandeling de keizerlyke familie. Wij zagen
ze van verre aankomen en Goethe liet mij staan,
om plaats te nemen aan den kant van den weg.
Ik kon zeggen wat ik wilde, ik kon hem er niet
toe brengen een' stap verder te doen. Ik drukte
mjjn hoed op het hoofd, knoopte mijn jas toe en
ging met gekruiste armen midden door den stoet,
Vorsten en groote hanzen gingen op zijde en
aartshertog Rudolf nam zijn hoed af; de keizerin
groette zelfs het eerst. Die menschen kennen mij.
Ik zag met recht veel pleizier hoe de stoet Goethe
voorbijging. Hij stond met zijn hoed in de hand
aan den kant van den weg. Ik heb hem geducht
de ooren gewasschen; ik gaf geen pardon en ver
weet hem al zijn zonden, het meest die tegen u,
lieve Bettina; wij hadden juist over gesproken.
God ! als ik zulk een tijd met u had beleefd als
h\j, geloof mij, ik zou nog veel, veel meer groots
hebben voortgebracht. Een musicus is ook dichter;
ook hij kan zich, door een paar oogen, plotseling
in een schoonere wereld verplaatst achten, waar
grootere geesten zich met hem vroolijk maken
en hem moeilijke opdrachten geven. Wat heb ik
al niet gedactit, toen ik u leerde kennen op de
kleine sterrenwacht, in dien beerlijken Meiregen;
die was ook voor mij recht vruchtbaar en de
schoonste thema's sprongen toen uit uw oogen
in mijn hart thema's die de wereld nog zullen
verrukken als Beethoven niet meer dirigeert.
Schenkt God mij nog een paar jaren, dan moet
ik u weerzien, lieve, lieve Bettina; dat verlangt
de stem, die steeds in mij leeft. Geesten kunnen
elkaar ook beminnen en ik zal steeds aanhouden
om den uwen. Uw bijval is mij het liefst in de
geheele wereld. Ik heb Goethe mijn meening
erover gezegd, hoe de bijval op ons werkt, en
dat men door zijn gelijken met het verstand wil
gehoord worden. Geroerd worden past alleen voor
vrouwen (vergeef mij) doch de man moet het
muziekvuur uit den geest slaan. Nu lief kind,
hoe lang is het al, dat wij dezelfde meening
hebben over dit alles. Niets is goed, dan een schoone
goede ziel te hebben, die men in alles erkent,
voor welke men zich niet behoeft te verbergen.
Men moet wat zjjn, als men wat schijnen wil;
de wereld moet iemand erkennen en zij is niet
alty'd onrechtvaardig. Doch daaraan is mij niets
gelegen, omdat ik een hooger doel heb.
TeWeenen hoop ik op een brief van u; schrijf spoedig
en re^ht veel. Over acht dagen ben ik daar; het
hof gaat morgen, vandaag spelen zij nog eens.
Hjj heeft met de keizerin haar rol bestudeerd;
zijn hertog en hij willen, dat ik wat van mijn muziek
zou uitvoeren, maar ik heb het beiden geweigerd.
Zij zijn verliefd op Chineesch porcelein, daar
moet men voorzichtig mede zijn, omdat het ver
stand de overhand verloren heeft. Doch ik maak
geen muziek bij hun verkeerdheden; ik maak
geen absurde zaken op gemeenschappelijke reke
ning voor vorstelijke personen, die dergelijke
schulden nooit afdoen. Adieu, adieu beste. Uw
laatste brief lag een geheelen nacht op mijn hart
en verkwikte mij. Muzikanten veroorloven zich
alles.
»God, wat heb ik u lief!
»Uw trouwste vriend en doove broeder,
BEETHOVEN."
lliiiiiiiiiiiiiiiiinmiiiiiliiiiii
iiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiliiiiiiii
Buiteulandsche Bibliografie.
JULES RENABD. Poüde Carotte,
De natuur is waarlijk een goed zorgende
moeder: als wij arme menschekinderen te erg
in de klem raken, weet ze wel een redmiddel.
En we zaten dan toch maar leelijk geklemd
tusschen de -isten en de -ismen, en heel wat
menschen gaven heel wat tijd (verknoeiden wou
ik wel zeggen) om uit te maken of zeker auteur
of geschrift een zus- ist of een zoo- isme was;
en daarop hadden andere menschen weer heel
wat tijd noodig om hun woede te zeggen, te
schreeuwen en te schrijven tegen de uit-makers,
de -isten en de -ismen; tegen de -isten vooral.
't Ging niet langer. Toen heeft moeder natuur, de
goede, er zooveel -isten en -ismen bijgestuurd,
dat we thans genieten van een rustig-heilzame
onverschilligheid voor al die onderscheidinkjes,
wijl geen mensch er meer 't oog op kan houden.
En 't is gelukkig, want nu kunnen we daarmee
heel wat beters doen, met dat oog en met dien
tijd: b.v. en dat wensch ik sterk aan te raden,
dit boek van Jules Renard lezen.
Daarin is alles bijeen wat vroeger hier en gin ds
rondzwierf van den kleinen Poil de Carotte,
en er is nog veel meer bijgekomen. Het is
geen boek geregeld achtereen-door; 't is een
verzameling vannovelletjes, anecdotetjes,
dialoogjes, altemaal rond het beroemde roode kereltje,
dat zich over zijne onplezierige oudelui troostte
met de wijze woorden: »Tout Ie monde ne peut
pas tre orphelin", wel wat heel wijs voor zijn jonge
jeugd, en hem denkelijk, zooals meer van zijn uitin
gen later ingevallen, toen hij was opgegroeid tot
Jules Renard. Want, al wat er dan ook tegen
moge pleiten, ik denk 't toch graag: de kleine
Poil de Carotte die zoo deftig voor zijn vader
declameert: »je veux en composition francaise,
bientót tenir la corde et la garder, et si malgr
mes efforts elle m' chappe, du moins je n'aurai
rien a me reprocher, et je pourrai m'écrier fi
rement comme Brutus: O vertu! tu n'es qu'un
nom," als zijn vader hem er over onderhoudt,
dat hij in 't afgeloopen jaar op school niet goed
heeft gewerkt; diezelfde Poil de Carotte is 't die
nu, als man, zijn kleine Zelfje hier uitteekent.
Maar ik ben gaan twijfelen of, behalve dat hij
dan af en toe boven zijn jaren wijze dingen
zegt, Poil de Carrotte wel in alle stukjes precies
lijkt; of hij niet in sommige er een beetje anders
uitziet dan in andere? Nu is het aardig b.v. N".XII,
les Joues Rouges, te vergelijken met de uitgaaf
daarvan in den Mercure de France en in het bun
deltje Le Coureur de Filles. Daar heet Poil de
Carotte: Véringue; en omdat ik vind dat deze
Poil de Carotte-Véringue niet heelemaal lijkt op
dien in de andere stukjes, wou ik zoo graag
weten, of Véringuo later in Poil de Carotte is
herdoopt, clan wel Poil de Carotte voor de aparte
uitgaaf in Véringub ?
Iemand die er plezier in heeft, kan bij die
vergelijking nog meer leeren: vooreerst dat 't
geheele verhaal van 't imperfectum in 't praeóens
is overgezet en verder dat Ilenard aan zijn
schijnbaar zoo eenvoudig-weg neergeschreven
proza veel zorg besteedt: enkele dingen die
heelemaal uit den toon vielen zijn weggenomen,
hier is een woord door een juister vervangen,
daar een woord bijgevoegd, ginds een uitgelaten.
Jules Renard beschrijft geen milieu, heeft 't
niet »over" zijn menschkes; hij vertelt simpeltjes,
leuk zoo langs zijn neus weg; en alles raak.
Heeft men eens deze vertelsels en dialoogjes ge
lezen dan kent men Poil de Carotte, zijn liefe
lijke ouwelui, grand frère Félix, soeur Ernestine,
den Parrain, de meiden oude Honorine en jonge
Agathe, om ze nooit, nooit weer te vergeten.
Die kleine stukskes zijn zóó sterk, ze snijden zich
voorgoed in u. En dan plots ziet ge de groote
Ironie zich achter de levensdingetjes bewegen:
het talent is verwonderlijk dat dit met zoo nietige
en eenvoudige middelen doet.
Kan 't nu iemand schelen welk -isme dit is?
of wat voor -ist Jules Renard?
The Kindness «f the Celestial and other storien,
by BARHY PAIN.
Ik had die »Kindness" gelezen en ik had
»Detected Culprits" gelezen, evenzoo »Una at
Desford" en was juist geheel gereed om te ver
klaren : dit boekje van Barry Pain is een zoet
bundeltje van schoolverhaaltjes, op de manier
van onze jongensboeken, vooral niet beter.
Bovendien, in jongensboeken, geschreven door
aanigszins vaderlijk-paedagogische menschen, die
b.v. zelf «onderwijzer" geweest zijn, en zoo goed
weten, »ik heb zelf twintig jaar voor de klas ge
staan, meneer!" wat een jongen deugt, in zoo
danige jongensboeken is vaak iets volkomen
onverdragelijks. De bladzijden glimmen van zelfbe
hagen en pedanterie, de schrijver ''s de gevleesde
moraal, al maar bezig om in de jeugdige ziele
akkers het Eergevoel en de Waarheidsliefde,
Arbeidzaamheid en Verdraagzaamheid, Goede
manieren en nog meer van die schoolgewassen aan
te kweeken.
Nu, zóó iets was er ook in de »Kindness of the
Celestial'' en in «Una at Desford" was dat an
dere, ook onhebbelijke, van welbehagen in
jongensstreken.
»Ik mag 't wel zien, dat een jongen wat on
deugend is, meneer ! . . . die stillen daar heb ik
't niet op !"
En zoo iets was nu weer in »Una at Desford'',
dat heenwijst naar een verfoeilijk ideaal van
jeugdigheid, frischheid, braafheid, degelijkheid
enz.
Maar juist toen ik mijn conclusie over 't liede
boek klaar had, las ik »Ellen Rider" en dat was
net bijtijds. Want eerstens had dit niets van een
schoolverhaaltje, in geen enkelen zin, en ten
tweede was daarin iets veel fijnere, soberders,
ongemaakt-eenvoudigers, dan waartoe ik Barry
Pain in staat had geacht.
Toch, als geheel, lijkt mij 't bundeltje niet heel
veel bijzonders, maar een verzameling van
metierachtig geschreven Sketches in London Neivs en
andere bladen, voornamelijk daarom bijeengelezen
en uitgegeven, wijl daartoe thans een gunstige
tijd is.
Och! wel vermakelijk hier en daar, zoo na
tafel, voorafgaand aan een dutje.
Stories and Interludes.
Ook van Barry Pain, met een niet onaardig
houtsneedje voorin.
O, maar dit is veel beter ! Ik begin voor Barry
Pain zeker achting te krijgen, als ik dit boek
lees. Wat in «Ellen Rider" zich zoo even voelen liet,
als een onverwacht, klein, innig fijn toontje in
een overigens vetten straatorgeldeun, dat is bier
volgebloeid.
Er is veel kalme onpretentieuse fantazie in
»The Glass of supreme moments" en een mij zeer
sympathieke levensvisie. Een verbeelding met
een bedaarde, zichzelfbewuste vlucht, niet
hooger stijgend dan zij kan. Men ziet geen in
spanning en men heeft zich niet in te spannen,
daarom zullen veel menschen dit graag lezen,
die sterke boeken zeer schuwen. Maar toch lijkt
mij dit al heel goed werk : knap, lijn, eenvoudig.
liet zou nog meer gedistingueerd zijn, als er wat
minder »humor" in was. Doch dit is naar onsen
smaak, niet naar den Engelscben denkelijk. Als
alle Engelsche boeken zoo waren als dit, zou het
lezen veel minder een beproeving zijn.
De «Interludes" zijn verzen, die heel wat min
der verdienstelijk zijn dan de verhalen, die echter
tact genoeg bezitten niet te lang te duren.
Verdere bevindingen van Barry Pain heb ik
nu niet.
F. C. Jr. en II. v. n. B.
Gladstone Horatiusvertaler.
The Odes of Horace. Translated into English
By the Right Hon. W. E. Gladstone M. P. Ziedaar
een van de nieuwste uitgaven. Wij meenen, van
deze merkwaardige vrucht van het alzijd'g talent
van den fenomenalen grand old man den lezer
niet beter een proefje te kunnen geven, dan
door Horatius en Gladstone naast elkander te
leggen, en naast hen Milton, dien zeldzaam knap
pen Engelschman. Wij nemen de vijfde ode uit
het eerste boek, het beroemde gedicht:
Qui muha gracilis te puer in rosa
Perfusus liquidis urgct odorilms
Grato, Pyrrna, sub autro?
C'ui ftavam. religas comam
Simplex mimdiüis? Heu quoties fidem
Mutatosqne deos flebit et aspera
Nigris aeq'iora ventis
Emirabitur insolens,
Qui nunc te fruitur credulus aui'ea
Qui semper vacuüm, semper arnabilem
Sperat uesrius auvae
Fallaeis. Miseri quibus
Intentata uites! Me t:ibula sacer
Votiva paries mdirat avida
SuspendUt-e poteuti
Yestimeiita inaris deo.
Gladstone heeft dit gedicht weergegeven als
volgt:
\\ liat seented stripling, Pyrrha, woos thee now,
lu pleasant grutto, all \\itb roses fair?
For wliom those auburu tresses biudest thou
With simple eare ?
Fnll oft shall )ie thine aJleml faith bewail,
His alteml gods: and his umvontcd gaze
Shall wateh the waters darkeuing to the gale
hl vrild arnaze :
AVho now bul eviug gloats on golden charms ;
M ho hope-; thee ever yuid, and ever kind ;
Nor knows thy ehangeful heart, nor (hèalanns
Of changeful wind.
FOP me, Itt Neptiiue's temple-wall declare
Ifow, sat'e-eseaped, in volive ofïering,
My dripping garnients own, suspeuded there,
Ilim Oeean-King.
Milton had het aldus vertaald:
\Vhat slender youth, brdewed wilh liquid odoii '9,
Cuurts thee 011 roses in some pleasant «ave,
Pyrrha'? For \\hoin binds't thou
la wreaths thy golden hair,
Plain in ihy tieafiicsf. ? O hmv oft sliall h
n faith and rhangrd gods eomplain, and seus
Hough xvitli biark ivinds, and storms
(Jtiwontfd shalj adinire!
Who now enjoys ther eredulous, all gold,
A\ lio always vaeant, always amiable
Ilupes thee, of Ilatteriiig gales
Lnniimll'nl. llapless they
To \vhom thou uiitried si'cm'st fair! Me, in tnv vow'd
l'icturi', the i-acred wall deelaivs to have hung
My dank utid dropping werds
To tiie stern god of sea.
»It would be a shame", zegt een van de Engelsche
bladen, om op de vertaling van den
negentigjarigen staatsman, wiens carrière nog beginnen
moest, op een leeftijd dat Horatius reeds in het
graf lag, kritiek uit te oefenen. De lezer neme
bet medegedeelde dus louter als curiosum.
Jong-Belgiëin het Parlement.
De groote overwinning der socialisten is niet
de eenige verrassi1 g, die de jongste verkiezingen
in Belgiëheeft opgeleverd. Een medewerker van
La Jeune Jjejgique, de heer Jules Destrée, wiens
kritische opstellen zeer werden opgemerkt, is tot
lid der Belgische Kamer gekozen. Dit is de eerste
jong-Belgiscbe schrijver, die een zetel in het
Parlement verkrijgt. >Hoewel hij niet als zoo
danig in het district Charleroi gekozen is." zegt
La Jeune Bt'lyiqif, «hopen wij toch, dat hij de
wenschen zal voorstaan, die wij steeds hebben
geformuleerd, en dat hij een krachtigen steun
zal zijn voor de kunst en de letteren in de ver
tegenwoordiging.
De heer Jules Destrée heeft, in overleg met
Maurice Barros, bet plan een »Europeesche groep
van letterkundige afgevaardigden" te vormen.
Reeds is van jonge litteratoren uit Portugal.
Spanje en Italiëtoezegging ontvangen, terwijl
Frankrijk en Helgie reeds zijn vertegenwoordigd.
George Gaskell t.
Te Marseille overleed d^zer dagen de Engel
sche schrijver (ieorge Gaskell. Zijn dood, op
vreemd grondgebied, is werkelijk tragisch. Gaskell
was een groot toerist; in den zomer bewoonde
hij een villa op den Mönch bij Salzburg: in den
winter zijn villa Mustapha te Algiers. Op weg
van Salzburg naar Afrika voelde de 80 jarige
auteur zich te Marseille onwel; en hij stierf in
de nabijheid der zee, die de beide werelddeelcn
verbindt. Nadat bij zijn eene verblijfplaats had
verlaten en vóór hij de andere bad bereikt, moest
zijn vrouw zijn lijk toevertrouwen aan vreemde
aarde.
Van zijn werken zijn vooral bekend: A'geria
as it is en The A/pes, werken waarin hij de
schoonheid beschrijft van zijn geliefkoosde ver
blijfplaatsen. Gaskell had eenigen tijd te Weenen
les in bet schilderen genomen; ook zijn vrouw
was, evenals baar zuster, Mlle. Bigeard, een be
kende schilderes.
Gaskells woningen waren dan ook echte
artiestenlieims, waarin elke kunstenaar een welkome en
graaggeziene gast was.
BOEKAANKONDIGING.
Jean Firlefanz und die Deutsche
Sprache von SFf! VAAS DE BRUIN. Xutphen,
W. .'. Tn i KM K & Co. Een nuttig boekje voor
ben, die weten willen hoe men in het Duitsch
wel en niet moet schrijven en vertalen.
De beginselen van het Natuurteekenen
(met IS liguren tussschen den tekst) door J. DE
JONG ll/.v. en ,1. DE JONG C/N., leeraren aan
de II. B. S. te Zwolle en Brielle. Uitgave van
H. Ildxixn, Utrecht. Prijs/'l.2f>. Een zeer gescbkt
boekje voor zelfstudie en voor hen. die examen
wenschen te doen voor speciale teekenakten.
Bij den uitgever J. B. WHI.TKUS te Groningen
is versoberen: De Geschiedenis als Sociale
Wetenschap. H ede bij de aanvaarding
van het hoogleeraarsambt in de geschie
denis des Vaderlands, te Leiden gehou
den den 6 October 1894, door Dr. l'. J.
BLOK'. Prijs f O.liO.
Bij den zelfden: Gedenkboek der Reduc
tie van Groningen in 1594 door Prof'. P. .1.
BLOK, Mr. J. A. FEITII, Mr. S. GUATAMA,
Prof. J. REITSMA, Prof. C. II. v. RIIIJN, Mr.
C. P. L. RUTGERS, Dr. S. D. v. VEEN en Prof.
J. TE WINKEL. Prijs /' .'J.?.").
LdMAN i 1YNKK, 's Gravenhage. De boete
voor een Misstap" door LUCAS MALKT
(dochter van Charles Kingsley) met een voor
woord van' Jo DE VRIES. Uit het Engelsch ver
taald door J. DE HOOP SCHEFFER. 2 dln.
G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. Tweeërlei
overtuiging door E. CASTELNUOVO. Uit
het Italiaansch vertaald door FREDDY. l deel.
Oorspronkelijke romans, enz. verschenen bij J.
L. BEIJERS. Utrecht. De Van Esperens. Een
familiegeschiedenis door Mevr. HAMAKER
BROOSHOOFT. l deel.
Bij denzelfden: Jonkvrouw Edelweisz.
-Een Rijnsprookje door AGATHA SNELLEN.
LOMAN & FuN'KE, 's Gravenhage: Om het
Geluk door ELIZE KNUTTEL-FABIUS. l deel.
Prijs /' l.!H).
P. N. v. KAMI-KN KN ZOON, Amsterdam :
Sursum Corda! (De Harten omhoog ! Woorden,
waarmede de Katholieke priester de »praefatio"
begint) door CYRIEL BUYSSE, geschreven in
geheel anderen toon als zijn knap geschreven,
maar ruw »De macht van den sterkste".
Uit 's levens strijd. Een viertal novellen
van JOHANNA WOLTERS. Haarlem H. D.
TJEENK WILLINK.
Sprookjes, door HELENE LAPIDOTII
SWARTH. 's-Gravenhage, LOMAN & FCNKK.
De i edenkschriften van een Schoon
moeder, door GEORGE R. SIMS, vertaald door
JACOBA. Leiden, A. H. ADRIASI.
De kleine Frits, door Mevr. VAN
OSSELENVAN DELDEN. Een boek voor jongens en meis
jes, met vi-r gekleurde plaatjes. ALLERT I>K
LANGE, Amsterdam.
De hand en de ring door A. K. GREEN,
deel IV van de serie Uttftpanningilectuur uitge
geven bij ALI.KUT IJK LANGU, Amsterdam. No. 1.
Savage: Mijn officieele vrouw; No. 2 De gemaskerde
Venus; No. ,'i De Gewetenlooze; zijn reeds vroeger
bij dezen uitgever verschenen.
Binnen en buiten boord. Novellen en schet
sen van WERUMÉUS BUNING. Uitgave van
D. BIJLT.K, Rotterdam, inhoudende:
Marineschetsen, Uit en thuis met de Tromp, Verschillende
ouwe heeren, Aan boord en aan wal.
Tusschen Servet en Tafellaken. Gezel
lige praatjes rnet onze Hollandsche jongens, door
JOHANNA VAN WOUDE,zeervrijnaar'tEngelsch.
Uitgegeven bij jAfyujJS DUSSKAU & Co. Amsterdam.
Alma. (De geschiedenis van een kleine
Pianojuffrouw) door EMMA MARSHAL, uit het En
gelsch door JACOBA. Uitgaaf van JACQI'KS
DrsSL'AU. Amsterdam.
vo
Een trous-'eau. De hoofden der
vrouicenbeweyivtt/ in frankrijk. Japansch.
Een menu.
De trousseau van prinses Alix van Hessen, de
nieuwe Czarina, is te Parijs gemaakt. Reeds een
halfjaar geleden is daar in een der eerste mo
demagazijnen een afzonderlijk atelier ingericht,
uitsluitend voor het borduurwerk waarmee de
Keizerlijke bruid zou worden begiftigd. Als ma
teriaal kwamen uit Rusland groote massa's edele
steenen, paarlen en echte kanten : een persoon
van vertrouwen bracht deze schatten over. Voor
het bont, blauw- en zilvervos, werd aan de Franscbe
grens reeds een klein vermogen aan invoerrecht
betaald.
liet was een moeielijke taak, den smaak der
Duitsche, eenigzins puriteinscb opgevoede prinses,
in overeenstemming te brengen met de pracht,
die men aan het Russische hof noodzakelijk acht.
(irootvorstin Elisabeth, die eigenlijk de bestel
lingen deed, gaf als aanwijzing, voor het borduur.
sel meer zilver dan goud, meer brillanten dan
gekleurde steenen te gebruiken. De Czarina gaf
daarbij op, dat men, om den rang goed te doen
uitkomen, twee toiletten voor haar zelve gelijk
aan twee van de jonge vorstin zou maken. Het
eene was van wit geperst fluweel, met bolero van
Oostersche paarlen, als soiree toilet; het andere
voor diner, van hemelsblauw damast, met omlijs
ting van sabelkopjes om de taille en den sleep.
Het bruidstoilet heeft, naar Russische mode, een
korten sluier, waarin guirlanden van mirten ge
weven zijn; van de stof van het bruidskleed is
niets te zien door het borduursel.
Voor de morgenjaponnen heeft koningin Victoria,
de grootmoeder van prinses Alix, de stof naar
Parijs gezonden: zes van hare mooiste Indische
shawls, waarin de schaar moest gezet worden
voor deze merkwaardige négligés. De af knipsels
worden als zoo kostbaar beschouwd, dat er order
gegeven is, ze te verzamelen en terug te zenden.
Deze weefsels verdragen geen garnituur; men heeft
er alleen een uitgekozen als «robe du lendcmain,"
en deze een snoer echte paarlen als ceintuur
gegeven.
Het linnengoed is niet alles te Parijs gemaakt;
een groot deel ervan was reeds klaar, het was
door de grootmoeder der bruid, wijlen groother
togin Alice van Hessen, eigenhandig geborduurd.
Alles was op tijd klaar, toen plotseling het be
vel kwam, er haastig eenige dozijnen rouwtoi
letten bij te voegen; eerst zwart wollen, dan met
gitten en doffe zijde, eindelijk fraaie combinatiën
met lila, wit, zilver, point d'Alenron, guipure en
Chantilly. Men nam uit de zwarte schoentjes
der bruid de diamanten rosetten en verving ze
door gitten en staal; de schoentjes (alles in de
kleur) bij de andere toiletten, komen later te pas.
*
* *
Dit jaar zal in het Fransche parlement eene
kleine groep als verdedigers van de rechten
deivrouw optreden ; eene voorloopige vergadering
met de hoofden der vrouwenbeweging heeft daar
toe reeds plaats gehad, en men kan nu overzien,
welke dames de verschillende nuances in de rich
ting vertegenwoordigen. Ze zijn dan ook reeds
geïnterviewd en zijn omtrent haar meeningen niet
stilzwijgend geweest.
Geheel afzonderlijk staat Mme Schmahl, een