De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1894 18 november pagina 4

18 november 1894 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 908 op de tentoonstelling in het Palais de l' Industrie te Parijs dit jaar gehouden, met de hoogste on derscheiding bekroond. Dit artikel is door de firma in Frankrijk geoctrooyeerd. mini Minimum IIIIIIIIIIH mi iiniiiiiii Welke meeningen Beethoven had over de beteekenis der kunst kan blijken uit den volgenden brief aan Bettina von Arnim, die in de biografie van Schindler voorkomt: »Lieve goede Bettina ! «Koningen en vorsten kunnen wel professoren maken en geheimraden enz., en titels geven en ordelinten omhangen maar groote mannen kunnen zjj niet maken. Geesten, die boven den wereldpoel uitsteken, zullen zy wel laten te maken, en het is noodig hen dat eens te laten gevoelen; wanneer er twee bijeen zijn, zooals ik en Goethe, dan moeten ook de groote hèeren merken, wat b\j ons voor g oot geldt. Gisteren ontmoetten wij op de wandeling de keizerlyke familie. Wij zagen ze van verre aankomen en Goethe liet mij staan, om plaats te nemen aan den kant van den weg. Ik kon zeggen wat ik wilde, ik kon hem er niet toe brengen een' stap verder te doen. Ik drukte mjjn hoed op het hoofd, knoopte mijn jas toe en ging met gekruiste armen midden door den stoet, Vorsten en groote hanzen gingen op zijde en aartshertog Rudolf nam zijn hoed af; de keizerin groette zelfs het eerst. Die menschen kennen mij. Ik zag met recht veel pleizier hoe de stoet Goethe voorbijging. Hij stond met zijn hoed in de hand aan den kant van den weg. Ik heb hem geducht de ooren gewasschen; ik gaf geen pardon en ver weet hem al zijn zonden, het meest die tegen u, lieve Bettina; wij hadden juist over gesproken. God ! als ik zulk een tijd met u had beleefd als h\j, geloof mij, ik zou nog veel, veel meer groots hebben voortgebracht. Een musicus is ook dichter; ook hij kan zich, door een paar oogen, plotseling in een schoonere wereld verplaatst achten, waar grootere geesten zich met hem vroolijk maken en hem moeilijke opdrachten geven. Wat heb ik al niet gedactit, toen ik u leerde kennen op de kleine sterrenwacht, in dien beerlijken Meiregen; die was ook voor mij recht vruchtbaar en de schoonste thema's sprongen toen uit uw oogen in mijn hart thema's die de wereld nog zullen verrukken als Beethoven niet meer dirigeert. Schenkt God mij nog een paar jaren, dan moet ik u weerzien, lieve, lieve Bettina; dat verlangt de stem, die steeds in mij leeft. Geesten kunnen elkaar ook beminnen en ik zal steeds aanhouden om den uwen. Uw bijval is mij het liefst in de geheele wereld. Ik heb Goethe mijn meening erover gezegd, hoe de bijval op ons werkt, en dat men door zijn gelijken met het verstand wil gehoord worden. Geroerd worden past alleen voor vrouwen (vergeef mij) doch de man moet het muziekvuur uit den geest slaan. Nu lief kind, hoe lang is het al, dat wij dezelfde meening hebben over dit alles. Niets is goed, dan een schoone goede ziel te hebben, die men in alles erkent, voor welke men zich niet behoeft te verbergen. Men moet wat zjjn, als men wat schijnen wil; de wereld moet iemand erkennen en zij is niet alty'd onrechtvaardig. Doch daaraan is mij niets gelegen, omdat ik een hooger doel heb. TeWeenen hoop ik op een brief van u; schrijf spoedig en re^ht veel. Over acht dagen ben ik daar; het hof gaat morgen, vandaag spelen zij nog eens. Hjj heeft met de keizerin haar rol bestudeerd; zijn hertog en hij willen, dat ik wat van mijn muziek zou uitvoeren, maar ik heb het beiden geweigerd. Zij zijn verliefd op Chineesch porcelein, daar moet men voorzichtig mede zijn, omdat het ver stand de overhand verloren heeft. Doch ik maak geen muziek bij hun verkeerdheden; ik maak geen absurde zaken op gemeenschappelijke reke ning voor vorstelijke personen, die dergelijke schulden nooit afdoen. Adieu, adieu beste. Uw laatste brief lag een geheelen nacht op mijn hart en verkwikte mij. Muzikanten veroorloven zich alles. »God, wat heb ik u lief! »Uw trouwste vriend en doove broeder, BEETHOVEN." lliiiiiiiiiiiiiiiiinmiiiiiliiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiliiiiiiii Buiteulandsche Bibliografie. JULES RENABD. Poüde Carotte, De natuur is waarlijk een goed zorgende moeder: als wij arme menschekinderen te erg in de klem raken, weet ze wel een redmiddel. En we zaten dan toch maar leelijk geklemd tusschen de -isten en de -ismen, en heel wat menschen gaven heel wat tijd (verknoeiden wou ik wel zeggen) om uit te maken of zeker auteur of geschrift een zus- ist of een zoo- isme was; en daarop hadden andere menschen weer heel wat tijd noodig om hun woede te zeggen, te schreeuwen en te schrijven tegen de uit-makers, de -isten en de -ismen; tegen de -isten vooral. 't Ging niet langer. Toen heeft moeder natuur, de goede, er zooveel -isten en -ismen bijgestuurd, dat we thans genieten van een rustig-heilzame onverschilligheid voor al die onderscheidinkjes, wijl geen mensch er meer 't oog op kan houden. En 't is gelukkig, want nu kunnen we daarmee heel wat beters doen, met dat oog en met dien tijd: b.v. en dat wensch ik sterk aan te raden, dit boek van Jules Renard lezen. Daarin is alles bijeen wat vroeger hier en gin ds rondzwierf van den kleinen Poil de Carotte, en er is nog veel meer bijgekomen. Het is geen boek geregeld achtereen-door; 't is een verzameling vannovelletjes, anecdotetjes, dialoogjes, altemaal rond het beroemde roode kereltje, dat zich over zijne onplezierige oudelui troostte met de wijze woorden: »Tout Ie monde ne peut pas tre orphelin", wel wat heel wijs voor zijn jonge jeugd, en hem denkelijk, zooals meer van zijn uitin gen later ingevallen, toen hij was opgegroeid tot Jules Renard. Want, al wat er dan ook tegen moge pleiten, ik denk 't toch graag: de kleine Poil de Carotte die zoo deftig voor zijn vader declameert: »je veux en composition francaise, bientót tenir la corde et la garder, et si malgr mes efforts elle m' chappe, du moins je n'aurai rien a me reprocher, et je pourrai m'écrier fi rement comme Brutus: O vertu! tu n'es qu'un nom," als zijn vader hem er over onderhoudt, dat hij in 't afgeloopen jaar op school niet goed heeft gewerkt; diezelfde Poil de Carotte is 't die nu, als man, zijn kleine Zelfje hier uitteekent. Maar ik ben gaan twijfelen of, behalve dat hij dan af en toe boven zijn jaren wijze dingen zegt, Poil de Carrotte wel in alle stukjes precies lijkt; of hij niet in sommige er een beetje anders uitziet dan in andere? Nu is het aardig b.v. N".XII, les Joues Rouges, te vergelijken met de uitgaaf daarvan in den Mercure de France en in het bun deltje Le Coureur de Filles. Daar heet Poil de Carotte: Véringue; en omdat ik vind dat deze Poil de Carotte-Véringue niet heelemaal lijkt op dien in de andere stukjes, wou ik zoo graag weten, of Véringuo later in Poil de Carotte is herdoopt, clan wel Poil de Carotte voor de aparte uitgaaf in Véringub ? Iemand die er plezier in heeft, kan bij die vergelijking nog meer leeren: vooreerst dat 't geheele verhaal van 't imperfectum in 't praeóens is overgezet en verder dat Ilenard aan zijn schijnbaar zoo eenvoudig-weg neergeschreven proza veel zorg besteedt: enkele dingen die heelemaal uit den toon vielen zijn weggenomen, hier is een woord door een juister vervangen, daar een woord bijgevoegd, ginds een uitgelaten. Jules Renard beschrijft geen milieu, heeft 't niet »over" zijn menschkes; hij vertelt simpeltjes, leuk zoo langs zijn neus weg; en alles raak. Heeft men eens deze vertelsels en dialoogjes ge lezen dan kent men Poil de Carotte, zijn liefe lijke ouwelui, grand frère Félix, soeur Ernestine, den Parrain, de meiden oude Honorine en jonge Agathe, om ze nooit, nooit weer te vergeten. Die kleine stukskes zijn zóó sterk, ze snijden zich voorgoed in u. En dan plots ziet ge de groote Ironie zich achter de levensdingetjes bewegen: het talent is verwonderlijk dat dit met zoo nietige en eenvoudige middelen doet. Kan 't nu iemand schelen welk -isme dit is? of wat voor -ist Jules Renard? The Kindness «f the Celestial and other storien, by BARHY PAIN. Ik had die »Kindness" gelezen en ik had »Detected Culprits" gelezen, evenzoo »Una at Desford" en was juist geheel gereed om te ver klaren : dit boekje van Barry Pain is een zoet bundeltje van schoolverhaaltjes, op de manier van onze jongensboeken, vooral niet beter. Bovendien, in jongensboeken, geschreven door aanigszins vaderlijk-paedagogische menschen, die b.v. zelf «onderwijzer" geweest zijn, en zoo goed weten, »ik heb zelf twintig jaar voor de klas ge staan, meneer!" wat een jongen deugt, in zoo danige jongensboeken is vaak iets volkomen onverdragelijks. De bladzijden glimmen van zelfbe hagen en pedanterie, de schrijver ''s de gevleesde moraal, al maar bezig om in de jeugdige ziele akkers het Eergevoel en de Waarheidsliefde, Arbeidzaamheid en Verdraagzaamheid, Goede manieren en nog meer van die schoolgewassen aan te kweeken. Nu, zóó iets was er ook in de »Kindness of the Celestial'' en in «Una at Desford" was dat an dere, ook onhebbelijke, van welbehagen in jongensstreken. »Ik mag 't wel zien, dat een jongen wat on deugend is, meneer ! . . . die stillen daar heb ik 't niet op !" En zoo iets was nu weer in »Una at Desford'', dat heenwijst naar een verfoeilijk ideaal van jeugdigheid, frischheid, braafheid, degelijkheid enz. Maar juist toen ik mijn conclusie over 't liede boek klaar had, las ik »Ellen Rider" en dat was net bijtijds. Want eerstens had dit niets van een schoolverhaaltje, in geen enkelen zin, en ten tweede was daarin iets veel fijnere, soberders, ongemaakt-eenvoudigers, dan waartoe ik Barry Pain in staat had geacht. Toch, als geheel, lijkt mij 't bundeltje niet heel veel bijzonders, maar een verzameling van metierachtig geschreven Sketches in London Neivs en andere bladen, voornamelijk daarom bijeengelezen en uitgegeven, wijl daartoe thans een gunstige tijd is. Och! wel vermakelijk hier en daar, zoo na tafel, voorafgaand aan een dutje. Stories and Interludes. Ook van Barry Pain, met een niet onaardig houtsneedje voorin. O, maar dit is veel beter ! Ik begin voor Barry Pain zeker achting te krijgen, als ik dit boek lees. Wat in «Ellen Rider" zich zoo even voelen liet, als een onverwacht, klein, innig fijn toontje in een overigens vetten straatorgeldeun, dat is bier volgebloeid. Er is veel kalme onpretentieuse fantazie in »The Glass of supreme moments" en een mij zeer sympathieke levensvisie. Een verbeelding met een bedaarde, zichzelfbewuste vlucht, niet hooger stijgend dan zij kan. Men ziet geen in spanning en men heeft zich niet in te spannen, daarom zullen veel menschen dit graag lezen, die sterke boeken zeer schuwen. Maar toch lijkt mij dit al heel goed werk : knap, lijn, eenvoudig. liet zou nog meer gedistingueerd zijn, als er wat minder »humor" in was. Doch dit is naar onsen smaak, niet naar den Engelscben denkelijk. Als alle Engelsche boeken zoo waren als dit, zou het lezen veel minder een beproeving zijn. De «Interludes" zijn verzen, die heel wat min der verdienstelijk zijn dan de verhalen, die echter tact genoeg bezitten niet te lang te duren. Verdere bevindingen van Barry Pain heb ik nu niet. F. C. Jr. en II. v. n. B. Gladstone Horatiusvertaler. The Odes of Horace. Translated into English By the Right Hon. W. E. Gladstone M. P. Ziedaar een van de nieuwste uitgaven. Wij meenen, van deze merkwaardige vrucht van het alzijd'g talent van den fenomenalen grand old man den lezer niet beter een proefje te kunnen geven, dan door Horatius en Gladstone naast elkander te leggen, en naast hen Milton, dien zeldzaam knap pen Engelschman. Wij nemen de vijfde ode uit het eerste boek, het beroemde gedicht: Qui muha gracilis te puer in rosa Perfusus liquidis urgct odorilms Grato, Pyrrna, sub autro? C'ui ftavam. religas comam Simplex mimdiüis? Heu quoties fidem Mutatosqne deos flebit et aspera Nigris aeq'iora ventis Emirabitur insolens, Qui nunc te fruitur credulus aui'ea Qui semper vacuüm, semper arnabilem Sperat uesrius auvae Fallaeis. Miseri quibus Intentata uites! Me t:ibula sacer Votiva paries mdirat avida SuspendUt-e poteuti Yestimeiita inaris deo. Gladstone heeft dit gedicht weergegeven als volgt: \\ liat seented stripling, Pyrrha, woos thee now, lu pleasant grutto, all \\itb roses fair? For wliom those auburu tresses biudest thou With simple eare ? Fnll oft shall )ie thine aJleml faith bewail, His alteml gods: and his umvontcd gaze Shall wateh the waters darkeuing to the gale hl vrild arnaze : AVho now bul eviug gloats on golden charms ; M ho hope-; thee ever yuid, and ever kind ; Nor knows thy ehangeful heart, nor (hèalanns Of changeful wind. FOP me, Itt Neptiiue's temple-wall declare Ifow, sat'e-eseaped, in volive ofïering, My dripping garnients own, suspeuded there, Ilim Oeean-King. Milton had het aldus vertaald: \Vhat slender youth, brdewed wilh liquid odoii '9, Cuurts thee 011 roses in some pleasant «ave, Pyrrha'? For \\hoin binds't thou la wreaths thy golden hair, Plain in ihy tieafiicsf. ? O hmv oft sliall h n faith and rhangrd gods eomplain, and seus Hough xvitli biark ivinds, and storms (Jtiwontfd shalj adinire! Who now enjoys ther eredulous, all gold, A\ lio always vaeant, always amiable Ilupes thee, of Ilatteriiig gales Lnniimll'nl. llapless they To \vhom thou uiitried si'cm'st fair! Me, in tnv vow'd l'icturi', the i-acred wall deelaivs to have hung My dank utid dropping werds To tiie stern god of sea. »It would be a shame", zegt een van de Engelsche bladen, om op de vertaling van den negentigjarigen staatsman, wiens carrière nog beginnen moest, op een leeftijd dat Horatius reeds in het graf lag, kritiek uit te oefenen. De lezer neme bet medegedeelde dus louter als curiosum. Jong-Belgiëin het Parlement. De groote overwinning der socialisten is niet de eenige verrassi1 g, die de jongste verkiezingen in Belgiëheeft opgeleverd. Een medewerker van La Jeune Jjejgique, de heer Jules Destrée, wiens kritische opstellen zeer werden opgemerkt, is tot lid der Belgische Kamer gekozen. Dit is de eerste jong-Belgiscbe schrijver, die een zetel in het Parlement verkrijgt. >Hoewel hij niet als zoo danig in het district Charleroi gekozen is." zegt La Jeune Bt'lyiqif, «hopen wij toch, dat hij de wenschen zal voorstaan, die wij steeds hebben geformuleerd, en dat hij een krachtigen steun zal zijn voor de kunst en de letteren in de ver tegenwoordiging. De heer Jules Destrée heeft, in overleg met Maurice Barros, bet plan een »Europeesche groep van letterkundige afgevaardigden" te vormen. Reeds is van jonge litteratoren uit Portugal. Spanje en Italiëtoezegging ontvangen, terwijl Frankrijk en Helgie reeds zijn vertegenwoordigd. George Gaskell t. Te Marseille overleed d^zer dagen de Engel sche schrijver (ieorge Gaskell. Zijn dood, op vreemd grondgebied, is werkelijk tragisch. Gaskell was een groot toerist; in den zomer bewoonde hij een villa op den Mönch bij Salzburg: in den winter zijn villa Mustapha te Algiers. Op weg van Salzburg naar Afrika voelde de 80 jarige auteur zich te Marseille onwel; en hij stierf in de nabijheid der zee, die de beide werelddeelcn verbindt. Nadat bij zijn eene verblijfplaats had verlaten en vóór hij de andere bad bereikt, moest zijn vrouw zijn lijk toevertrouwen aan vreemde aarde. Van zijn werken zijn vooral bekend: A'geria as it is en The A/pes, werken waarin hij de schoonheid beschrijft van zijn geliefkoosde ver blijfplaatsen. Gaskell had eenigen tijd te Weenen les in bet schilderen genomen; ook zijn vrouw was, evenals baar zuster, Mlle. Bigeard, een be kende schilderes. Gaskells woningen waren dan ook echte artiestenlieims, waarin elke kunstenaar een welkome en graaggeziene gast was. BOEKAANKONDIGING. Jean Firlefanz und die Deutsche Sprache von SFf! VAAS DE BRUIN. Xutphen, W. .'. Tn i KM K & Co. Een nuttig boekje voor ben, die weten willen hoe men in het Duitsch wel en niet moet schrijven en vertalen. De beginselen van het Natuurteekenen (met IS liguren tussschen den tekst) door J. DE JONG ll/.v. en ,1. DE JONG C/N., leeraren aan de II. B. S. te Zwolle en Brielle. Uitgave van H. Ildxixn, Utrecht. Prijs/'l.2f>. Een zeer gescbkt boekje voor zelfstudie en voor hen. die examen wenschen te doen voor speciale teekenakten. Bij den uitgever J. B. WHI.TKUS te Groningen is versoberen: De Geschiedenis als Sociale Wetenschap. H ede bij de aanvaarding van het hoogleeraarsambt in de geschie denis des Vaderlands, te Leiden gehou den den 6 October 1894, door Dr. l'. J. BLOK'. Prijs f O.liO. Bij den zelfden: Gedenkboek der Reduc tie van Groningen in 1594 door Prof'. P. .1. BLOK, Mr. J. A. FEITII, Mr. S. GUATAMA, Prof. J. REITSMA, Prof. C. II. v. RIIIJN, Mr. C. P. L. RUTGERS, Dr. S. D. v. VEEN en Prof. J. TE WINKEL. Prijs /' .'J.?."). LdMAN i 1YNKK, 's Gravenhage. De boete voor een Misstap" door LUCAS MALKT (dochter van Charles Kingsley) met een voor woord van' Jo DE VRIES. Uit het Engelsch ver taald door J. DE HOOP SCHEFFER. 2 dln. G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. Tweeërlei overtuiging door E. CASTELNUOVO. Uit het Italiaansch vertaald door FREDDY. l deel. Oorspronkelijke romans, enz. verschenen bij J. L. BEIJERS. Utrecht. De Van Esperens. Een familiegeschiedenis door Mevr. HAMAKER BROOSHOOFT. l deel. Bij denzelfden: Jonkvrouw Edelweisz. -Een Rijnsprookje door AGATHA SNELLEN. LOMAN & FuN'KE, 's Gravenhage: Om het Geluk door ELIZE KNUTTEL-FABIUS. l deel. Prijs /' l.!H). P. N. v. KAMI-KN KN ZOON, Amsterdam : Sursum Corda! (De Harten omhoog ! Woorden, waarmede de Katholieke priester de »praefatio" begint) door CYRIEL BUYSSE, geschreven in geheel anderen toon als zijn knap geschreven, maar ruw »De macht van den sterkste". Uit 's levens strijd. Een viertal novellen van JOHANNA WOLTERS. Haarlem H. D. TJEENK WILLINK. Sprookjes, door HELENE LAPIDOTII SWARTH. 's-Gravenhage, LOMAN & FCNKK. De i edenkschriften van een Schoon moeder, door GEORGE R. SIMS, vertaald door JACOBA. Leiden, A. H. ADRIASI. De kleine Frits, door Mevr. VAN OSSELENVAN DELDEN. Een boek voor jongens en meis jes, met vi-r gekleurde plaatjes. ALLERT I>K LANGE, Amsterdam. De hand en de ring door A. K. GREEN, deel IV van de serie Uttftpanningilectuur uitge geven bij ALI.KUT IJK LANGU, Amsterdam. No. 1. Savage: Mijn officieele vrouw; No. 2 De gemaskerde Venus; No. ,'i De Gewetenlooze; zijn reeds vroeger bij dezen uitgever verschenen. Binnen en buiten boord. Novellen en schet sen van WERUMÉUS BUNING. Uitgave van D. BIJLT.K, Rotterdam, inhoudende: Marineschetsen, Uit en thuis met de Tromp, Verschillende ouwe heeren, Aan boord en aan wal. Tusschen Servet en Tafellaken. Gezel lige praatjes rnet onze Hollandsche jongens, door JOHANNA VAN WOUDE,zeervrijnaar'tEngelsch. Uitgegeven bij jAfyujJS DUSSKAU & Co. Amsterdam. Alma. (De geschiedenis van een kleine Pianojuffrouw) door EMMA MARSHAL, uit het En gelsch door JACOBA. Uitgaaf van JACQI'KS DrsSL'AU. Amsterdam. vo Een trous-'eau. De hoofden der vrouicenbeweyivtt/ in frankrijk. Japansch. Een menu. De trousseau van prinses Alix van Hessen, de nieuwe Czarina, is te Parijs gemaakt. Reeds een halfjaar geleden is daar in een der eerste mo demagazijnen een afzonderlijk atelier ingericht, uitsluitend voor het borduurwerk waarmee de Keizerlijke bruid zou worden begiftigd. Als ma teriaal kwamen uit Rusland groote massa's edele steenen, paarlen en echte kanten : een persoon van vertrouwen bracht deze schatten over. Voor het bont, blauw- en zilvervos, werd aan de Franscbe grens reeds een klein vermogen aan invoerrecht betaald. liet was een moeielijke taak, den smaak der Duitsche, eenigzins puriteinscb opgevoede prinses, in overeenstemming te brengen met de pracht, die men aan het Russische hof noodzakelijk acht. (irootvorstin Elisabeth, die eigenlijk de bestel lingen deed, gaf als aanwijzing, voor het borduur. sel meer zilver dan goud, meer brillanten dan gekleurde steenen te gebruiken. De Czarina gaf daarbij op, dat men, om den rang goed te doen uitkomen, twee toiletten voor haar zelve gelijk aan twee van de jonge vorstin zou maken. Het eene was van wit geperst fluweel, met bolero van Oostersche paarlen, als soiree toilet; het andere voor diner, van hemelsblauw damast, met omlijs ting van sabelkopjes om de taille en den sleep. Het bruidstoilet heeft, naar Russische mode, een korten sluier, waarin guirlanden van mirten ge weven zijn; van de stof van het bruidskleed is niets te zien door het borduursel. Voor de morgenjaponnen heeft koningin Victoria, de grootmoeder van prinses Alix, de stof naar Parijs gezonden: zes van hare mooiste Indische shawls, waarin de schaar moest gezet worden voor deze merkwaardige négligés. De af knipsels worden als zoo kostbaar beschouwd, dat er order gegeven is, ze te verzamelen en terug te zenden. Deze weefsels verdragen geen garnituur; men heeft er alleen een uitgekozen als «robe du lendcmain," en deze een snoer echte paarlen als ceintuur gegeven. Het linnengoed is niet alles te Parijs gemaakt; een groot deel ervan was reeds klaar, het was door de grootmoeder der bruid, wijlen groother togin Alice van Hessen, eigenhandig geborduurd. Alles was op tijd klaar, toen plotseling het be vel kwam, er haastig eenige dozijnen rouwtoi letten bij te voegen; eerst zwart wollen, dan met gitten en doffe zijde, eindelijk fraaie combinatiën met lila, wit, zilver, point d'Alenron, guipure en Chantilly. Men nam uit de zwarte schoentjes der bruid de diamanten rosetten en verving ze door gitten en staal; de schoentjes (alles in de kleur) bij de andere toiletten, komen later te pas. * * * Dit jaar zal in het Fransche parlement eene kleine groep als verdedigers van de rechten deivrouw optreden ; eene voorloopige vergadering met de hoofden der vrouwenbeweging heeft daar toe reeds plaats gehad, en men kan nu overzien, welke dames de verschillende nuances in de rich ting vertegenwoordigen. Ze zijn dan ook reeds geïnterviewd en zijn omtrent haar meeningen niet stilzwijgend geweest. Geheel afzonderlijk staat Mme Schmahl, een

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl