Historisch Archief 1877-1940
N°. 909
DE AMSTEEDAMMEK
1894.
WEEKBLAD VOOE NEDERLAND
Dit nummer bevat drie bijvoegsels.
Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTÜS VAN MAÜRIK Jr.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam,
Singel bij de Vijzelstraat, 542.
Zondag 25 November
Abonnement per 3 maanden f 1.50, fr. p. post f 1.65
Voor Indiëper jaar . . . mailn 9.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.12*
Adverlentiën van 1?5 regels ?1.10, elke regel meer . . . 0.20
Reclames per regel 0.40
I N H O U »t
VAN VERRE EN VAN NABIJ. SOCIALE
AANGELEGENHEDEN: Een verwaarloosd volks
belang, door Socius. (Siot.) FEUILLETON: Een
stakker, door Ferdinand Telling. (W'tt). Mu
ziek in de hoofdstad, door Van Milligen.
KUNST EN LETTEREN : Kunst om en bij het
Spui, door J. V. Wandelingen te Florence,
door W. Francis Magnard t- Het oudste
vreemdelingenboek ter wereld. Buitenl.
Bibliographie, door F. C. Jr. en H. v. d. B. SCHAAK
SPEL. VOOrl DAMES, door E-e. RECLA
MES. UIT Dr. GANNEF'S STUDEERKA
MER. PEN- EN POTLOODKRASSEN.
ADVERTENTIÉN.
Ie B ij v o e g s e l: De journalistiek in de lange
kleeren. Boekaankondigingen. SCHETSJES:
Een vorstelijk huwelijk in Rusland in de vorige
eeuw. ADVERTENTIÉN.
2e Bijvoegsel: Sang an vTCgir, Dichtung
und Composition von S. M. dem
DeutschenKaiser, Kó'nig von Preussen, Wilhelm II.
immiiiiiiiiiiiii
iimiimiiimiiiiimiiuiti
Nog steeds is de datum niet bepaald, waar
op het Italiaansche Parlement zijne werk
zaamheden zal hervatten. Of de positie van
den heer Crispi er door dit uitstel beter op
wordt, mag men betwijfelen. De leiders der
verschillende partijen wachten natuurlijk zijne
toestemming niet af, om den politieken toe
stand te bespreken, en wat zij over den pre
mier en diens politiek hebben te vertellen,
is voor den heer Crispi noch vleiend, noch
bemoedigend. De heer Cavallotti, een van de
hoofden der uiterste linkerzijde, voorspelde
zelfs den spoedigen val van het ministerie,
omdat het in Italiëniet mogelijk is, op den
duur met geweld te regeeren. Cavallotti ver
weet Crispi, dat deze niets gedaan had om
den maatschappelijken en financieelen toe
stand te verbeteren, en wees daarbij op den
voortdurenden achteruitgang der inkomsten
en op den toeneraenden schuldenlast der
gemeenten, terwijl hij het tekort op de nieuwe
begrooting op minstens 80 millioen lire be
cijferde. De radicale afgevaardigde drong aan
miminiiiimmiiiilnniiniiiininntiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiHiiiiiiiiiiiiiiiinn
owuillatön.
?'""""""" ....... 'iniii ........ i ........ miiiiimni ..... i ....... n ...... iiniiii .....
lEEHST
door
FEKDIXAND TELTIXG.
(Slot).
In een hoek van het vertrek, waar gedanst
wordt, staat in het groen verscholen een
piano. De eerste tonen van een polonaise
zweven door de zaal, als door een onzicht
bare macht aan het speeltuig ontlokt.
Niemand, die er in de feestvreugde naar
vraagt, wie daür, verborgen voor iedeip oog,
de sluimerende snaren uit haar slaap wak
ker schudt? Als er slechts muziek is, als
er slechts gedanst kan worden. Toch is het
ook een mensch, dat zwakke afgetobde
mannetje, dat daar in zijn vochtige kleeding,
bibberend achter het groen zit te spelen.
Hoe verleidelijk, opwekkend en verlokkend
ruischt die wals door de zaal. Als op
zilveren vleugelen gedragen, zweven de
jonge vrouwen voorbij, meegesleept op het
wiegelend tempo der muziek. Eozen van
inspanning en genot kleuren de blanke
wangen, de vochtige lippen zijn ten halve
geopend om de snelle, gejaagde ademhaling
door te laten, de boezem siddert in het nauwe
keurslijf. De blonde bruid heeft zich dichter
aan het hart van den uitverkoren man ge
vlijd en droomt met halfgesloten oogen in
zijne armen haar schoenen droom van geluk.
Zij is niet meer in de balzaal. De wanden
van het vertrek zijn uil eengeweken, de paren,
die om haar heen fladderden toen de dans
begon, zijn in een grijsgrauwen nevel opge
lost en verdwenen ; 't langst heeft ze nog
het goedige gezicht van haar moeder kunnen
onderscheiden, dat van een canapéhaar
op aanzienlijke vermindering van het leger,
op verlaging der traktementen van hoogge
plaatste ambtenaren, op decentralisatie, ge
paard met vereenvoudiging van beheer en op
verlaging der civiele lijst. Dringend noodig
was volgens hem eene geleidelijke opheffing
van die belastingen, welke rechtstreeks den
arbeid en de productie treffen en daardoor
de sociale ontwikkeling van ItaJiëonmoge
lijk maken.
Men zal zeggen, dat de heer Cavallotti
behoort tot dt groep der onverzoenlijke
intransigenten en dat hij zich in geen geval
zou willen aansluiten bij eene
regeeringsmeerderheid onder leiding van Crispi. Maar
Cavallotti vindt tal van bondgenooten, ook
onder hen, die volstrekt niet tot zijne poli
tieke geestverwanten behooren; Cavallotti zelf
zinspeelde daarop, toen hij verklaarde bereid
te zijn om ieder Kabinet te steunen, dat zich
ten taak stelde aan het land de rust en de
vrijheid te hergeven, al stonden Di Rudini
of Zanardelli aan het hoofd van zulk een
Kabinet. Bedenkelijker echter dan zulk eene
coalitie is voor den premier het feit, dat de
sedert jaren verdeelde uiterste linkerzijde
plotseling hare eenheid heeft herkregen ten
gevolge van de hoogst willekeurige maat
regelen, door de regeering tegen de
zoogenoemde socialistische vereenigingen genomen.
Men had den heer Crispi tot op zekere hoogte
carte blanclie gegeven om tegen de anarchisten
op te treden, maar hij heeft van die vrijheid
gebruik gemaakt, om den republikeinen den
mond te snoeren en om de
arbeidersvereenigingen aan banden te leggen. De summiere,
vaak brutale ontbinding van een aantal ge
nootschappen en vereenigingen, waarvan zeer
vele niets revolutionairs hadden en de meeste
zich onderlinge ondersteuning der leden ten
doel stelden, heeft zelfs bij de meest besliste
voorstanders van de strenge handhaving der
openbare orde ergernis gewekt. Het blijkt
meer en meer, hoe ruw en lomp de politie
van den heer Crispi daarbij is te werk ge
gaan. Niet slechts heeft zij vereenigingen ge
troffen, die door hare samenstelling zuiver
conservatief waren, maar zelfs heeft zij we
gens overtreding der wet vervolgingen in
gesteld tegen personen, die zij stichters van
syndicaten noemde, ofschoon aan de plannen
betreffende die syndicaten nog niet eens een
vriendelijk toelachte, maar nu ziet ze niets
meer dan een paar stralende oogen, die zich
spiegelen in de hare, en 't is haar of ze
alleen met hem is, of ze met hem voortdrijft
op een gouden wolk, ver, heel ver weg naar
het toovertand uit de sprookjes harer kinds
heid.
En steeds schatert de wals door de zaal.
Het mannetje achter de piano moet spelen
tot hem het sein om uit te scheiden gegeven
wordt, en dit sein laat lang op zich wachten,
als de walskoningin regeert. Ook hij is in
zijn gedachten ver, ver weg. Maar het is
geen gouden wolk, die hem uit de vroolijke
omgeving wegvoert naar het ellendig
bovenkamertje, naar het doodsbed van zijn kind.
Hoe gaarne was hij thuis gebleven den korten
tijd, dat zijn lieveling hem nog behoort,
maar neen, wreed heeft de armoede hem
voortgedreven en spelen moet hij, spelen om
het hout te kunnen koopen, waarin zijn
doode jongetje zal worden weggedragen.
Een zonderlinge gedachte schiet hem door
het hoofd en roept een bitteren glimlach op
zijn bleek gelaat. Hij denkt er aan, hoe
vreemd het toch in de wereld toegaat.
Dezelfde muziek, die hier de vroolijk
dansende paren wiegt, moet dienen om ginds
de laatste woning van een doode op te
bouwen. Want speelt hij eigenlijk niet in
de vreugde der verlichte balzaal het donkere
kistje samen, waar zijn kind straks in zal
worden opgesloten ?
En vreemd, niemand van al die menschen
om hem heen, die gevoelt, dat de opgewekte,
wals den armen pianist als een doodslied in
de ooren klinkt.
Daar wordt het sein om uit te scheiden
gegeven. Eenige tonen klinken nog door
het vertrek, een schril slotakkoord, en de
muziek zwijgt.
Na korte oogenblikken rust vangt de dans
weer aan. Nu is 't een polka, daarna een
quadrille, dan weer een wals. Zoo gaat het
tot diep in den nacht, tot het bal ten einde
begin van uitvoering was gegeven. De mis
schien al te ijverige dienaren van den heer
Crispi hebben bij de uitvoering van diens
bevelen bokken geschoten, waarover velen
zullen lachen, maar niet de slachtoffers van
zulk een willekeur.
Toch zouden de kansen voor den heer
Crispi nog niet zoo slecht staan, als hij, bij
de heropening van het Parlement eene be
grooting kon indienen, die eenigermate slui
tende was gemaakt zonder de invoering van
nieuwe belastingen. Men mag zelfs aannemen,
dat het volbrengen van zulk een tour de
force zeer veel, zoo niet alles, zou doen ver
geven en vergeten en den premier eene
nieuwe populariteit zou bezorgen. Doch die
vrome wensch schijnt niet vervuld te zullen
worden, en de minister Sonnino zal hoogst
waarschijnlijk niet in de gelegenheid zijn
om een programma van bezuinigingen en
hervormingen in te dienen, dat tot een even
wicht in de begrooting kan leiden. De veel
besproken commissie van opperofficieren heeft.
zooals te verwachten was, uitgemaakt, dat
het oorlogsbudget niets dan het allernood
zakelijkste bevatte, en de ministers van andere
departementen moeten van hun ijverige
nasporingen geen ander resultaat hebben ver
kregen. Deze uitkomst is des te bedroevender,
omdat de heer Crispi in de vorige zitting
zich steeds beklaagde over de moeielijkheden
en de hinderpalen, welke de oppositie in het
Parlement aan zijn hervormingsplannen in
den weg legde ; was hij van die lastige con
trole bevrijd, zoo gaf hij toen te kennen, dan
zou hij, zoodra de Kamer en de Senaat
weder bijeen kwamen, niet slechts de schoonste
plannen kunnen ontwikkelen, maar ook op
afdoende resultaten kunnen wijzen.
Wat is er nu van al die fraaie beloften
gekomen? Het blijkt, dat omtrent no" geen
11 - i . . i
enkel punt m den ministerraad overeen
stemming is verkregen, en een telegram
meldde dezer dagen, dat de heer Crispi, ten
einde raad, of liever aan het eind van zijn
overredingsvermogen gekomen, de minderheid
in het kabinet zou binden aan de besluiten
door de meerderheid genomen. Beteekent dit,
dat wanneer de verantwoordelijke leider van
een departement bezuiniging onmogelijk ver
klaart, zijn collega's van andere departe
menten hem daartoe zullen dwingen? Of
spoedt.
Een zwoele stoffige nevel hangt in de zaal
en kleeft aan muren en plafond. De jonge
meisjes, die toen het dansen begon, in hunne
reine, f'rische baltoiletjes zooveel liefelijke
bloemen geleken, hebben nu heel wat van
hunne aantrekkelijkheid verloren en zien er
meerendeels tamelijk verwelkt uit. Van
sommigen heeft het keurig opgemaakte haar
hier en daar losgelaten, van anderen is het
smetteloos witte kleedje gekreukeld en bevuild,
allen hebben slaperige gezichtjes en blceke
wangen, vochtig van de inspanning en groezelig
van het opgejaagde stof. De bloemen op boezem
en ceintuur zijn ook verflenst en hebben haar
geur verloren. Het is dus maar goed, dat
het feest ten einde loopt, ook voor den armen
Wouters achter de piano. Een bediende
van het restaurant heeft hem straks een
half flescbje wijn gebracht. De stakker heeft
gepoogd er een glas van te gebruiken, maar
de wijn wou hem niet door de keel. Meer
en meer gevoelt hij, dat de krachten hem
begeven, en toch hij wil zoo graag op zijn post
blijven tot het einde, tot de tien gulden
voor Jantje zijn verdiend.
Maar het zal nu wel spoedig gedaan zijn,
het laatste nummer van den cotillon is al
geëindigd, hij zal nu wel gauw mogen heen
gaan. _
Eenige gasten hebben reeds afscheid ge
nomen, anderen staan op het punt van te
vertrekken, daar zegt de bruid, die nog graag
een dans wil doen, zacht iets tot den bruide
gom. Deze komt naar de piano toe, Wou
ters schrikt op uit zijn dommel.
«Speel nog eens even de Czarine."
Haastig is de pianist van zijn krukje
opgerezen, doch een plotselinge duizeling
nood/aak t hem zich aan het speeltuig vast
te houden. Hij ziet een deftig gerokten heer
als in een nevel vóór zich staan en ant
woordt bevend, met haperende stem, terwijl
het koude zweet zijn klam voorhoofd beparelt:
; De Czarine.... wou u ... de
polkawel, dat men ten slotte toah zal moeten
overgaan tot het voorstelli n van nieuwe be
lastingen? In het eerste gtval is het gedaan
met het ministerie; in het tweede geval zal
de meerderheid als een zeepbel uiteenspatten.
De financieele moeilijkheid is niet de eenige,
met welke het ministerie-Crispi te worstelen
heeft. Zooals men weet, hebben de verde
digers der beschuldigden in het proces der
Romeinsche Bank aangetoond, dat uit het
dossier hoogst belangrijke stukken waren
verdwenen. Tot dusver waren bij deze treurige
zaak slechts personen van den tweeden en
derden rang gemoeid ; thans deelt de Riforma
mede, dat ook de oud-minister Giolitti zal
worden gedagvaard. Al is de heer Crispi
niet aansprakelijk voor de daden van zijn
ambtsvoorganger, toch zal een dergelijk
schandaalproces ook voor het prestige der
tegenwoordige regeering noodlottig kunnen
worden.
In do buitenlandsche staatkunde is het
den heer Crispi ook al niet voor den wind
gegaan. Wij hebben hier niet het oog op de
tendentieuse geruchten omtrent de verzwak
king der banden van de triplicc; een gezag
hebbend Fransch blad verklaarde nog dezer
dagen, niet zonder spijtigheid, naar aanleiding
van de aranecs van Lord Rosebery ten op
zichte van Frankrijk en Rusland, dat de
triple alliantie wel voor de eeuwigheid scheen
gemaakt te zijn. Maar er is voor eenigen
tijd sprake van geweest, dat Engeland en
Italiëin Soedan gezamenlijk tegen de
Mahdisten zouden optreden. Dit vooruitzicht
prikkelde de Italianen : zoo zou hunne ko
loniale politiek hand in hand gaan niet die
van de grootste koloniale mogendheid ter
wereld ; zoo werden voor de uitbreiding der
nog vrij povere <-olo>iia Eritrea de heerlijkste
vooruitzichten geopend. Dat zulk eene ex
peditie geld zou kosten, meer geld dan in
een berooide schatkist te vinden is, scheen
de Italianen niet te verontrusten.
Of het plan door den heer Crispi alleen
is ontworpen om de aandacht af te leiden
van binnenlandsche moeilijkheden ? Men zou
het haast denken, want de Engelsche regee
ring, wier samenwerking met Italiëdoor zijn
organen als verzekerd was voorgesteld, ver
klaarde zonder omwegen, dat zij aan zulk
een gemeenschappelijke expeditie niet dacht
mazurka, meneer Zeker meneer, direct?"
En hij valt weer op zijn krukje en begint te
spelen.
De bru'degom komt bij de bruid teiug en
zegt schertsend: »Ik geloof, dat onze pianist
een beetje vroolijk is, hij deed zoo raar.
Hij moest zich aan de piano vasthouden
om niet om te, rollen "
»Arme man," zegt de jonge vrouw mee
lijdend, »hij zal moe zijn, hij speelt ook al
van elf uur af. Ze hebben hem toch wel
wat gegeven?"
«Zeker lieve," lacht de bruidegom, »meneer
had een fleschje wijn bij zich staan. Mis
schien hebben ze hem wel wat veel gegeven"
En vroolijk neemt hij zijn schat in de armen
en zweeft nog eens voor 't laatst met haar
door de zaal.
De Russische polka-mazurka, de
wóndermelodie van Louis Ganne, ruischt langs de
wanden, eerst statig, dan ondeugend, einde
lijk weemoedig, in origineele en wegsleepende
toonschakeering. De nog aanwezige gasten
kunnen geen weerstand bieden aan de be
koring, die van dit muziekstuk uitgaat, en
binnen weinige oogenblikken is de kamer
nogmaals met dansende paren gevuld. Ach
ter het groen zit Wouters als in een droom
op de piano te slaan. Zijn hart bonst hem
in de keel, zijn slapen kloppen, zijn leden
trillen, als joeg de koorts hem door de
aderen. Voor zijn starend oog ligt zijn kind
in het doodkistje, dat hij nu bijna
heeftverdiend, want op het dak na is Jantjes
laatste woning gereed, en dat deksel, dat hem
voor goed het gezicht op zijn jongetje zal
ontnemen, dat nagelt hij nu op de maat
der Czarine aan de andere plankjes vast.
Ha! ha! ha! lacht het waanzinnig in hem,
een doodkist te verdienen met muziek, met
een mazurka, in een balzaal! En dan nog
wat voor een kist. Een ruw, ongepolijst,
eikenhouten hokje, goed voor een hond van
rijke menschen. Ja, rijke menschen, die heb
ben het best, als die hun kinderen sterven.