De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1894 25 november pagina 2

25 november 1894 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 909 De zondeiibok is de Italiaansche gezant te Londen geworden, die zal worden terugge roepen, omdat hij het coöperatie-plan niet warm genoeg heeft ondersteund. Maar de terugroeping van graaf Tornielli vermindert in geenen deele de beteekenis van het echec, in deze zaak door den heer Crispi geleden. SodaU Een verwaarloosd Volksbelang. (Slot). (Niet te lezen vóór den eten). Wii besloten ons vorig artikel met de mededeeling van het feit, dat slechts in 7J van de 7/55 gemeenten de keuring van vee en vleesch vrij voldoende mag worden genoemd en zullen thans nagaan wat er tengevolge van dit gebrek aan zorg der overheid al zoo in consumtie wordt gebracht. Dat het gevaar van slecht en bedorven voedsel te gebruiken zeer algemeen moet zijn blijkt reeds uit de zooeven genoemde cijfers. Een der Inspecteurs van het Geneeskundig Staatstoezicht wees trouwens reeds in 1872 op de algemeenheid van het kwaad: »In onder scheidene steden van ons land zegt hij vindt men sommige slachters, zdf's voorname, die in verbintenis staan met zgn krengenslachters en van dezen veel vleesch overnemen, terwijl liet even zeker is dat veel rookvleesch en morst, in de winkels gedebiteerd, afkomstig is van liet vleesch van gestorven, in den regel ziek vee." Men meerie niet, dat de toestand er sedert pp is vooruitgegaan. Volstrekt niet; het kwaad is nog even erg in alle streken van ons land. Omtrent Groningen verzekert de Commissie dat »/<« vleesch van gestorven of van in nood geslachte dieren bijna altijd gegeten wordt: alleen het meest walgingwekkende van stinkende cadavers wordt begraven" De gestorven dieren worden veelal beschouwd »als emolumenten voor de vaste arbeiders" zegt de Commissie! Als zóó de vaste arbeiders worden vertroeteld, behoeft men niet te vragen wat de losse te genieten krijgen! Wij herinneren ons wel eens gelezen te hebben dat de armelui op het platteland soms de cadavers opgraven om ook eens te smullen! Friefland staat al even slecht aangeteekend. Ook daar wordt »bijna overal het vlrcsclt. van ^gestorven dieren gegeten"; zelfs het vleesch van aan miltvuur gestorven vee wordt gebruikt. De arbeiders zijn in deze provincie niet zoo gelukkig als in Groningen. De goede tijd is ier voor hen voorbij: in vroegere jaren werd het vleesch van cadavers onder hen verdeeld, tegenwoordig wordt het in den regel verkocht! Drenthe heeft de slechte reputatie, van een goed deel des vaderlands te vergiftigen! Meppel is het brandpunt. Daar stroomt van alle kanten uit den omtrek het slechte vleesch samen om »verwerkt" en naar andere plaatsen verzonden te worden. Dr. Treding deed daar over reeds in 1874 in den geneeskundigen Raad een boekje open. Het vleesch van aan varkensziekte gestorven varkens en van andere krengen dient tot het bereiden van worst en rookvleesch. Meestal verkeert het in begin van ontbinding, soms zelfs in zóó ver gevor derden staat dat het stinkt, als wanneer het met chloorkalk en krijtwater behandeld wordt IHlllliiiiiiiiiiiHilllinilimiiiHiiiiiiiiiiiiinnniiiiillllllllninniliiiiiiiiiiiiiiiH wordt voor het laatste kleedje, waar ze in te slapen gelegd worden, het fijnste hout uitge zocht, dat maar te vinden is, al waren het nog zulke leelijke, gebrekkige schepseltjes. En zijn Jantje was zoo'n mooie, flinke jongen. Andere kinderen krijgen bloemen mee in hun graf. Bloemen, ja, dat is ook al weer goed voor rijke menschen, maar armen, zooals hij, kunnen ze niet betalen in dezen tijd van 't jaar. Hij heeft ze wel gezien dien avond, prachtige witte bloemen op de balkleedjes der dames, als ze langs de piano fladderden, in het bouquet van de bruid, toen zij daar even dicht bij hem stond, op den rok van dien deftigen meneer, die hem heeft gelast de Czarine te spelen. Ze zijn er dus nog wel, al is het wat laat in den tijd, maar alleen voor de groote lui, als zo gaan trouwen of begraven worden, niet voor menschen als hij, wanneer ze hun eenig kind in het graf leggen.... Maar wat is dat? Droomt hij of is het werkelijkheid. Stom van verbazing staart de ongelukkige pianist naar boven. Onhoorbaar zacht komen witte bloemen op hem neerval len, eerst enkele losse rozen,, dan leliën, camelia's en witte chrysanthemums, en ein delijk een wolk van immortellen, die hem dreigt te verstikken. Tegelijkertijd is het of de piano vóór hem in een levend bloembed is veranderd. Tusschen de toetsen steken de leliën hare witte kelken omhoog, rozen en camelia's stoeien en dartelen met zijn bevende onzekere handen, die vergeefs de bekende akkoorden trachten te grijpen. Is hij ten prooi aan een wreede begoocheling? Hij weet het niet. Hij voelt alleen hoe de steeds neerval lende bloemen hem meer en meer bedekken, hoe ze zijn borst beklemmen, zoodat het adem halen hem schier onmogelijk wordt, hoe ze zich als een witte lijkwade spreiden over hem en het jammerend speeltuig. Hij wil het droombeeld van zich schudden, zich ontrukken aan het spel zijner ziekelijke verbeelding, vergeefs, het bloemenkleed sluit voordat het in den handel komt. Zoo was het reeds 20 jaar geleden en zóó is blijkens het verslag de toestand nog. Vooral Amsterdam wordt met deze producten bevoorrecht. Hoe schaamteloos men daarbij te werk gaat blijkt uit de mededeeling van het Hoofdbestuur dat ?"de worst uit Amsterdam dikwijls als te adellijk ivordt teruggezonden." Ze schijnt dan niet eens meer te kunnen dienen als »emolument" voor de Drentsche arbeiders; het verslag zegt althans dat ze na terugontvangst wordt ver wezen naar.... de mestvaalt. In Overijssel is het zoo mogelijk nog erger. Er is daar een groot aantal worstfabrieken en talrijk zijn de verzendingen van z.g.n. kluiven en rookvleesch naar de groote steden van ons land, ja zelfs naar Indië. Het Hoofd bestuur constateert, dat dikwijls vleesch van de allerslechtste kwaliteit, zelfs van opgedolven dieren wordt gebruikt. Een berichtgever uit Wij'éverzekert dat alle noodyeeslachters en vilders op n na «bijna uilsluitend^ icerhr-n met L-rengen vleesch,." Van welke kwaliteit dit vleesch is, zaJ duidelijk zijn indien men weet dat de volgende dieren worden gebruikt: ??een koe die twee dagen op den -mesthoop had gele gen; een koe die zoo vol abccssen zat aan alle organen dat de lucht in den omtrek wcnl verpest en enkele, personen daardoor zelfs braakten; varkens die al ce.nige dagen waren begraven; tnberculeuse dieren c«r. enz-.!" Hoe ver de bru taliteit gaat, blijkt uit het bericht van een empirist uit een andere plattelandsgemeente, volgens wien daar ^openbaar met L'erk'spraak ivordl afgelezen dal ieder l.reng, al wordt het ook uit den grond opgegraven, tegen hoogc prijken door de opkoopers ivordt opgekocht net hetzelfde ?waaraan het is gestorven." Deze correspondent noemt de streek, waar hij 32 jaar lang de praktijk uitoefent, onomwonden »ecn pestbuil!" Gelderland telt mede vele exportslachterijen, worstfabrieken, vilderijen enz. en ook in deze provincie is het toezicht neer onvoldoende. Van alles wordt er in consumtie gebracht: vleesch van tubercaleuse dieren, van aan vlekziekte gestorven varkens enz De adjunctinspecteur van liet geneeskundig staatstoezicht vermoedt zelfs dat de krengen van varkens die in den JJssel werden geworpen daaruit werden opgevischt en verkocht! In Oene en Oldtb'roek werden in 't jaar 18!)0 twintig per sonen ziek na het gebruik van vleesch afkom stig van een uit nood geslachte koe die aan peritonitis met opvolgende septicaemie geleden had. De kuip waarin vleesch van deze koe aanwezig was geweest werd gereinigd er, daarin voor t kalveren voedsel bereid ; al deze dieren werden ziek en n ervan stierf. Ook pon kalf en twee geiten gebruikten voedsel uit een emmer waarin vleesch van deze koe was gefeest; het kalf stierf', E'jn der bovengenoemde 20 patiënten bezweek eveneens. Verleden jaar werden 20 personen ziek aan de kweekschool voor onderwijzeressen te Arnhem vermoedelijk tengevolge van vleeschvergiftiging. Verschil lende geneesheeren in den achterhoek van Gelderland verzekeren, dat 25 pCt. van alle sterfgevallen in die streek aan uitgebreide tuberculose moeten worden toegeschreven. Is het wonder? Soms worden zelfs de slachters en vilders geïnfecteerd alleen door het vleesch te behandelen! In Utree!// mag alleen de hoofdstad bogen op een goed geregelde keuring Overigens is het ook daar treurig gesteld. Afgekeurd vee wordt poms in den handel gebracht ja in hoogst eigen persoon uitgevent door Rijks ambtenaren der belasting! Veel wat doorgaat voor zult, saucis do Boulngne, tongen worst en cervelaatworst is afkomstig van vilders, iiiniiiiiiiiiiiiifiiiiii zich vaster om zijn leden en altijd maar door, zonder ophouden vallen ze op hem neer, de rozen, de leliën, de immortellen. Nu heeft hij bloemen genoeg om Jantjes geheele graf mee te vullen, hij heeft ze maar voor het oprapen, en zeker, hij zal ze meenemen, straks, wanneer slechts eerst die afschil wclijkemazurka is geëindigd. Maar de vloed van bloemen stijgt hooger en hooger. Nu sluit hij zich boven zijn hoofd, verstikt zijn adem en Wou ters voelt hoe de krachten zijn sidderend lichaam ontzinken. E-jn laatste slag op de piano, een doordringende jamrnertoon gilt i door de zaal en met een hard geluid slaat het bewustelooze lichaam tegen den vloer. De Czarine is geëindigd. Verwonderd staan de dansende paren stil, verbaasd over de plotselinge onderbreking van de muziek. enigsziiis knorrig gaat een van de heeren naar de piano om te kijken, wat daarvan de reden kan zijn. Doodsbleek en met verwrongen trekken ligt de pianist op den grond uitgestrekt. Bij den val is zijn voorhoofd door den stoot tegen de piano licht verwond geraakt, en zachtkens vloeit een dun stroompje bloed langs den linkerslaap en vermengt zich met j het kleverige stof op den vloer. Eén blik is voldoende om den toeschouwer te doen zien, dat hij hier met geen dronkaard te doen heeft, maar met een ongelukkige, die in zwijm is gevallen. Inmiddels zijn ook j andere gasten toegetreden. De bediende van j het restaurant, die Wouters dien avond is gaan halen, snelt toe en tracht den bewus telooze op te beuren, terwijl hij zacht tot een anderen knecht zegt: ->'t zal vermoeid heid zijn .... en dan pas hun kind dood .... »Pas een kind dood", herhaalt de bruid ontzet, met een tinteling van verontwaardi ging in de mooie oogen, ->pas een kind dood, en heeft die arme man hier dan den heelen avond moeten spelen.... maar dat is af schuwelijk". Wouters keert tot het leven weder. Hij die er groote worstfabrieken pp na houden en daar deze lekkernijen bereiden uit. »Amcrikaanscli, sjiek met vleesch van allerlei krengen." Wat Noord-Holland betreft, de inrichting van het abattoir te Amdcrdam wordt door de Commissie uitstekend genoemd, maar veel van dit goede wordt weer bedorven door f rauduleusen invoer van vleesch, dat natuurlijk niet van de beste kwaliteit is, getuige o. m. de adellijke worst uit Drenthe en Overijssel. De Amster dammers die meenen veilig te zijn door hun eigen toezicht vergissen zich dan ook zeer. Volgens den districtsveearts voor NoordHolland worden de omliggende gemeenten (Sloten, Nieuwer-Amstel, Watergraafsmeer, 'Zaandam) de vei blijf- en bedrijf plaatsen van personen, welke de verordeningen in de goed geordende gemeenten door ontduiking, smokkelarij enz. bemuleden. Het slechte vleesch wordt in allerlei rijtuigen, op hooiwagens, maar ook in gesloten kisten naar Amsterdam ver voerd en daar vooral voor worstvleesch gebruikt. Omgekeerd zondigt ook Amsterdam door uitvoer van vleesch afkomstig van buiten het abattoir gestorven of uit nood geslachte dieren die in vele gevallen aan de controle ontsnappen. In Zitid-flolland geeft Rotterdam aanleiding tot dezelfde opmerkingen. Ook deze gemeente heeft haar abattoir en haar toezicht, maar ook daar bewijzen de feiten, dat de pogingen van enkele gemeenten voor een goed deel worden verijdeld zoolang ds te nemen maat regelen niet door een Rijkswet algemeen worden gemaakt. Iltt is ongeloofelijk wat de Rotter dammers trots hun controle door frauduleusen invoer al niet te eten krijgen. Enkele scharre laars zegt de district-veearts reizen het platteland af en bieden voor gestorven varkens even goed geld als voor nog levende, gezond of' ziek. Varkens die cenige dagen begraven waren, ongeboren vluchten die reeds enkele dagen op de mestvaalt hadden gelegen, werden en worden nog meegenomen om zo in de sleden in consumtie te brengen! 'IV lileiswijk komen bijna ied ren nacht wagens of karren van z. g. n. binkers en vilders door, die het vaak //( staat van hul re oii/litndtiig rerl;rereiide rlrew/t naar Rotterdam brengen, dikwijls ten dienste van vrij groote vleesclshouwers. Alleen uit l'ijnat-kcr wordt bericht dal. ieder jaar circa In tulHTculeitse runderen naardebesleslachters van llotteidam worden vervoerd. Voor worst wordt letterlijk van alles gebruikt tot vleesch van verdronken krengen, gestorven ezels^en honden toe! Om de controle te verschalken worden de meest bcdriegelijkp middelen uit gedacht, bijv. invoer per groentenkar, per Jan pleizier. per vigelant waarin een als dokter verkleed binker zit etc. In 's Griivcnhage werd eens een gestorven koe binnen gevoerd in een gesloten rijtuig met L' paarden, waarin twee hooggehoedc heeren waren gezeten ! Omtrent de gemeente Isideii luidt het rap port hoogst ongunstig. De toestand wordt daar kortweg *afsrltittre/ijk" genoemd. Vleeschkeuring is er nog altijd onbekend en ziek vee kan er ongestraft aan de markt worden gebracht. Het stroomt er dan ook heen uit de omliggende gemeenten! Een veearts die te Leiden het lijk van een gestorven rund te zien kreeg, verklaart dat het dier zóó stonk dat in de localiteit waar het hing de lucht geheel verpest was. ?Dexnietlrgenxlaaiidc ivordl 1/rt rkfscli vf/u ren dergelijk dier geheel en al, lol l/et laa/s/e re'.cl/jc loc, ut niitsmulif gebracl//." Groote massa's tnberculeus vleeseh worden in Leiden gebruikt; een vilder deelt mede dat het onder de .schamele gemeente gewoonte iiiiiiiimmimii is om voor een dubbeltje »stukkies" te halen, waarbij dan de slachter wordt verzocht er niet teveel pokken (tuberkelhaarden) bij te doen! Is soms het vleesch van gestorven dieren (paarden, ezels, koeien, varkens enz.) hoog rood en onoogelijk van kleur, dan gaat de walgelijke massa in een groote ketel en wordt in een sterke potasch-oplossing ge kookt, waaruit het dan geheel verjongd te voorschijn komt, bleek als kalfsvleesch! Daarna wordt het verwerkt met de ingewan den van geslachte dieren en krengen om als z.g.n. li'tpp te verdwijnen in de magen van het arme volk! Dit, tuig wordt verkocht in zoogenaamde Iriepbakken, winkels waar vooral Zaterdagsavonds een menigte vrouwen hare inkoopen komen doen en waar men het de mannen, dikwijls dronken, kan zien verorbe ren voor de toonbank. De eigenaars dezer inrichtingen maken goede zaken. Sommigen zijn zelfs eigenaars van huizen geworden of leven van hun rente! Welk een toestand van achteloosheid, verdierlijking en ellende in dit centrum der wetenschap! In de drie zuidelijke provinciën is de toestand mede zeer onbevredigend. In '/geland is <!oc,s de eenige plaats waar de keuring voldoende mag worden genoemd. Tal van gevallen van worstvergif liging, trichinose en andere ziekte verschijnselen, soms met doodelijken afloop, worden in het rapport geconstateerd. In enkele gemeen.cn worden in sommige jaren de aangetasten bij honderden geteld. Soms konden (ie eetwaren wegens vergevorderden staat, van ontbinding zelfs niet aan een microscopisch onder/.oek worden onderworpen! In Xüonl-Ilrabaiil blijven van de 1^1 ge meenten slechts I-J over waar de toestand vol doende is. Vee aan allerlei -ziekte lijdende komt dan ook in consumtie, Vooral Tilburg schijnt uit. een hygiënisch oogpunt, veel te wer.sehen over te laten. Meer dan eens werd daar geconstateerd dat cadavers, zelfs nadat ze met petroleum overgoten en half verbrand waren, weder werden opgegraven! Honderde ziektegevallen worden ook in deze provincie i waargenomen; gevallen van infectie door miltvuur zijn hi»-r talrijk. De provincie J^imlnirg kan onder hare 12.:> gemeenten gei-n < nlrlt aanwijzen waar de keurinsr voldoende is ! En dat terwijl reeds in l'?NU alle gemeenten door den Commissaris des Konings en door het Geneeskundig Staats toezicht werden aangezocht om verordeningen te maken! Hoe het er daar moet uitzien, iaat zich dus begrijpen. Door tal van voorbeelden werd dan ook iu den Geneeskundigen Raad van Noord Urabant en L'inburg gewp/"M <>p de reeds herhaaldelijk gebleken noodloliige gevolgen veroorzaakt, door het veelvuldig ge! briiik van vk'cseh afkomstig van ge-!.1 ven i of wegens ziekte uit nood geslacht vee. Wij zijn thans ons geheele vaderland rond geweest, en zullen het hierbij laten, na een woord van warme hulde te hebben gebracht aan het Hoofdbestuur van de Maatschappij ter bevordering der Veeartsenijkunde voor zijn naar onze bescheiden meening hoogst verdienstelijk werk, dat aanspraak heeft op verspreiding in den ruimst, mogelijke n kring. Gaarne hadden wij nog iets meer medege deeld omtrent de ziekteverschijnselen, waar van het verslag een lange opsommin.»' bevat, omtrent de verontreiniging van lucht en water tengevolge van de talrijke slecht ingerichte slachtplaatsen en het gevaar waar mede hierdoor de alsremeene gezondluidMoestand wordt bedreigd. Maar wij inopMen ons beperken met het oog op de beschikbare ruimte slaat de moede oogen op, haalt diep adem, strijkt met de hand over het verwonde voor hoofd en ziet dan verbaasd in het rond naar al die mooie dames en heeren, die hem om ringen. Langzaam herinnert hij zich, waar hij is, hoe hij bezig was de C/.arine te spelen, toen de witte bloemen zich boven hem sloten en hij in slaap is gevallen. Maar wat is dat alles lang geleden. Hoe zonderling, dat al die menschen daar nog zijn en naar hem kijken, en ook de witte bloemen zijn weg. Wouters tracht zich op te richten, maar hij is zoo zwak en ontdaan, dat hij zich aan de piano moet va.-tklemmen, vóór hij bevend weer op zijn krukje plaats kan nemen. Ja, nu weet hij weer alles, hij is onwel geworden, in zwijm gevallen, hij heeft, zijn post verlaten vóór het einde. Maar hij zal de rnazurka weer opnieuw beginnen, hij zal doorspelen, zeker, hij gevoelt zich nu weer sterk. Verlegen mompelt hij eene veront schuldiging, om hem asjeblieft de stoornis te vergeven, dat hij een beetje duizelig is gewor den, maar dat hij nu weer geheel beter is en of hij maar weer zal beginnen te spelen. Daar buigt zich een blondgclokt vrouwen hoofd tot hem over en een vriendelijke stem vraagt zacht: »is het waar, is er een kindje bij u dood ?" De arme pianist knikt werktuigelijk ja, terwijl de tranen hem in de oogen schieten. »Maar .... kon u dan van avond niet thuis blijven ?'' Nu wordt de smart den ongelukkigen man te hevig: »Ach, mevrouw," barst hij snikkend uit, »ik moest van avond wel spelen, we hebben haast niets meer in huis .... en de begra fenis van het kind kost zoo duur ... ." En door droefheid overmand valt, de stakker met het hoofd voorover op de piano. Schril snerpt een valsche, korte klank door het vertrek. Iu de mooie blauwe oogen van de bruid schitteren tranen. Zoo heeft zij dan gelachen, genoten en gejubeld, met zonnige vreugde in het hart, terwijl in haar onmiddellijke nabij heid een ander menschelijk hart werd ge folterd door smart en ellende. De schrillieid van dit contrast doet haar pijn. Zij zoo gelukkig, zoo gezegend boven velen en daar op zijn krukje het bleükc, afgetobde mannetje, snikkend als een zwak. zenuwachtig kind. Vragend ziet ze den bruidegom in de oogen, en deze begrijpt haar. Hij tast in zijn zak en legt zwijgend eenig geld naast Wouters op de piano. De gasten, die er bij staan, doen evenzoo, ieder geeft wat, en dan gaan ze stil heen, de een na den ander. Eindelijk zijn ze allen weg, alleen de bruid en bruidegom staan nog bij de piano. Daar richt de muzikant zijn beschreid gelaat op, ziet het hoopje geld, dat naast hem is neergelegd, en een straal van vreugde glijdt over zijn trekken. »Dank u, mevrouw, duizendmaal dank..." stamelt hij, en wil zich voor de jonge vrouw op de knieën werpen. Maar deze voorkomt hern. Zij neemt de mooiste witte roos uit haar bruidsbouquet, drukt hem die in de hand en zegt zacht: »Voor uw kindje". Dan wendt zij zich haastig af en verdwijnt aan den arm van haar verloofde in de zaal. Wouters is nu weer alleen. In de eene hand heeft hij het geld, in de andere de roos. Eén oogenblik blijft, hij als verdoofd vóór zich staren, dan komt hij tot bezinning... en slaakt een kreet van vreugde. Want, hij heeft nu geld, geld in overvloed, en Jantje zal nu ook bloemen meêhebben in zijn graf. 'ÈWas dus geen droom, toen hij ze straks zag vallen, wit als sneeuw, onder de mu/.iek der C/.arine. Maar nu weg van hier, naar huis, naar zijn vrouw en kind. En met onzekeren stap wankelt hij de zaa! uit, de trap af en naar buiten .... De wind raast om hem heen, de regea zweept zijn leden.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl