Historisch Archief 1877-1940
Ho. 909
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
en verwijzen dus de meer belangstellende lezers
voor deze zaken naar het rapport zelf, ver
schenen bij den heer Beyers te Utrecht.
Een oogenblik hebben wij geaarzeld en ons
afgevraagd of de kiesehheid niet verbood zóó
walgelijke dingen als hierboven beschreven
staan onder de oogen te brengen van de lezers
van het Weekblad. Wij meenden echter alle
scrupules te moeten laten varen, omdat zulke
ernstige misstanden nooit verdwijnen als er
niet de algemeene aandacht op wordt geves
tigd en ook omdat het toch waarlijk niet te
veel gevergd is iets over deze dingen te lezen
waar anderen ze wel moeten eten. Door aldus
te handelen vleien wij ons een en ander te
hebben bijgedragen tot het vormeneener krach
tige communis opinio voor de conclusie van
het Hoofdbestuur:
KEURING VAN RIJKSWEGE VAN ALLE VEE
E>T VLEESCH EN OPRICHTING VAX ABATTOIRS
WAAR UITSLUITEND MOET WORDEN GESLACHT.
Socius.
fiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiliiiiittiiiiiiiiiiiiiii
-uziek.
in de Hoofdstad.
De Fransche Opera zorgt nu voor het Duitsche
repertoire, schreef ik in mijn vorige kroniek. Zoo
komt alles toch terecht.
Hadde ik in de toekomst kunnen lezen, dan zou
ik voorzeker die laatste woorden niet hebben neerge
schreven. Want alles kwam wel voortdurend terecht,
doch in den verkeerden toonaard. Stel u een
pcrapersoneel voor, dat steeds in een audercii toonaard
zingt dan het orkest speelt, en de componist
natuuilijk bedoeld heeft, en ge hebt het proces-ver
baal van de uitvoering van Lolienyr'in. Kr zijn al
zooveel Lohengrins aan onze oogeu voorbij getrok
ken, de een beter, de ander slechter, doch allen
middelmatig, dat de lust vergaat bij het muzikale
uitvoerig stil te staan. De Fransche Optra zal
bovendien nu meer dan ooit begrepen hebben, dat
zij ons het meest verplicht met Fraiischc werken,
die de uitvoerders beter begrijpen en waaraan zij
een beter cachet kunnen geven. \Verpcn wij dus een
sluier over de muzikale interpretatie van dit werk, en
lateu wij alleen de verklaring afleggen, dat het
orkest vau het Concertgebouw ons meermalen
ruimschoots heeft schadeloos gesteld voor wat er
op het tooneel voorviel ; doch een orkest, hoe voor
treffelijk ook, is natuurlijk soms met lamheid ge
slagen, wanneer het er altijd op bedacht moet zijn
de vertolkers op te visschc u.
De zuiverheids-kwestie, die dezen winter bij dit
gezelschap voortdurend eene kwestie is, moet op
de een of andere wijze opgelost worden.
Ik lees juist iu de analen van de IVansclie
Opéra-Comique dat in de dagen vau Grétry, het
orkest, (dat zooals wij weten toen tamelijk opper
vlakkig behandeld werd) er vooral op berekend
moest rijn, de zangers op toon te houden.
Hoe men het nu hier gedaan krijgt is mij
hetzelfde, doch laat men vooral niet rusten vóór
men het orkest zóó geplaatst heeft dat htt zakken''
niet meer voorkomt; want de goede eigenschappen,
die bij dit gezelschap op te merken zijn, zullen
dan beter uitkomen.
Doch is er iets anders bij deze voorstelling waar
ik mij over verbaasd heb. Hoe is het mogelijk dat
men, na al de berichten van de heerlijke opvoering! u
van Lohengrin te Bayreuth, niet getracht heeft de
koorgroepen natuurlijker en beter te laten spelen.
Het is toch, dunkt rnij, de plicht van iedere opera
directie zich op de hoogte te houden van de eisehen,
die gesteld moeten worden, ook wat het gewichtige
deel van regie en mise en scène betreft. Het bleek
volstrekt niet, dat men kennis genomen had van de
artikelen in den Gids van Mr. Viotta (eu die waren
toch onder het bereik geweest); van een bezoek
van de regie of directie aan Bayreuth was in het
geheel geen sprake. Dezelfde traditioneele parodie
als vroeger kregen wij te aanschouwen. De
koristen stonden voortdurend in het gelid. Van
medeleven of medegevoelen geen spoor. In de
]e en 2e acte waren mooie decors, doch het
bruidsvertrck in de derde acte was daarentegen vrij
zonderling. Zelfs het venster ontbrak, zoodat bij
het bekende : Jlhmext </# nicht uiil /;///? r/ie f/isxe/i
Di'fle, (uit gewoonte haal ik den oorspronkelijke!!
tekst aan) Kimt met haar gelaat tegen een pilaar
moest worden geplaatst, ais of er van die pilaar
een aroma uitstraalde.
Bij al deze tekortkomingen zou. het cene parodie
zijn daar de poëzie van dit Grasl-gedicl.t tegenover
te stellen, en te verhalen wat wij hebben moeten
zien en hooren, en onder welken verheven indruk
wij hadden moeten komen.
Misschien zal men dit oordeel weer te scherp
vinden, doch ik mocht niet zwijgen, want deze
regels motten even goed ecae afkeuring van het
geen geschied is, als eene waarschuwing voor het
vervolg zijn.
Loliei/ffrin moet naar het schoonc voorbeeld van
Bayreuth ceue algehcele hervorming ondergaan. Dat
kan omdat de kwestie vau li/.re niet vooropstaat,
doch wel die vau K-iitn'he'ul en ndttuirlijklielil.
Trompetfanfares comme a, Bayreuth" vergoeden
die gebreken volstrekt nkt, doch vcrhoogen het
komische effect, want ze zijn hier geheel ounoodig.
Hartelijk hoop ik, dat bij andere evcutueele op
voeringen van dit werk het wat meer: »comme
a Bayreuth" zal zijn, zouder echter te willen
eischen wat men niet geven kan. Doch tevens
hoop ik, dat vederlaudsche libretto-vertalers eens
met belangstelling zullen nagaan hoe Lnhi'iirjf'ui door
Nuitter vertaald is in het Franseh, want dan zal
men terug komen van het denkbeeld, dat eene
metrische vertaling van eene opera niet anders
kan zijn dan een karikatuur, iets wat men bij ons
zoo langzamerhand als een geloofsartikel begint te
beschouwen.
Het concert-gebouw had verleden Donderdag en
heeft ook deze week geen concert, omdat door de
uitvoeringen van Caecilia en van Die Wulküre liet
orkest is ia beslag genomen. Ik neem echter deze
gelegenheid waar, melding te maken van een vroeger
concert waarin de klavier-solist Arthur de Greeff
uit Brussel optrad, die mij weer, even als vroeger,
ten zeerste geboeid lieeft door zijn artistiek spel.
Bij hem vindt men de gelukkige vereeniging vau
kunstenaar en virtuoos en wel in dezeu zin, dat de
een niet voor den ander onderdoet. Dit concert,
dat ook door hetgeen het orkest presteerde, onder
de sclioonstgeslaagden moet gerangsc' ikt worden,
was vooral weer opmerkelijk door de wijze van
begeleiding van het orkest.
In de tweede Kamermuziek soiree van Toon
kunst trokken de vertolkingen van het
xlrijkkirurtct opus IS No. 2 van Beethoven en het
'kliicierkicint.t opus 31 van Hrahms bijzonder de
aaudacLt: Ecu xtrijl,-l<in/i-ti:t van Volkmaiin kon
mij minder boeien, want daarbij gevoelt men, dat
Volkmanu's muziek niet meer vau dezen tijd i*,
dat wat hij te zeggen heeft liet eene oor iu- en
het andere uitgaat, zonder indruk of spoor
uatelaten. Zoo ging het mij telkens bij dit werk, en
toch hebben de vertolkers alles in het juiste licht,
gesteld. Was Volkmann uaief in zijn kwartet ook
Beethoven's opus IS Xo. 2 ademt een naieven
geest, doch welk eeu frissche stroom waait u hier
uit te gemott, en hoe eenvoudig eu correct werd
dit werk door de heercn Gram er, van Adelberg,
Hofmeester en Bosmans voorgedragen.
Na de pauze werden wij door Brahms' bekend
kicariet in een hartstochtelijker strooming gevoerd.
De heer Röutgen werkte hierin mede. Een waardig
slot was deze vertolking van het , ehcel.
Ik acht een avond als deze bijzonder ge
wichtig, omdat die uitsluitend gewijd is aan werken
in den strengen stijl. Het doet mij daarom veel
genoegen, dat deze avonden tegenwoordig even druk
bezocht zijn als de andere. Hiermede geeft het
publiek zich zelf een brevet, van waren kunstzin,
en tooi,t het tevens, ook datgene te willen lecren
kennen en waardeeren, wat meer inspanning vau
den geest vordert, doch dat tevens grooter geheimen
en schoonheden aan ons openbaart.
Van het grootste naar het allerkleinste: il n'y
a qu'uu pas. In een kroniek althans! Ik moet
den lezer dus verzoeken zich met mij Ie verplaat
sen in de kinderwereld of liever i,i dit l[ui-.eiuce,-elj,
die voo*r kinderen en ook voor grooteren werd
voorgedragen door Mij. van Hennes. Met ecu enkel
woord heb ik reeds de aandacht op deze uitvoering
gevestigd.
De geestige wijze waarop M<j. vau Hennes hare
liedjes weet voor te dragen is bekend. Geen won
der dat z;j ook thans haar gehoor, vooral bij de
vroolijke liedjes, zeer boeide.
Ik spreek natuurlijk vau de kleine toehoorders
en toelioorderesscü, want, voor hen was het, con
cert in de eerste plaats u-corganiseerd.
Dapper applaudisseerdeu de kleinen bij de
zangnummers eu een paar vioo!-soli door een jong
meisje voorgedragen. Doch dat, was maar de in
leiding, waut l tl 'Je 3fi'i:t'inrcn-l'f was het pièce
de résistaiice.
Er werd een kleine pauze, gehouden, die geluk
kig niet al te lang duurde eu toen begon het
verhaal. De geschiedenis vau twee kinderen die
een kijkje in de Muizenwereld kregen en daar
een diner, concert, volksfeest, bal, jacht-optoclit,
en muizeiivcrgadering b ..woonden is alleraardigst
verteld eu door mej. van Hennes van begeleidende
pianoliguren voorzien. (Zooals ik reeds meldde is
mej. Snellen de ontweipstcr vau het verhaal.),
Door mej-. van Rennes verteld, krijgt alles grooter
aantrekkelijkheid. De kinderen (en wij ook) hadden
er veel schik iu eu dus is deze proef om uitvoe
ringen voor kinderen te geven zeer gelukkig ge
slaagd.
Mej. van Rennes raadt in de voorrede aan voor
jouge kinderen het verhaal niet iu eens te doen
doch bij gedeelten. Deze wenk is niet overbodig,
waut ik bemerkte, dat het verhaal op het laatst
niet alle kindereu bleef boeien ; doch dit, schrijf
ik ook wel eeuigszins aan de geestige hoofdstukken
c/e J'ül/txxpelci/ en ?//?/ ('min',-/ toe, waardoor liet
moeilijk werd nog climax te geven. Bovendien is
het slot meer voor grootere kinderen gedicht. Ook
zal de aardigheid van //de kat de bel aanhangen"
aan de meeste kinderen ontsnappen, hoe aardig daar
ook partij van getrokken is.
Ik vercenig mij met den wensch, door mej. van
Rennes in hare voorrede uitgedrukt, dat allen die
dit veihaal aan kinderen doen, het vooraf goed iu
zich zullen opnemen zoodat, zij het aardig kunnen
vertellen eu dat zij de piano figuren uiet nuchter,
doch poëtisch cu sprookjesachtig trachten 1e spelen.
VAN MII.[.I(,J;.\.
Sang an Aemil.
In het Duitsche studentenblad :
liiirK-hcnschn/tliche ll'fittir werd dezer dujton de Sntiff cm Aei/ii',
woorden en muziek vau '/.. M. den keizer van
Duitsehland. medegedeeld. Vlak daaronder plaatste
de redactie bet volgende :
«Indien er geen gevaar bestaat voor een proces
wegens crime», l<ies<ie iiKije^tiitia, als wij een
studcntikoze parodie afdrukken, laten wij die hier
volgen :
l)i:ii S.IXG AN A KMI!..
\\ill mts ein Hui' bedniuen,
YtT>i><4!, un^ dn' ('ivilil,
Sc i slill' dein vuil, r liculrl
ihm >rhm-il den AppetiU
\\ie Most'* dit' SU'lr/iuT
fti'fïihrt (linvli's rntlir Meer,
So seliinn' M>Ï'lYt:lpUilisU-ni
l'lis. Dfiiicr .Srliuldiiri' l loei'.
Wenn nuf der wiiMeu Bude
IHe Schuur dn' (ilaub'iit'i' drun^t,
T nd jcdtr, hürhsl betreffen,
Ant' Absclilug Gi'U euipfiuigt.
Uattti ton' nn Deine Ohreu
Beiui hellen Bowlcnklan
l)ii', edler Fmiïid, ZUL' KKve
Cleicli Sturmwiml IIIISIT Sang.
Voor hen, die niet bekend mochten zijn met
het jargon der Duitsche Akademiker, zij mede
gedeeld, dat Dauser = geld ; Dalles ~ geldge
brek, armoe; Biir ~ schuld; Bude kamer;
en dat Aomil de voornaam van een bekend geld
schieter is.
Hoe men componeert.
Van Rameau is een aardig verhaal bekend die
do kwestie raakt: Hoe men componeert.
In de jaren dat J'ameau ziju eerste opera's
componeerde had hij eene liofdeshetrekking met
eene bevallige en gecs'ige danseres van de opera
die op zekeren dng opperde dat bet componeeren
zeker heel moeielijk moest zijn.
Volstrekt niet zeide Rameau. Gij knnt bot ook
als ge maar wilt. Hier is muziekpapier en een
naald, maak nu maar waar ge wilt op en tusschen
de lijnen prikjes.
Toen de dame hiermede gereed was, ging Ra
meau aan zijn schrijftafel zitten en begon zonder
iets aan de stippen te veranderen, ze in noten
van verschillende waarde te verdeelen, zette toen
de maatstrepen en harmoniseerde het stuk.
liet aldus gecomponeerde werk werd opgeno
men in een van Rameau's opera's: Les Indcs
Galmtes (171!.)) en wordt geroemd als een mu
ziekstuk dat zeer pikant en geestig is. (Deze
opera is thans door Ureitkopf en Iliirtel opnieuw
uitgegeven.)
Een heuchelijk bericht voor Engelsche
zakkenrollers.
Do constables van Liverpool hebben onder el
kander een harmoniecorps gesticht, waardoor zij
zullen trachten ook op de repetitieavonden tot
onderlinge overeenstemming te komen.
Als de zakkenrollers nu maar niet, terwijl de
politieagenten zich aan de bekoring van piccolo
en saxophone overgeven, van die gelegenheid een
dankbaar gebruik maken.
De zaak-Gandillot.
Wat al ([uaesties heeft de afgeloopen week niet
ter sprake gebracht, zegt Andréllallavs in de
lii'linl*. Wat al gebeurtenissen! Wat al vragen!
Welke politieke meeningen zou de nieuwe czar
toegedaan zijn V Zou liet moge'ijk wezen Sarah
ernhardt te decoreeren 'l Welke meeningen Jieett
Emile Zola over Trajanus, over 1,00 X. over
Crispi ? Welk nummer heeft het lorgnet van
Mirman? Welke stratïen kunnen toegepast wor
den, 0]> politieke spionnen 'i /al de Coi/icilic
jrfinr'ime Coi[uelin-<;mi'<>i een proces aandoen 'i
Daar komen dan nog bij de discussie over
Madagascar en de diners van Smi)>e aux C'ion.i'. Acht
(lagen lang beeft de openbare meening zich
kunnen warm maken over al die nuaesties. En
toch waren deze allen niet in staat n oogenblik
de aandacht af te brengen van de groote quaestie,
de vraag waar het wel en wee en de geheele
toekomst der Krausche letterkunde van afhangt:
de zaak-Garidillot.
Meneer Gandillot is iemand die toonoelstukken
schrijft Zijn drama Ferdmand Ie Noccnr beeft
indertijd geheel Frankrijk, wat zeg ik, de geheele
beschaafde wereld de arme Zoeloes in do
binnenlanden van Afrika hebbon, ongelukkig,
nog geen schouwburgen in verrukking gebracht.
En voor eenige maanden werd door de
indiscreete pers - - de pers is nu eenmaal indiscrect,
en de Fransche pers vooral medegedeeld, dat
meneer Gandillot een nieuw stuk had geschreven.
F.en vleugje hoop op de herleving van het Fransche
blijspel, met een scheut je echten exprit gnu'ois er
in, voer als een rilling door Frankrijk. Kn met
angstige verwachting keek men in iedere krant
naar de aankondiging van het I'alais-Koyal dat
Gandillots nieuwe blijspel in studie was genomen.
Doch aan dio verwachting werd eensklaps de
bodem ingeslagen. De directie van het
l'alaisKoval, niet begrijpend welk een barbaarschheid
zij beging, weigerde Gandillots blijspel eu zond
hem het manuscript, teiug. Kn in welk een toe
stand! Tusschen de bladen vond Gandillot een
vel papier, waarop een critick van zijn stuk
voorkwam, geschreven door een regis>eur en
vervat in zulke onbetamelijke bewoordingen, dat
men ze niet in eeu krant zou kunnen opnemen !
Natuurlijk was Gandillot daarover ten hoogste
verbolgen eu zon bij op wraak. En in zijn edele
verontwaardiging formuleerde hij de vraag, die
geheel l'arijs nu reeds langer dan een week bezig
houdt: ikan een schouwburg-directie het oordeel
van een derde inroepen over een stuk, dat haar
ter bcoordoeling werd toegezonden door een
auteur, zonder dat deze hiermede in kennis
werd gestold'.-'" Gandillot is niet tevreden deze
vraag voor de rechtbank' der openbare meening
ter sprake te hebben gebracht; hij wil voorgoed
en door rechterlijk gewijsde in deugdelijke)! vorm
de rechten der Fiansche dramatische auteurs
doen vaststellen; en daarom onderwierp hij de
zaak tevens aan de rechters van ziju land.
Do rechtbank te l'arijs is ijverig bezig' deze
hoogst belangrijke quaestie te onderzoeken. De
Fransche pers helpt haar uitmuntend, door er
iedereen over te interviewen, dien een reporter
tegen het lijf kan loopen. In alle salons wordt
de groote vraag van den dag, de question
biiilaiile besproken. Er wordt baast een puizle over
uitgevonden ....
Wanneer de oplossing der quaestie ontdekt is.
zullen wij ons haasten die mede te doelen.
Czar Alexander III in den Schouwburg.
Er was een vaste tijd in het jaar, d.it de czar
naar de komedie ging, tusschen Kerstmis en
het begin der vasten. Dan bezocht hij vaak den
keizerlijken schouwburg, het Michaol-tbeater,
waar hij een vaste logo bad. In andere theaters
kwam hij nooit, wat er ook gespeeld werd en wie
er ook optrad. Gewoonlijk richtte de czar het zoo
in, dat hij Zaterdag-avonds naar den schouwburg
ging. Hij volgde de voorstelling met groote attentie,
en liet zich zichtbaar door de vertooning mede
sleepen ; het meest hield hij van stukken, die
eenigszins realistisch van strekking waren, zooals
Sapho, Dcnise, t'Assommoir, Charles Dcmailly
en anderen, en wier succes dan ook betrekkelijk
grooter geweest is te St. Petersburg dan te Parijs.
Zijn rond open karakter scheen meer te hechten
aan toestanden, die van groote vrij moe righeid
getuigden, dan aan de iijnlieden eener cotni-flie
de, fjenrf, waarbij hij zich gewoonlijk verveelde.
Hij was even licht geneigd tot huiveren bij een
dramatisch moment van aangrijpende kracht, als
tot lachen bij een grappig tooneeltje. Menigmaal
zag men hem een traan wegpinkon als hij geroerd
was door een tragedie; doch ook vaak onderlijnde
bij met zijn helderen sonoren lach de zotte ver
wikkelingen of' dubbelzinnige aardigheden van
een vroolijk blijspel. Hij geleek in dit opzicht
op ziju vader, Alexander II, die nooit een première
in het Michael-theater oversloeg zelfs al werd
slechts een onbeduidend lei-er de rideau opgevoerd.
LTTLi^LN
Kunst om en bij het Spui.
Sedert de firma van Wisselingh en Co. hare
localiteiten van de Kalverstraat naar de ruimer
gelegenheid op bet Spui overbracht, hebben wij
hier aan het moois, dat men, nu eens meer, dan
eens minder, bij deze kuiistkeurige kunstkoopers
aantreft, nog geen keer eenige aandacht gewijd. Op
hot oogenblik mi, bieden die heeren heel wat
buitengemeene schilderijen te bewonderen. Mij althans
is het een gelegenheid die ik ongaarne voorbij
laat gaan, b.v. een belangrijk guurstuk van Corot
te kunnen zien. liet is een van die voorstel l ingen
zooals alle schilders zonder voorstelling en vinding
er menigmaal geschilderd hebben : een model in
een atelier vóór een ezel zittende, maar Corot
kon zooiets behandelen en er het naargeestig
opgemaakte verre van houden, en er door die
ingeboren teederheid van zien een stevig stuk
schildering van maken dat per slot zou zui
ver poëtiesch haast is als zijn geduisterde
avondhymnen zelve : in de oog' n van die nog
wel geeustumeerde vrouw, ligt de droom-oii-chuld,
dio toch de wezenlijke kracht van ziju suave
f'eeërien uitmaakt. Opmerkelijk, boe het smaak
vol uitgestreken fïottis van den eenvoudigen ach
tergrond zich bij den ganschon toonaard aansluit
vnn een grandioos boschlandsohap dooi' Uonsscau,
een in enkele tinten aangesopte schets, die mij
is dit een gril 'i zelfs nog liever is dan
menige zoo wonder-volrijpe Uousseaii. waarin men
wel eens minder dan in deze statig aangelegde kom
positie met hare pnicht'g-knoestige voorgrond-partij
den geweldigen teekenpoot voelt, van dezen, den
grootsten onder de landschapschilders der Fransche
romantiek. Hij, Tneodore Rousseau niet Miilet en
naast hem Delacroix en Daumier, zij zijn het
geweest die in den stijl van hun tijd datgene
hebben uitgebouwd wat niet veroudert, omdat het
niet was gebazeerd op dat uiterlijk nieuwe, waar
aan de Franschen van thans te menigmaal zich
vergapen.
Iets wat men tegen wil en dank als een onbe
wuste bekentenis hiervan zou kunnen opvatten is
het onderschrift: Ce la, nu pan heimcoii/i c/umt//',
dat de redactie van een nieuw tijdschrit'rjo Ie
Jiire, begonnen ouder medewerking vau de beste
l'arijsche teekenaars, plaatst hij de reproductie
van eeu dier met zoo complete zekerheid
neergesmakte teekeningen van Daumier, waaraan het
blaadje zijn grootste zooniet zij'i eonige waarde
ontleent, een gargantuesk tafereel, dat, uit den
geest vau eeu tijdpamllet geboren, het brandmerk
zelf zal blijven van de hatelijkste der eeuwig
voortlevende meiischelijke dwaa^hetle-n. Niet met
die fameuze prent, die van een Dante niet het
krijt is, niet met dien nadrukkelijk getei kenden
banvloek van een burgerliutemlen reus voor zich,
moet men al die olievert'pochatlos van Daumier
vergelijken . welke eerst in den laatsten tijd in
eere ziju gekomen, en toch wat een schilder,
wat oen kerel ! do maker van die vlotte
verfci'oi|uis; dio men nu bij Van Wisseling!] vindt,
Het is tot eore van Breitner dat een bauche
van zijn band het ('r koninklijk naast uithoudt,
maar het is dun ook een zeldzaam mooi stukje
peiiitun', dat duivelsche serpeutenlijt' niet dien
schouder eu dio heup. zoo vrijmoedig cu tozelt'der
tijd zoo delicaat neergestreken, dat .Muiiei zelf
bet niet beter hatl kunnen doen. Dat iovensvolle,
dat losgelaten doon aan te wenden in oen even
redig on wolgobouwil schilderij, bot lukt ilreituer
niet altijd zoo, on in lang zagen we iroon groot
werk van hom, dat zoo goed met vrije hai:d een vol
komen bocht geheel gat' als zijn na veel tasten zoo
uitstekend voltooide paarden in Arti. Kn even
volledig een lireituer als dat met twee onder
scheidingen belegen jiiecc tic millitu op de
Amsterdamsche najaars-teiitoonstelliug is, even ge
degen een Willem Maris beeft do tirma Wicselingh
nu van de veiling-Post gelukkig thuis gebracht.
Kr zijn en ik maak geen de minste pretentie
van een volledige bespreking er zijn in de
oogcnblikkelijke kollektie van deze kunstkoopers
nog twee werken van Hollanders geëxposeerd
die bijzondere aandacht waard zijn. In de
eerste plaats een teekening van Bauer, oven
mooi maar heel anders; als zijn Sfinx iu Arti,
die ik voor het zuiverste werk \au die heele
tentoonstelling houd. Die bij Wisselingh is van
hetzelfde motief als een ets, door Bauer al eenigen
tijd geleden gemaakt. Maar mij schijnt de teekening
nog wonderlijker van luchtig en doorluchtig door
werkte kantpracbt, en dat met spitscli penceel zoo
tooverachtig teer geteekende kathedraal-visioen
zou voorzeker de gunst van den meester Cosbootn
hebben verworven. Doch naar formule ongeveer
het tegenovergestelde van zulk werk, is de niet min
zuivere trant van Wally Moes, die zonder eenige
voordracht, met een bescheiden verdieptheid en