De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1894 16 december pagina 5

16 december 1894 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 912 Vorstin Bismarck f HIMIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllllllllllllllllllltlllllllllllllll Ook een interview. De lauweren in den laatsten tijd door interviewende perscollega's behaald, lieten me geen rust. Ik wilde ook interviewen. Een bakker of slager was me echter te ordinair. 't Moest heel wat anders zijn. Het toeval hielp me. In de vorige week liep ik 's avonds erg laat of laat ik rnaar liever zeggen 's nachts bij den weg. toen ik een man op een stoep zag zitten, die ijverig met iets bezig scheen. Ik trad naderbij en vroeg, met al de bemin nelijke bescheidenheid yan een krantenman, die op een snufje uit is: »Wat doet u daar toch als ik vragen mag?" De man nam me van 't hoofd tot de voeten pp. Naar 't scheen boezemde ik hem vertrouwen in. »Ik zaag een paneeltje", gaf hij ten ant woord. »Heere, is u een inbreker? Wel dat doet me plezier. Mag ik u mijn kaartje aanbieden en vergunning verzoeken, om eenige vragen te doen?" »Met genoegen", sprak de man, »'t werkje -is toch op een oor na gevild, O, is u journa list?" liet hij er op volgen, toen hij het kaartje bekeken had, »dat is toevallig, onze vakken zijn nogal nauw aan elkander verwant." »Hoe meent u dat? »Wel wij halen uit de huizen wat we noodig hebben en jullie haalt het uit andere couranten." Die wijsgeerige en juiste opmerking trof me. Ik begreep dat ik met een man van gewicht te doen had. »Hoe is het met den toestand van uw vak ?" vroeg ik. «Slapjes, meneer, heel slapjes," zei mijn vriend, terwijl hij zijn pet afnam en de zweet druppels van zijn voorhoofd wischte; »'t vak van »nacht inspecteur'' (want ik moet u vrien delijk verzoeken niet over «inbreker" te praten) geeft tegenwoordig een zuur stukje brood. Er is weinig te halen en je moet heel wat doen om fatsoenlijk aan den kost te komen. Ik ken het vak door en door, want 't is bijna altijd van vader op zoon overgegaan. Familie-traditie, meneer, zooals anderen Luthersch of Memiist blijven. Mijn overgrootvader hebben ze nog opgehangen, grootvader is op de Nieuwrnarkt gebrandmerkt en pa heeft z'n koperen bruiloft met de gribus gevierd. Gelukkig zijn de zeden sedert heel wat zachter geworden ! Mijn zoon werkt nu ook al zelfstandig en mijn kleinzoon is onder mijn speciale leiding. U hoort dat ik op de hoogte ben, wat? Nu, ik geef u mijn woord van eer, dat er nooit zoo n beroerde tijd voor ons is geweest als tegenwoordig 't geval is." »Waar ligt dit aan ?" "Voor een deel aan ignobele concurrenten, als zakkenrollers, ladelichters, iiesschentrek kers, enz. Die kerels zijn een schande voor Een beteekenisvolle onderscheiding. (Punch.) het vak. Velen onder ons huren tegenwoordig dan ook maar een kantoor en gaan op de beurs staan." "Maar dan zou ik staken." »Daar hebben we over gedacht, meneer. Maar er is geen »esprit de corps" in ons vak. Allemaal de schuld van 't schorremorrie, dat ik zooeven noemde. Je kunt, als fatsoenlijk mensch, je met zulk schuim toch niet encanailleeren ? Ja eene werkstaking zou prachtig zijn. Wat zou men ons spoedig terug willen hebben! Als wij er niet waren werden de couranten eenvoudig onleesbaar. En wat moest de policie beginnen ?" «Heeft u veel last van de policie?" »Neen, dat mag ik heusch niet zeggen. Ze behandelt ons heel schappelijk. Ze waarschuwt ons altijd, door fluiten en trompetten, heel behoorlijk, als ze in de buurt komt. Ook loopt zij altijd bepaalde wegen, die we natuurlijk ] op ons duimpje kennen. Verder is zij zoo vriendelijk om de stad een deel van 't etmaal onbewaakt te laten. Dat tijdstip weten we ook." »Wat denkt u over de tegenwoordige ver zekering tegen hm! nachtinspectie?'' »'t Heeft voor ons zijn voor en zijn tegen meneer? Zijn tegen, omdat de verzekering maatschappijen er dadelijk, als de bok op de haverkist, bij zijn, om de voorwerpen te publiceeren, die wij meenden te moeten annexeeren. Zijn voor. omdat de menschen tegen woordig hun boeltje meer open en bloot laten liggen en knippen en grendels als overbodige weelde beschouwen." Ik was zoo in mijn schik over de belang rijke inlichtingen die ik kreeg, dat ik den man vroeg of ik de eer mocht hebben, hem een sigaar te presenteeren. »Graag meneer. Sakkerloot een goed merk," liet hij er op volgen, toen hij een paar trek ken had gedaan, »u doet het niet minder hoor!" »0ch wij journalisten weten met ons geld uit van harden arbeid en heeft er den tijd om over nieuwe (rucs na te denken. Het eten en drinken is kostelijk, men heeft een goed bed en een verwarmd vertrekje.... Lieve God, menigeen zou er duim er vinger naar likken om 't altijd zoo te hebben." »'t Mag dus tegenwoordig slap in zaken zijn, maar uw vak heeft toch veel voor bij andere vakken?' »Zeker meneer! Dat erken ik dankbaar. We hebben maar n vrees." »Waarlijk _?" «Meneer, ik ben een lam van een vent, mijn vrouw zegt altijd: »je bent te goed voor deze wereld", maar als ik aan dat eene denk, dan wordt ik zoo nijdig- als een spin.'' »Wat bedoelt'u toch?" »Die vrees is dat onze zuur bijeen gezamelde duitjes in do handen terecht zullen komen van de beurs-vampyrs die den menschen waardelooze sporen en ander vuil goed in de maag stoppen. Zulke kerels staan nog wel in 't adresboek!" «Staat u er niet in ?" »We krijgen wel ieder jaar zoo'n papiertje te huis om het intevullen, maar we doen 't niet. We zijn te bescheiden. Maar nu moet u me niet kwalijk nemen dat ik weer aan mijn werk ga; t begint al vrij druk op straat te worden en vóór de trams beginnen te rijden, dien ik klaar te zijn. Een volgende keer sta ik weer met plezier tot u dienst." Ik drukte den wakkeren man hartelijk de hand, dankte hem voor 't hoogst belangrijk : onderhoud en overpeinsde, onder 't voort- j wandelen, het feit dat het toch een treurig wereldje is waarin zelfs de nacht-inspecteurs reden tot klagen hebben. j Als ik met dit interview niet alle interviews j van den laatsten tijd schitterend in een hoek heb gezet, dan heet ik geen: AEGIE. Zola op reis. (Forain in den Figiro.) Het spook in de Duitsche minister-wereld. (Lustige Blatter.) Schrik van ministers hij ds verschijning van don hoer von L-.icanus, chef van het kabinet des keizers. De lieer GLADSTOSK (tot eerclid lnvoernd run een genootschap roor mikroslo)>ifche studie u} : :Dat zal mij helpen om de liberale meerderheid waar te nemen." geen weg en kunnen ons wat weelde ver oorloven-'' »Een goeie sigaar! Maar ik heb te huis een tien mille, van een inspectie van een bekend fabrikant afkomstig, die nog heel wat beter zijn! Mag ik u een offerte maken ? Neen, maar ik zal u liever eerst een monstertje sturen, dat is reëeler. Ik bedien haast alle autoriteiten, maar natuurlijk door vriendelijke tusschenkomst." »U hebt zoo aanstonds den slechten toestand van 't vak voor een deel toegeschreven aan concurrentie. Welke oorzaken zijn er nog meer?'' »Er zit, om zoo te zeggen geen geld meer in Amsterdam, meneer. Zilveren theeserviezen zijn een zeldzaamheid en bovendien wat is 't zilver tegenwoordig waard? dat weet u zeil' ook wel. Vroeger vond je nog eens mooie galanteriën en luxe-artikelen, maar nu is alles van datgoeduitguldens- of twee guldens-biizar. In den gouden tijd annexeerde je cosiunies van Hart. I5odenhcim of een anderen goeden kleermaker, thans is alles confeetiewerk. niet de naaimachine gemaakt, 't hangt in elkaar als pap. Over de Trois Fram/ois /.al ik maar niet eens praten, \vanl de Froger's zouden zich in hun graf omkeeren. Wil u wel geloovon, dat ik laatst in een keukenkast op de Iv-izersgraebt een sluk paanlcnbiefstuk vond''" -Onbegrijpelijk l" -Mijn woord als fatsoenlijk man, meneer! Een week of wat. geleden inspecteerde ik met een confrère in de ~ l!.>chl.:'. -(iunst lludolf" roept, hij op eens, ,laar ligt wel voor een half miJlioen aan diamanten!" Ik kijk en zie een parure, ten collier, armbanden. enz. enz. -'t Is niemendal vriend.' zeg ik, haal een vijltje uil. mijn zak en strijk over een steentje.... kra.-, kras /.egt, bel.... 't was ?mlxcli meneer, allemaal rulxrli.' En dat was nu nog \\el bij een .-teunpilaar van de beur.-! Heusch. ze zeggen van den Haag: -Kaal en knap', maar ze kunnen i Ugvnwoonhg van Amsterdam gerust ook zeggen," »Men is nu en dan zoo onholl'elijk. heeren van uw professie in de mag ik /.eggen. gevangenis? ... te . . .'' ?>/egt u liever, ? Overpein/.ings-Hótel." -In het Overpeinzings-Hotel te zetten. Is dit niet een schaduwzijde van het vak ? M'n goeie meneer, op dat punt heerselu schromelijke overdrijving, 'l Is in het hotel waarachtig zoo kwaad niet. Men rust er eens Allerlei. Een Araerikanistencongres in 1895. Toen in den loop vsn dit j.'iar te Stockholm het Amerikanistoiicongres was afgeloopen, werd besloten in IS'.Mi weder bijeen te. komen, en wel te 's-firavenhage. liet bureau heeft echter een vroegere bijeenkomst noodig geacht. Deze zal worden gehouden te .Mexico, in October IS',15. October is in Mexico de beste tijd om toreizen. 'Waarschijnlijk zal de president der republiek don l'orlirio Diaz liet eoro-voorzitterschap waarne men, en het middenrijk hooft zelf, naar het zeg gen, tal van geleerden, die Xoordelijken en Zui delijken on Europeanen een wa.inligo ontvangst, on een waardig congres kunnen bereiden, lleeds worden or pogingen gedaan om de Kurop"esche loden oen goodkoopon overtocht op de Atlanti sche booten to bezorgen een hedemlaagsche usance, die !:ij do uvdachte. aan do eeuwenoude ruïnes en lierimierii.gor1 van hot land der Azteken echt regentiomle-eouwMih is. Het zwarte kruis. 'Wij brulden reeds 1> is <i<il</:'>i<: Krenz, nu heb ben we ook hi-t y,iriir'?. l\~>'t<,:<t en de uitvinding daarvi.u hohben wij te danken aan '/.. 'M. Tot't'a. koning van j'orto- N novo ; vandaar zeker do kleur der orde. Deze vorst, wiens gewaad uit OCMI henpdoek bestaat, hooft don eenvoud daarvan eeuijr/.ius willen w<'inK'nio:i door 0:1 :>aiïtoir' aan eon lilauw moiro liiu op /ijn bloot»-' borst to dragen hot vijfanuigo wit geeiimilb'erde kruis mot blauwen rand, waarop in hot m'.dden oen zwart gv mailleorde ster.'' wat /ij:: onderdanen zeker in don waan zal hivugi'ii dat kj'iing 'l'oti'a oen krachtig toov^nnuidei bo/it X:iar gemeld wordt bestaat deze Orde. die in eon hiiiL'govdiddo behoefte voorziet, uit vijf klassen : ridder, ofih'ior. koininaiidour. groot-utïicior en :;'rooti\ruis. Ajic> naar don aard ! De onderdanen \an koning Tol Va zullen slechts bij hoiigo uitzondering bedoeld worden met dit blauw moirélint. want -n welk knoopsgat zouden zij lul mollen dragou /.ooi.ing zij geen kleedercn hoidioii '/ Koning Tolfn hooft dan ook niet voor bon zijn ridderorde ge>tieht, maar voor aile.u die diensten bewezen hebbon aan zijn land," voor soldaten, ambtenaren ou andere Franschon". Deze laatsten zullen, er wel hot :necste van protitooron. j Voor hon toch, die nog niet het Kruis vun Tad- j Cipier : Wil Eccellenza soms den Franschen kapitein zien, dien we hier gevangen houden?" j'mrali, do Sti-.r van C-tnihorljt, de Annamsche Drank of' iets dergelijks hebben kunnen machtig. worden, is het Ztvttite A'rum misschien nog een uitkomst, vooral indien do orde verkrijgbaar ge steld wordt op dezelfde voorwaarden als de Militnire orde van Jezus Christus t:an Portuyal. Een revolutionair blad. De Turksche regeering hoeft een censuur in gesteld, die vooral zorg moet dragen, dat uit het buitenland geen bladen worden ingevoerd, welke staatsgevaarlijk zijn of revolutionaire denkbeelden verkondigen. En het eerste blad, waaraan door doze censuur de toegang tot het rijk van den sultan werd ontzegd is: de Miïnchener Wiegende lïla'ter. het onschuldige TFiteblad, dat voor velen zulk een welkome en gezellige gast is. Enlin, dat is iets Turksch ! Maar zou m on het mogelijk geacht bobben, dat in Duitschland eon stem kon opgaan, om dit Turksche vonnis niet alleen goed te keuren, maar ook voor Duitsch land van kracht te verklaren '! En toch is hot zoo. Do Ilessische L'iiidts /.ty. schrijft : Dat moest bij ons ook gebeuren. Mogen wij ons door Turkije beschaamd laten maken ? De strijd tegen .de revolutie" cischt hot. Want hot blad ondermijnt godsdienst, orde en zedelijkheid. liet heiligste is voor dit Wüzblatt niet vei lig; het leger, reserveofiicieren en zelfs luitenants in wcrkolijken dienst, zijn niet vei lig voor don alles vernietigender! spot van dit blaadje. Men waagt het, schuldonmakendc officieren, potsierlijke militaire gekken, in woord en beeld voor te stellen. Is dat geen ophitsing ? Hooggeplaatste personen, heerschers over rijken die vele vierkante centimeters groot zijn, worden erin bespot! Is dat geen ondermijnen van den troon r* En dan de dikke geldmannen en millionairs, die worden prijsgegeven aan de ver achting ! Is dat geen vernietiging prediken van den eigendom ? l'antoffelheldeu, pronkzuchtige vrouwen on ondeugende kwajongens worden in ieder nummer goteokoud, met het kennelijk voor nemen het fondament van de tegenwoordige maatschappij de familie te vernietigen, het h u w c l ij k in discrediet te brengen. Zelfs gees telijken zijn niet zeker voor do snoode grappen van dit anarchistisch blad, zoodat ook do banden van don godsdienst lichtzinnig worden losgekuoopt. Daarentegen worden op schaamtclooze wijze ruwe vechtpartijen, zwolgerijen en /.uiperijen verheerlijkt Jouge meisjes worden, zonder verg- u n n i n g der ouders, gekust door jonge mannen; on het blad laakt hun gedrag niet, neon het prijst deze u i t s ]) a 11 i n g o n in verzon, en bevordert daar door de onzedelijkheid en do revolutie. Doch ge noeg, liet walgt ons nog langer in dit vuil te roereu. Zoodra wij een wet tegen do Um-tiirzler hebben, moet de eerste eisch zijn : weg mot de J''iie(j('tnle Jlltïlter'. liet is inderdaad bedroevend dat wij daarin door Turkije zijn voorgegaan". Ernst of kortswijl '! zou men geneigd zijn te vragen. Wat den arbeid het meest drukt. *$3#£; \W^/'/^V: i -'v^-^vfe-:^^\ , £»- / - ?:ï>a#^ ?-^-^^i' £"- 1 ^^^?3x "^^>.^

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl