Historisch Archief 1877-1940
No. 913
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Eene anti-kritiek.
c ._
IIJIOÜL.
De directeur van het Paleis van Volksvlijt, de duivelen der kritiek (de H.II. DAN. J>K LANÜE en A. H- TÏEIÏIE) uitwerpend.
IMMKIimilMIII
De negende man.
Elf is het gekken getal.
Zeven en twaalf zijn heilige getallen.
Maar negen is een ongelukkig getal.
De negen muzen mogen mij het vergeven, maar
sinds het woord negenoog in gebruik is gekomen
had het getal van negen reeds veel van zijn aan
trekkelijkheid verloren, doch het weinigje wat ,
het nog mocht zijn overgeschoten is geheel ver
dwenen sedert er sprake is van den negenden man.
De negende man toch is iemand, die zoodra
hij aan het portier van een spoorwegcoupéver
schijnt, acht menschen in wanhoop brengt, als
ware hy een reizende negenoog
Ziedaar een van de treurigste ervaringen die
iemand aangaande een schepsel in
menschengedaante kan opdoen, en dat nog wel onder deze
verzwarende omstandigheid, dat hy zelf elk
oogenblik in zulk een verafschuwde plaag kan worden
omgeschapen.
De negende man is de nieuwste vleeschwording
van satan en des te bedriegelijker aangezien hij
te meer duivel is naarmate hij er minder het
uiterlijk van vertoont. Want moge de duivel naar
traditioneele begrippen maf/er en kwaad zijn,
hier ziet men het diabolische bedekt onder een
dikke vetlaag en verstoken in een welgedaan
heid, waarvan tot voor dezen in de bel nooit was
gedroomd. liet vermoeden is gewettigd, dat na
de invoering van het reizen per spaor zelfs in
de onderwereld het een en ander gewijzigd is,
want Beëlzebub. van oudsher bekend als de geest
der negatie, treedt in zijn rol van negenden man,
op, als de incarnatie van al wat soliede is, vol- j
strekt positief.
In het bijzonder de tweede klasse-reizigers
zijn met zijn gangen vertrouwd.
De negende man komt wat laat op het perron, !
gewoonlijk onderscheidt hij zich door een kalmen
stap. Hij loopt zich niet buiten adem, niet in 't
zweet. Zijn zware manteljas verbiedt hem een j
haastige beweging. Zt>o gaat hij langs de wagens, j
.die reeds gesloten worden, bedaard opnemende
welk portier hij weer zal openmaken. In de eer
ste de beste coupé, door acht personen bezet,
wordt zijn verschijning waargenomen. Instinct
matig, als duiven, die een havik in de nabijheid
hebben ontdekt, begrijpt ieder het gevaar. On
willekeurig verbreeden zij zich een weinig, zetten
de ellebogen, hunne natuurlijke verdedigings
middelen, puntig uit. De man aan het portier
gezeten legt de hand op de knip tot sluiting en
hij en de overigen richten twee oogen naar het
venster, zoodat wel zestien pijlen dreigen om den
booze te waarschuwen: wat gij ook doen wilt,
ongelukkige, waag u hier niet ! Loop maar door,
leelijke menschenplaag'. zegt do een; zoo'n bru
tale dikkert, zucht een ander; wij kunnen hem
hier missen als kiespijn ! verzekert de derde.
trap hem op zijn exteroogen als hij durft bin
nenstappen! raadt een vierde, we leggen hem in
't bagagenet, moppert een vijfde, .... tot op eens
alle harten zich in een luiden juichkreot lucht
geven, hij laat de portierkruk, die bij reeds in
?de hand had, weer los, hij gaat voorbij !
Welk een ontspanning der gemoederen ! Wat
een overvloed van ruimte daar plotseling binnen
dat enge hokje, waar acht monschen aan de knel
ontsprongen elkaar tevreden en genoeglijk aan
kijken, als wilden zij tot elkander zeggen : neen
maar, zulk een afzonderlijke zitplaats voor ieder
reiziger is toch eigenlijk iets te veel! toteven
plotseling een donkere wolk het licht schijnt te
verduisteren dat door het raampje binnenvalt,
de lach op aller lippen besterft, want daar staat
zoowaar de breede gestalte weer voor het ver.ster,
rukt de conducteur gejaagd nogmaals het portier
open en slaat het, den negenden man nog een
duwtje gevende, achter hem dicht.
En nu begint daarbinnen des duivels spel.
Alle slechte eigenschappen, die men een mensch
kan toeschrijven, roept hij te voorschijn.
Xiemand sp-eokt oen woord, maar ieder richt
zwijgend, diezelfde oogen, waarmee bij even te
voren gedreigd had, op het monster, om het te
belezen, toch liever plaats te nemen aan de
overzij.
De braafste gunt zijn overbuur, al is die ook
zijn intiemste vriend, het ongeluk. Zóó ver
gaat menigmaal de zelfzucht, ook bij heel lieve
menschen die «vooruit'1 rijden, dat zij hen ver
leidt, den nog besluitelooze er opmerkzaam op
te maken, dat het achteruit" rijden minder last
geeft van tocht.
In luttele seconden werden al die aardige ge
zellige medereizigers, die niet weten hoe zij u
zullen amuseeren met hun discours, en u
geiiiiiniimituiti
rieven met hun dagblad, hun sigaren en lucifers,
veranderd in kwaadaardige gluiperige Judassen,
die er niet het minste been in zien u te verraden
voor een paar centimeters ruimte op een bank. Zoo
komt met dien negenden man alle kwaad in
de kleine wereld, besloten binnen de beschot
ten van een coupé, de afgrijselijkste hebzucht
met haar gevolg van wangunst en leedvermaak.
Want nauwelijks heeft de negende man zich
laten neerploften tusschen twee van de vier,
| die ellebogen en knieën bergende hun buren
op zij dringen, of' de vijf, wier ruggen te zamen
een flauw boogje vormen, waarvan alleen die der
beide hoekpassagiers even den wand raken, kijken
de tegenover hen gezetenen aan met oogen waaruit
de vlam der jaloerschheid slaat, en al zetten zij
dan schijnbaar gemoedelijk het gesprek voort,
men kan het op hun geveinsd gelaat zeer dui
delijk lezen, dat zij rakkerachtig genoeg gewor
den zijn om in hun binnenste te denken : Mijn
lieve vrienden wat zou het ons een zielsgenoegen
doen, als aan het volgende station nu ook voor
Ulieden eens binnenkwam een dikke vette tiende
man !
Ziedaar een droeve bladzij uit de
hedendaagsche geschiedenis van het Adaninkind ; eene waar
uit men met een weinigje nadenken en voor
stellingsvermogen opperbest kan alloiden, welke
tooneelen er bij een schipbreuk moeten plaats
vinden, als er een man meer in de boot wil
springen, dan het vaartuig dragen kan.
Wie nfet geheel van menschcnkennis ontbloot
is, heeft dan ook in zijn spoorwegcoupézeker
wel eens zitten bepeinzeri, wie van de getrouwe
roisgenooten hem in zulk een geval het eerst een
trap zou geven om hem over boord te wippen, ten
einde voor zichzelf beslag te kunnen leggen op een
burgemeestersplaats. Kn ook zal zulk" oen
menschkundige niet verlegen zijn met de vraag, waarom
, vader Xoach slechts met zijn achten in de ark
j is getogen, voor onze meer moderne
reisgelegen' heden overlatende den negenden man.
l Maar zoo zwart kan de duivel niet zijn, of hij
l vindt altijd nog iemand die verrukt is over het
: blanke van zijn vel. Ook deze neger heeft een
vriendin .... de Spoorwpgdirectie. Wat gaan haar
de zes, zeven, acht anderen aan, haar lust is de
negende man. Als zij hem liefkoost in
oogenblikken van hartstocht, geeft zij hem de zoetste
naampjes, en noemt hem : mijn dividend !
Zij houdt dol van hem.
Voor hem ontsteekt ze haar mooiste lichtje,
zoo'n geel groen pitje al den reizigers der H. IJ.
i S. uitnemend bekend. Te zijner eer laat zij
wagentjes rijden, met een laag dakje. van die
j heel oude snoeperige koetsjes, witjes van boven
| en met blauwe gordijntjes, die zij, om hem, uit
den boedel harer overleden zuster heeft gekocht.
En bij deze lieve attentie voegt zij nog andere
opdat hij ook in minder vroolijke, ja zelfs in zeer
sombere stemming, iets vinden moge naar zijn
hart. Zoo ook van die donkere dof bruine
wagenkamerenmet angstig benauwenden doorgang,
enaan weerszijden tochtende denrreten; of, maar die
zijn zjldzaam, antediluviaansche
eerste-klassewa\ gens met een breedheid van de naar achteren
hel! lende zitting, dat hij zijn rug tegen den wand ge
drukt, om zoo te zeggen voor een dolce t'arnunte
weggezakt, niet alleen zijn dijen maar zelfs
zijn kuiten kan doen rusten op het kussen van
den bank. Doch dit alleen wanneer hij voor een
j enkelen keer eens op reis is als achtste man.
Och, och, zij vertroetelt hem zoo. Zij slooft
zich zoo voor hom uit. Wat zouden wij niet veel
kunnen vertellen, als we een zoo hoog lichaam
durfden be-pieden in den intiemsten omgang
met haar aangebedene, den negenden man, of
zooals zij hem in haar
spoorwegmaatschappelijke verliefdheid noemt: haar dividend!
Zouden wij haar nooit ontrouw kunnen maken,
zoo hebben wij sommige reizigers wel eens hooren
vragen; als wij eens een adres zonden.... Zij
heeft ook aan ons, haar vrienden, te denken ; zou
zij niet tevreden kunnen zijn met een achttal,
wat geeft haar recht op een negenden man V!
Onnoozele redeneering. Voor een goede
spoori wogdirectie, die zuinigjes moet leven om voor
| de haren nog iets over te sparen is en blijft de
negende man de eenige man en komt zij er ooit
toe haar hart aan een ander te schenken, dan
kiest zij daarenboven den tierenen man. ' 'v> hooge
cijfers is zij verzot.