De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1894 23 december pagina 0

23 december 1894 – pagina 0

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 913. l' rewe-achtige toepasselijkheid, had hij de quintessens van het socialisme kunnen stellen tegenover den basis, waarop onze tegenwoordige maatschappij rust en Satan zou over het sociale vraagstuk heel wat hebben kunnen zeggen. Maar ik houd het er voor dat de dichter niet een in de eerste plaats wijsgeerig drama heeft willen geven. Noch aan de handeling op aarde, noch aan de werk staking in den hemel moet meer gewicht worden gehecht dan aan het libretto van een opera uit de niet Wagneriaansche school. Het was om de motieven te doen, niet om de wijsgeerige gedachte zelf. Ik zou nu nog kunnen wijzen op heel wat bij zonderheden, die mij minder schoon voorkomen. Daar is b.v. de hemel in II met wit marmer, malachiet (groen), rose-albast, gele vlamfiguren..., daar is het logeeren van Satan bij Jahvè, de duistere episode der twee Ahasverussen en nog menig ander detail; daar zijn al die vreemde woorden, hier en daar met opzet aan Satan in den mond gelegd, maar toch ook gebruikt waar de dichter zelf het woord heeft en zoo erg leelijk in een vers (structuur, nerveus, subtiel, aspect, pros pect, mondain, emotie ), daar zijn de malle schaduwen op 't wolkgordijn: een vinger die tot luist'ren noopt, Jahvè's neus enz. enz. Van Eeden gooit zy'n nijdigen critici de argumenten tot afbreken zoo maar om de de ooren, alsof hij had willen doen gevoelen hoe hoog hij zijn werk stelt boven hun ideaaltje van correct gefllosofeer in verzen; hoe klein voor hem waren de bezorgdhedentjes voor historische, dogmatische, lo gische zaakjes. En, inderdaad, men kan het betreuren, dat de heer van Eeden niet duidelijker, juister, meer historisch correct werk heeft willen geven, men kan het redelijkerwijs niet betwijfelen, dat de dichter zeer duidelijk had kunnen zijn. dat hij ons een Jahvèvolgens den Bijbel, een Satan naar het hart der esoterieken of naar dat der Faustkenners, een hemel naar den droom eens geloovigen uit het Rusland, van een paar eeuwen hér heeft kunnen geven. Zeer zeker had hij dat alles kunnen doen; maar hij heeft het niet gewild. Waarom niet ? Zou zijn werk daar door misschien veel omvangrijker zijn geworden dan hy 't wilde maken ? Zou er dan wellicht het zeer zeker gewild geheimzinnige en vage zijn afgegaan ? Ik vermeet mij niet op een dezer voor de hand liggende vragen een antwoord te geven. Het dramatische gedicht is schets ge bleven. (Slot volgt). FRITS LAnnoTir. llllllllllllllimilllllllfllll Jardin d'Epicure. De trouwe leerlingen van Epicurus noemden zich zelf »de lieden der tuinen"; zoo is Anatole France er toe gekomen, zijn nieuwste boek te noemen: »Le Jardin d'Epicure." Geen boek van passie dan ook is dit werk, maar het geeft zich uit voor het kort begrip eener levensbeschou wing. Contemporain als alles wat Anatole France schrift, is het een droef evangelie van een scep tisch, soms cynisch pessimisme; het is een samen vatting van wat door verschillende pessimisten over het leven en over andere dingen is gezegd, en draagt den stempel van de persoonlijkheid IIMIIIIIIIIIMIMI Wij wierpen hem vragende blikken toe. »Eenvoudig zóó. De fruitvrouw heeft al dat kleingeld tegen een biljet gewisseld en dat biljet heb ik aan het dochtertje van dien stumper gegeven, 't Is die docent in de letteren, met wien we, schandelijk genoeg, zoo dikwijls een loopje hebben genomen. Maar stil, daar komt de kleine binnen." Wij spitsten de ooren. »Pa, pa! U hebt immers den vader van het Jezus-kindje gesproken! Nu, ik heb zijn grooten broer ontmoet. Kijk eens, 'k heb een prentje van hem gekregen!" »Een bankbiljet.... honderd francs!'' riep de vader op verbaasden toon. »Dat is een schat! Maar dat is niet mogelijk, kind! hoe kom je daaraan? Ik wil het weten." »'k Heb 't gekregen pa, zóó. 'k Stond be neden op de plaats, bij de pomp. Toen kwam er een mijnheer naar mij toe, die zei: »Daar Julietje, dat is voor jou, van het kindje Jezus." »Is u dan familie van hem?" vroeg ik, en toen zei hij: »Ja, ik ben zijn oudste broer.'' Zoo is 't gegaan." »Van wien kan dat, komen;'" mompelde de vader. En op vroolijken toon, hernam hij: »Zet je schoentjes maar onder den schoor steen, Julietje!" Op dat oogenblik kwam de fruitvrouw Jean's kamer binnen. »Foei! nietsdoeners! tijdverknoeiers! nog niet klaar!" »Stil maar! moeder Momignon, we zullen je helpen!" In een oogwenk stond de kachel weer gezet. Het vuur werd aangemaakt met een oud wetboek; vier tafels werden tegen el kaar aangeschoven en met klokslag van achten, dampte de soep in onze borden. »Wel," riep Achille Chardon, »wij hadden ons voorgesteld champagne te drinker en de kamer te illumineeren met een monsterpunchbowl; maar ik geef de voorkeur aan wat wij gedaan hebben." »We zullen den champagne vervangen door des schrijvers; wat paradoxaal hier en daar, is het geschreven met de bedoeling toch vooral lichte lectuur te geven, toch vooral niet te ver vallen in de fout der Duitschers, die lange, ver velende en duistere verhandelingen schrij v-en. De gewilde ironie die daardoor uit het geheele boek te voorschijn komt, doet ten slotte dezelfde wer king als de Duitsche langdradigheid. Om van de deugden en gebreken van het werk een denkbeeld te geven, doen wij het best, hier en daar een zin over te schrijven. »Wij weten niets;" zegt Anatole France, »in den nacht waarin wij ons bevinden, kruipt de wijze angstig tegen den muur aan, terwijl de onwewende rustig aan tafel blijft zitten." »IIet ken u zelf van de grieksche filosofen is wel zoo onnoozel mogelijk; wij zullen nooit noch ons zelf noch anderen kennen." »Het is een ongerechtvaardigd misbruik maken van het intellect, wanneer wij het willen laten zoeken naar de waarheid." Geen wonder, dat de wel-bepantserde mora listen onder de letterkundigen deze filosofie »un peu osée," vinden, haar beschuldigen van »afi'ectation" en »préciosité," en Anatole France noemen »un des moralistes les plus eonsommés et les plus artificieux." Indien hij niet tevens gold voor een «excellent ouvrier de prose francaise, un mattre inimitable en matière de langue et de style" waarschijnlijk zou zijn boek niet zijn een gebeurtenis in de Fransche letteren. Want zijn scepticisme is noch diep van inzicht noch breed van opvatting: »0ns begrip van het heelal is niets anders dan de beelden uit de nachtmerrie van den slaap, die leven heet." »De aesthetiek heeft geen vaste fundeering. Zij is een luchtkasteel. Men wil haar doen rusten op de ethiek, maar er is geen ethiek ; er is geen sociologie, er is geen biologie." »Het mysterie van ons bestaan wikkelt ons ge heel en al in zijn machtige geheimen, en men moet inderdaad absoluut niet denker., o.n niet wreed te worden gegriefd door de tragische ab surditeit die het leven is." Indien nochthans de criticus van Figaro dezen »tuin" tegelijk met »terriiiant," »admirable" noemt, is het omdat er naast banale verhalen van een professor in de geologie, die Anatole France rondleidde in oen museum, en opklimmend was gekomen tot aan de eerste sporen van den mcnsch, den vragenden bezoeker antwoordde : Dit is mijn kast niet meer" brokstukken in komen als dit over de vrouwenkwestie ; hij spreekt tot de vrouw: »IIoed u, dat een deel van uw macht niet henengaat met hot geloof, en gij niet iets verliest, zoodat gij niet meer, gelijk hot christendom zegt dat gij zijt, geheel en al zonde zoudt wezen. Want oprecht gesproken : ik geloof niet, dat liet rationalisme good voor u zon zijn. In uw plaats zou ik niet veel op hebben mot de physiologon: zij zijn to onbescheiden; zij verklaren te voel; zij noemen u ziek, wanneer wij u in bezieling meenen te zien, en zij hebben don term : ovprheersching van rellexbowegingen uitgevonden ' oor uw onwaardeerbare gave van lipfhebben en lijden. Zoo wordt van u niet gesproken in do g.'bleu legende; daar heet gij een blanke duif. een reine lelie, een geurende roos. Dat is pieizieriger dan hysterisch te heeten, hallucinaties en toevallen te hebhen, gelijk u wordt verweten sedert de wetenschap heeft getriomfeerd. »En ten slotte, indien ik u was, zou ik oen afkeer hebben van al die lieden die u willen eman cipeeren, en u de gelijke maken van den man. Zij brengen u in verval. O, het is heel mooi, om u tot een collega-advocaat, of collega-npotheker te maken; maar neem u in acht: reeds hebt gij enkele brokjes van uw mysterie, van uw aantrekkingskracht verloren; nog duelleeren de iimniimmmiimmMimiiiiiimiiimtiiii mousseeren de moppen en geestige grappen van allerlei aard/' zeide Jean Cloux, »en de punchvlammen door een karakterdans. waarop we moeder Momignon zullen meevragen." Nooit werd er vroolijker feestmaal gehou den, 's Nachts om n uur, duurde het nog voort, toen er aan de deur werd geklopt. Het was de docent in de letteren. »Och, heeren," zeide hij, »ik vraag duizend maal excuus, maar mijn vrouw is ziek. Ik weet wel, 't is Kertmis, maar de dokter is er ... nu voor 't eerst... en hij zegt, dat, 't mijn arme Julie zoo'n goed zou doen, als ze eens rustig kon slapen. Ik beu wel lastig. heeren, maar 't is niet voor mijzelf'. U maakt zoo'n leven. Mijn dochtertje beeft ook niet kunnen slapen." Op hetzelfde oogenblik stak het kleine meisje nieuwsgierig haar kopje om de deur. »Pas op, ze zal je herkennen," zei ik te gen Jean. »Gcen nood ! je begrijpt toch wel, dut ik haar mijn gezicht niet heb laten zien," en zich tot den docent wendend, zei hij: »Wees gerust, mijnheer, binnen tien minu ten zal alles hier in huis slapen." »0, pa!" riep het kleine meisje op eens, »dat's de stem van den groot en broer van Jezuskindje.1' De trots van den armen docent bezweek; dikke tranen rolden langs zijn wangen. »(), hoeren !" stamelde hij. Wij wilden zijn dankbetuigingen niet aanhooren. Hij werd gedwongen te gaan zitten. en een glas wijn met ons te drinken. Do zakken van het kind werden volgestopl mei, ons dessert. Wij beloofden den vader, hem lessen te bezorgen on wij vonden ze voor hem. Wat is er van hem geworden ? Wat is er van ons allen geworden ? D.?, wind van liet noodlot blaast en verstrooit ons. »De menschen," zegt Homerus, ^volgen elkander op, als de bladeren der hoornen." mannen voor u; nog ruïneeren zij zich en dooden zich om uwentwil; maar de jongelieden die in den tram wagen zitten, laten u op het balcon staan." Of het volgende: »Indien ik den man en de vrouw had gescha pen, ik zou zo gemaakt hebben naar een heel ander type dan het tegenwoordige, dat niet is dan het hoogst ontwikkelde zoogdier. Ik zou de man nen en vrouwen niet hebben doen gelijken op groote apen, maar naar het beeld der insecten, die eerst als rupsen leven en dan vlinders worden, en aan het slot van hun leven goen andere zorg hebben, dan die van lief te hebben en mooi te zijn. Ik zou de jeugd hebben geplaatst aan het. slot van het menschelijk loven. Er zijn insecten, die in hun laatste gedaanteverwissoling geen maag hebben, maar vleugels. Zij worden in dezen verreinden staat slechts herboren om n uur lief te hebben, en dan te sterven." Ziedaar eenige fragmenten uit het nieuwste werk van Anatole France, een schrijver die in do ofticicele wereld dor Fransche letterkundigen doorgaat voor een van de beften onder de gelijken. Een nieuwe text der Evangeliën. De Sinaïis, wie zal zich erover verwonderen, de uitgezochte plaats geweest waar vrome chris tenen zich afzonderden tot gebed on studie. Er zijn kloosters gebouwd, en daarheen zijn schatten van oudheid gebracht, handschriften die voor de moderne bijbelkritiek vooral van onberekenbare waarde zijn. Onze eeuw graaft naar die schatten, en reeds is op den Sinaïmeer dan oen handschrift gevonden van hooge waarde. De jongste vondst deed in l,s'.i-_' mistress Lewis, in liet klooster van de heilige Katharina. liet was een groot gedeelte van een Syrische vertaling der evangeliën; zij nam fotograiiën van sommige bladzijden, er, ging daarmede naar (Jambridgo; professor liensly zag de hooge waarde in van baar vondst, on wist te verkrijgen, dat hij mot de geleerden Hurkitt en Kimde! llarris, in gezelschap van mevrouw Kov-is naar den Siniiïword gezonden om bot handschrift te copioeren on te fotografeeren. In veertig dagen van ingespannen arbeid waren zij gereed, on de universiteitsdrukkerij van (lambridgp heeft thans van het werk, voor zoover liet niet onleesbaar was. een getrouwe reproductie gegeven. Zij is nog niet in den handel: eerst moet een Fngelsehe vertaling en eon commentaar van mkitt zijn verschenen: dat ligt geheel in do lijn van do ziclegrootheid der geleerden! Het onvermiukt gebleven gedeelte van bet handschrift bevat moer dan drie viorde gedeelten der evangeliën ; bet komt bet meest overeen met eon andere Syrische vertaling, ii1 l Sfn' doorl'ureton uitgegeven: oen dergelijke vertaling schijnt Taüamis to hebben gebruikt. Deze stierf om streeks 175. en o]) grond daarvan nooiiit l!i:rkit.t aan, dat bet handschrift niet van jongeren datum i::. Het zou dan al zeer oud zijn. De afwij kingen \an dezen toxt niet dien van Cureton, m'ven de onderstelling nan de hand, dat beiden recensies zijn van een gemeenschappelijke; bron, on dus geen van beulen origineel. Fjigeranrdig is de afwijking van de to.xten van Tischendorf, Wcstcott and Hort en dergolijken, in betrekking tot (Ie kindsheid van Jezus in hot evangelie van Mattheus ; daaruit wordt do gevolgtrekking ge mankt, dat de steller, misschien ook de afschrijver van bot handschrift, heeft behoord tot de Eboonieten. dio stonden op de naleving der mozaiscbe wet en niet aan de bovennatuurlijke geboorte van Jezus geloofden. Ziehier oenigo voorbeelden : Matth. l : li'> heeft onze bijbel: Kn Jakob gewon Jozef, den man van ?tlaria, uit welke geboren is Jezus, gezegd de Christus.'' liet Syrische handschrift hooft: .Jakob gewon Jozef: Jozef, wien do maagd Maria tot vrouw was gegeven, gewon Jezus, go/.egd de Cliristus.'' J n plaats van Matth. I: i'ij : en zij z;;l een zoon baron, en gij zult zijn naam boeten Jezus" beet bet: Zij zal u een zoon baron."' Vers -4 en -!.">: 'Jozef, dan. opgewekt zijnde van don slaap, deed gelijk de Engel des Hoeren hem had bevolen, en nam zijn vrouw tot zich: on bekende haai-niet, toldal: zij dezen baren eerst geboren zoon gebaard bad, ea hootio. zijnen naam Jezus;" luiden in tloze Syrische vertaling: :-.... en bij nam zijn vrouw tot zich, en zij haarde hern oenen zoon . . ." Behalve deze, voor de dogrnengcsebieilonis zoo wel ais voor de tekstkritiek bolangnjke afwijkin gen, ontbroken in dit Syriseh handschrift invoe gingen, dio reeds zeer vroeg in de ev:\n«.'eli",i zijn aangebracht; oen aanduiding vo<>v iijn boogen ouderdom. Zoo w. ut hier niet gevonden de gesehied';:>is I-,;H Jezus en de ou-rspeiigo v:uuw, Jüh. \ 111 : l 11. een zeer oud mvoegsol, m aar dat ook in do beste gricksoho hand schriften niet wordt gevonden. (Jok hot slot van liet Marciis-evangelie ontbreekt. A'a Mare. XVI : H volgt oiHïiiddi-Ilijk : Hot evangelie v:i;i Marcus is ten einde ; maar Oii/.e bijbel hoeft d.m nog ve<'schiiie!<dc mcdedfolingon, hoc- Jezus, opge staan zijnde, is geopenbaard aan verschillende jongeren, en luiu uc opdia.'hL go'-l't nm hei evan gelie to prediken en te doopon : hoe bij v/ordi o|!LrenomO!i in de!) h"iaei, cu ; gezeten aati do rechterbil!'.;! dos Hoeren; plaatsen, dn: ook in oen of meer dor andere evangeliën voovl.oi!1: n Verder i; Luoa: XIX : :.'.">. im !,ÏIC,IK \XilI : ii! -L! i,,ig niet i;: bet Syrische handschrift te vinden. De l,ï;d:-to plaats heeft Ix'Uekking op (Ie verhouding van l'iialus en lionuios. Deze zendt J.-ZIIK niet oen blinkend kleed naar den p.erstp. zoo heet hel. en van dien dag af w.u'on beiden vrienden, terwijl zij to voren vijanden v.aron. Daarentegen komen in dozo evangeliën plaatsen voor, dio wij in de onzen mixen. Xa Lucas XXIII : -is, wii.'ü1 sprake i'; van don dooit van Jezus, vinden v ij hier een toevoegsel, dat ook wordt aangetroffen in bot nog niet lang geleden ontdekte evangelie \au l'etrus. KL alle do scha ren die samengekomen v/aren om dit te te aan schouwen,'' zoo lezen. \vij in onzen text. ziende de dingen die geschied waren, koerden weder, slaande op hunne borsten'1. Kn de niem\o Sinn ticus voegt er bij- AVee ons, wee ons, wat is ons geschied ! Wee ons om onze zonden !" IS'a Joh. III : C>: .Hetgeen uit het vleoseh geboren is, is vleesch; en hetgeen uit een Geest geboren is, is geest," leert bij : »Wijl God levende geest is." Geheel afwijkenk van de gangbare lezingen is Lucas XXII : 1G?20, de geschiedenis van het laatste avondmaal. De verzen 18, 11), en 20a ont breken, zoodat het geheele verhaal in soberheid wint. Zoo zijn er meer plaatsen, waarmode wij den lezer niet willen vermoeien. De documenten der theologie echter zullen door dezen Sinaïticus met een belangrijk stuk worden vermeerderd. Jean Macéf. Weder heeft de dood Frankrijk beroofd van een zijner beroemde zonen, die ook in do meeste beschaafde landen geen onbekende was. Jean Macéis na zijn geheele leven gewijd te hebbon aan de opvoeding der jeugd en vnn bet volk. in zijn tachtigste jaar overleden. Yv'ie kent niet den schrijver van de llintoire tl'une binicliét (Ie pain, dat in Frankrijk ontelbare malen herdrukt en in de meeste Europeesc.be talen vertaald word. liet doel van den schrijver, om op ook voor kinderen begrijpelijke manier, schijnbaar drooge weten schappelijke waarheden mee te doelen, is .in dit boekje volkomen bereikt. Zonder de aandacht to vermoeien vertelt hij aan eon klein meisje, in den vorm van een boeiend verhaal vol avonturen en fantasie, do inrichting van bet monscbelijk lichaam. De talrijke uitgaven in verschillende talen zijn wel bet beste bewijs voor de gunstige ontvangst die zijn boek mocht genieten. Jean Macéwas van zeer nederige afkomst. Hij was de zoon van een arbeider, doch ontving aan het coUétje Klanixlus uitmuntend onderwijs, zoo dat hij zelfs ecnigen tijd onderwijzer was. Hij nam dienst en was drie jaar lang korporaal. Kon zijnor vroegere onderwijzers, Théodore Jiurette, kocht hem vrij uit don militairen dienst, en hield hem tot zijn dood bij zich als secretaris. In IS is werd Jean Macéopgenomen in de re dactie van hot dagblad ia Jicjmlil.que, doch na den coup </'/*</ vnn 'l December verliet hij Pa rijs voor de kostschool du I'etit-Ohfitcau te liebïenheim. Hier had bij gelegenheid voor zijn geliefkoosde studie: boe voor de kleine hoofdjes het anders zoo moeilijk bereikbare duidelijk te maken, en leerrijk te zijn, zonder vervelend te worden. Op dit gebied waar reeds zoovolen schipbreuk loden, toont Jean Macézich moester. ehalve het bovengenoemde Jlixtoirc 'ïitnf limichcc <h pain. dat in ISül verscheen, schreef hij onder anderen de ('uitte* <lu l'rt'.t ChiHeutt, \\oiTlutitre. nu Pctit-dhnli'riit; de iS'.TnVr.-tï's ili', l'c.sloinac (als vervolg oj) Jlif,iuirc ti'/air, iitiudu.?, tic pnui) en de 0/''iiii!ii'i/re rfc Jl'L'lc Hili. waaraan zooveel !? ranscho kindertjes hun goede verstandhouding to danken hebben niet vorschillomle taalregels. In ISiii rioiitt'1 Jean Macémet Hetze! bot. bokondo farnilio-üjdsebrift op : Lc ZLiyiain il'i'iluC'ilittii f' 11 e. r<','rï"i'.<>n. Als kind van bet volk bf-groop hij echter, dat niet a'loeu do kleine maar ook do groote kinderen nog zooveel behoefte aan voorlichting en ontwikkeliüg hebben. Met energie on volharding richtte hij on>t oj) do Hoi'i'li- <(>'* !>>!ili-i!/i:''')!{c,i couumirmh'fi dii lit,u.ï-'Rh':n en in ISiii; do J.,;<jnc <ie i'cHw<y/;!C!iH')i(, du; te'\ dwl lunl, aan leri'lio.gr-r, en werklieden van e'ken leeftijd en ieder vak, zo.dc'ijk tn voiviaiicolijk voe.dsel te verschalen, door do oprichting \:n volksbibliotbokcn en hot houden van openbare voordrachten. Don Sou December i S--:', werd Jean Macébe noemd tot Ki'iiti'eur iii'-.moriWa, als opvolger van graaf de Kr.stoyrie. Don 'Ion Februari l SN l onvirg hij hot Legioen van Kor. Allen, op wier dankbaarheid hij zich onuifwifcbbiïre reci-ten verwierf door zijn onver moeide pogingen lot ontwikkeling en zedelijken vooruitgang van zijn modoiiieiischon. zullen hem in liefde en eerbied blijven herdenken. Bibliotheken in do Vereenigde Staten. Het wetenschappelijk lijdschrill la, Nature ver telt liet eon en ander omtrent hot budget der openbare bibliotheken in de Vercenigde Staten. Do meeste dezer inrichtingen zijn zeer rij;:; som migen bobben een jaarlijksch inkomen van moer dan twee millioon on bijna allen ontvangen dik wijls schenkingen, soms van groote waarde ; een zekere heer Scandfort vermaakte onlangs aan n enkele universiteit moor dan honderd millioen francs. Deze staat van zaken heeft de Aiuerikaauscho bibliotheken snel in aantal dr-en toe nemen: op bet oogonhlik telt men er vierdui zend, dio in hot geheel eenendertig iniüi'r'.Ti bo 'kon l:o-.-att;-ii, zoowat n ',o;-k op vijftig i'r,'\;:;;\v. i v lioeUhandclaars schijnen zich hierover te beklagen en verklaren dat hunne winkels ledig staan: maar om eerlijk te blijven, moet uien xegaTM' dat do leden van dit gild overal düzdfdo K-acht aanbellen. o:si het even of er vee! of weinig beschikbare bibliotheken in een land zijn. 'i-zcnbin. CüJiuiiiïiiiJc [i.oor icïipiiLviriJCiil, Aui'.r aiUikiding van het ge>:''ro.veno dooi1 Socins in bui Weekblad van ii; December b:'ii .'k zoo vrij te lieriuuoren aan liet indertijd, zoo ik meen door don hoor D. do f Icro,. ge'1'pponie. douklieold. van uui arbeid in do gevangenissen te doen siro';>';;c-n tot verxiiardigiog \an artikelen, dio voor uitrusting en onderhoud van leger on marine on verdere staatsinstellingen noodig zijn. \VeI i-; waar concurreert dit werk in de gevan genissen ook i.'iet dat in de industrie, maar komt liet uitgegeven geld toch ten nuUo der boiastingbotak-ndon en van den ,St,;at. Dit is mij dunkt oeiio ojilossiijg waar ieder vi-ude mede hebben kan, en ciie vele bezwaren tegen govangemsaiveid wegiKOait. welke arbeid ik ben dit gebod met Soc.nis oeus niet alloou noodig. iruuir voor de gevaugunoii zclvcn zoo nuttig is, door de groote opvoedende kracht dio in rogehnatigori arbeid ligt. Ik ben van mecning dat Socius liover.genoemd plan niet evenveel sympathie zal begroeten, als ik liet indertijd deed, K. O.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl