De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1894 30 december pagina 8

30 december 1894 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 914 De heer de Marès heeft ook leeren inzien dat wij hier zoo leelijk doen tegen de Joden. Een Eollandsch schrijver zegt hij te bewonderen als ,1'homme assez eourageux pour oser défendre la race juive une poque oütont Ie monde la conspue dans un pays momifiépar Ie protestan tisme." Dat schreef Rolandus Maresius in Maart 1894, toen we net zoo'n hevige conspueer-bui te boven waren, men herinnert zich ? op 't pro testantisme na was 't hier precies Rusland. Rus land nu is gemomifieerd door de Grieksche kerk, gelijk men weet. In Februari van te voren had hij Multatuli's landgenooten genoemd: //ses compatriotes, vils commerpants momifiés par Ie pro testantisme." Dit bewijst tevens dat de hekel aan Multatuli's landgenooten den heer Roland een groote verscheidenheid van origineele scheldwoorden ingeeft, que l'école et la routine lui mirent sur les ranmres als 'n Hollandsclie kerseboom. Onontbeerlijk dachten me deze mededeelingen om onder ons, gemomifieerden, een beetje belang stelling gaande te maken voor den moedigen, doch wel wat ontijdigen en wilden kampioen voor Multatuli. Overigens heeft dit niets uitstaande met zijn bundel l'dme d'autrefois, een heel leelijk uit gegeven verzenboekje. Niets uitstaande, want al spreekt de heer Marès in Aug. '93 van //Ie tres artiste Justus van Maurik'', terwijl hij in Januari '94 Diepenbrock's Schemeringen waardeert als yun tres bel article" (en beide auteurs loopen toch nog al uiteen) toch kunnen zijn Fransche verzen wel aardige verzeüijnen wezen, nietwaar ? Maar zoo heel gauw laat de heer de Marès iemand niet binnen : men moet eerst een opdracht, dan een envoi, dan een avant-propos en dan een prélude door. Een oogenblik voor dien avautpropos: Je ne suis d'aucune cole, d'aucun groupe, et je pense crire selon mon ame. Romantiques, parnassiens, décadents, symbolistes, des mots! des mots! Des mots qui peuvent amuser un instant les mescpiins et les mediocres, gente haïssable qui ne sait que classer. Au-dessus de tout cela il y a les Poètes, les fiers et les tristes, les Révoltes qui veulent marcher seuls leur chemin, hors des coles oül'on adore, hors des c nacles ou l'on touffle, sur la grand' route de PInfiui." Dat zou me, geloof ik, akelig imponeeren, als..... ja, als ik maar niet die raooiigheden van M. de Marès over Hollandsche dingen kende. Nu heb ik grooten lust hier ook achter te zetten: des mots! des mots! meneer de Marès; Hollanders zijn miserabel gemomifieerd, maar zóó laten ze zich toch nog niet beetnemen. Het lijkt al heel overbodig en noodeloos aan stellerig zulk een fraaie voorrede met //poëten boven al dat" vooruit te sturen voor dichtjes als deze. Ik zal er maar niet van citeeren. Of ntje? Au pays des Lys et des Iloses II est un palais merpeilleux Qui dresse en la spiendeur des cieux Cent tourellea de marbre i'ose. Quand Ie printemps et sa gaït Heurissent les Lys et les Roses, Des Cygnes et des Flamants roses Aux cent tours vieuuent se perclier. Sur un grand Cygne immacul Deux enfants s'enlacent et s'aimeut... L'un est princesse de Bohème Et l'autre est prince de Thulé. Us vont au pays des extases Et la forêt de lilas blancs Frisonne de voir dans l'espace Passer les ternels amants! Me dunkt! En o ja ! toch nog : Fillettes et garijons Dansez en rond Au rytüme des bonnes chansons Toi Ja Belle, lui, Ie Brave, Vous serez demain vieülards, Car Ie Temps que nul ne brave, Dont la marche sans entrave Jamais n'éprouve de retard. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII11I1I11IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIII1I1II Ik stel voor, dan liever van Lombok te zingen. Er zijn van die mooie nieuwe liedjes. H. v. D. B. Robert Louis Stevenson fMEUWERWETSCHE OPVOEDING. Saint-Genest, de medewerker van Figaro, heeft een boek ter perse, ISéducation nouvelle, waaruit het volgende een staaltje is: .. .Maar plotseling wordt ons gesprek afgebroken. De kinderen komen thuis! Och, lievelingen, wat, zie je eruit, zoo warm en opgewonden! Wat is er van morgen nu weer gebeurd ? O, 't is belachelijk ! Bespottelijk ] Gewoon ontzettend! 't Is om te gieren ! Nu nu, genoeg al. Jij Octave, toon nu eens dat je de oudste en wijste bent, en kom eens netjes met mamaatje praten. Heb je een prijsje gehad voor je werk? Ja wel, nog mooier! Hij wil me een klas achteruit zetten. Achteruitzetten ? En ik wou je juist in een hoogere klasse hebben. Dat gebeurt niet, we zullen er met papa over praten. De onderfrik is ons dat komen vertellen, met zijn pijpenkop en zijn ganzebeenen. Het is heel leelijk, zijn meesters te bespotten, zegt het mevrouwtje op lief verwijtenden toon en streelt de blonde krulletjes op het voorhoofd van het jongetje; dan zegt ze zacht: hij heeft werkelijk een buitengewoon talent om iemand na te doen. Wel, en jij, kleine Toto, mijn ventje; ik hoop dat je niet weer een hoestbui hebt gehad.,.. O ik, ik moet twee dagen schoolblijven, om dat de ondermeester weer brutaal tegen me geweest is, en de oude baas hem altijd gelijk geeft, 't Is Van Apia, een der Samoa-eilanden, komt het bericht van het overlijden van den Engelschen schrijver Stevenson, die zich daar eenige jaren geleden had gevestigd, zoowel ter wille van zijne zwakke gezondheid, als om zich te onttrekken aan het conventioneele der dagelijksche omgeving in de Europeesche maatschappij. Stevenson was een zeer vruchtbaar schrijver. Tal van fantastische verhalen werden door hem, hetzij voor de groote reviews geschreven, hetzij afzonderlijk uitgegeven ; op het gebied van den historischen roman stelt Andrew Lang hem gelijk met Walter Scott, Alexandre Dumas en Thackeray (trois noms bien tonnés de se trouver ensemble, zouden wij zpgg. n). Zijn Sirange enne of Dr. Jekyll and Mr. Hyde maakte indertijd grooten opgang en is in de meeste Europeesche talen overgezet. Weinig minder bekend is zijn Tieasme Is/and, dat door velen even hoog wordt gesteld als Defoe's Robwmon Crusoe. In Engeland en in de Vereenigde Staten had Stevenson eene groote populariteit verworven. Ofschoon hij reeds zeer vroeg begon te schrijven, kwam het succes, en vooral het financieel succes, voor hem eerst laat, doch toen ook in zulk een mate, dat hij onbezorgd en rustig van zyn fortuin had kunnen leven Zijn rustelooze geest dreef hem echter voortdurend tot het ondernemen van nieuwen letterkundigen arbeid, en toen op 8 December de dood hem verraste, was hij juist begonnen met een nieuwen historischen roman, waarvan de Schotsche prins Charles Edward de hoofdpersoon zou zijn. BOEKAANKONDIGING. Een Grieksche Scheurkalender. Eenige jaren achtereen heeft de heer Mijs te Tiel eenen Latijnschen scheurkalender uitgegeven Met de mee^t mogelijke zorg en smaak waren de dagteksten door den zeer belezen predikant, die den kalender samenstelde, en dien de beschei denheid weerhield zijnen naam te vermelden, ge kozen Het derde jaar is, meen ik, het laatste geweest voor dezen kalender. Nu heeft de firma De Muinck en Co. te Arnhem eenen Griekschen laten samenstellen. Of deze evenveel aftrek vinden zal als indertijd ten minste het eerste en tweede jaar de Latijnsche ? wie weet! Er is in de laatste jaren zoo een bullebak, zooals tante Sylvauie zegt.... Wat had de ondermeester dan wel tegen je gezegd? Hij had gezegd dat ik een stommeling was! Had hij gezegd dat je een stommeling was!? Kom hier bij me, mijn lief ventje, mijn schat, o wat houdt maatje toch veel van je! Ja, maar 't is wel miserabel, als je iedercn dag zoo mishandeld wordt; ik heb gehoest vau verdriet. Arme engel, huil maar niet, geef me een zoen, nog een.... Houd je dan wel vau maatje? O zeker. Laat mijnheer eens zien hoeveel je van maatje houdt?. . .. Hoeveel? Toto blijft een oogenblik aarzelen, dan strekt hij wijd de armen uit: Zooveel! Zooveel houd je van maal je? Zoo, mijn dot .... Heb je je gebedje wel opgezegd voor St. Jozef? Je vergeet hem toch nooit, je goeden heilige ? O zeker niet, zegt Toto en kijkt ons triom fantelijk aan. Zie je, je moet bedenken, hij alleen kan je van dien Icelijkeu hoest afhelpen en het doet me zoo'n verdriet als je hoest. Ik zal niet meer hoesten, als ik niet hoef school te blijven. Neen, lieveling, dat hoef je niet; ma zal een brief schrijven. 's Nachts, als ik aan dat schoolblijven denk, kan ik niet slapen, dan voel ik me koorl big en ik huil van boosheid. Zie je, zoo worden die kinderen zoo zenuw achtig. Die schoolmeesters doen zoo vreeselijk veel kwaad en daar let niemand op ; en mijn man kan ik het maar niet doen inzien, die blijft hecle dagen ! storm geloopen tegen het Grieksch, en zooveel mannen, kundig en verdienstelijk, die zich op hun aardig woordje Latijn nog wel laten voor staan en nog wel eens zoo'n aanhalini-je mogen, bekennen ronduit dat het Grieksch er heel en al uit is, het zal te bezien staan of zij de korte en langere Grieksche spreuken die de firma De Muinck hun te ontcijferen wil geven, nog wel alle vlug begrijpen. Maar wellicht beproeven zij het toch, of geven den kalender aan hunne zonen. Er is van de Grieken nog genoeg wijsheid te leeren. Nu is het maar te hopen dat de samen steller een goede keuze heeft gehad. Dat moet '95 leeren. B. Loniteo over Grapliologie, Van de hand van den bekenden Italiaanschen hoogleeraar Lombroso is te Milaan, bij den uitgever Hoepli een werk verschenen, Cfrnfologia getiteld, dat den vrienden der handschriftkunde ongetwijfeld belang zal inboezemen. In zijne inleiding doet Lombroso uitkomen, hoe een Ita liaan de eerste is geweest, die heeft aangetoond dat men het karakter van een persoon uit diens handschrift kan opmaken; dit was een zekere Baldo, die hoogleeraar in de medicijnen was te Bologna en daar in 1G22 het eerste boek schreef over graphologie. Interessant zijn in Lombroso's boek vooral de hoofdstukken over het schrift van zieken, van krankzinnigen, van genieën en van misdadigers; het materiaal hiervoor was door den schrijver grootendeeis reeds in een paar zijner vroegere werken bijeengebracht. Nieuw is het hoofdstuk over het handschrift van gehypnotiseerden. Even als Piichet heeft Lombroso waargenomen, dat gehypnotiseerden, welken men eene andere per soonlijkheid heeft gesuggereerd, ook hun hand schrift veranderen en het met die suggestie in overeenstemming brengen. Zoo liet Lombroso een persoon in n uur tijds zesmaal van hand schrift veranderen door haar achtereenvolgens te suggereeren, dat zij een klein kind was, een boerin die duiven naar de markt bracht, Napo leon, Garibaldi, een !M)-jarig oud vrouwtje. Van elk dezer handschriften geeft het boek een fac simile. Lombroso merkt op, dat terwijl enkelen in hypnose beter schrijven dan in normalen toe stand, anderen dan juist het het schrijven geheel hadden vergeten, of onbeholpen schreven, als kleine kinderen. Er waren er ook, die enkele letters vergaten: een persoon liet onder hypnose uit alle woorden de letter e weg en schreef, wakker gemaakt zijnde, weder volkomen normaal. Indien het inderdaad bevestigd wordt, dat door suggestie in het handschrift algemeen geldige kenteekenen voor bepaalde eigenschappen kunnen worden vastgesteld, dan zou de graphologie haar empirisch karakter verliezen en tot den rang eener speculatieve wetenschap opklimmen. op zijn kantoor cu wil de dingen niet zien zooals Een nieuwe grondstof voor weelde artikelen. De Engelsehe geleerde Hunt heeft dezer dagen aan de oy/it Academie te Londen de uitkomsten medegedeeld vaa zijn proeven over de vervaar diging van bijouterieën en van munten. Iletalliage bestaat uit 78 deelen gond en 22 deelen aluminium, welke verhouding strikt moet worden in acht genomen. Het heeft eene schoone pur peren kleur, met een robijnachtigen weerschijn, en kan niet worden nagemaakt. Of het zich ge makkelijk laat bewerken, blijkt uit de mededeeling niet; maar daar het mooi en kostbaar is, zal de mode zich er wel van meester maken. iiiiiilliniiiMiiiiiiiinimmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMMniiiinuliumuiiniiiiiiiiiiiiiiii ze zijn. Als die eens met de meesters ging spre ken en de onrechtvaardige straffen liet opheffen, en de werkelijk stoute kindereu liet straffen, dan zouden die kleintjes zich niet zoo verlaten voelen en den moed niet zoo verliezen ; maar hij wil zich er niet mee bemoeien. Zie je, de mannen begrijpen niets van het opvoeden vau kinderen. Daarop komt mijn vriend Gcorgcs binnen. Hij komt met hangend hoofd, als iemand die doodop is. Ali, daar ben je dan, je weet niet wat hier alzoo voorvalt, en 't kan je niet schelen ook, je weet niet, dat Toto alweer een hoestbui gehad heeft cu ze proliteeren ervan dat het arme kind ziek is, om hem maar aldoor te laten schoolblijveu; 't is schande. Maar lieve, hij krijgt straf omdat hij een langen neus trekt tegen den meester, dat komt toch niet van 't hoekten. De ondermeester maakt hem zenuwachtig; die ondermeesters zijn het bederf voor de kin deren, grove, ruwe, verdorven creaturen. En dan, je weet nog niet dat Octave een klasse ver laagd is! Maar, mijn beste, Octave wil ook niets uit voeren. Zijn meester weet hem niet goed aan te pakken. Hij mij werkt hij toch ook niet. Jij weet hem ook niet aaii te pakken. Men moet zulke naturen bcstudeeren, nagaan wat hun vermogens zijn, de gebreken van ter zijde aan pakken, niet er lijnrecht tegen ingaan. O ik heb daarover een heel interessant boekje gelezen, van madame Destu; ze legt daarin uit dat de kinderen als bloemen zijn, die ieder een andere behandeling noodig hebbeu. Zoo een roos, een camclia, een heliotroop, een sneeuwklokje.... ze Een monument voor Helmholtz. Het comitédat gelden wil bijeenbrengen om voor den onlangs overleden beroemden natuur kundige en physioloog Helmholtz een gedenkteeken op te richten, heeft voor dit doel van den Duitschen keizer eene bijdrage ontvangen van 10.000 Mark. Tevens heeft de keizer voor de oprichting van het monument een terrein afgestaan in de nabijheid der Hochschule. vo DAMES. Bont. Dienstboden-etiquette. Royalty shoppmg.?. Uit Chicago.?Kappersconcours. Een droevig denkbeeld, bij het toenemen van de rage voor bont, is het, dat eenige soorten hopeloos aan 't uitsterven zijn, en men nu huiden draagt, die in volgende eeuwen niet meer zullen voorkomen. Reden te meer om er zuinig op te zijn. De groote markten voor bont zijn niet meer Leipzig en Novogorod ; zij zijn overvleugeld door Londen. Vier maal 'sjaars, in Januari, Maart, Juni en October, zijn daar de veilingen. Wie te *ew-York het mooie zilvervos uit Canada draagt, denkt niet, dat het kostbare vel eerst den oceaan heeft overgetrokken om te Londen verkocht te worden; het weelderig sabelbont uit den Oeral komt langs denzelfden weg naar St. Petersburg. De catalogussen van die veilingen beslaan hon derden pagina's ; er wordt jaarlijks voor vier , vijf millioen pond sterling verkocht en deze handel is in handen van een zestal makelaars. Degenen die het minst van de winst opstryken, zijn zeker de arme jagers in de Poolstreken en de arme huidenbewerkers in de voorsteden van Londen zelf. Een nieuwe mode verplaatst soms de helft van den handel; toen het versmade hermelijn nu twee jaren geleden weer in de mode kwam, vestigden plotseling de Canadeesehe jager en de strikker van de hooglanden van China hunne aandacht op het kleine witte dier, en honderdduizenden hermelijntjes werden opgezonden. Onder de dieren die aan 't verdwijnen gaan, zijn het sabeldiertje, dat nu reeds 1000 francs per stuk doet, en de prachtige zee-otter. De tijd is ver, dat men een sabeldiertje kocht voor een mes of een snoertje kralen: de stoutmoedige jagers moeten het nu in ijstijd in de binnenlan den van Kamschatka gaan verschalken en wagen er dikwijls hun leven bij. De mooiste worden door de belasting-ambtenaren er uitgezocht om als keizerlijk bont naar St. Petersburg te worden gezonden; de rest gaat naar Londen ter markt. Er zal trouwens sabelbont verkocht worden, zoolang als de Chineezen het geheim behouden, gewoon marter door vernuftige procédés onna speurlijk zwart te verven; zij nemen er zelfs de experts mee beet. Ook de zwarte Canadeesehe marter wordt als sabelbont verkocht. Met den zeeotter van de Behringstraat is het erger. Hij sterft uit, en zijn bont, het tijnste, luchtigste, warmste dat er is, kan door niets vervangen worden. Een vel geldt reeds GOOO francs en zal spoedig onbereikbaar zijn. Nog talrijk, en gelukkig nog lang niet aan 't uitsterven, zijn de prachtige vossen, rosachtig, bruin, zilvergrijs, blauw, zwart, wit, in alle nuances van het rijkste palet. Het duurste zijn daarin de zwarten en de zilvervossen ; een bijna zwarte gold onlangs reeds 3000 francs ; een ge heel zwarte is nog veel duurder. ** * De etiquette der hoven is niet altijd gemakke lijk te loeren ; maar er bestaan handboeken en vaste traditiën voor. Die der keuken schijnt in Engeland niet minder lastig en kitteloorig te zijn; niiiiiiiiiimnmimiiimiminimmniiiiiiiiiiiiiiiiiiiHimimiiiiimiiuiiiiiiiii zegt daar allerliefste dingen over, en vooral over de domheid van de li u is vaders, die al die arme bloempjes in een zelfden pot willen stoppen. George kijkt zijn vrouw verbijsterd aan. Och beste Clotilde, heb wat meelijden, ik ben doodaf, ik koni van mijn kantoor, ik heb het vreeselijk druk gehad, en nog-, zie je, nu te denken dat Octavc een heliotroopje moet worden en Toto een sneeuwklokje, dat is te veel voor mijn arm hoofd. Doe zooals je wilt, ik verzoek gratie, ik doe afstand. .. . Clotilde gaat langzaam op haar man toe, legt zachtjes haar arm om zijn schouder, en met zoo'n stemmetje alsof ze met een zieke of een krank zinnige sprak, zegt ze: Maar toch, beste man, meen ik niets ouredelijks te zeggen; luister even, als je kunt, je moet toch toegeven, dat er planten zijn, die alleen in de broeikas opkomen? Je wordt (;r toch niet boos om, als de tuinman je zegt, dat sommige planten geen gewone aarde kunnen ver dragen, dat sommige meer water, en andere weer zand noodig hebben r Nu, wat je voor de bloemen wel zoudt doen, doe je niet voor je kindereu? Ach God, ach God, niet voor je eigen kinderen ! Maar lieve, waarin moeten we Octave dan zetten om hem aan 't werk te krijgen? Zeg het maar, ik stop hem er dadelijk in. In 't water of in 't zand ? Gedecideerd, arme man, je wordt zoo zenuw achtig, dat er geen praten meer met je is! Je kunt toch niet ontkennen, niet waar, dat Riri bijv. een echt kruidje-roer-mij-uiet is, dat kan iedereen zien ; het is een fijne, teere natuur, die veel menageereu noodig heeft. Ais Riri hard werd aangepakt, zou hij eenzelvig en teruggetrokken worden; en als zijn teer gemoed schuw werd, zouden we ons dat eenmaal heel erg verwijten. Maar lieve, dat is de zaak niet; Riri's ge

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl