Historisch Archief 1877-1940
No. 914
DE AM-fi-T-ERDAMMER, WEEKBDAD VOOR NEDERDAND.
getuige dezer dagen een proces. Mevrouw
GreenJeigh hal een keukenmeid, Scrotton genaamd, en
gelastte haar na den eten af te nemen en de
vaten' te wasschen. Scrotton weigerde en beweerde
dat z\j als keukenmeid gehuurd was, en dat
het afnemen der tafel en het wasschen der borden
het werk van de parlour-maid was. Mevrouw
Greenleigh bleef op haar stuk staan, de meid
bleef weigeren en mijnheer Greenleigh, te hulp
geroepen, dreigde haar op straat te zetten.
Scrotton ging toen van zelf heen en dreigde met
de politie. Inderdaail daagde zij den heer en
mevrouw Greenleigh voor den rechter, en deze
veroordeelden hen tot het betalen der som van
2 pond sterling (24 gulden) als schadeloosstelling
voor Scrottons gekrenkte waardigheid.
Hoe het kwam, dat de Greenleighs de usances
niet kenden, moet men vragen, want in Engeland
zal de parlour-maid zich onteerd achten als men
haar vraagt, een ei te koken, al stierf het gezin
van honger, en de keukenmeid zou geen dokter
halen, al was het geval nog zoo dringend. Na
tuurlijk is dit in familiën, waar de verhouding
wat gemeenzamer is, anders, en de meid bewijst
er allerlei vriendelijkheden die buiten haar
werkkring vallen. Ook zijn er gezi: nen waar al
de meiden als »meid voor alles" gehuurd worden,
en men haar daarna eerst haar speciale afdeeling
toewijst; dan ontvangen ze misschien iets meer
loon, maar de huisheer is ook niet, zooals nu
mijnheer Greenleigh, aan het betalen van boeten
blootgesteld.
*
* *
Koningin Victoria heeft nooit een shilling op
zak ; haar kassier is altoos de secretaris sir Henry
Ponsonby. Zij gaat dan ook nooit »shopping' ,
wat zij begeert wordt op het paleis ter bezich
tiging gebracht. Ook de prinsessen zijn niet
gewoon met geld in den zak te loopen; toch doen
zij wel eens boodschappen, soms incognito. Prinses
Alexandra kwam dezer dagen met haie dochters
aan het bureau eener tentoonstelling, waar de
portier en het bestuurslid die aan het tourniquet
stonden, kaar niet konden. Met haar drieën
etonden ze de restjes uit de portemonnaies bijeen
te zoeken om de entrees te betalen, toen geluk
kig de president er bij kwam, die de prinsessen
herkende en haar binnen geleidde.
Te Londen trouwens gebeurt het zeer zelden,
dat «Royalty" naar de winkels gaat; te Parijs en
te Kopenhagen daarentegen is het vooral voor
prinses Alexandra, die zeer wereldsch is, een genot.
Iets nieuws in de Engelsche society en ook
aan het hof, is het boetseeren. Aan het dessert
wordt voor ieder gast een beetje kneedbare klei
neergezet, mot wat boetseorstokjes, en het is een
lust, te zien hoe ijverig ieder, dame of heer, aan
het werk gaat om daaruit een beeld van zijne
fautasie te modelleeren. Soms wordt bet wat,
soms niets; soms houdt men voor de tweede
helft van een olifant hetge n bedoeld was als
de kop van Gladstone of Rosebery Zeer in
gunst zijn Boeddhabeeldjes of Chineesche mayots,
een klein kopje met klein hoedje op een stevig
lichaam met gekruiste beenen.
*
* *
Uit Chicago ontvangen wij den volgenden brief:
In uw no. dd. 30 Sopt. «Rubriek voor Dames,
Rokken of geen rokken", komt ter sprake hoe
bij het paardrijden de amazone nog niet ver
drongen wordt door het jongenscostuum, waarbij
men dan ook eigenlijk als een heer te paard
behoorde te zitten. Tot mijn genoegen, zou ik
bijna zeggen, kan ik meedeelen dat in Chicago
het reeds zoover is; reeds eenige malen toch
heb ik dames of meisjes in jongenscystuum, d. w. z.
met wijde broeken, evenals reeds veel gebruikt
?worden door vrouwen die bicycle rijden, te paard
zien zitten, en dan ook geheel op de wijze van
een man. Ik zeide daar »bijna tot mijn genoe
gen" en ik bedoel hiermee dit. Nimmer heeft
mij het paardrijden van een vrouw kunnen be
koren, evenmin a!s het houden van de leidsels
door haar in een of ander voertuig, zooals zoo
algemeen in Amerika is; ik schrijf zulks altijd
toe aan het onvrouwelijke dat ik daarin vind of
beter nog het denkbeeld van halfslachtigheid dat
mocdje denkt er niet aan, schuw te worden. Hij
bindt de koekepau aan den rok vau de keuken
meid, dat lijkt daar niet op.
.?Och hemel, wat een drukte voor eeii klei
nigheid ! Zij had immers die koekepan er af kunnen
doen, in plaats vau als een wilde de straat, op
te loopsu. Zs moest maar liever ^oed op do
soep passen, iuplaats vau malle praatjes over
dat kind te verzinnen. Ik had toe-h al plan haai
den dienst op te zeegen.
Alweer een den dienst opzeggen, mompelt,
?Georgcs eu gaat zijn papieren in zijn schrijftafel
bergen.
Blri heeft uit de andere kamer alles gehoord,
en komt binnenvliegen, gevolgd door Toto; 7,c
vinden het heerlijk, dat, ze met bloemen vergeleken
worden en dat er een passende aarde voor hen
gezocht wordt; iutusschen voeren ze dolzinnige
buitelingeu uit ; meu ziet dat zij ecu volkomen
helder inzicht in den toestand hebben, en wel ver
staan wie de baas in huis is. Op dat ooje.nblik
gaat de deur open eu Stéphane komt binnen.
Beste vriend, zegt Clotilde, ik moet mijn
excuus maken, dat ik gisteren ben heengegaan,
maar ik was wat ongerust over dat kleintje ; ik
hoop dat we morgen met vrienden van u een
aangeiiameu avoud zullen doorbrengen . . . Maar kom
eens hier, lliri, wat is dat ? Zeg mijnheer eens
goedeu dag, je moet lief wezen, ventje.
Maar Riri blijft Stéphane knorrig aanstaren,
omdat er gisteren iets onaangenaams geweest is.
Hij wringt zich in allerlei bochten, trekt een ge
zicht, steekt zijn tong uit en laat zich op den
.grond vallen, waar hij languit blijft liggen, terwijl
hij ons aankijkt om te 2ien, wat voor indruk het
maakt.
het mij geeft, vooral dat amazonencostuum (bij
het hoofd doende denken aan een man en verder
wat kleeding en pose betreft, het vrouwelijke
voor den geest roepende, terwijl de geheele actie
mijns inziens meer den man past). Door het bijna
volslagen jongenscostuum gaat althans dat idee
van halfslachtigheid weg en krijgt men tenminste
den indruk van iets geheels.
Iets anders is het echter dat ik zou willen
beweren, dat het natuurlijk is, dat een vrouw
zoo per se een man tracht te evenaren. Onwille
keurig komen mij dan de dichtregels van de
Génestet voor den geest: »Verlos ons van den
preektoon Heer! geef ons natuur en waarheid
weer." Hoe meer, volgens mij, deze laatste be
grippen tot hun recht komen, hoe minder er
neiging tot onnatuurlijkheid zal zijn.
Chicago, 13 Dec. '!M. C. W.VUNSIXCK.
* *
*
Te Parijs heeft op 15 December in de Salie du
Grand Oriënt weer een kappersconcours plaats
gehad. In 45 minuten moest ieder mededinger
de dame, die hij meegebracht had, kappen. De
meeste waren blondines; haar lokkentooi werd
dus geborsteld, gekamd, gepommadeerd, gekroesd,
gegolfd, gecrepeerd. Naar men beweert, ontvingen
ze ieder 50 francs voor de séance, maar mochten
dan ook niet schreeuwen als er een paar haren
uitgetrokken werden of het friseerijzer haar raakte;
ze zaten onbewegelijk als offerlammeren. Toen
het goochelspel ten einde was, vertoonden de
meeste coiffures een overeenkomend model: kleine
krulletjes tot over de slapen en bij de meesten
tot over de ooren. Dan een gladde plek om den
hoed op te zetten, en aan het achterhoofd weer
een zeer gecompliceerd samenstel van lokken
en krulletjes ; geen spoor van vlechten, noeuds
of »krakelingen" ; het is de coiffure Directoire,
die door de meesten in haar zuiversten vorm
werd nagemaakt.
E-e.
LLERLEI
Pleizier van
Spanjaarden.
Te Madrid had onlangs een arena eer,
nuitengewonen toeloop. De stamboekstier Chirimbolo
zou vechten met een leeuw. Een beestje met
spitse, scherpe horens van een meter lang, die
Chirimbolo, geen katje om zonder handschoenen
aan te vatten. Een banderillero, vlug en
pkiagziek als Satan in persoon, al droeg hij klatergoud
in plaats van het tradioneele rood kostuum, had
hem bovendien het humeur bedorven, door hom
een paar spietsen in den hals te steken. De
leeuw kwam binnen, de schrik der woestijnen
die zoolang om zijn prooi had gebruld, en in
het bestookte gebied der Algrijnen geen heerscher
had naast zich geduld. Het arme dier echter was
thans schuw, en begreep niet waarmede hij had
verdiend, uit zijn kooi te worden vrijgelaten.
Hij begon met een paar minuten in een min of l
meer benauwde houding te blijven staan, en !
daarna met de achterpooten in het zand te gaan l
werken, als onze felis catus, wanneer hij stout ?
is geweest. De stier werd zijn aanwezigheid niet j
gewaar.
Maar de leeuw, ouder gewoonte, zette een
geweldige keel op ; toen wendde Chirimbolo zich
tot hem, den kop schurend langs den grond, de
geweldige, scherpe horens op den leeuw gericht.
Deze dook in elkander als een kat, verder en
verder achteruit naarmate de stier dichterbij
kwam, sprong eindelijk over hem henen en
zette het op een loopen. Maar Chirimbolo baalde
hem in en gaf hem van achteren een gevaarlijke
por. Dit was voor den woestijnkoning wat te
veel. Zijn Abd'el Kadersch hart wordt wakker ;
hij keert zich om, en slaat met de klauwen
naar de oogen van den stier. Deze wijkt
imiiimiiiiMiiiiiiiiiiiiiMi
vlug uit, maar niet vlug genoeg, of hij laat een
stuk vel van zijn nek tusschen de nagels van
zijn tegenstander zitten. En nu is de leeuw wild
geworden; zijn manen staan omhoog, zij-i staart
zwiept heen en weder, zijn oogen vlammen. Hij
springt. De stier wacht den aanval af, den kop
omlaag. Hij vangt den leeuw niet op de horens,
maar schudt hem toch met gemak van den nek
af, neemt hem op de horens, en slingert hem als
een schoothondje vijf meter hoog in de lucht. Het
zwaar gewonde dier valt als een meelzak neder, en
voor het hem gelukt, op do been tekomen,is Chirim
bolo bij hem, en heeft hem zijn meterlangen horen
in het lijf gestooten. Een paar torrero's kwamen
nu toeschieten, leidden de aandacht van den stier
op hen zelf af, zoodat de knechten don
zieltogenden leeuw konden wegsleepen. De stier
werd in den stal teruggedrongen; de couranten
roepen ach en wee over de wreedheid van zulk
een schouwspel; maar de opkoopers der plaateen
verdienden fabelachtige sommen, twee (luizend
gegadigden moesten buiten blijven staan wegens
plaatsgebrek, en geen ministerie durft vertoonin
gen als deze te verbieden. Want, o juifrouw
Pietersel zulke dingen ziet een Spanjaard voor
zijn pleizier, en brood en spelen, ziedaar het
eenige noodige, ook voor den Spanjaard van
heden, al heeft hij algemeen kiesrecht!
Verlaine tyrannendooder.
Het staat wel niet in zijn Mémoires, maar Ver
laine heeft het toch zelf verteld :
»0p een morgen van het jaar 1809, wij hadden
den vorigen avond een machtig glas gedronken,
was mij bet hoofd zwaar, en, zonderling genoeg,
het hart tegelijk republikeinse!), zóó, dat ik be
sloot, den keizer van kant te maken, en ik, van
mijn voornemen vol, den weg naar de Tuileriën
insloeg. liet toeval was mij gunstig : Napoleon III
ging juist een wandeling maken. Ik vermoordde
hem eerst met de oogen, en.... Gelukkig voor
hem zag do vorst er moe en treurig uit; zijn
gelaat droeg reeds de sporen van do ziekte die
hem ten grave zou sleepen. Onmiddellijk maakte
in mijn hart de moordenaar plaats voor don
dichter, en deze schonk gratie aan den veroor
deelde. Ik ging henen."
>Dien dag," antwoordde iemand uit het gezel
schap, »was er een god voor dronken lieden,
on voor l eizers."
>-Ja," zbide Verlaine lachend, »on er waren
ook eenige bijzonder oplettende politieagenten in
de buurt, die mij wel eenig on'zag inboezemden."
Kom kom, Riri, zegt Clotilde, als ik je wat
verbied, weet je wel dat het ernst is. :t Is niet nis
met ie sehoolmeester; wat ik zee, moet. gebeuren, i
j ; ^.' ^ j
Pas dus op, als je mijnheer niet dadelijk excuus j
vraagt, krijg je geen dessert van middag ....
ga je Zondag niet uit .... i
ik zou nogal met, je naar den dierentuin gaan . . . . !
ik won je met de geiten laten rijden .... '
misschien liet ik je wel een toertje op deu j
olifant maken ....
Daar gebeurt uu niets van.
Na ieder zinnetje een pauze. Clotilde kijkt ge
spannen naar het gezicht van het kind en wenkt,
ons, dat, wij ons niet zullen verroeren, opdat, ile
operatie niet mislukt. Maar de kleine doet, alsof
hij er niets van hoort.
Ik begrijp er niets van, absoluut, niets, zegt,
zij, zich verbaasd hondend; ik he'o hem nooit zoo
gezien, hij is nooit, zoo, 't is anders het zoetste
kind van de wereld: hij moet ziek zijn, of ze
moeten hem op school afgebeuld hebben. Dat doen
die leeraren; ze brengen die arme kinderen geheel
van streek, en dat begrijpt hun vader niet.
Zij spreekt, nog steeds haar verbazing uit, als
George, eensklaps uit de andere kamer komend,
lliri bij zijn broek pakt, h.-m tegen den muur
kwakt en hem ecu draai om de ooren geeft, lliri
aan 't bulken.
Is het mogelijk, ecu kind zoo te mishan
delen !. .. . Kom hier mij u lieveling, kom bij maatje,
wees maar stil, wij gaan naar den Dierentuin, en
je zult met de geiten rijden en op den olifant
zitten. Huil toch niet meer, huil zoo niet.
En het kind vlijt zich tegen zijn moeders knie
aau eu kijkt ons uittartend aan.
Neen., ik verzeker je, George, dat zulke
&zon
btn.
Geachte Redactie!
Indien u denkt, dat de lezers van De Amster
dammer belang stellen in den inhoud van bijgaand
stukje, verzoek ik het to plaatsen.
E?e handelt onrechtvaardig door geometra
brur/iatii als den schuldige aan te wijzen, die
appelen en peren wormstekig maakt. Dit vlin
dertje heeft reeds zooveel op zijn geweten, dat
ik het van do misdaad, die het in De Amster
dammer van den bisten dezer wordt aangewreven,
hoop vrij te pleiten.
In November en December heb ik het in de
avondschemering dikwijls om de stammen der
iepen in de Kruislaan zien vliegen om de wijfjes,
die tegen den boom opkruipen, het hof te maken.
Die wijfjes zijn ongevleugeld en zijn in verge
lijking van het groote aantal mannetjes zeer
schaarsch. Ze hebben het voornemen naar de
takken te kru'pen, om daar haar eitjes te
leggen. Hierin kunnen ze verhinderd wor
den door de door E?e beschreven kleve
rige strooken. liereiken ze evenwel haar doel,
iiiiilllMiimmiliMiiMimiiiiii
ruwheden als van jou niet anders dan kwaad
doen. Het schaap was op het punt me te
gehoorzamen, zijn tegenstand was juist, gebroken,
toen je Uisscheiikomst weer alles is komen beder
ven. En dan zeg- j.: dat wij ze bederven; je dwingt
er ons immers toe.
Octavc staat achter in de kamer, en kijkt zijn
vader spottend aan, alsof hij zeggen won : //Nu
wat denk je er van, mannetje, wie is hier de
baas:1" En Riri dreint maar door, als opeens
de deur open gaat, en men bedienden ziet met
groote (loozen.
Dat is het speelgoed, dat zijn de costumes !
roepen de kinderen, en dansen juichend de kanier uit.
En Clotilde loopt, gauw naar de mangelkamer,
gevolgd door de kiiulenneid, do min, de gouver
nante, en de dienstmeisjes, die haar achterna sloffen,
terwijl nicht, Marie en tante Eli:-a meevliegen,
om haar in hot, nieuwe werkje te helpen, en Toto
en Riri hard schreeuwen van pret.
Cieorge kijkt haar na, en blijft zwijgend zitten,
de hand ouder liet, hoofd.
Kom kom, zeg ik, je neemt, het te erg op,
zoo zijn ze niet, altijd.
Beste vri.-nd, de rustdagen zijn nog de ergste.
Als ik je vertelde, dat Zondag het kabaal om half
zeven bciroimeii is, met dat, gevolg dat de kinderen
om twaalf uur 1101; niet, klaar waren. Wat er dien
ochtend afgeraasil is, eu afgepreekt, eu afgesehreeuiv d
en afgehuild! liet, arme vrouwtje heeft geen seconde
rust genoten, ik hoorde /e van uit mijn kamer:
«Je hadt me toch zoo beloofd, zoet te zijn. ... De
Heilige Maagd is heel boos op je!.... Je zult
geen lekkers hebben. .. . Sint Jozef zal je straffen. . .
Kijk eens naar grootvaders portr t, hoe ernstig hij
je aankijkt!. . .."
En intusschcn holden Elisa en Marie en al de mei
den vijftig keer de trappen op en af; Lili had haar
dan komen uit die eitjes zeer vroeg in 't
voorjaar geelachtig groen gekleurde rupsjes, die
de jonge bladknoppen uitvreten en daardoor den
boom doen kwijnen en hem soms dooden. Niet
alleen hebben iepen last van geometra brumata,
maar alle inheemsche loof boomen worden er door
aangetast. De rupsjes vallen soms uit de boomen
op de kleeron van een schoone wandelaarster,
die van de eerste mooie voorjaarsdagen wil ge
nieten, maar die van dei'gelijke bezoeken een
zeer bekenden afkeer heeft.
Nooit zal men dit rupsje in een wormstekigen
appel vinden.
Lang voordat er appelen en peren zijn ligt
geomtti'a brumata als pop in de aarde, waaruit
ze laat in 't najaar of in 't begin van den winter
weer als vlindertje te voorschijn komt.
Er is evenwel een ander vlindertje (het heet
carpocnpfia, pamontimt) waarvan de rups zich
aan het uitvreten van vruchten schuldig maakt.
Men kan het te zien krijgen, als men in Augustus
eenige aangetaste onrijpe appelen in een met
gaas overdekte inmaakrle^ch op oen koele plaats
bewaart. Na eenige maanden komt dan uit het
papje, waarin zich het wormpje (eigenlijk rups)
spoedig heeft veranderd, een vlindertje te voor
schijn, dat ongeveer l1,^ cM. vlucht heeft.
De bovenvleugels zijn grijs met donkere gol
vende dwarsstreepjes met een spiegelende
fluweelbruine vlek, met gouden streepjes. De onder
vleugels zijn glanzend roodbruin met witte franje.
Lijmstrooken helpen tegen dit insect niets, daar
het wijfje vliegend de jonge vruchten bereikt.
Ze legt haar eitjes tegen den steel der vrucht.
Het uitgekomen rupsje boort zich terstond daarin.
In 't laatst van den zomer vreet het zich door
den appel heen, om zich te verpoppen. Het
eenige wat men kan doen, om de schade paal en
perk to stellen, is het afgevallen aangestoken
ooft op te rapen en te vernietigen. Afdoende is
evenwel dit middel niet.
R. A. I'OI.AK.
40 cents per regel.
nilllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIHIIIIIlnlIIIIMIllllllllllllllllllllllllllll
Smaakvolle Meubüeering.
HUIZEN, VILLA'S, APPARTEMENTEN.
YOS & LE GRAND, Kalverstraat.
BRUINKOOLBRIKETTEN
maar neemt vooral
liet goc-fe mcrU.
Merk 5$ in een .ISriehoek.
Verkrijgbaar bij Brandstoffen-Handelaren.
Hoofd-Depöt
VAN
Dr. JAE&ER's Drie, Hora.
K. F.
DEUSCHLEBENGER.
Amst. Kalverstr. .ÏT.
Eenig specialiteit in des»
artikelen in geheel Nederland.
Magazijn KEI/EUSHOF", Nieinveudijk 198.
Zijdensto f f en. Grootste sortoering zwarte
en gekleurde, effen, gewerkte en gedamass^erde
Zijde, Satijn en Surah. De nieuwste des
sins en kleuren steeds voorhanden.
S C II A I) E & O L D E N K O T T.
tlinnillillilllHlliuuimiMi
parasol vergeten, en Toto's kerkboek was weg, en
lliri wou zijn J au Klaasscu meenemen, eu Octave
kreeg straf,.. .
Eu eens ia de kerk, begon het opnieuw ; het
arme vrouwtje was aldoor over de kleintjes heen.
gebogen om te, wenken en te vermanen ; < \ rap g
nu vcrgitlenis voor je stoutheid vau van morgen . . .
open je hart voor Sint Jozef, ... de menseheii
kijken naar je ... het hart omhoog . . . mama moet
zich over j,; schamen . . ." En toen de kerk uit
wa^, heeft men den kapelaan laten komen om hun
de les te lezen, en deu koster laten drciireu met
zijn stok . . .
En het gevolg is, bette vriend, da', ze o;,i niets
geven, om niets ! niet om den koster of den kapelaan,
of Sint Jozef, of om hun moeder of om mij '. Ze
zijn niet slecht, maar door altoos maar woorden
te liooren, woorden, die op niets uitlo >pi:;;, zijn
ze nergens i>aug voor, en luisteren nergens naar.
Als het eenmaal werkelijk uoodig is dar. ze in
toom gehouden worden, is alles versleten.
Liet zij ze hun gang maar gaan, dat «a- nog
veel beter. Begon ze maar met te zeggen: ? 'joed,
je zult je olifant hebben, eu je kameel en de maan!"
Maar neen, ze hoopt altoos een keer de baa> Te kun
nen blijven en het lukt nooit! Ze doet zooaK onze
regeerinï: ze zegt, altoos eerst neen, en dan ja! En als
de kinderen er gelukkiger om waren; maar neen. geen
kinderen zijn ontevredener en worden meer bcknord,
dan mijn bedorven kindereu!
En dat is zoo afmattend, dat ik 's Zondags ook
op mijn bureau zou willen zitten. Je zult, moeten
toegeven, dat het ongelukkig is; de werkuüop
mijn fabriek hebben tenminste n dag om rustig
thuis te zitten; ik uiet!.... Rust,.... rust....
daar iraf ik wat voor.